Kennisportfolio blok 3 Management Groeimodel Keuning Het Groeimodel Keuning is bedacht door meneer Keuning. Het model bestaat uit zeven stadia en vier fases. Groeimodel Greiner Greiner heeft aan het model van Keuning twee fasen toegevoegd. Elke fase wordt gekenmerkt door een geleidelijke ontwikkeling (evolutie). Elke fase wordt gekenmerkt door een bepaalde managementstijl, die typerend is voor de fase waarin de organisatie zich bevindt. Als een fase ten einde loopt, zal de organisatie geconfronteerd worden met een crisis situatie. Na een crisis volgt er een trendbreuk in de managementstijl. Elke overgang betekent veranderingen. Groeimodel Lewin In dit model zien we dat veranderingen niet van de ene dag op de andere dag plaatsvinden. Veranderingen verlopen door middel van een veranderingsproces, waarbij alle situaties in meerdere of mindere mate sprake zal zijn van onderzekerheden. 3 Fases: Unfreezing (voorbereiden op..) Moving (bewegen) Freezing (veranderingen worden vastgelegd) Groeimodel Ezerman Het doel van de veranderingsstrategie is de acceptatie van de verandering door de betrokken medewerkers te vergroten. Er zijn 7 veranderingsstrategieën: Ontwijken: personen zijn pas gemotiveerd, als ze de noodzaak van veranderingen zelf inzien. Faciliteren:faciliteiten worden geschapen, waardoor de veranderingen tot stand komen. Informeren: de medewerkers worden op de hoogte gebracht van komende veranderingen. Educatieve strategieën: medewerkers worden opgeleid, opgevoed, gecoacht of begeleid met betrekking tot het veranderingsproces. Onderhandelen: doen ze wanneer medewerkers niet meteen neerleggen bij verandering. Overtuigen: medewerkers worden m.b.v. argumenten tot andere gedachten gebracht. Macht-,dwang- en pressiestrategie: dit is het opleggen van de verandering. Belastingrecht Inkomstenbelasting Eigenlijk drie belastingen in één wet: Box 1: inkomen uit werk en woning (H3 IB). Tarief: progressief Schijventarief (art 2.10 Wet IB) Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (H4 IB). Aanmerkelijk belang: o.a. aandelenbezit van minstens 5% in een BV/NV. Tarief: 25% (art 2.12 Wet IB) Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (H5 IB). Er wordt geacht 4% rendement te zijn behaald (zélfs bij verlies!) van het vermogen op 1 januari minus het heffingvrije vermogen. Tarief: 30% (art 2.13 Wet IB) Algemene economie Keynesiaanse visie:“Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor volledige werkgelegenheid en groei.” Klassieke visie: (leger, politie, rechtelijke macht) “De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven.” Behoeftenhiërarchie van Maslow 1. 2. 4. 5. Eten, huis Verzekeringen, continuïteit van banen Ergens bij horen, gaat niet om geld Ik kan dingen doen die ik leuk vind. Welvaart is wel te kopen, maar er is meer dan alleen geld. Welzijn kun je niet kopen. Bedrijfseconomie