COMENIUS PROJECT “EUROPEAN VALUES EDUCATION” Een vergelijking tussen Nederlandse en Turkse studenten VOORLOPIGE DESCRIPTIEVE RESULTATEN Melek Göregenli1, Uwe Krause2, Pelin Karakuş3, İlkay Südaş4 HET ONDERZOEK De laatste decennia werden waarden een belangrijk onderwerp in de sociale wetenschappen. Binnen de interculturele psychologie groeide de belangstelling op dit gebied sinds Rokeachs werk in 1973. Sindsdien werden waarden gebruikt om attitudes, gedrag en verschillen tussen sociale groepen te begrijpen. Het laatste heeft interculturele psychologen naar gezamenlijke waarden laten zoeken om verschillen tussen culturen te bestuderen (Spini, 2003). Waarden zijn gedeelde veronderstellingen over wat goed, juist en wenselijk is. Zij hebben op verschillende niveaus invloed. Het meeste onderzoek binnen de interculturele psychologie heeft een focus op de individuele en nationale schaal. Op individueel niveau brengen waarden brede, situatie-overstijgende doelvoorstellingen tot uitdrukking (Rohan, 2000; Rokeach, 1973; Schwartz, 1992). Zij beïnvloeden, hoe mensen de wereld waarnemen en interpreteren, hun voorkeuren, keuzes en handelingen. Op nationaal niveau reflecteren waarden de oplossingen van groepen (zoals bijv. naties, gemeenschappen, organisaties) ten aanzien van existentiële uitdagingen (Hofstede, 2001; Schwartz, 1999). In zoverre spelen zij een belangrijke rol hoe sociale instituties functioneren (Knafo, Roccas & Sagiv, 2011). De European Values Study (EVS) is een van de grootschalige, internationale onderzoeken over menselijke waarden. Het werd in de jaren 1970 geïnitieerd door de European Value Systems Study Group (EVSSG). Het eerste onderzoek vond in 1981 in tien Europese landen plaats. Om waardeveranderingen te onderzoeken werden vervolgens onderzoeken in n1990, 1999 en meest recentelijk in 2008 uitgevoerd. De onderzoekers wilden de morele en sociale waarden, die aan sociale en politieke instituties ten grondslag liggen onderzoeken. Hierbij ging het om vragen zoals: Hebben Europeanen gezamenlijke waarden? Veranderen waarden in Europa, en zo ja, in welke richting? (Halman, Sieben & van Zundert, 2012; p. 139). De resultaten van het onderzoek werden sindsdien twee keer in een atlas verwerkt. Deze kaarten hebben een groot potentieel voor het onderwijs (Krause, 2010 en 2012). De hoofddoelen van dit onderzoek zijn: Een onderzoek naar de validatie van delen van de European Values Study (2008). 1 Prof. Dr., Ege University, Department of Psychology, Izmir, Turkey. [email protected] Senior Lecturer, Project Leader of the European Values Education Project, Fonty’s University, Department of Geography, Tilburg, The Netherlands. [email protected] 2 M.A. in Social Psychology, PhD Candidate at Ege University, Institute of Social Sciences, Social Psychology Program. Izmir, Turkey. [email protected] 3 PhD in Human Geography. Research Assistant at Ege University, Department of Geography, Izmir, Turkey. [email protected] 4 1 Een verbetering van het contextmateriaal ten behoeve van de educatieve materialen foor aardrijkskunde, maatschappijleer en sociale psychologie. De steekproef De steekproef bestond uit 335 eerstejaars studenten van de EGE universiteit in Izmir, Turkije (42 mannen, 110 vrouwen en 2 zonder opgave) en van Fontys Lerarenopleiding in Tilburg, Nederland (118 mannen, 63 vrouwen). De gemiddelde leeftijd van de Turkse studenten was 19,5 jaar (range = 17 – 45, SD = 2,60) en van de Nederlandse studenten 19,3 jaar (range = 17-27, SD = 1,79). Alle studenten waren eerstejaars studenten. Van de Turkse groep studeerden 58,4% psychologie, 33,1% geografie en 8,4% sociologie. Van de Nederlandse groep studeerden 19,9% geografie, 20,4% maatschappijleer en 59,7% geschiedenis. Methodologie De gebruikte onderzoeksmethode was een anonieme enquête, waarbij de deelnemers ook enkele socio-demografische gegevens invulden (geslacht, leeftijd, geboorteplaats, maandinkomen, etc.). Er werden in totaal 162 items bevraagd, waaronder de Portrait Value Questionnaire5, de General System Justification Survey6, de Right-Wing Authoritarianism Survey7 en een aantal geselecteerde vragen uit de European Values Study 2008. De enquête bevatte ook enkele open vragen, om beter te kunnen begrijpen, hoe de deelnemers vragen over onderwerpen zoals familie, burgerschap, migratie, buren en milieu interpreteerden. Deze antwoorden werden aan een inhoudsanalyse onderworpen en gecategoriseerd. De deelnemers vulden de enquête in het Nederlands respectievelijk het Turks in. Dit gebeurde anoniem en in groepen. Van te voren werden de geïnterviewden over het doel en de vertrouwelijkheid van het onderzoek geïnformeerd. De tijd, die de studenten voor het invullen nodig hadden was 30-45 minuten. RESULTATEN De resultaten van dit onderzoek werden met de resultaten van de European Values Study 2008 vergeleken. De meest opvallende verschillen tussen beide onderzoeken kunnen als volgt worden samengevat: Politiek De studenten in beide steden zijn meer in politiek geïnteresseerd dan de deelnemers van de EVS 2008 in beide landen. Ook discussiëren de studenten in beide landen vaker over politiek en zouden zij 5 Schwartz, Melech, Lehmann, Burgess and Harris, 2001; for the Turkish version Demirutku, 2004; and for the Dutch version Croes 2008 6 Kay and Jost, 2003, Göregenli, 2005; Göregenli, Umuroğlu, Erdem & Karakuş, 2012 7 Weber and Federico, 2007; Göregenli, 2010; Göregenli, Umuroğlu, Erdem and Karakuş, 2012 2 vaker aan politieke acties deelnemen zoals het ondertekenen van een petitie, de deelname aan een boycot of daan legale demonstraties (zie tabel 1). Religie In het EVS-onderzoek van 2008 is religie voor de Turkse deelnemers (96,7%) veel belangrijker dan voor de Nederlandse deelnemers (40,3%). Voor de studenten is dit in beide landen telkens ongeveer 20% minder, ook ten opzichte van de jongere respondentengroep van de EVS 2008 (18-30 jaar). Dit betekent nog steeds, dat er een groot verschil is. Verder is het zo, dat het houden van religieuze diensten bij enkele levensgebeurtenissen (zoals doop, huwelijk, dood) voor de studenten minder belangrijk is dan voor de deelnemers aan de EVS in 2008 in beide landen. Op de vraag, of de kerk/moskee adequate antwoorden geeft op de sociale problemen in hun land, zijn beide studentengroepen het eens: slechts een kwart van hen is het hiermee eens. Voor de Turkse studentengroep is opvallend, dat hoewel slechts een derde zich als een gelovig mens definieert, dit niet in alle vragen in die mate tot uitdrukking komt: zo gelooft 92,1% van hen toch in God. Famile Familie is voor alle deelnemers in beide landen belangrijk. Migratie Bij de vragen over migratie komt naar voren, dat de Nederlandse studenten in vergelijking met de deelnemers aan de EVS 2008 zich veel minder als vreemdeling in eigen land voelen of het idee hebben, dat er te veel migranten zijn. Maar zij denken veel vaker, dat immigranten het culturele leven bedreigen , banen weg nemen en dat eigen burgers voorrang moeten krijgen als banen schaars zijn. Het laatste is opvallend, want Turkse studenten denken dit in vergelijking tot de Turkse deelnemers aan de EVS 2008 in mindere mate. Ook zij voelen zich minder vaak als vreemdeling in eigen land vanwege het aantal migranten en is hun score op tal van items lager dan het landelijke gemiddelde cq. het resultaten van de jongerengroep (18-30 jaar) van de EVS 2008. Richtlijnen over goed en kwaad In beide studentengroepen is men het merendeels erover eens, dat wat goed en kwaad is afhankelijk is van de omstandigheden. In vergelijking met de resultaten van de EVS in 2008 kan men ervan uitgaan, dat de studenten minder normatief zijn en hun attitude op elkaar lijkt. Competitie In vergelijking met de Turkse studenten denken Nederlandse studenten vaker, dat competitie goed is en mensen stimuleert, hard te werken en nieuwe ideeën te ontwikkelen. Vertrouwen in instellingen Er zijn verschillen in de rangorde van de 5 meest vertrouwde instellingen zowel tussen de Turkse en Nederlandse deelnemers van de EVS in 2008 als tussen de Turkse en Nederlandse studenten. 3 De meest te vertrouwen instellingen van de Turkse deelnemers aan de EVS in 2008: Het leger, de moskee, de politie, de justitie en de gezondheidszorg. De meest te vertrouwen instellingen van de Nederlandse deelnemers aan de EVS in 2008: De gezondheidszorg, de politie, het onderwijs, de justitie en het leger. De meest te vertrouwen instellingen van de studenten uit Izmir in 2012: De milieuorganisaties, het leger, de gezondheidszorg, de vakbonden en het sociale zekerheidsstelsel. De meest te vertrouwen instellingen van de studenten uit Tilburg in 2012: het onderwijsstelsel, de gezondheidszorg, de justitie, de vakbonden en de Verenigde Naties. Dat het onderwijsstelsel op de eerste plaats van te vertrouwen instellingen bij de Nederlandse studenten ligt wijkt ook af ten opzichte van de jongerengroep (18-30 jaar) van de EVS 2008. Bij de studenten in Izmir is het omgekeerde het geval. Nationale trots In beide landen zijn de deelnemers van de EVS in 2008 trotser om een Turkse of Nederlandse burger te zijn dan de studenten. Dit verschil is hoger bij de Turkse dan bij de Nederlandse studenten. Indicatoren om een echte Turk/Nederlander te zijn In vergelijking met de studenten zijn indicatoren zoals “in het land geboren zijn”, “voorouders hebben”, “wetten respecteren”, “lang in het land leven” of “de taal spreken” voor de Turkse deelnemers aan de EVS 2008 (gemiddelde en jongerengroep van 18-20 jaar) belangrijker dan voor de studenten, terwijl de resultaten voor de Nederlandse studenten vaker overeenkomen met de gemiddelde resultaten van de EVS 2008. Opvattingen over natuur en milieu Ook hier wijken de opvattingen van de Nederlandse studenten weinig af van de gemiddelde EVS 2008 resultaten. De Turkse studenten wijken hier veel sterker af, ook wat betreft de resultaten van de jongerengroep (18-30 jaar) van de EVS 2008: veel minder van hen gelooft, dat de aarde leefbaar zal blijven en de natuur sterk genoeg is een milieuramp te weerstaan. Bijna iedereen is (overeenkomstig het landelijke gemiddelde) bereid een deel van zijn inkomen voor het milieu af te staan. Bij de Nederlanders is dat maar iets meer dan de helft. Tabel 1: Resultaten van het studentenonderzoek in vergelijking met de gemiddelde resultaten van de EVS 2008 Q-code website Website versie van de vraag V5 V6 V2 V7 EVS 2008 NL EVS 2008 NL jong Tilburg resultaat EVS 2008 TR Percentage dat aangeeft dat politiek zeer of tamelijk belangrijk is 58,6 43.85 66,1 50,97 51.46 67,5 Percentage dat aangeeft dat godsdienst zeer of tamelijk belangrijk in hun leven is Percentage dat aangeeft, dat familie zeer of tamelijk belangrijk in hun leven is Percentage dat aangeeft vaak met vrienden over politieke aangelegenheden te spreken 40,25 37.28 21,8 96,71 95.12 74,7 95,9 100.00 92,7 99,58 99.77 98,0 15,48 1.76 20,6 10,91 12.13 16,9 4 EVS Izmir 2008 resultaat TR jong V102 Percentage dat het ermee eens is, dat werkgevers aan Nederlanders/ Turken voorrang boven immigranten moeten geven, wanneer banen schaars zijn 36,5 36.40 44,2 68,83 68.10 46,4 V103 Percentage dat het ermee eens is, dat werkgevers aan mannen voorrang boven vrouwen moeten geven, wanneer banen schaars zijn 9,86 5.27 2,2 60,32 54.29 12,5 V104a Percentage dat het ermee eens is dat er absoluut duidelijke richtlijnen zijn over wat goed en wat kwaad is. Deze zijn altijd op iedereen van toepassing ongeacht de omstandigheden 20,22 8.92 5,0 44,4 42.75 6,0 V104 b Percentage dat het ermee eens is, dat er absoluut duidelijke richtlijnen zijn over wat goed en kwaad is. Maar in bijzondere omstandigheden mag men afwijken van deze richtlijnen 36,58 36.40 29,3 25,55 25.18 30,7 V104 c Percentage dat het ermee eens is, dat er nooit absolute richtlijnen zijn over wat goed en kwaad is. Dat hangt geheel van de omstandigheden op dat tijdstip af. 43,2 54.68 65,7 30,05 32.07 63,3 V109 19 22.16 2,2 38,79 34.98 9,1 40,62 37.56 24,9 57,07 57.12 52,9 V112 Percentage dat een godsdienst (huwelijk, begrafenis of doop niet mee gerekend) minimaal eens per week bijwoont Percentage dat een godsdienst belangrijk vindt bij de geboorte van een kind Percentage dat een godsdienst belangrijk vindt bij een huwelijk 47,54 53.67 36,7 78,58 76.07 53,9 V113 Percentage dat een godsdienst belangrijk vindt bij de dood 57,41 59.49 46,3 96,74 94.38 84,3 V115 37,19 45.84 33,3 79,02 78.43 64,8 35,42 49.93 25,6 67,93 66.58 58,0 56 84.73 59,6 80,19 78.18 74,6 33,19 40.08 22,0 57,27 54.40 25,5 V119 Percentage dat aangeeft dat de kerken/moskeeën adequaat reageren op de morele problemen en noden van de individuele Percentage dat aangeeft datmens de kerken/ moskeeën adequaat reageren op de problemen en rond het gezinsleven Percentage dat aangeeft dat de kerken/ moskeeën adequaat reageren op de geestelijke behoeften van de mens Percentage dat aangeeft dat de kerken/ moskeeën adequaat reageren op de sociale problemen waar het land mee te maken Percentage dat aangeeft heeft in God te geloven 57,61 50.05 32,7 99,39 99.29 92,1 V120 Percentage dat aangeeft in een leven na de dood te geloven 50,88 55.16 49,1 94,33 92.22 84,7 V121 Percentage dat aangeeft in de hel te geloven 15,71 25.83 18,2 97,95 97.83 80,4 V122 Percentage dat aangeeft in de hemel te geloven 39,77 44.00 31,6 97,95 97.82 80,4 V123 Percentage dat aangeeft in de zonde te geloven 38,11 38.88 27,7 98,72 98.57 83,1 V114a Percentage dat aangeeft een gelovig mens te zijn 60,24 44.21 31,2 89,96 85.27 34,9 V114b Percentage dat aangeeft niet gelovig te zijn 32,97 47.43 44,7 9,9 14.49 59,2 V111 V116 V117 V118 V114c Percentage dat aangeeft een overtuigd atheïst te zijn 6,79 8.35 24,1 0,14 0.24 5,9 V128a Percentage dat aangeeft dat er slechts één waar geloof is 10,11 18.67 5,1 67,51 60.95 16,4 V128b Percentage dat aangeeft dat er slechts één waar geloof is, maar andere religies hebben ook een aantal basis waarheden Percentage dat aangeeft dat er niet één waar geloof is, maar alle grote wereldgodsdiensten een aantal basis waarheden kennen Percentage dat aangeeft dat geen van de grote wereldgodsdiensten de waarheid biedt Percentage dat het er (helemaal) mee eens is, dat homoseksuele paren kinderen moeten kunnen adopteren Percentage dat het (helemaal) in orde vindt, dat twee personen ongehuwd samenwonen Percentage dat enigszins of zeer geïnteresseerd is in politiek 13,53 12.81 5,6 28,05 32.88 42,5 50,53 40.18 33,3 3,81 5.68 34,2 25,83 28.33 55,9 0,63 0.49 6,8 62,98 61.20 87,8 26,92 31.68 38,0 87,11 80.53 94,4 32,18 37.08 48,0 60,35 44.97 77,0 48,86 49.22 66,0 Percentage dat een handtekening onder een petitie heeft gezet of het misschien zou doen Percentage dat aan een boycot heeft meegedaan of het misschien zou doen Percentage dat aan toegestane, normale demonstraties heeft meegedaan of het misschien zou doen Percentage dat aan een wilde staking heeft meegedaan of het misschien zou doen Percentage dat een gebouw of een fabriek heeft bezet of het misschien zou doen Politieke ideeën op een schal van links (0) tot rechts (100) 84,02 88.86 95,5 42,22 46.80 89,8 46,51 50.62 68,0 29,92 33.16 70,7 56,92 71.46 84,9 33,51 38.99 80,0 24,9 41.43 52,8 11,44 13.06 31,3 17,13 24.58 39,4 8,75 9.20 12,9 49,46 50.76 45,0 54,12 50.30 43,8 V128c V128d V154 V155 V186 V187 V188 V189 V190 V191 V193 5 Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Onderlinge wedijver is goed. Het stimuleert mensen om hard te werken en nieuwe ideeën te ontwikkelen (0) – Onderlinge wedijver is schadelijk. Het brengt het slechtste in mensen naar boven. Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Inkomens moeten meer gelijk verdeeld worden (0) – Individuele prestaties moeten meer Percentage dat het ermee eens is dat de hele manier waarop de verdeeld worden (100) samenleving georganiseerd is radicaal moet veranderd worden Percentage dat het door ermee eens is dat deacties samenleving geleidelijk revolutionaire moet veranderen door middel van hervormingen Percentage dat het ermee eens is dat de huidige samenleving krachtig verdedigd wordt tegen elke verandering Percentage dat als doelstelling voor het land voor de komende tien jaar orde handhaven zou kiezen (eerste en tweede keuze) Percentage dat als doelstelling voor het land voor de komende tien jaar mensen meer invloed verschaffen op belangrijke overheidsbeslissingen zou kiezen (eerste en tweede keuze) 38,98 40.54 47,2 37,53 36.18 39,7 54,06 54.21 54,3 38,29 37.25 50,1 4,37 8.92 6,3 25,26 25.79 16,7 82,05 73.94 80,0 49,48 50.16 81,3 13,58 17.14 13,1 25,26 24.05 2,1 54,39 52.62 54,0 75,01 71.45 50,1 37,4 29.13 33,6 49,22 51.34 61,2 V202c Percentage dat als doelstelling voor het land voor de komende tien jaar prijsstijgingen tegengaan zou kiezen (eerste en tweede keuze) 37,55 39.73 36,7 52,82 50.03 19,3 V202d Percentage dat als doelstelling voor het land voor de komende tien jaar de vrije meningsuiting beschermen zou kiezen (eerste en tweede keuze) 70,66 78.53 75,7 22,95 27.18 69,4 V205 Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de kerk/moskee te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de strijdkrachten te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in het onderwijsstelsel te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de pers te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de vakbonden te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de politie te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in het parlement te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in ambtenaren te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in het sociale zekerheidsstelsel te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de Europese Unie te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de NAVO te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de Verenigde Naties te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de gezondheidszorg te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in het justitiële apparaat te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de grote bedrijven te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in milieuorganisaties te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in politieke partijen te hebben Percentage dat aangeeft tamelijk of heel veel vertrouwen in de overheid te hebben Percentage dat aangeeft behoorlijk of zeer tevreden te zijn met de manier waarop de democratie zich in het land ontwikkelt Percentage dat het (helemaal) ermee eens is, dat democratie misschien problemen kan hebben, maar het beter is dan enige andere vorm van regeren 35,17 45.17 15,6 84,65 82.93 52,8 54,61 74.10 46,6 89,62 84.19 73,3 62,81 66.69 90,6 76,98 73.90 29,1 41,55 46.00 32,0 31,79 29.48 19,6 51,78 63.08 62,2 47,7 51.54 56,7 68,98 68.11 59,4 81,78 77.88 53,2 48,74 57.42 50,6 57,53 56.42 34,1 41,52 54.80 46,9 67,62 66.49 41,9 60,54 66.35 57,6 79,07 71.55 55,1 45,21 64.46 47,8 38,78 43.63 17,6 53,59 67.87 56,7 33,68 35.28 16,5 55,51 71.92 59,2 32,62 34.81 21,4 70,76 79.80 69,3 77,75 76.66 58,5 56,36 67.18 62,9 80,82 78.94 32,9 43,17 55.15 28,5 38,2 35.77 20,9 52,86 57.64 43,6 47,29 50.01 73,5 33,37 43.75 44,1 30,57 30.90 56,1 49,42 65.89 51,1 53,35 50.58 23,0 56,1 64.10 72,7 57,41 53.83 33,5 92,78 90.41 77,3 93,17 94.51 87,7 Percentage dat het (helemaal) ermee eens is, dat de economie in een democratisch systeem slecht functioneert 12,33 13.82 18,2 35,73 36.63 15,3 V196 V198 V200a V200b V200c V202a V202b V206 V207 V208 V209 V210 V211 V212 V213 V214 V215 V216 V217 V218 V219 V220 V221 V222 V223 V229 V230 6 Percentage dat het (helemaal) ermee eens is, dat democratieën besluiteloos zijn en er te veel gekletst wordt Percentage dat het (helemaal) ermee eens is, dat democratieën niet goed zijn in het handhaven van orde Percentage dat aangeeft tamelijk of zeer trots op hun natie te zijn 50,22 58.46 42,7 53,9 58.82 38,9 21,75 22.85 18,6 38,28 39.89 15,2 86,76 93.97 80,4 94,99 92.43 76,4 Percentage dat aangeeft dat het tamelijk of zeer belangrijk is om in het land geboren te zijn om echt burger van het land te zijn Percentage dat aangeeft dat het tamelijk of zeer belangrijk is om het politieke systeem en de wetgeving van het land te Percentage dat aangeeft tamelijk respecteren om dat echthet burger van of hetzeer landbelangrijk te zijn is om voorouders in het land te hebben om echt burger van het land te Percentage dat aangeeft dat het tamelijk of zeer belangrijk is om zijn te taal van het land te kunnen spreken om echt burger van het Percentage dat aangeeft dat hette tamelijk land zijn of zeer belangrijk is om het grootste deel van het leven in het land te leven om echt Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Immigranten nemen burger van het land te zijn banen weg van de inwoners van een land Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Het culturele leven van een land wordt bedreigd door immigranten Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Immigranten maken de criminaliteitsproblemen erger Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Immigranten zetten de verzorgingsstaat onder druk Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: In de toekomst zal het aantal immigranten een bedreiging voor de maatschappij zijn Opvattingen op een schaal van 0 tot 100: Het is beter voor de samenleving wanneer immigranten hun eigen tradities niet behouden maar de gebruiken van het land overnemen 47,02 54.75 42,5 81,95 77.32 43,1 94,37 94.83 89,4 90,59 86.78 77,4 21,27 27.03 15,2 86,73 81.75 60,3 98,9 98.24 97,2 83,65 77.70 68,3 47,08 52.56 58,9 79,35 73.70 50,3 46,92 52.67 53,8 65,85 63.33 59,5 46,23 51.39 62,4 62,01 56.98 63,3 62,5 63.87 55,0 62,45 59.55 63,1 55,23 54.58 57,7 62,95 60.72 57,7 54,17 56.76 61,9 63,97 61.09 50,6 59,58 60.07 59,3 45,7 42.90 48,1 Percentage dat aangeeft dat men zich door het aantal immigranten soms een vreemdeling in n eigen land voelt Percentage dat aangeeft dat er vandaag de dag te veel immigranten in eigen land zijn Percentage dat het er (helemaal) mee eens is, dat we het maximum aantal mensen benaderen dat de aarde kan Percentage dat aangeeft onderhouden het er (helemaal) mee eens te zijn, dat als mensen zich gaan bemoeien met de natuur dit vaak rampzalige gevolgen heeft 26,34 30.07 15,0 30,67 29.62 6,8 40,61 43.45 19,2 62,17 62.49 56,8 54,86 43.73 55,6 84,39 83.96 78,8 66,23 62.95 63,7 90,73 89.77 95,9 V298 Percentage dat aangeeft het er (helemaal) mee eens te zijn, dat de menselijke vindingrijkheid ervoor zal zorgen dat de aarde leefbaar blijft 70,77 61.67 71,4 72,63 69.86 41,2 V299 Percentage dat aangeeft het er (helemaal) mee eens te zijn, dat het evenwicht van de natuur sterk genoeg is om de gevolgen van de moderne industriële samenleving te kunnen weerstaan 25,76 30.11 29,4 59,02 56.56 14,9 V300 Percentage dat aangeeft het er (helemaal) mee eens te zijn, dat de mens voorbestemd is om over de rest van de natuur te heersen 24,64 24.12 21,3 70,27 69.06 28,4 V301 Percentage dat aangeeft het er (helemaal) mee eens te zijn, dat als dingen doorgaan zoals nu, we binnenkort een grote ecologische ramp meemaken 60,84 62.26 71,4 91,24 89.02 93,8 V295 Percentage dat het er (helemaal) mee eens is, een deel van het inkomen af te staan, wanneer men er zeker van zou zijn dat het geld gebruikt zou worden om milieuvervuiling tegen te gaan 57,89 60.77 53,7 87,29 89.63 93,2 V231 V232 V256 V276 V277 V278 V279 V280 V268 V269 V270 V271 V272 V273 V274 V275 V296 V297 Voorkeuren voor buren In de EVS van 2008 werd de vraag naar de voorkeuren voor buren als gesloten vraag gesteld. In dit onderzoek werd de vraag naar de buren zowel open als gesloten gesteld, om de validiteit van de vraag te onderzoeken. Hiervoor werd deze vraag ook aan een andere studentengroep (Engels) voorgelegd. De open vraag was “Met wie zou je niet in hetzelfde flatgebouw willen wonen? / Wie zou je niet als 7 buurman willen hebben?”. De antwoorden van de studenten worden in de volgende tabellen weergegeven (tabel 2, 3, 4). Zoals de resultaten laten zien, zijn er duidelijke verschillen tussen de uitkomsten van het open en het gesloten vraagtype. De gesloten vragen laten verschillende groepen zien, die men niet als buren wil hebben. Bij de open vraag komt duidelijk naar voren, dat zowel de Turkse als ook de Nederlandse studenten vaak naar persoonlijke karakteristieken (zoals niet schoon, lawaaierig, agressief, etc.) verwijzen dan naar groepskenmerken. De uitkomsten tonen aan, dat de uitkomsten van het gelsoten vraagtype verder bediscussieerd moeten worden. Tabel 2: Antwoorden van de Turkse universiteitsstudenten op de open vraag over voorkeur voor buren (N=154) Met wie zou je niet in hetzelfde flatgebouw willen wonen? / Wie zou je niet als buurman willen hebben? 1 Negatieve persoonlijke eigenschappen: (egoïstisch, zelfzuchtig, onbetrouwbaar, emotioneel koud, lawaaierig, agressief, ruziezoekend, etc.) 2 Groepseigenschappen 2a Politiek-ideologische anarchisten… etc.) eigenschappen (nationalisten, racisten, extreme links/rechts, Aantal % 70 61 28,8 25,1 separatisten, 22 2b Religie (extreme religieus, mensen, die anderen door religie onderdrukken, religious conservatieven, ongelovigen… etc.) 16 2c Sociale klas (zeer rijke mensen, beroemde mensen … etc). 5 2d Mensen, die de privacy bedreigen (nabije familieleden, verwantschap, … etc.) 5 2e Etnisch-culturele karakteristieken (Roma, Koerden, mensen met een andere cultuur/geloof… etc.) 4 2f Seksualiteit (seksueel perverse mensen, perverse mensen, geile mensen… etc.) 4 2g Criminelen (mafia, dieven, voorbestrafden … etc.) 4 2h Ouderen 1 3 Intolerante mensen (tegenover mij/ mijn levensstijl) (mensen, die geen respect tonen, die zich in mijn leven inmengen… etc.) 58 23,9 4 Niet-opgevoede, bekrompen, dogmatische mensen 23 9,5 5 Iedereen kan mijn buurman zijn, het maakt niet uit 11 4,5 6 10 4,1 4 1,6 Politici 7 Ik zou graag buren willen, met wie ik goed kan opschieten 8 Anderen (Verhuurder, vijanden, mensen, die mijn leven bedreigen … etc.) Totaal aantal uitingen 6 2,5 243 100 Tabel 3: Antwoorden van de Turkse universiteitsstudenten op de open vraag over voorkeur voor buren (N=60)* Opleiding Engels Met wie zou je niet in hetzelfde flatgebouw willen wonen? / Wie zou je niet als buurman willen hebben? 1 Negatieve persoonlijke eigenschappen (niet schoon, onopgeruimd, lawaaierig, ruziezoekend, mensen, die niet kunnen samenleven, homofobische mensen … etc) Aant. % 66 51 54,1* 41,8* agressief, 2 Groepseigenschappen 2a Criminelen (mordenaars, verkrachters.. etc.) 13 2b Verslaafden (drugsgebruikers, dealers, alkoholisten...etc.) 12 2c Grote gezinnen 7 2d Politiek-ideolgische karakteristieken (racisten, neo-nazis… etc.) 4 2e Perverse mensen, pedofielen 4 2f Etnisch-culturele karakteristieken (mensen uit Oostblok, Turken, Marokkanen..., mensen, die koken wat riekt etc.) 3 2g Mensen, die de privacy bedreigen (nabije familie, vader… etc.) 3 2h Ouderen 2 2i Religie (gelovige mensen) 2 8 2j Sociale klasse (beroemde mensen) 1 3 Mensen, die in mijn leven ingrijpen 1 0,8* 4 Politici 1 0,8* 5 Iedereen kan mijn buurman zijn, het maakt niet uit Totaal aantal uitingen 3 2,5* 122 100* Table 4: Antwoorden op de gesloten vraag over de voorkeuren voor een buurman in vergelijking met de resultaten van de EVS in 2008 n * Department of English Language EVS 2008 NL EVS 2008 NL jong Tilburg Resultaat Studenten (N=181) EVS 2008 TR EVS 2008 TR jong Izmir Resultaat Studenten (N=42) 47,55 51.40 52,3 80,58 77.77 83,3* Percentage dat liever niet mensen van een ander 9,73 10.56 3,4 42,28 37.76 2,4* V48 Percentage dat liever niet linkse extremisten als 55,48 40.86 44,6 62,42 59.48 68,3* 64,3 61.59 76,0 85,98 82.69 64,3* 66,92 55.50 61,5 61,88 59.34 83,3* 14,12 16.98 21,8 35,71 34.05 45,2* V52 mensen als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet emotioneel onstabiele 29,8 34.07 51,7 74,38 71.72 69,0* Percentage dat liever niet moslims als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet immigranten / V54 buitenlandse werknemers als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet mensen met AIDS als 17,08 17.23 13,4 5,8 4.57 19,0* 13,85 12.15 17,3 47,37 44.23 4,8* 13,17 8.79 9,0 84,13 81.23 52,4* 73,4 66.71 80,9 92,1 90.42 66,7* 9,52 8.31 5,6 88,92 87.79 23,8* 7,36 6.75 6,2 67,5 64.83 19,0* 26,55 18.65 25,0 66 63.14 61,9* 7,17 8.02 3,9 61,12 58.61 7,1* Q-code website Website versie van de vraag Percentage dat liever niet mensen met een V46 strafregister als buren zou willen hebben V47 ras als buren zou willen hebben buren zou willen hebben Percentage dat liever niet zware drinkers als V49 buren zou willen hebben Percentage dat liever niet rechtse extremisten als V50 buren zou willen hebben Percentage dat liever niet mensen met grote V51 gezinnen als buren zou willen hebben V53 V55 V56 V57 V58 V59 V60 buren zou willen hebben Percentage dat liever niet drugsverslaafden als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet homoseksuelen als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet Joden als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet zigeuners als buren zou willen hebben Percentage dat liever niet Christenen als buren zou willen hebben RESULTATEN VAN DE OPEN VRAGEN De thematische inhoudsanalyse van de antwoorden op de open vragen laat de volgende resltaten zien: De betekenis van “Famile” De deelnemers werden gevraagd, om kort te omschrijven, wat zij onder “familie” verstaan. De antwoorden laten zien, dat de Turkse deelnemers familie vooral als een eenheid zien, die mensen zich goed laat voelen, hun zekerheid geeft en hen gelukkig maakt. Familie betekent steun, vertrouwen, liefde en geluk. Daarnaast zien de Turkse studenten familie als een “sociaal agent”, d. w. z. als een socialisatienetwerk. Zij benadrukken het institutionele aspect en zien familie als een plaats, waar zij de basale menselijke waarden en tradities leren. In vergelijking met de Turkse studenten definiëren de Nederlandse studenten meestal relationeel (een groep familieleden, moeder, vader, zus, broer, etc.). Een noemenswaardig aantal definieert familie ook in emotionele zin. In beide groepen omschrijft even 9 groot aantal familie als een groep van nabije mensen onafhankelijk van de bloedconnectie. (zie tabel 5 en 6). Tabel 5: Antwoorden van de Turkse studenten Kan je omschrijven, wat jij onder “familie” verstaat? Aant. % 215 74.4 2 Familie al seen “social agent” (maakt me mezelf/ voorbereiding op het leven/ hoeksteen van de samenleving/ geeft de basale waarden / leert tradities .... etc.) 46 16.0 3 Een groep mensen onafhankelijk van de bloedconnectie: (Intieme vrienden/ heel nabije mensen / mensen, die altijd bij je zijn / solidaire groep, met wie je deelt... etc.) 13 4.5 4 Familie als een groep met bloedconnectie: (alleen biologisch / familieleden zoals moeder, vader, zus, broer, bloedconnectie, mensen, die mij gebaard hebben ... etc.) 9 3.1 5 Negatieve eigenschappen (iemand gehoorzamen / problemen / verantwoordelijkheden / een doos, die je vrijheid beperkt.. etc.) 6 2.1 1 Familie is iets, wat een goed gevoel geeft, geborgenheid geeft, gelukkig maakt (steun/ vertrouwen/ zelfverzekerdheid/ betekenis van het leven/ geluk/ oprechtheid, ... etc.) Totaal aantal uitingen 289 100,0 Tabel 6: Antwoorden van de Nederlandse studenten Kan je omschrijven, wat jij onder “familie” verstaat? 1 Familie als een groep met bloedconnectie (kerngezin, moeder, vader, zus, broer, nichtjes en neefjes, ooms en tanten, grootouders, bloedverwandten, met wie je langen tijd opgegroeid bent, bloevverwandten, mensen, met wie je door bloedconnectie verbonden bent ... etc.) 2 % 117 66,8 Familie is iets, wat een goed gevoel geeft, geborgenheid geeft, gelukkig maakt (Allen, die ik lief heb, mensen, die belangrijk voor me zijn, familie steunt je in geode en slechte tijden, een eenheid vormen, mensen, die je helepen, als het niet goed gaat, mensen, die er altijd voor je zijn, met wie je voor het leven aan elkaar gebonden bent, mensen, die ik vertrouw en die me respecteren, … etc.) 39 22,3 3 Familie als “verwandten en vrienden”: (Je verwandtene n zeer goede vrienden; mijn familie en de mensen eromheen, die ik al lang ken en als familie beschouw; mijn ouder, zus en vriend… etc. ) 15 8,5 4 Familie als “social agent”: (Groep van mensen, die je waarden en opvattingen leren; mijn eigen cultuur; het gevoel samen te horen; “respect, etniciteit, religie”; het leren van waarden van mensen dichtbij.) 4 2,3 175 100,0 Totaal aantal uitingen Meningen over een “echte” Turk of Nederlander zijn Er zijn verschillende opvattingen over het “echt” Turk of Nederlander zijn. Een behoorlijk deel van de Turkse studenten vindt niet, dat het geboren zijn in Turkije noodzakelijk is, om Turk te zijn. Anderzijds zijn er Turkse studenten, die een meer nationalistische opvatting op na houden en vinden, dat trots en respect voor de Turkse geschiedenis en identiteit, werken voor het land en het beschermen van het land noodzakelijk zijn om een Turkse burger te zijn. Daarnaast benadrukken sommigen ook nog dat de nationaliteit van de voorvaren en een bloedconnectie belangrijk zijn voor een Turks burgerschap. Ook het beheersen van de Turkse taal schijnt een belangrijk aspect te zijn. Daarentegen zijn er enkele antwoorden, die de beheersing van de taal, religie of etnische achtergrond niet belangrijk vinden. Voor de Nederlandse studenten is de relatie met de Nederlandse maatschappij het meest belangrijk is om een “echte” Nederlander te zijn. Het gaat erom, dat men zich in de maatschappij gedraagt als een Nederlander. Het beheersen van de Nederlandse taal, culturele aanpassing en het respecteren van en functioneren in de Nederlandse maatschappij zijn de belangrijkste aspecten (zie tabel 7 en 8). Tabel 7: Antwoorden van de Turkse studenten 10 Opvattingen over een “echte” Turk zijn Aantal % 1 Hoeft niet in Turkije geboren te zijn 63 25.8 2 Geschiedenis en identiteit van Turkije respecteren 41 16.8 3 Etnisch achtergrond, religie, taal is niet belangrijk 29 11.9 4 De Turkse taal beheersen 28 11.5 5 De voorvaren moeten Turks zijn 20 8.2 6 Juridische argumentatie 19 7.8 13 5.3 7 Lange tijd in Turkije leven 8 Taal alleen is niet genoeg 7 2.9 9 Ook mensen, die lang in Turkije wonen hoeven zich niet Turks te voelen; lang in Turkije leven is dus geen must 7 2.9 10 Voor het land werken en het beschermen 7 2.9 11 Respect voor de officiële en politieke instellingen is niet noodzakelijk 5 2.0 Anders: nationale identiteit is een breed concept / alles is belangrijk, etc. 5 2.0 244 100.0 Totaal aantal uitingen Tabel 8: Antwoorden van de Nederlandse studenten Opvattingen over een “echte“ Nederlander zijn 1 Relatie met de Nederlandse maatschappij Aantal. % 108 74,5 1a Nederlandse taalvaardigheid (Mensen zouden de taal moeten spreken, etc.) 60 1b “Culturele adaptatie” en “Respect voor de Nederlandse maatschappij” (je moet de Nederlandse waarden en normen respecteren, etc.) 40 1c Burger als iemand die goed in de maatschappij functioneeert (je moet in de maatschappij mee kunnen doen, etc.) 8 2 Gevoel: (Je bent Nederlander als je je Nederlands voelt / belangrijk is, hoe je je voelt,…etc.) 15 10,3 3 Geboorteplaats: (Je wordt Nederlander door geboorte; als je Nederlander wilt zijn, dan moet je hier geboren zijn) 13 8,9 5 3,4 4 2,7 4 Iemand moet Nederlander willen zijn (Je moet Nederlander willen zijn/ Je moet deel uit wilen maken van de Nederlandse maatschappij, etc. ) Anders Totaal aantal uitingen 145 100,0 Opvattingen over acculturatie strategieën van immigranten De deelnemers werden gevraagd, of immigranten hun tradities moesten opgeven of mochten behouden. In principe kunnen drie opvattingen onderscheden worden: 1) multiculturalisme, 2) separatie en 3) assimilatie. Separatie is voor beide studentegroepen de meest voorkomende opvatting, maar het aandeel ervan en van assimilatie is bij de Nederlandse studenten hoger, bij de Turkse is de multiculturele visie meer vertegenwoordigd. De laatste groep denkt, dat iedereen zijn eigen cultuur en identiteit kan houden (zie tabel 9). Tabel 9: Hoe moeten Immigranten in Turkije/Nederland leven Iedereen is vrij zijn eigen identiteit / cultuur te behouden (multiculturalisme) 11 Turkse studenten Nederlandse studenten Aant. % Aant. % 37 24,0 12 6,6 Ze kunnen hun gewoontes behouden als ze de Nederlandse / Turkse orde niet verstoren (separatie) Ze nmoeten zich socio-cultureel aanpassen of assimileren (assimilatie) Totaal Geen antwoord Totaal 49 31,8 89 49,2 28 114 40 154 18,2 74,0 26,0 100,0 46 147 34 181 25,4 81,2 18,8 100,0 De betekenis van “Immigrant” De deelnemers moesten kort omschrijven, wat zij onder “immigrant” verstonden. De meeste Turkse studenten definiëren het begrip als een buitenlander, die in Turkije leeft. Zoals tabel 10 laat zien, vallen hier ook die buitenlanders onder, die naar Turkije door gedwongen migratie terecht kwamen, mensen met een niet-Turkse achtergrond en mensen, die vrijwillig in Turkije zijn komen wonen. Sommige studenten drukken zich algemeen uit, zoals mensen, die van één land naar een ander land verhuizen. Andere studenten definiëren immigranten op basis van cultuur, etniciteit, religie of taal. De Nederlandse studenten gebruiken vaak wij-zij-tegenstellingen. Dan is de immigrant een nietNederlander, een buitenlander. Een noemenswaardig deel verwijst ook naar culturele verschillen of naar problemen. Deze studenten omschrijven de immigrant als iemand, die zich niet aan de Nederlandse cultuur aanpast (zie tabel 10 en 11). Tabel 10: Antwoorden van de Turkse studenten Kan je omschrijven, wat jij onder “immigrant” verstaat? Aantal % 117 78.5 1a Buitenlanders, die door gedwongen migratie naar Turkije zijn gekomen (Mensen, die voor werk komen/ arme werkers/ mensen, die als gevolg van economische, politieke of sociale redenen komen/ mensen, die het in eigen land niet goed hadden / Syriërs, die naar Turkije vluchten, etc.) 70 59,8 1b Etnisch gebaseerde definite: (Buitenlanders, die in Turkije leven/ mensen met een buitenlands achtergrond/geen Turken... etc.) 28 23,9 1c Mensen, die vrijwillig naar Tukrije komen (Mensen, die uit iegen will naar Turkije komen om een leven op te bouwen. etc.) 19 16,2 2 Definitie met verwijzing naar het verhuizen tussen twee locaties (Mensen, die uit één land naar een ander land verhuizen/ mensen, die vanuit het dorp naar de stad verhuizen, mensenm, die een tijd in een ander land, een andere maatschappij woonden, etc.) 14 9,4 3 Definitie die naar culturele aspecten verwijst (Mensen met een andere levensstijl, mensen, die anders zijn, mesnen, die vanwege hun levensstijl niet geaccepteerd worden, Koerden/ mensen met een andere etniciteit, religie, taal) 10 6,7 8 5,3 1 De buienlanders in Turkije 4 Anders Totaal aantal uitingen 149 100,0 Tabel 11: Antwoorden van de Nederlandse studenten Kan je omschrijven, wat jij onder “immigrant” verstaat? Aantal % 104 74,8 1a Gewoon een “buitenlander” (Niet-Nederlander/ buitenlander, etc.) 76 73,0 1b Een buitenlander met referentie naar het motief (Iemend dioe naar Nederland voor een beter leven, voor werk is gekomen,, etc.) 28 27,0 2 Definitie die naar culturele aspecten verwijst (iemand die zich niet aanpast, geen Nederlandse ouders heft, de Nederlandse taal niet spreekt, de Nederlandse cultuur niet respecteert, etc.) 31 22,3 4 2,9 139 100,0 1 De buitenlanders in Nederland 3 Een “Niet- Westerse person” (Iemand uit een niet Westsers land, van buiten de EU, etc. ) Totaal aantal uitingen 12 Mogelijke problemen, die Turkse studenten zouden verwachten, als zij in Nederland zouden werken en leven Aan de Turkse studenten werd gevraagd gevraagd zich voor te stellen, dat zij naar Nederland zouden migreren en welke problemen zij zouden ervaren m.b.t. de verschillen tussen de Nederlandse en Turkse cultuur. De meeste studenten verwachtten enkele problemen die verband hielden met de nieuwe cultuur. Meestal gaven zij aan, dat zij mogelijkerwijs moeite zouden hebben met de sociale structuur, anderen gaven aan, dat verschillen in religie, taal en seksuele vrijheid tot culturele adaptatieproblemen zouden kunnen lijden. Aan de andere kant waren er talrijke studenten, die niet dachten, dat ze problemen zouden hebben en aan de Nederlandse cultuur gewend zouden raken. Sommigen van hen zouden sowieso liever in Nederland dan in Turkije willen wonen (zie tabel 12). Visie van Nederlandse studenten op de mogelijke culturele adaptatieproblemen van Turkse migranten Aan de Nederlandse studenten werd gevraagd erover na te denken, welke problemen Turkse migranten zouden hebben kunnen hebben op het gebied van cultuur in Nederland. Zoals tabel 13 laat zien, zijn de culturele verschillen voor de studenten de hoofdreden, die problemen volgens de Nederlandse studenten zouden kunnen veroorzaken. Sommigen benadrukken de culturele verschillen in het algemeen en verwijzen naar verschillen in waarden, normen, opvattingen en tradities, die tot sociale problemen zouden kunnen lijden. Anderen benoemen de ongelijkheid tussen man en vrouw binnen de Turkse gemeenschap als een probleempunt of verwijzen naar de religieuze verschillen en de Islamitische cultuur. Sommige Nederlandse studenten ondersteunen socio-culturele aanpassing van de Turkse migranten aan de Nederlandse samenleving. Uit enkele statements blijkt, dat Turkse migranten niet zouden willen integreren. Tabel 12: Antwoorden van de Turkse studenten Stel je voor, je zou in Nederland werken en leven. Welke problemen zou je volgens zou verwachten met betrekking tot de verschillen tussen de twee culturen (waarden, opvattingen, tradities, religie). 1 Ik zou problemen met de culturele structuur/ de leefstijl hebben Aant. % 110 57,9 1a Problemen met de sociale structuur (Nederlanders zijn heel relaxed/ zo veel vrijheid kan de maatschappij verstoren,/ er is te veel vrijheid, etc.) 57 1b Problemen op het gebied van religie (Ik zou probelemen hebben vanwege religieuze verschillen / een echte Mslim moet zijn leven volgens de Islam kunnen inrichten / Ik zou problemene hebben op special islamitische feestdagen. 21 1c Problemen met de taal (Ik zou problemen met de taal hebben... etc.) 14 1d Problemen met de seksuele vrijheid (Ik zou homoseksualiteit als prolematisch ervaren/ Ik zou het moeilijk vinden eraan te wennen, etc.) 5 1e Vrees oim buitengesloten te worden – zich eenzaam te voelen (Ik zou me eenzaam voelen / Ik zou mijn gezin missen... etc.) 9 1f Anders (Drugsgebruik is legaal / voedsel... etc.) 4 Ik zou geen problemen hebben / Ik zou gewend raken aan de Nederlandse cultuur 69 2a 2 Na een tijdje zou er geen problem zijn 47 2b Ik zou gewend raken aan de Nederlandse cultuur maar die niet verinnerlijken 13 5 36,3 2c Ik zou sowieso liever in Nederland dan in Turkije willen leven 17 3 Weer en klimaat 2 1,1 4 Ik ken de levensomstandigheden in Nederland niet / Ik heb geen idee 9 4,7 190 100,0 Aant. % 101 62,7 Totaal aantal uitingen Tabel 13: Antwoorden van de Nederlandse studenten Denk aan de Turkse migranten, die in Nederland leven. Welke problemen aangezien de culturele verschillen ( tradities, waarden, opvattingen, religie) ervaar jij of kunnen volgens jou optreden? 1 Problemen met de culturele structuur / de leefstijl 1a Principiële culturele verschillen (Verschillen in waarden, normen, opvattingen en tradities, etc.) 38 1b Ongelijke behandeling van vrouwen in de Turkse gemeenschap (Vrouwen mogen van hun mannen niet werken / ze hebben niet dezelfde rechten/ vrouwenrechten worden niet gerespecteerd / jongens mogen alles en meisjes niets, etc.) 33 1c Religie (De Islamitische cultuur kan met de Christelijke cultuur botsen/ hoofddoeken / het belang van religie / het geloof en de mate van het geloof, etc.) 40 2 Integratie in de Nederlandse maatschappij (De groep zal altijd bij elkaar blijven/ het wijgevoel is sterk bij hen / zij passen zich niet aan / wij accepteren niet – dat lijdt tot een botsing, segregatie etc.) 25 15,5 3 Radikalisme en bekrompenheid (fundamentalisme / zij staan niet open voor andere culturen of opvattingen / zij zouden niet altijd vanuit religie moeten reageren/ radicalisme etc.) 7 4,3 4 Geen problemen 13 8,1 5 Anders 15 9,3 161 100,0 Totaal aantal uitingen Opvattingen over een financiële bijdrage tegen milieuvervuiling De studenten werden gevraagd, of ze het eens of oneens waren met de stelling “Ik zou een deel van mijn inkomen afstaan, als ik zeker wist, dat het gebruikt zou worden om milieuvervuiling tegen te gaan.” De meeste Turkse studenten waren het eens met dit statement (93,2%). Maar in de toelichting op deze vraag bleek, dat ze meer twijfels hadden, dan uit dit percentage blijkt. Een derde gaf aan, dat zij niet vertrouwden, dat het geld zou aankomen of dat zij geld zouden geven als zij erop konden vertrouwen, dat het geld tegen milieuvervuiling gebruikt zou worden. Aan de andere kant gaf een redelijk deel van de Turkse studenten aan, dat zij een beter milieu wilden en daaraan een bijdrage wilden leveren. Enkelen stelden andere mogelijkheden dan geld geven voor. Ook de Nederlandse studenten had een behoorlijk deel twijfels of het geld ook tegen milieuvervuiling zou worden ingezet. Vaker dan de Turkse studenten verwezen ze naar hun economische (zwakke) positie. Zij zouden geld geven, als ze het hadden. Andere redenen waren, dat een individuele bijdrage onvoldoende zou zijn of dat het milieu niet als probleem ervaren werd. Deze antwoorden kwamen niet bij de Turkse studenten voor (zie tabel 14). Tabel 14: Antwoorden van de Turkse en Nederlandse studenten Ik vertrouw het niet / Als ik het zou vertrouwen, dan zou ik iets geven (Als ere en betrouwbare organisatie was, zou ik mijn best doen / Er moet betrouwbare controle zijn...etc.) Wens naar een beter milieu (het is een plicht voor idereen / iedereen wil een bijdrage leveren.... etc.) 14 Turkse studenten Nederlandse studenten Aant. % Aant. % 49 31,8 21 11,6 42 27,3 48 26,5 Het is te laat / negatieve invloed van de mens op het milieu (Het eidne van de planet komt dichterbij vanwege de mens / Na een tijdje kunnen we de aarde niet meer redden... etc.) Niet genoeg geld / De draagkrachtigen (de rijken, overheid, grote bedrijven etc.) moeten het doen ( Er zijn veel rijken, die het doen kunnen, waarom ik?...etc.) 12 7,8 8 4,4 9 5,8 25 13,8 6 3,9 14 7,7 0 0,0 6 3,3 0 0,0 18 9,9 118 36 154 76,6 23,4 100,0 140 41 181 77,3 22,7 100,0 Andere oplossingen dan geld geven (recyclen etc.) Milieu is geen probleem Een individuele bijdrage is onvoldoende Totaal aantal uitingen Geen antwoord Totaal Discussie De vergelijking van de gemiddelde resultaten van de EVS 2008 voor Turkije en Nederland met het studentenonderzoek in Izmir en Tilburg laat zien, dat er grote verschillen zijn. De oorzaak hiervoor kunnen de leeftijd, het opleidingsniveau of andere factoren zijn. Hoe dan ook, beide studentengroepen hebben meer gemeenschappelijk dan de gemiddelde resultaten van de EVS 2008 laten zien. De antwoorden op de open vragen geven meer inzicht in de mind-set van de ondervraagden en misschien ook, hoe sommige vragen uit de EVS geïnterpreteerd kunnen worden. Zo lieten de vragen over de “ongewenste buurman” zien, dat er aan sommige vraagtypes beperkingen zitten. In de EVS werd dit item op een gesloten manier gevraagd. De vergelijking tussen open en gesloten vragen bij dit onderzoek toonden aan, dat de manier van vraagstelling tot verschillen of overeenkomsten bij de studentengroepen leidde. Vergelijkbaar zijn de resultaten over de betekenis van familie. Voor alle groepen blijkt familie heel belangrijk (mer dan 90%). Maar wat de deelnemers onder familie verstaan is afhankelijk van de culturele context van de Turkse en Nederlandse studenten. Als je erbij stil staat dat dit soort verschillen door een open vraagstelling naar boven komen, dan moet je constateren, dat een vergelijking van twee (of meerdere) culturen met alleen kwantitatieve methoden haar beperkingen heeft. Daarom is het dus belangrijk, dat kwantitatieve resultaten d.m.v. kwalitatieve methoden onderbouwd worden. Gevraagd naar mogelijke culturele adaptatieproblemen tussen Turken en Nederlanders in een Nederlandse context, dan toont dit onderzoek aan, dat de genoemde problemen niet uit absolute vooroordelen voort komen maar meer aan realistische levenssituaties gerelateerd worden, wat positief is voor een wederzijds begrip tussen de jongere groepen. De resultaten van dit onderzoek kunnen een waardevolle bijdrage zijn in het kader van de toegepaste werkvormen, samen met de andere bronnen van het European Values Education project op de website (www.atlasofeuropeanvalues.eu ). Vooral de video’s van jongeren en de verschillende kaarttools geven samen met deze onderzoeksresultaten verschillen tussen de respondentengroepen weer en maken het mogelijk de landelijke gemiddelden van de EVS te differentiëren. 15 Een verslag over de relatie tussen de EVS vragen en andere sociaalpsychologische variabelen (General System Justification, Right-Wing Authoritarianism en Portrait Values) zal in het Engels op de website (www.atlasofeuropeanvalues.eu) gepubliceerd worden. Na een uitvoerigere en diepgaandere analyse zullen verdere resultaten van dit onderzoek worden gepubliceerd. Referenties CROES, E. (2008) De invloed van acculturatie op OCB bij allochtonen. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie Academiejaar 2007–2008 Eerste Examenperiode. Universiteit Gent. Gent (Promotor: Prof. Dr. Johnny Fontaine) DEMİRUTKU, K. (2004) Turkish Adaptation of the Portrait Values Questionnaire Unpublished Manuscript, Middle East Technical University. Ankara GÖREGENLİ, M. (2010) Çevre Psikolojisi: İnsan–Mekân İlişkileri. (Environmental Psychology: Human-Space Interactions) İstanbul Bilgi Üniversitesi Yayınları. Istanbul GÖREGENLI, M. (2005) Şiddet ve İşkenceye Yönelik Tutumlar: Diyarbakır Araştırması. (Attitudes toward Violence and Torture: Diyarbakır Field Research). Diyarbakır Barosu Yayınları. Diyarbakır GÖREGENLİ, M., UMUROĞLU, İ., ÖMÜRİŞ, E., KARAKUŞ, P. (2012) “Muhafazakârlıkla İlişkili Sosyal Psikolojik Tutumlar: Bir Başlangıç Çalışması” (Social psychological background of conservatism: A preliminary of research) 17. Ulusal Psikoloji Kongresi 25-28 Nisan, Boğaziçi Üniversitesi, İstanbul HALMAN, l., SIEBEN, I. & Van ZUNDERT, M. (2012) The Atlas of European Values: Trends and Traditions at the turn of the Century. Leiden: Koninklijke Brill NV. KAY, A. C., JOST, J. T. (2003) “Complementary justice: Effects of "poor but happy" and "poor but honest" stereotype exemplars on system justification and implicit activation of the justice motive” Journal of Personality and Social Psychology, 85, 823–837. KNAFO, A., ROCCAS, S. & SAGIV, L. (2011) The Value of Values in Cross-Cultural Research: A Special Issue in Honour of Shalom Schwartz. KRAUSE, U. 2010. “The Atlas of European Values Project: Possibilities of Mapping the Values of Europeans and Challenges for Geography” Ege Coğrafya Dergisi. 19 (1): 1-12 KRAUSE, U. 2012. “The Atlas of European Values Project: Mapping the Values of Europeans for Educational Purposes” European Journal of Geography 3(2): 54-71 SCHWARTZ, S. H., MELECH, G., LEHMANN, A., BURGESS, S., HARRIS, M., OWENS, W. (2001) “Extending the crosscultural validity of the theory of basic human values with a different method of measurement” Journal of Cross Cultural Psychology, 32, pp. 519–542 SPINI, D. (2003) “Measurement Equivalence of 10 Value Types from the Schwartz Value Survey across 21 Countries” Journal of Cross Cultural Psychology, 34, pp.3-23. WEBER, C., FEDERICO, C. M. (2007) “Interpersonal attachment and patterns of ideological belief” Political Psychology, 28, 389–416 16 This project has been funded with support from the European Commission. This publication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.