c Hollen van hype naar hype

advertisement
Hollen van hype naar hype
Vet is slecht, wisten de experts eergisteren. Fruit is gezond. Het bleek niet waar. Waarom zouden we de deskundigen vandaag dan wel geloven?
De opvatting dat veel fruit eten tegen kanker beschermt,
blijkt geen wetenschappelijke waarde te hebben.
Simon Rozendaal in Boston
Dag in dag uit worden we tegenwoordig opgeroepen om
gezond te eten. De minister van Volksgezondheid doet het,
het bedrijfsleven prijst met het logo ‘Ik Kies Bewust’ de
eigen ‘gezonde’ voedingsmiddelen aan, scholen doen hun
best om ongezonde voedingsmiddelen door gezonde te
vervangen, kranten schrijven over gezonde voeding, boeken over gezonde voeding vliegen de winkel uit.
Aan dat alles ligt de opvatting ten grondslag dat we weten
wat gezonde voeding is en wat niet.
Maar is dat echt zo? Feit is immers dat de deskundigen
van gisteren en eergisteren ook heel krachtige opvattingen
hadden over wat gezonde voeding was en wat niet. Feit is
ook dat de deskundigen van vandaag daarom moeten lachen.
Dat bleek onlangs weer tijdens een congres in het Amerikaanse Boston. Daar stond de gerenommeerde voedingsdeskundige Walter Willett stil bij enkele populaire opvattingen uit het nabije verleden.
Willett is niet de eerste de beste. Hij is een van ’s werelds
meest gerenommeerde voedingsdeskundigen. Hij is hoogleraar aan de Harvard-universiteit en draagt ook verantwoordelijkheid voor de Amerikaanse overheids­adviezen:
zo heeft hij getekend voor de voedsel­piramide aldaar (de
Amerikaanse variant van onze Schijf van Vijf).
Willett refereerde in het bijzonder aan twee achterhaalde
opvattingen over de relatie tussen voeding en kanker.
u i t g e v e r ij
coutinho
c
De eerste is dat het eten van vet kanker zou veroorzaken.
Die opvatting kwam op in de jaren tachtig van de vorige
eeuw, nadat de bekende epidemiologen Richard Doll en
Richard Peto in een geruchtmakend boek, The Cause of
Cancer (1981), hadden aangetoond dat het voedingspatroon een belangrijkere bijdrage aan het ontstaan van kanker leverde dan roken.
Dat leidde tot de voor de hand liggende hypothese dat
dit dan wel zou komen door de aanwezigheid van vet. Er
was destijds binnen de voedingswetenschap een stevige
antivethouding. Het leek dus geen gekke gedachte om de
relatie tussen voedsel en kanker te zoeken bij het meest
verdachte bestanddeel van voeding, oftewel vet.
En dus werden er verbanden gezocht tussen de hoeveelheid vet die mensen aten en het krijgen van kanker. Daarbij bleek echter dat die relatie er helemaal niet was.
Voor sommige soorten, zoals borstkanker, bleek er zelfs
een omgekeerd verband op te gaan: naarmate vrouwen
minder vet eten, ontwikkelen ze juist vaker borstkanker.
Willett: ‘Zo rond 1990 stierf dus het paradigma dat je van
vet eten kanker zou krijgen. Het werd opgevolgd door een
nieuw paradigma.’
Dat tweede paradigma (een hypothese) was dat groenten
en fruit tegen kanker zouden beschermen. Die theorie
klonk alweer uiterst aannemelijk. Immers, in groenten en
fruit barst het van de zogeheten antioxidanten. Die beschermen het lichaam tegen oxidatie en aantasting van het
DNA, en zoals iedereen weet kan een aantasting van het
erfelijkheidmolecuul in een tumor resulteren.
Foute opvattingen van vroeger
Oude dwalingen
Jaren tachtig:
van vet eten krijg je kanker
Klonk uitermate logisch. Terwijl de consumptie van vet
steeg, nam ook het aantal gevallen van kanker toe. Toch
bleek de theorie niet te kloppen.
Jaren negentig:
groenten en fruit beschermen tegen kanker
Klonk nog logischer. In groenten en fruit zitten antioxi­
danten en bij het kankerproces is sprake van oxidatie.
Ook deze theorie bleek niet te kloppen.
Artikel bij Inleiding organisatiekunde ­– 1/2
Zeer geloofwaardig, kortom. Er was echter alweer een probleem: ook deze hypothese deugde niet. In de jaren negentig zijn er talloze pogingen geweest om een verband op te
sporen tussen het eten van onvoldoende groenten en fruit
en het vóórkomen van kanker, en ook dit verband bleek er
niet te zijn.
De opvatting nu
Dikte veroorzaakt kanker
Klinkt buitengewoon logisch want vetweefsel leidt
bijna een eigen leven binnen het lichaam. Echter: als
de opvattingen van eergisteren en gisteren niet klopten,
waarom zou de theorie van vandaag wel kloppen?
Mensen die veel groenten en fruit eten, krijgen niet minder kanker dan mensen die nauwelijks of geen groenten en
fruit consumeren. Willett: ‘Groenten en fruit beschermen
wel enigszins tegen hart- en vaatziekten maar niet of slechts
heel weinig tegen kanker.’
Dus exit paradigma nummer twee. Wat is daarvoor in de
plaats gekomen? De huidige theorie dat vetzucht (obesitas)
kanker veroorzaakt. Willett is ervan overtuigd dat dit paradigma wel klopt. ‘Er is een overweldigende hoeveelheid
data die deze relatie ondersteunen. De meeste mensen realiseren zich wel dat dikte tot hart- en vaatziekten kan leiden
maar niet dat het ook aan de wieg van kanker staat.’
Volgens Willett is dikte kankerrisico nummer twee, na roken. ‘14 Procent van de Amerikaanse mannen en 10 procent van de vrouwen krijgt kanker omdat ze te dik zijn.’
Merkwaardig genoeg verbond de Amerikaanse voedings­
deskundige hieraan niet de logische vraag: als de twee vorige paradigma’s niet klopten, hoe zeker kan de leek dan
zijn dat het huidige advies om kanker te voorkomen (blijf
slank!) wel klopt? Natuurlijk zijn hedendaagse deskundigen als Walter Willett en zijn Nederlandse evenknie, Martijn Katan van de Vrije Universiteit in Amsterdam (auteur
van de bestseller Wat is nu gezond?), veel beter op de hoogte
dan hun voorgangers. De experts van nu weten veel meer
dan de experts van gisteren, maar feit blijft dat de relatie
tussen voeding en gezondheid razend ingewikkeld is.
Zoals wij nu glimlachen over de vreemde opvattingen van
onze ouders en voorouders, is het niet ondenkbaar dat op
congressen van overmorgen gelachen wordt over onze visie
op gezonde voeding.
Bron: Elsevier, 5 april 2008, p. 82-83
u i t g e v e r ij
coutinho
c
Artikel bij Inleiding organisatiekunde ­– 2/2
Download