INHOUDSTABEL 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) ..........................................................................................3 2. SYMMETRIE (fiche 2)........................................................................................................4 3. MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3) .........................................6 4. VLAKKE FIGUREN: DRIEHOEKEN (fiche 4) .............................................................7 5. VLAKKE FIGUREN: BIJZONDERE VIERHOEKEN (fiche 5)...................................8 6. EIGENSCHAPPEN HOEKEN (fiche 6) ..........................................................................9 7. CONGRUENTIE (fiche 7)...............................................................................................10 8. GELIJKVORMIGHEID (fiche 8) .....................................................................................12 9. SYMBOLENLIJST ............................................................................................................13 © G.Guetens Meetkunde in een notendop Fiche 1 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SPIEGELING GEDEFINIEERD DOOR EIGENSCHAPPEN DEKPUNTEN een as VERSCHUIVING (translatie) DRAAIING(rotatie) een richting een centrum een lengte grootte georiënteerde hoek een zin 1°) beeld van een rechte is een rechte. 2°) beeld van een halve rechte is een halve rechte. 3°) beeld van een lijnstuk is een lijnstuk. 4°) behoudt lengte lijnstuk. 5°) behoudt het midden. 6°) behoudt grootte hoek. 7°) behoudt omtrek vlakke figuren. 8°) behoudt oppervlakte vlakke figuren. 9°) behoudt de evenwijdigheid. 10°) behoudt de loodrechte stand. 11°) behoudt oriëntatie hoek. 11°) behoudt oriëntatie hoek. 12°) beeld van een rechte is een evenwijdige rechte. elk punt van de spiegelas het centrum BIJZONDERE DRAAIINGEN 1°) POSITIEVE KWARTDRAAI: I = r(O,90°) 2°) NEGATIEVE KWARTDRAAI: I-1 = r(O,-90°) 3°) HALVE DRAAI of PUNTSPIEGELING: r(O,180°) = r(O,-180°) = sO © G.Guetens 3 Meetkunde in een notendop Fiche 2a 2. SYMMETRIE (fiche 2) DEFINITIE SYMMETRIEAS: Een rechte is een (symmetrie)as van een figuur F asa het spiegelbeeld van die figuur rond die as de figuur F zelf is. m as van F asa sm ( F ) = F MIDDELPUNT: Een punt P is middelpunt van een figuur F asa het beeld van die figuur rond dit punt de figuur F zelf is. P middelpunt van F asa sP ( F ) = F FIGUUR SYMMETRIEAS(SEN) Rechte oneindig veel Lijnstuk twee De middelloodlijn van het lijnstuk De drager van het lijnstuk één Het midden van het lijnstuk. Vierkant vier De middelloodlijnen van de zijden. De diagonalen. één Het snijpunt van de diagonalen. Rechthoek twee De middelloodlijnen van de zijden. één Het snijpunt van de diagonalen. © G.Guetens De rechte zelf. Alle loodlijnen op de rechte. MIDDELPUNT(EN) 4 onein- Alle punten van de rechte. dig veel Meetkunde in een notendop Fiche 2b FIGUUR Ruit SYMMETRIEAS(SEN) twee De diagonalen. Parallellogram Gelijkbenig trapezium Gelijkbenige driehoek Gelijkzijdige driehoek Cirkel © G.Guetens één De middelloodlijn van de evenwijdige zijden. één De middelloodlijn van de basis drie De middelloodlijnen van de zijden. oneindig veel De middellijnen (diameters) van de cirkel. 5 MIDDELPUNT(EN) één Het snijpunt van de diagonalen. één Het snijpunt van de diagonalen. één Het middelpunt van de cirkel. Meetkunde in een notendop Fiche 3 3. MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3) m MIDDELLOODLIJN Een middelloodlijn van een driehoek is een middelloodlijn van een zijde van de driehoek BISSECTRICE Een bissectrice van een driehoek is een bissectrice van een hoek van de driehoek (rechte die een lijnstuk in twee gelijke delen verdeelt en loodrecht op dat lijnstuk staat) (deellijn van een hoek: rechte die de hoek in twee gelijke delen verdeelt) b h HOOGTELIJN ZWAARTELIJN © G.Guetens h Een hoogtelijn van een driehoek is de loodlijn uit een hoekpunt op de drager van de overstaande zijde z Een zwaartelijn van een driehoek is een rechte door een hoekpunt en het midden van de overstaande zijde 6 Meetkunde in een notendop Fiche 4 4. VLAKKE FIGUREN: DRIEHOEKEN (fiche 4) INDELING VAN DE DRIEHOEKEN VOLGENS ZIJDEN HOEKEN Willekeurige Gelijkbenige Gelijkzijdige Scherpdriehoek driehoek driehoek hoekige driehoek E I drie zijden lengtes twee G verschillende zijden zijn E lengtes gelijk N S C H A P © G.Guetens lengtes drie zijden zijn gelijk drie hoeken scherp Stomphoekige driehoek AANTAL SYMMETRIEASSEN Rechthoekige Geen enkel driehoek symmetrieas Juist één symmetrieas Juist drie symmetrieassen minstens één minstens één willekeurige hoek stomp hoek recht driehoek gelijkbenige driehoek gelijkzijdige driehoek 7 Meetkunde in een notendop Fiche 5 5. VLAKKE FIGUREN: BIJZONDERE VIERHOEKEN (fiche 5) EIGENSCHAPPEN H O E K E N Overstaande hoeken even groot De vier hoeken even groot Opeenvolgende hoeken supplementair Overstaande zijden Z evenwijdig IJ D Lengtes overstaande zijden E gelijk N Lengtes vier zijden gelijk D Lengtes gelijk I A Delen elkaar middendoor G O Staan loodrecht op elkaar N A L E N © G.Guetens PARALLELLOGRAM RECHTHOEK RUIT VIERKANT X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 8 X X X X X Meetkunde in een notendop Fiche 6 6. EIGENSCHAPPEN HOEKEN (fiche 6) © G.Guetens HOEKEN VAN ZIJN EVEN GROOT ZIJN SUPPLEMENTAIR Twee evenwijdige rechten gesneden door een gemeenschappelijke rechte 1°) overeenkomstige hoeken 2°) verwisselende binnenhoeken 3°) verwisselende buitenhoeken 1°) binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn 2°) buitenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn Parallellogram overstaande hoeken opeenvolgende hoeken Rechthoek alle hoeken opeenvolgende hoeken Ruit overstaande hoeken opeenvolgende hoeken Vierkant alle hoeken Gelijkbenige driehoek basishoeken Gelijkzijdige driehoek alle hoeken 9 Meetkunde in een notendop Fiche 7a 7. CONGRUENTIE (fiche 7) 1°) CONGRUENTE FIGUREN DEFINITIE Figuren zijn congruent indien zij elkaar volledig kunnen bedekken SYMBOOL ≅ … is congruent met … EIGENSCHAP Bij congruente figuren zijn al de overeenkomstige elementen even groot. (d.w.z. de lengtes van de overeenkomstige zijden zijn even groot. de grootte van de overeenkomstige hoeken zijn gelijk.) GEVOLGEN Congruente figuren hebben 1°) dezelfde vorm 2°) even grote omtrek 3°) even grote oppervlakte © G.Guetens 10 Meetkunde in een notendop Fiche 7b 7b . CONGRUENTE DRIEHOEKEN (fiche 7b) noot: Z betekent zijde en H betekent hoek CONGRUENTIEKENMERKEN Twee driehoeken zijn congruent als: 1°) De lengtes van de drie overeenkomstige zijden even groot zijn. ZZZ ∆ABC ≅ ∆XYZ ⇔ 1°) AB = XY 2°) AC = XZ X A 3°) BC = YZ C Z B 2°) De lengtes van twee overeenkomstige zijden en de grootte van hun overeenkomstige ingesloten hoek even groot zijn. ZHZ 3°) De lengte van één overeenkomstige zijde en de grootte van twee overeenkomstige hoeken even groot zijn. HZH ZHH HHZ ∆ABC ≅ ∆XYZ ⇔ 1°) AB = XY 2°) Bˆ = Yˆ 3°) BC = YZ ∆ABC ≅ ∆XYZ ⇔ 1°) Bˆ = Yˆ 2°) AB = XY 3°) Aˆ = Xˆ ∆ABC ≅ ∆XYZ ⇔ 1°) AB = XY 2°) Bˆ = Yˆ 3°) Cˆ = Zˆ © G.Guetens Y 11 X A C Z B Y X A C Z B Y X A C B Z Y Meetkunde in een notendop Fiche 8 8. GELIJKVORMIGHEID (fiche 8) 1°) GELIJKVORMIGE FIGUREN DEFINITIE Twee figuren zijn gelijkvormig indien de ene figuur congruent is met een schaalfiguur van de andere. SYMBOOL ~ … is gelijkvormig met … EIGENSCHAP 1°) Bij gelijkvormige figuren zijn al de overeenkomstige hoeken even groot. 2°) Bij gelijkvormige figuren zijn de verhoudingen van de lengtes van de overeenkomstige zijden gelijk. GELIJKVORMIGHEIDSFACTOR De gelijkvormigheidsfactor van gelijkvormige figuren is de waarde van de verhouding van de lengtes van de overeenkomstige zijden. ∆ABC ~ ∆XYZ ⇔ 1°) AB XY = AC XZ = BC YZ = gelijkvormigheidsfactor A X 2°) Aˆ= Xˆ Bˆ= Yˆ B Cˆ= Zˆ © G.Guetens 12 C Y Z Meetkunde in een notendop Symbolenlijst 9. SYMBOLENLIJST Symbool Betekenis A punt A a rechte a AB rechte bepaald door de punten A en B [AB halve rechte AB met als randpunt A AB] halve rechte BA met als randpunt B [AB] lijnstuk AB met als randpunten A en B Ñ Í Ñ … ⊥… … staat loodrecht op … … // … … is evenwijdig met … … // … … snijdt … |AB| lengte lijnstuk AB d(A,B) afstand van A tot B C(O,r) Â (A,B) © G.Guetens Cirkel met als middelpunt O en straal r hoek A koppel (A,B) 13 Meetkunde in een notendop Symbolenlijst sa spiegeling om de as a sA spiegeling om het punt A sa(X) spiegelbeeld van X om de as a sA(X) spiegelbeeld van X om het punt A verschuiving t bepaald door het koppel (X,Y) t(X,Y) t(X) r(O, α het beeld van X door verschuiving t ) r(X) draaiing r met als centrum O over een hoek α beeld van X door draaiing r I positieve kwartdraai i-1 negatieve kwartdraai r(O,180°) r(O,-180°) halve draai met als centrum O / puntspiegeling om O … ≅ … … is congruent met … … ~… © G.Guetens … is gelijkvormig met … 14 Meetkunde in een notendop