Tuinieren voor vlinders Vlinders zijn een belangrijk onderdeel van de natuur. De rupsen eten enorme hoeveelheden aan overschot van planten. Ook vormen zij een belangrijke voedselbron voor veel andere dieren, zoals vogels. Vlinders spelen ook een rol in de bestuiving van planten. Sommige plantensoorten bloeien ‘s nachts, zoals kamperfoelie, teunisbloem en avondkoekoeksbloem en zijn voor hun bestuiving volledig afhankelijk van nachtvlinders. Waarom zelf een vlindertuin aanleggen? Nederland is de laatste decennia meer en meer verstedelijkt en versteend door aanleg van infrastructuur, bedrijventerreinen en woningbouw. Leefgebieden van vlinders komen daardoor in de knel. Ook intensivering van de landbouw en toename van stikstof in de lucht zijn nadelig voor de vlinderstand. Door verkeerd beheer van wegbermen en graslanden wordt (mogelijk) leefgebied ongeschikt gemaakt. Bestaande leefgebieden van vlinders raken geïsoleerd ten opzichte van elkaar. De vlinders kunnen niet meer van de ene fraaie plek naar de andere vliegen. Omdat de meeste vlinders geen lange afstanden kunnen afleggen zijn ze in de stedelijke omgeving afhankelijk van parken, bloemrijke gebieden en tuinen. Zo kunnen ze van het ene gebied naar het andere gaan en uitrusten en aansterken. Onze eigen tuin kunnen we ook zo inrichten dat het een verblijfplaats voor vlinders en andere insecten wordt en zo ook een schakel vormt tussen hun leefgebieden. Het is niet alleen belangrijk voor de natuur, maar natuurlijk ook leuk om vlinders in je tuin te ontmoeten. Daar wordt toch iedereen vrolijk van? Een kieskeurig beestje Vlinders zijn prachtig, maar ze zijn ook best kieskeurig. Ze voelen zich niet zomaar thuis. Hieronder een aantal tips om je tuin vlindervriendelijk te maken. In een vlindertuin kunnen na verloop van tijd zo’n vijftien tot twintig algemene soorten worden gezien waaronder dagpauwoog, citroenvlinder, gehakkelde aurelia, klein geaderd witje, kleine vos, landkaartje en bont zandoogje. 44 Voedsel • Vlinders zijn op zoek naar voedsel zoals nectar. Een goede vlinderplant geeft veel nectar. Geschikte vlinderplanten zijn doorgaans soorten met bloemen waarvan de binnenste krans van bladen diep ligt. Deze krans is vaak het kleurigste en opvallendste deel van de bloem. Vlinders kunnen met hun lange roltong bij de nectar terwijl andere insecten die niet kunnen bereiken. Planten met ‘dubbele’ of gevulde bloemen zijn minder aantrekkelijk voor bestuivende insecten. Het is belangrijk te zorgen voor verschillende planten met in elk seizoen bloeitijden. Door van de lente tot de herfst voor nectarplanten te zorgen, kunnen vlinders altijd in de tuin terecht. Dagvlinders zijn vooral gek op felle kleuren zoals paars, rood, roze, oranje, blauw en geel. Nachtvlinders komen vooral af op witgekleurde bloemen. Een zeer goede vlinderlokkende plant die niet mag ontbreken in de tuin is de vlinderstruik: buddleja davidii. Dit is een echte lekkernij voor de vlinders. In deze gids is een door de Vlinderstichting samengestelde Vlinderplanten top 50 opgenomen (pagina 48). • Sommige vlinders, zoals de atalanta, zijn gek op rottend fruit. Leg in het najaar op een beschut plekje op een schaal wat oude appels, pruimen, peren of bananen en de vlinders zullen je dankbaar zijn. • In droge tijden kan een vlinderdrinkbak een oplossing zijn om aan de vochtbehoefte tegemoet te komen. Voortplantingsplekken • Om voor het nageslacht te zorgen leggen de vlinders hun eitjes op waardplanten. Deze zijn dus ook belangrijk om in de tuin te hebben zodat de rupsen voldoende voedsel hebben. De eisen van de vlinder en de rups verschillen geregeld. Een vlinder kan slechts leven als een waardplant en nectarplant op korte afstand van elkaar aanwezig zijn. De grote brandnetel is de waardplant van onder andere de kleine vos, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en atalanta. Niet bepaald een geliefde tuinplant, om hem in toom te houden kun je hem in een emmer (met gaatjes onderin) of grote pot planten. Favoriet bij enkele soorten rupsen zijn koolplanten. Poot er een paar in de tuin die verorberd mogen worden. • Ook zijn verschillende grassoorten favoriet bij veel rupsen, voor hen is het belangrijk dat de bloemenweides niet in één keer, maar in gedeeltes gemaaid worden. Zo hebben ze een grotere kans van overleven. Variatie • Vlinders houden van een gevarieerd landschap. Afwisseling van struiken, bomen, planten en gras helpt vlinders zich te oriënteren in het landschap. Net zoals wij onze omgeving herkennen aan sommige gebouwen. Als er geen hoge én lage planten zijn verdwalen de vlinders. Ook gebruiken mannetjes hoge planten als uitkijkpost om vrouwtjes te zoeken en ter verdediging van hun territorium. Schik de gekozen planten, hagen en struiken zodanig dat de laagblijvende vooraan in de vlindertuin komen. 45 • Veel zon en warmte zijn noodzakelijk voor de vlinder. Kies als vlindertuin een plek die op het zuiden ligt. Nectarplanten gedijen vaak uitstekend op zonnige plekken. Leg ook een aantal stenen of dakpannen neer die in de ochtend al zon opnemen zodat de vlinders zich in de voormiddag hieraan kunnen opwarmen. • Vlinders houden van beschutte plekjes tegen de wind, maar ook zoeken ze schaduwplekjes in een hete zomer. Deze kunnen gecreëerd worden door middel van hagen, struiken, stenen muurtjes of een schutting. • Heeft u geen tuin dan kunt u ook een aantal waard- en nectarplanten in een pot op het balkon te zetten. Houd er wel rekening mee dat u boven de tweede etage weinig vlinderbezoek meer kunt verwachten. Overwinteringsplekken • Onderhoud is van invloed op de aanwezigheid van vlinders in de tuin. Vlinders houden van rommelhoekjes waar ze een plekje kunnen vinden om te overwinteren als vlinder, rups of pop. Een houtstapel van snoeihout biedt een goede plek hiervoor. Of een tegen de muur groeiende klimop. Sommige vlinders en rupsen kruipen onder afgevallen bladeren, onder een bloempot of tussen afgestorven planten. Door wat plantmateriaal in de winter te laten liggen, kunnen zij in de tuin overwinteren. Ook andere dieren zoals vogels of egels verstoppen zich rommelhoekje vaak in zulke tuinhoekjes. • Vlinders die in Nederland overwinteren doen dat graag tussen vegetatie, in een schuurtje of op een zolder. In de stad kun je extra gelegenheid bieden met het ophangen van een vlinderoverwinteringskastje. Dit lijkt op een vogelnestkastje, maar heeft in plaats van een rond gat een paar smalle gleuven. Ze zijn kant-enklaar te koop, maar je kan ze ook zelf maken van hout met een waterdicht dak. Aan de zijkant zitten een paar lange spleten, waarlangs de vlinders binnen kunnen komen. Leg er wat vlinderoverwinteringskastje blaadjes, schors en takjes in. Hang het op aan de stam van een boom, of tegen het huis op een plek waar het niet kan inregenen. Maar niet in de volle zon. Hang je hem op ooghoogte dan kun je zien of de kast bewoond is. En tot slot, maar dit geldt natuurlijk voor alle dieren en levende wezens: vlinders houden niet van gif en bestrijdingsmiddelen! 46 Bijenblok en insectenhotel Naast vlinders kun je ook andere nuttige insecten aantrekken in de tuin. Bijvoorbeeld met een bijenblok of insectenhotel. Bijen die niet in een volk leven (solitaire bijen) maken hier dankbaar gebruik van. Ze stoppen hun eitjes in kleine gaatjes samen met wat voedsel en die gaatjes metselen ze dicht met aarde en strootjes. Een bijenblok is een blok hout met een heleboel gaatjes van verschillende groottes, waar de bijen hun eitjes in kunnen stoppen. Je kunt het beste gaten met een diameter van 3, 4, 5, 6 en 8 millimeter boren. De gaten moeten zo diep mogelijk gemaakt worden en aan de achterkant dicht zijn. Neem dus een dikke schijf. Naaldhout is hiervoor niet geschikt in verband met de hars die hieruit lekt. Hang het houtblok op een zonnige, liefst droge plek. Laat het iets schuin voorover hangen, zodat de regen niet in de gaten loopt. Wanneer een gaatje is opgevuld met een beetje klei weet je dat het gaatje in gebruik is genomen. Ook van stukken rietstengel, bamboestokjes en vlierstengels kun je een insectenhotel maken. De stokjes moeten aan één kant open zijn en aan de andere kant dicht. Deze extra hulp voor bijen moet het hele jaar insectenhotel door buiten blijven hangen. De meeste bijtjes brengen namelijk als pop de winter door in het blok en komen in het voorjaar naar buiten gekropen. Als dichte gaatjes weer open zijn, is het bijtje dus alweer gevlogen. Aan de slag voor vlinders Vlindervoedertafel Teken enkele kleurrijke bloemen op een hoog smal tafeltje. Zorg dat dit tegen de regen kan. In het midden van elke bloem maak je een gaatje en hang hierin een pipetje met een suikerrijke oplossing. Meng daartoe honing of suiker met drie keer zoveel water, bijvoorbeeld één eetlepel honing en drie eetlepels water, door elkaar. Dit honingwater doe je in een klein buisje, zodat de vlinders er goed van kunnen drinken. Doe het niet in een grote bak, anders gaan vlinders er op zitten en plakken ze vast. 47