les 1 Een dief met vleugels 1 Leonardo had uren achtereen gewerkt aan de opdracht voor de koning. Wat moest hij voor de koning maken? een schilderij een toneelstuk een draaibrug x dat staat niet in de les 2 Camille wil een toneelstuk opvoeren op zijn moeders naamdag. Wat is je naamdag? Gebruik eventueel je woordenboek. In de tijd van Leonardo is dat de naam voor ‘verjaardag’. De dag waarop je voor het eerst je naam kunt zeggen. De dag waarop je viert dat een baby zijn naam krijgt. x De dag waarop je de heilige eert van wie je de naam draagt. 3 Welke zinnen passen bij de wijze waarop Leonardo naar een manier zoekt waarop mensen kunnen vliegen? Hij leest heel veel boeken waarin dat uitgelegd wordt. x Hij denkt goed na over het probleem. Hij bidt veel en vraagt God in zijn gebeden om een oplossing. x Hij kijkt in de natuur goed naar vogels en vleermuizen hoe zij vliegen. x Hij bestudeert hoe vleugels van dieren in elkaar zitten. x Hij bouwt vleugels na en probeert daarmee te vliegen. Hij zoekt naar voorbeelden in de bibliotheek. ❀5 Leg uit wat Leonardo hier aan Mathurine wil uitleggen. Daar gaat het nou net om, Mathurine. God heeft ons geen vleugels gegeven, maar wel hersens! Als God gewild had dat mensen konden vliegen had hij ze vleugels gegeven. Als God de mensen hersens heeft gegeven, is het dus de bedoeling dat hij die gebruikt. Anders had hij de mens geen hersens gegeven! 6 Leonardo had een maquette van een draaibrug in zijn atelier. Wat was het nadeel van deze brug? Er moeten altijd mensen of schepen wachten. Teken de oplossing ervoor in het lege vak. 4 ‘Misschien kan de dief wel degelijk vliegen,’ zegt Leonardo. ‘Als hij maar goede vleugels heeft.’ Wat vindt Mathurine van die uitspraak? Waarom vindt ze dat? Mathurine vindt het een goddeloze uitspraak. Want als God gewild had dat de mens vliegen kon dan had hij de mens wel vleugels gegeven. 9 Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 3 © Malmberg, ‘s-Hertogenbosch les 1 Een dief met vleugels 7 Jules kijkt zijn ogen uit in de werkkamer van Leonardo. Waaraan ziet hij dat Leonardo schilder, beeldhouwer, wetenschapper en uitvinder is? Trek lijnen van de tekeningen naar de zinnen en het beroep dat erbij past. beeldhouwer Waarom onderzoek je al die botjes? wetenschapper Je kunt toch niet iemand laten vliegen! schilder Van wat voor steen ga je dat maken? uitvinder Is dat schilderij bijna af, Leonardo? 8 Mathurine waarschuwt Leonardo dat de koning komt. Kijk naar de reacties van Leonardo. Leg uit welke reactie jij normaal vindt in deze situatie. Leg ook uit waarom je dat vindt. Ja, die wil ook dat ik iets voor hem doe. Hij moet maar even wachten! Pech gehad, de koning gaat natuurlijk voor! 10 Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 3 © Malmberg, ‘s-Hertogenbosch les 2 Boekdrukkunst BLOK 3 12 Lees in je boek de stukjes Met de hand overschrijven en Een uitvinding, en bekijk de illustraties goed. Maak daarna vraag 1 t/m 6. 1 Wat weet je van een boek uit het jaar 1250? Streep bij de twee zinnen het verkeerde woord door. Het boek is met de hand geschreven/gedrukt. Van het boek zijn veel/weinig exemplaren gemaakt. 2 Vóór de uitvinding van het boekdrukken werden boeken met de hand overgeschreven. Wie deden dat meestal? Zet een kruisje voor het goede antwoord. geleerden x monniken scholieren kooplieden 3 Vergelijk de boekpagina’s op blz. 37 en 38 linksboven. Wat valt je op aan de drukletters? De drukletters lijken precies op de schrijfletters. ❀4 Waarom zou Gutenberg deze drukletter gekozen hebben? Hij kende geen andere letters, hij was de eerste die een bladzijde drukte. 6 Waar of niet waar? Zet een kring om de goede letters. waar niet waar S K Het drukken van boeken is uitgevonden door monniken. T U Tijdens de middeleeuwen waren handgeschreven boeken volop te koop. R L Geleerden schreven hun boeken in het Latijn. D E Gutenbergs eerste boek was een bijbel. T K Geleerden waren niet blij met de uitvinding van het boekdrukken. E R Na 1500 wilden mensen zelf ontdekken hoe de wereld in elkaar zat. E R Gedrukte boeken waren veel duurder dan handgeschreven boeken. Welk woord kun je maken van de omcirkelde letters? DRUKKER Welk woord kun je maken van de andere letters? LETTERS 5 Verbind de woorden met de juiste voorwerpen. Kies uit: drukpers – losse letters – net gedrukte bladzijden – stempel met letters – drukker – -3000 -50 1 500 13 Lees het stukje Kaarten en atlassen. Maak daarna vraag 7 t/m 9. 7 Zeelieden en kooplieden hebben belang bij goede kaarten. Waarom? Maak de zinnen in de spreekwolken hieronder af. 10 Kijk naar de wereldkaart op blz. 39. Waarom zou Plancius het gebied ten zuiden van Afrika en Zuid-Amerika niet in zijn kaart getekend hebben? Kooplieden gingen er toch niet heen, omdat er niets te halen was. x Er waren nog geen ontdekkingsreizigers in die gebieden geweest. Hij vond het gebied veel te gevaarlijk voor zeilschepen. De Nederlandse regering wilde niet dat daar iemand kwam. Lees de stukjes De Nederlandse opstand tegen Spanje en Oude boeken en geschiedenis. Maak dan vraag 11 t/m 13. ... zo vinden we makkelijker de volgende haven. ... de kortste en minst gevaarlijke route is daarop te vinden. 8 Wie was Gerardus Mercator? Kruis de juiste zinnen aan. Een beroemde zeeman die onbekende landen ontdekte. x Een beroemde tekenaar van aardrijkskundige kaarten. De burgemeester van Antwerpen tussen 1512 en 1594. x Een kaartenmaker die hielp de eerste atlas te maken. ❀ 9 Waarom vonden mensen die veel kaarten nodig hadden een atlas een handige uitvinding? Losse kaarten werden vroeger opgerold. In een atlas staan kaarten samen in één boek. Dat was veel handiger dan al die losse rollen. ❀11 Kijk naar de tekening rechts op blz. 39. Wie zouden deze prent hebben laten drukken? x de aanhangers van Willem van Oranje de aanhangers van Filips II Waarom denk je dat? De Spanjaarden komen er erg slecht af op deze prent. 12 Waarom zijn er meer gedrukte dan handgeschreven boeken van lang geleden overgebleven? Handgeschreven boeken zijn weggegooid, omdat mensen ze niet meer konden lezen. Gedrukte boeken zijn door de mensen langer bewaard, omdat ze kostbaarder waren. x Van handgeschreven boeken zijn er veel minder gemaakt dan van gedrukte. Gedrukte boeken konden vanwege het betere papier langer bewaard worden. ❀13 Op de prent van Zutphen worden een aantal gruwelijkheden gepleegd. Welke? 1 Mensen worden met vastgebonden handen naakt in het water gegooid. 2 Mensen zijn opgehangen. 3 Iemand is aan één voet opgehangen. 1000 1500 1600 1700 1800 1900 1950 nu les 3 Ruzie in de Kerk 1 In welke periode leefde Luther? Schrijf zijn naam op de juiste plaats op de tijdlijn. ontdekkingsreiziger Columbus. Geef deze gebeurtenis ook een plaats op de tijdlijn. 3 Luther zag dat veel priesters niet leefden zoals Jezus dat volgens de bijbel bedoeld had. Wat deden al die priesters verkeerd volgens hem? Zet een kruisje voor het goede antwoord. x Ze zorgden ervoor dat ze rijk werden en in luxe konden leven. Ze maakten ruzie met priesters van andere kerken. Ze zorgden er niet voor dat er genoeg kerkgebouwen waren. Ze probeerden mensen met geweld lid te maken van hun Kerk. Wat heeft deze gebeurtenis te maken met het onderwerp van deze les? 4 Luther had grote bezwaren tegen het verkopen van aflaten. Wat waren aflaten? In die tijd gingen mensen zelf dingen uitzoeken. Ze geloofden niet meer wat er eeuwenlang beweerd was. Dat waren brieven die de gelovigen van de Kerk konden kopen. Volgens de Kerk kwamen ze dan na hun dood in de hemel. 5 Wat moest je volgens Luther doen om in de hemel te komen? Luther zei: ‘ Je kunt alleen in de hemel komen 6 Wie heeft wat gezegd? Maak de praatwolken aan de goede personen vast. Bij enkele personen horen twee praatwolken. Maarten Luther Columbus ontdekt Amerika ❀ 2 In 1492 werd Amerika ontdekt door de door goed te leven. 11 Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 3 © Malmberg, ‘s-Hertogenbosch les 3 Ruzie in de Kerk 7 Waarom stichtte Luther een eigen Kerk? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Hij wilde zelf graag de baas van een Kerk zijn. x Hij begreep dat hij de bestaande Kerk niet kon veranderen. Hij wilde zelf geld verdienen aan de verkoop van aflaten. Hij dacht dat de paus en de keizer hem dan niet konden straffen. 9 Waarom werden de volgelingen van Luther en Calvijn protestanten genoemd? Ze protesteerden tegen de katholieke Kerk. 10 Waar of niet waar? Zet een kring om de goede letter. waar niet waar 8 Luther vertaalde de bijbel in het Duits. In welke taal was de bijbel eerst alleen geschreven? F E K A In het Latijn. R T Wie waren de enige mensen die toen de bijbel konden lezen? T A A E L T Geestelijken, dus monniken, priesters en bisschoppen. Waarom wilde Luther de bijbel vertalen in de taal van zijn landgenoten? Dan konden de gelovigen zelf lezen hoe ze moesten leven. Calvijn wilde de mensen aflaten verkopen. Vóór de tijd van Luther konden gewone mensen de bijbel niet lezen. Ketters werden dikwijls op de brandstapel gedood. Calvijn wilde dat de mensen eenvoudig leefden en hard werkten. De protestanten noemden de paus een ketter. Karel V hielp Luther bij de hervorming van de Kerk. Welk woord kun je maken van de letters die een cirkel hebben gekregen? KETTER Welk woord kun je maken van de letters die over zijn? AFLAAT ❀11 Luther en Calvijn hebben veel gehad aan de uitvinding van de boekdrukkunst. Waarom hadden ze daar zoveel aan? Omdat hun ideeën op papier gedrukt konden worden, konden veel mensen erover lezen. Zo kregen Luther en Calvijn in korte tijd veel volgelingen. 12 Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 3 © Malmberg, ‘s-Hertogenbosch les 4 En toch draait ze … BLOK 3 14 Lees eerst het stukje Miljoenen sterren in het heelal en De zon draait om de aarde. Maak daarna vraag 1 t/m 5. 1 Wat is goed, wat is fout? Zet steeds een kruisje in het juiste vakje. goed fout x De zon is een planeet die om de aarde draait. x Het heelal telt miljoenen sterren. x De maan staat dichter bij de zon dan bij de aarde. x De aarde is een planeet die om de zon draait. x De zon is tien keer groter dan de aarde. x De maan staat 347.000 km van de aarde af. 2 Misschien kunnen mensen in de toekomst met vakantie naar de maan. ❀ 3 Bekijk de twee tekeningen. Welke conclusie trokken de mensen in de middeleeuwen hieruit? Dat de aarde rond was; je kon dat namelijk zien! 4 Lees het stukje ‘De zon draait om de aarde’ nog eens goed. Vul daarna de goede woorden in de zinnen in. Kies uit: koepel – zien – niets – middeleeuwen – zon – rond – aarde. middeleeuwen rond was. de aarde In de wisten de mensen dat koepel was. zien . Dat kon je namelijk gewoon niets , Buiten die koepel met sterren is er Ze dachten dat de hemel een dachten ze. zon Binnen die koepel draait de een rondje om de aarde iedere dag . 5 Niemand twijfelde eraan dat het heelal eruitzag zoals je bij vraag 4 kunt lezen. Geef twee redenen hoe het kwam dat iedereen daar zo zeker van was. Wat zal ongeveer de reistijd zijn die nodig is om met een ruimteveer de afstand tussen aarde en maan af te leggen? x een dag een week een maand een jaar -3000 -50 1 1 Je hoefde niet te twijfelen aan wat je met je eigen ogen zien kon. 2 In de Bijbel stond ook dat de zon om de aarde draaide en de aarde zelf stilstond. 500 Lees eerst het stukje Nee, de aarde draait om de zon. Maak daarna vraag 6 t/m 8. 6 Copernicus dacht ook na over het heelal. Kruis de uitspraken aan die bij hem horen. De zon draait om de aarde en de aarde staat zelf stil. x De zon is het middelpunt van het heelal. Alle planeten behalve de aarde draaien om de zon. x De aarde en de andere planeten draaien om de zon. x De zon zelf staat stil. 15 1 Dat het heelal oneindig veel groter was dan iedereen gedacht had. 2 Dat de aarde rondjes draaide om de zon. 10 Sommige toevallige ontdekkingen hebben grote gevolgen! Zet deze plaatjes in de juiste volgorde, wat het eerst komt geef je een 1, en dan een 2 en een 3. ❀7 Copernicus had wel goed nagedacht over zijn uitspraken over het heelal, maar bewijzen kon hij het niet. Teken het apparaat waarmee dat wel had gekund. Hoe heet dit apparaat? Zet de naam onder je tekening. 3 1 2 telescoop 8 Copernicus durfde zijn ideeën ook niet op te schrijven. De leiders van de Kerk zouden boos worden dacht hij. Waarom zouden zij boos worden? Kruis het goede antwoord aan. Alle schoolboekjes moesten dan aangepast worden. Zij waren bang dat de mensen daarvan in de war zouden raken. Ze wilden niet dat Copernicus belangrijker zou worden dan de paus. x In de Bijbel stond het tegendeel van wat Copernicus beweerde. Lees eerst de stukjes De eerste telescoop en Ruzie met de Kerk. Maak daarna de vragen af. 9 In 1610 keek Galileo Galilei door een telescoop naar de nachtelijke hemel. Hij kon nu ineens twee dingen bewijzen. Welke? 1000 11 De leiders van de kerk hoorden van de ontdekkingen van Galilei. De paus liet Galilei bij zich komen. Hij gaf Galilei een opdracht. Welke opdracht kreeg Galilei? Galilei moest overal over zijn ontdekkingen vertellen. Galilei moest een boek schrijven over zijn ontdekkingen. x Galilei moest toegeven dat hij zich vergist had. Galilei moest vooral doorgaan met zijn onderzoekingen. 12 Galilei zei braaf wat de paus wilde dat hij zei. Maar zodra hij zich omdraaide, zei hij: ‘En toch draait ze…’ Wie of wat bedoelde Galilei met het woordje ‘ze’? de zon de maan x de aarde de hemel 1500 1600 1700 1800 1900 1950 nu