Brief - Gemeente Leiden

advertisement
RAADSVOORSTEL
Rv. nr.:
B en W-besluit d.d.:
B en W-besluit nr.:
Naam programma:
Jeugd en Onderwijs, Welzijn en zorg, Werk en inkomen
Onderwerp:
Sturen, monitoren en verantwoorden binnen het sociale domein
Aanleiding: De decentralisaties rondom de nieuwe jeugd-, Wmo- en participatiewet zorgen voor
veel extra taken, verantwoordelijkheden en budgetten binnen de gemeente. Er zijn de afgelopen
periode veel ontwikkelingen geweest om monitoren en verantwoording hierop mogelijk te maken.
In dit document worden deze ontwikkelingen weergegeven en samengevoegd in een
monitoringsagenda en worden de uitdagingen die er op dit vlak liggen geschetst.
Met dit voorstel geven we verder invulling aan twee toezeggingen die aan uw raad zijn gedaan.
Het gaat om de volgende toezeggingen:
- De toezegging om met een monitoringsagenda te komen om de controlerende rol voor de
Raad beter vorm te kunnen geven naar aanleiding van de bespreking van het
Rekenkamerrapport op 15 januari 2015.
-
De toezegging op 6 november 2014 en bevestigd op 15 januari 2015 dat het college met
een voorstel komt voor de prestatie indicatoren in het sociaal domein.
Doel: Sturing, monitoring en verantwoording op het sociale domein vormgeven.
De gemeente wil een verandering in het sociaal domein bewerkstelligen. De gemeente wil in
zetten op zaken als de omwenteling naar ‘eigen kracht’, ‘samenkracht’, ‘integraal’, ‘outreachend’
en ‘inzet ondersteuning zo licht als mogelijk’. De komende jaren zal door goede monitoring
inzichtelijk worden of deze doelstellingen binnen de (financiële) kaders uitgevoerd worden, of zij
het gewenste effect hebben en of bijsturing noodzakelijk is.
Kader: Wetten: Wmo, jeugdwet, participatiewet
Besluiten: Toekomst Sociaal Domein (RV 13.0091) en Uitgangspunten Herontwerp Sociaal
Domein (RV.130150)
Overwegingen:
Sturen in het sociale domein
Het leidend beginsel van de decentralisaties is dat het én beter én goedkoper uitgevoerd kan
worden door de gemeenten. Dit vergt een transformatie, een nieuwe werkwijze: niet werken
vanuit het recht op zorg of uitkering, maar vanuit eigen kracht, de inzet van de sociale omgeving
en vanuit preventief en integraal denken. Dat betekent een hele nieuwe mindset met veel ruimte
voor de professional. Een verschuiving van waarden en de creatie van een nieuwe
uitvoeringspraktijk vergt ook een verandering van sturing, want je krijgt wat je stuurt.
Hoe kunnen we deze nieuwe sturingsbenadering vormgeven? Dat is een ontwikkeling die we de
komende jaren met elkaar zullen moeten oppakken en waar in de praktijk natuurlijk al doende
mee geëxperimenteerd wordt. Eén van de onderdelen om goed te kunnen sturen op
veranderingen is het monitoren hiervan. Daar gaat deze memo verder op in.
Monitoren van het sociale domein
De basis voor monitoring is de landelijk ontwikkelde gemeentelijke monitor sociaal domein, op
deze manier kunnen we Leiden vergelijken met andere gemeenten. De monitor ondersteunt
gemeenten bij hun horizontale informatievoorziening: informatie voor de gemeenteraad en de
burgers. Met de monitor sociaal domein krijgt de gemeente inzicht in gebruik, early warning
items, cliëntervaring en toegankelijkheid op het gebied van Wmo, Jeugdwet en Participatiewet.
Dit geeft een integraal beeld van het sociaal domein. Deze landelijke monitor is in ontwikkeling, in
de eerste twee jaar zal niet alle informatie beschikbaar zijn.
De early warning items van deze monitor, zijn de prestatie-indicatoren we vanaf de begroting
2016 voor het sociaal domein voorstellen te hanteren:
•
% inwoners in aanraking met de politie
•
% kinderen per onderwijsvorm
•
% voortijdig schoolverlaters
•
% werkenden per type werk
•
% werkzoekenden
•
% langdurig/chronisch zieken
•
% kinderen opgroeiend in armoede
•
% meldingen bij Veilig Thuis
De gemeentelijke monitor sociaal domein vullen we aan met specifieke monitoring op de toegang
en budgetten/productie.
Zowel het jeugd- en gezinsteam als het sociale wijkteam zijn zeer belangrijke schakels in het
nieuwe systeem. Hier moet de omwenteling naar ‘eigen kracht’, ‘samenkracht’, ‘integraal’,
‘outreachend’ en ‘inzet ondersteuning zo licht als mogelijk’ vormkrijgen. Om te onderzoeken of zij
de hoge verwachtingen kunnen waarmaken zijn kwalitatieve monitors ontwikkeld waarin het
verhaal van tellen en vertellen, het verbinden rondom inspirerende doelen en het sturen op de
verschillende niveaus verwerkt is.
Daarnaast wordt in Leiden een systeem (Fim3D) geïmplementeerd dat de aanspraken,
budgetten, cliëntaantallen op het sociale domein met elkaar kan verbinden. Met deze informatie
verwachten we direct inzicht in de daadwerkelijke maar ook de te verwachten budgetuitputting.
Verder krijgen we ook in een vroegtijdig stadium inzicht in bijzonderheden en kunnen we
meerjarige bewegingen in beeld brengen. Ook deze monitor is nog in ontwikkeling. De Raad zal
de informatie hierover via de P&C-documenten ontvangen.
De monitoring geeft hiermee handvatten om te sturen op de beleidsdoelstellingen en op de
budgetten. Maar de monitor krijgt pas betekenis als het geduid wordt, als het in een perspectief
geplaatst wordt. In het sociale domein is dat zeker zo. Daarom is in de Leidse monitor naast het
“tellen” veel aandacht voor het “vertellen”, de kwalitatieve duiding.
Belangrijkste moment in de monitoringsagenda is november/december. Dit is het moment waarop
alle tot dan toe beschikbare informatie gebundeld wordt en verteld wordt over beleidsinformatie,
uitvoeringsinformatie, de werking van het jeugd- en gezinsteams en de sociale wijkteams. Daar
waar in de uitvoering zaken in ernstige mate af gaan wijken, zullen we de raad actief informeren
buiten de monitor en de standaardrapportages om.
Ten slot: Sturen, monitoring en verantwoording is niet iets dat alleen voor Leiden een belangrijk
onderwerp. Er wordt regionaal op dit onderwerp samengewerkt: voor jeugd in de regio Holland
Rijnland en voor de overige onderdelen in de Leidse regio.
Financiën: Er zijn geen financiële consequenties aan dit Raadsvoorstel.
De kosten voor de monitoring maken onderdeel uit van het (reguliere) budget voor
beleidsadvisering en hiernaast worden de incidentele kosten om deze systematiek vorm te geven
bekostigd uit de invoeringsbudgetten vanuit het Rijk. De extra kosten die de gemeente in 2015
verwacht te maken voor de verantwoording (ook de bijdrage aan de verplichte landelijke
monitoring) bedragen € 75.000.
Inspraak/participatie: Bij de landelijke opzet van de monitor is gezocht naar goede afstemming
met betrokkenen. Bij de gemeentelijke monitoring op verschillende deelonderwerpen zijn partners
betrokken. Verder wordt in de Leidse regio zo veel mogelijk samengewerkt op dit onderdeel.
Evaluatie: Na de bijeenkomst voor de monitoring in november zullen we in de commissie O&S
en W&F bespreken of deze werkwijze vervolg kan krijgen en of er aanpassingen in de opzet
nodig zijn.
Bijgevoegde informatie:Memo: de uitdagingen voor sturen, monitoren en verantwoorden in het
sociale domein.
RAADSBESLUIT:
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel
gezien het advies van de commissie,
van 2011), mede
BESLUIT
1. Vaststellen bijgaande monitoringsopzet met de volgende belangrijkste onderdelen:
a. De landelijk ontwikkelde gemeentelijke monitor sociaal domein is de basis voor
de Leidse monitor.
b. Kwalitatieve monitoring rondom de toegang (jeugd- en gezinsteams en sociale
wijkteams)
c.
Integraal monitoren van op de aanspraken, budgetten, cliëntaantallen
d. Aan het einde van het jaar een gebundeld en integraal monitoringsmoment.
e. Invulling geven aan de inkleuring van de monitoringsgegevens.
2. Vanaf de begroting 2016 de volgende (landelijke) prestatieindicatoren op te nemen:
a. % inwoners in aanraking met de politie
b. % kinderen per onderwijsvorm
c.
% voortijdig schoolverlaters
d. % werkenden per type werk
e. % werkzoekenden
f.
% langdurig/chronisch zieken
g. % kinderen opgroeiend in armoede
h. % meldingen bij Veilig Thuis
Gedaan in de openbare raadsvergadering van,
de Griffier,
de Voorzitter,
TECHNISCHE INFORMATIE
Opsteller:
W. Valkhoff
Organisatieonderdeel: Backoffice dienstverlening
Telefoon:
7530
E-mail:
[email protected]
Portefeuillehouder:
Jeugd, Zorg en Welzijn
B en W-nummer 15.0390;
Onderwerp
besluit d.d. 28-4-2015
De uitdagingen voor sturen, monitoren en verantwoorden binnen het sociale domein
Besluiten:
1. De raad voor te stellen:
a. Vaststellen bijgaande monitoringsopzet met de volgende belangrijkste
onderdelen:
i. De landelijk ontwikkelde gemeentelijke monitor sociaal domein is de
basis voor de Leidse monitor.
ii. Kwalitatieve monitoring rondom de toegang (jeugd- en gezinsteams en
sociale wijkteams)
iii. Integraal monitoren van op de aanspraken, budgetten, cliëntaantallen
iv. Aan het einde van het jaar een gebundeld en integraal
monitoringsmoment.
v. Invulling geven aan de inkleuring van de monitoringsgegevens.
b. Vanaf de begroting 2016 de volgende (landelijke) prestatieindicatoren op te
nemen:
i. % inwoners in aanraking met de politie
ii. % kinderen per onderwijsvorm
iii. % voortijdig schoolverlaters
iv. % werkenden per type werk
v. % werkzoekenden
vi. % langdurig/chronisch zieken
vii. % kinderen opgroeiend in armoede
viii. % meldingen bij Veilig Thuis
Perssamenvatting:
Het college van burgemeester en wethouders stelt voor aan de gemeenteraad de
monitoringsopzet voor het Sociale Domein vast te stellen. Voorgesteld wordt om zo veel mogelijk
aan te sluiten bij de landelijk opgezette monitoring op het sociale domein. Aangevuld met
specifieke monitoring op de toegang en budgetten/productie.
Download