NIC - Nederlandse Zorgautoriteit

advertisement
BELEIDSREGEL BR/CU-5147
Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in
de langdurende gespecialiseerde ggz
Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen
van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te
stellen.
Ingevolge artikel 52, aanhef en onder e, Wmg, stelt de NZa
prestatiebeschrijvingen en tarieven ambtshalve vast die uit de
voorliggende beleidsregel voortvloeien.
Ingevolge artikel 59, onderdeel a, c en e, van de Wmg heeft de Minister
van VWS bij brieven van 12 juli 2011 (kenmerk MC-U-3072372), 8
augustus 2011 (kenmerk MC-U-3075609) en 6 maart 2013 (kenmerk
MC-U-3156528), ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een
aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven.
Artikel 1.
Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op voorheen gebudgetteerde
zorgaanbieders als bedoeld in artikel 3, onder h, die langdurende
gespecialiseerde ggz als bedoeld in artikel 3, onder d, leverden in
combinatie met verblijf.
Artikel 2.
Doel van de beleidsregel
In deze beleidsregel legt de NZa haar beleid vast met betrekking tot het
invoertraject voor de normatieve inventariscomponent (NIC) voor de
langdurende gespecialiseerde ggz in combinatie met verblijf. Daarnaast
beschrijft deze beleidsregel de vergoeding van inventaris tijdens het
invoertraject tot 1 januari 2018.
De NIC-overgangsregeling heeft als doel om zorgaanbieders die gewend
zijn aan een vergoeding voor de inventaris voor langdurende
gespecialiseerde ggz op basis van de oude systematiek, stapsgewijs over
te laten gaan op een productie gebonden normatieve vergoeding voor
inventaris.
Artikel 3.
Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.
Bedrag inventaris: bedrag bestaande uit de afschrijvingen op
investeringen in de inventaris, berekend op basis van de
‘Beleidsregel kapitaallasten bestaande zorgaanbieders’ met
kenmerk CA-BR-1514b en zijn mogelijke rechtsopvolgers. Dit
bedrag betreft investeringen in medische en overige
inventarissen en investeringen in computerapparatuur en
computerprogrammatuur.
b.
Bedrag inventarisvergoeding: het gewogen gemiddelde van het
bedrag inventaris en het bedrag NIC. De weging vindt plaats op
basis van het door de NZa vastgestelde percentage per jaar. Voor
Kenmerk
BR/CU-5147
de wijze van bepaling van het gewogen gemiddelde verwijzen wij Kenmerk
BR/CU-5147
naar artikel 4.2. onderdeel c van deze beleidsregel.
Pagina
c.
Bedrag NIC: de financiële waarde van het aantal verblijfsdagen
op basis van de zzp-systematiek binnen de langdurende
gespecialiseerde ggz vermenigvuldigd met de NIC-tarieven.
d.
Langdurende gespecialiseerde ggz: geneeskundige geestelijke
gezondheidszorg binnen de Zvw, waarbij sprake is van
aaneengesloten verblijf gericht op behandeling, vanaf de 366e
dag tot en met 1095e dag van het aaneengesloten verblijf. In de
telling van aaneengesloten verblijf kan afwezigheid in bepaalde
gevallen niet als onderbreking van verblijf worden beschouwd.1
e.
Integraal tarief: tarief dat een normatieve vergoeding biedt voor
alle kosten van langdurende gespecialiseerde ggz voor
zorgaanbieders die onder de reikwijdte van deze beleidsregel
vallen.
f.
Invoertraject: overgangsperiode waarin geleidelijk de overgang
naar bekostiging op basis van integrale tarieven plaatsvindt. De
overgangsperiode loopt tot 1 januari 2018.
g.
Normatieve inventariscomponent (NIC): productie gebonden
normatieve vergoeding voor investeringen in inventaris. Deze
normatieve vergoeding bestaat uit een jaarlijkse bijdrage die
gemiddeld genomen voldoende is om, over de gehele
levenscyclus van de inventaris, de rente en afschrijvingskosten
bij een bezettingspercentage van 97% bij een vastgestelde
investeringsnorm te dekken.
h.
Voorheen gebudgetteerde zorgaanbieder: als voorheen
gebudgetteerde zorgaanbieder wordt aangemerkt de natuurlijke
persoon of rechtspersoon die in 2014 productieafspraken met een
zorgkantoor heeft gemaakt en onder de reikwijdte van de
‘Beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC)
en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande
zorgaanbieders’ met kenmerk CA-300-604 viel.
Artikel 4.
4.1
Invoertraject integrale tarieven gespecialiseerde ggz
Onderscheid in zorgaanbieders voor het invoertraject
In het kader van het invoertraject van de NIC worden twee soorten
zorgaanbieders onderscheiden:
1. Categorie 1
Zorgaanbieders die langdurende gespecialiseerde ggz in
combinatie met verblijf leveren én een budgetafspraak Wet
langdurige zorg (Wlz) voor het betreffende jaar hebben.
2. Categorie 2
Zorgaanbieders die gespecialiseerde ggz in combinatie met
verblijf leveren én in 2014 een AWBZ-budgetafspraak hadden,
maar in het betreffende jaar geen budgetafspraak Wlz meer
hebben.
1
Regeling gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.
2 van 9
4.2
Wijze van vaststelling van parameters
Kenmerk
BR/CU-5147
Voor de bepaling van het verrekenbedrag van de overgangsregeling NIC
stelt de NZa de volgende parameters vast:
–
Bedrag inventaris (A)
–
Bedrag NIC (B)
–
Bedrag inventarisvergoeding (C)
–
Omzet NIC (D)
A. Bedrag inventaris
De wijze van de berekening van het bedrag inventaris verschilt
voor de twee categorieën zorgaanbieders.
-
Categorie 1
Voor deze categorie geldt een toerekening van inventaris vanuit
de Wlz ten laste van de Zvw, overeenkomstig de geldende
‘Beleidsregel invoering normatieve huisvestingscomponent
(NHC) en normatieve Inventariscomponent (NIC) bestaande
zorgaanbieders’ met kenmerk CA-BR-1511c in de Wlz en zijn
mogelijke rechtsopvolgers.
-
Categorie 2
Voor deze categorie geldt als uitgangspunt de aan de Zvw toe te
rekenen vergoeding voor afschrijvingen op investeringen in
inventaris zoals vastgesteld in de rekenstaat AWBZ 2014.
Bij de bepaling van het bedrag inventaris houdt de NZa rekening
met het aandeel Kind en Jeugd Zvw en AWBZ, welke per 2015
zijn overgeheveld naar het gemeentelijke domein.
Op basis van de NHC-productie wordt de inventaris welke
betrekking heeft op Zvw, toegerekend aan dbc’s en zzp’s. De
NIC-overgangsregeling is van toepassing op de langdurende
gespecialiseerde ggz, waar de zzp-prestaties worden gehanteerd.
B. Bedrag NIC
Het bedrag NIC wordt voor de twee categorieën op dezelfde
manier bepaald en bestaat uit de financiële waarde van NICtarieven vermenigvuldigd met het aantal verblijfsdagen binnen
de langdurende gespecialiseerde ggz per zzp-categorie.
C. Bedrag inventarisvergoeding
Voor de twee categorieën zorgaanbieders geldt dat het bedrag
inventarisvergoeding bestaat uit het gewogen gemiddelde van
het bedrag inventaris en het bedrag NIC. Het gewicht dat in jaar
t aan het bedrag inventaris wordt gehangen staat in tabel 1.
Tabel 1
Jaar
2015
2016
2017
Bedrag inventaris
50%
30%
15%
D. Omzet NIC
De Omzet NIC is gelijk aan het bedrag NIC, omdat de ZZP’s
worden gedeclareerd tegen de geldende tarieven in het
betreffende kalenderjaar.
Pagina
3 van 9
4.3
Procedure
Kenmerk
BR/CU-5147
In de ‘Regeling informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde
zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ’ met kenmerk NR/CU-568 en
haar rechtsopvolgers staat beschreven wanneer welke informatie moet
worden aangeleverd.
4.4
Beschikking bedrag inventarisvergoeding
Het bedrag inventarisvergoeding stelt de NZa ambtshalve in een
collectieve beschikking vast.
Artikel 5.
5.1
Verrekening bedrag inventarisvergoeding en omzet
NIC
Vaststelling verrekenbedrag NIC
Door facturatie van zzp’s ontvangen zorgaanbieders, genoemd in artikel
4.1, gedurende de overgangsperiode de vaste NIC-tarieven. De som van
deze inkomsten is de Omzet NIC en wordt verrekend met het bedrag
inventarisvergoeding als bedoeld in artikel 4.2.
De uitkomst van het bedrag inventarisvergoeding minus de omzet NIC is
het verrekenbedrag overgangsregeling NIC.
Bedrag inventarisvergoeding (C) – Omzet NIC (D) = Verrekenbedrag NIC
5.2
Afwikkeling positief verrekenbedrag
Als het verrekenbedrag positief is, stelt de NZa hiervoor ambtshalve op
grond van artikel 56a Wmg een beschikbaarheidbijdrage vast per
zorgaanbieder. Nadat de NZa een beschikking heeft afgegeven, dient de
zorgaanbieder zich te melden bij het Zorginstituut Nederland (ZiNL)
voordat zij tot betaling van de beschikbaarheidbijdrage uit het
Zorgverzekeringsfonds overgaan.
De betaling van de beschikbaarheidbijdrage geschiedt in één termijn na
het moment van vaststelling van het verrekenbedrag door de NZa.
5.3
Afwikkeling negatief verrekenbedrag
Als het verrekenbedrag negatief is, geeft de NZa op grond van artikel 76
Wmg een aanwijzing aan de zorgaanbieder die de zorgaanbieder
verplicht tot het overmaken van het verrekenbedrag in het
Zorgverzekeringsfonds.
De betaling van het verrekenbedrag door de zorgaanbieder geschiedt in
één termijn na het moment van vaststelling van het verrekenbedrag
door de NZa.
5.4
Eenmalige vaststelling verrekenbedrag
Gedurende de NIC-overgangsperiode die binnen de Zvw loopt van 2015
tot en met 2017, stelt de NZa over jaar (t) in jaar (t+1) een NICverrekenbedrag vast. Het verrekenbedrag wordt eenmalig vastgesteld en
verandert niet naar aanleiding van wijzigingen in productie,
kapitaallasten of inventaris.
De NZa kan het verrekenbedrag in specifieke gevallen opnieuw
vaststellen, bijvoorbeeld als blijkt dat bij de primaire vaststelling sprake
Pagina
4 van 9
is van dubbele bekostiging of sprake is van te hoge vergoeding, dan wel
een te lage afdracht aan het Zorgverzekeringsfonds.
Kenmerk
BR/CU-5147
Pagina
5 van 9
Artikel 6.
6.1
Verplichte informatieverstrekking
Aanleververplichting
In de ‘Regeling informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde
zorgaanbieders van gespecialiseerde ggz’ staat beschreven wanneer een
zorgaanbieder, waarop deze beleidsregel van toepassing is, aan de
aanleververplichting heeft voldaan.
De NZa stelt een digitaal formulier ter beschikking waarmee de
zorgaanbieder de gegevens kan aanleveren. Dit is hetzelfde formulier dat
wordt gebruikt voor de overgangsregeling NHC gespecialiseerde ggz.
6.2
Handhavingstraject
Indien de NZa geen of een onvolledige opgave van de gegevens heeft
ontvangen, verzoekt de NZa, overeenkomstig artikel 4:5 van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb), de zorgaanbieder om alsnog binnen
vier weken een volledige opgave in te dienen. Wanneer na het
verstrijken van deze vier weken door de zorgaanbieder geen volledige
opgave is ingediend en er bij de NZa geen bijzondere omstandigheden
bekend zijn, zal de NZa een handhavingstraject starten met
gebruikmaking van de handhavingsinstrumenten als genoemd in
hoofdstuk 6 van de Wmg. Langs deze weg wordt afgedwongen dat de
informatie, die noodzakelijk is voor het uitvoeren van de NICovergangsregeling, alsnog door de NZa wordt ontvangen.
6.3
Informatieverzoek en ambtshalve vaststelling
Wanneer de NZa redenen heeft om nadere informatie uit te vragen over
de door de zorgaanbieder verstrekte opgave, kan zij dit doen alvorens
een besluit te nemen. De NZa kan een ambtshalve vaststelling doen op
basis van de op dat moment bij haar bekende gegevens en/of de
informatie uit een aanvraag van eerdere jaren.
6.4
Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC)
Zorgaanbieders die onder de reikwijdte van deze beleidsregel vallen,
vallen tevens onder de reikwijdte van de ‘Beleidsregel invoering
normatieve huisvestingscomponent (NHC) in de gespecialiseerde ggz’.
Het invoertraject en de uitwerking van de NHC-overgangsregeling staan
beschreven in de hiervoor genoemde beleidsregel.
Artikel 7.
Inwerkingtreding en citeerregel
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in
artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, wordt geplaatst. Deze
beleidsregel werkt terug tot en met 1 januari 2015 en vervalt met ingang
van 1 januari 2018.
Deze beleidsregel vervangt samen met de ‘Beleidsregel invoering
normatieve huisvestingscomponent (NHC) in de gespecialiseerde ggz’
met kenmerk BR/CU-5146 de reeds vastgestelde maar niet in werking
getreden ‘Beleidsregel invoering normatieve huisvestingscomponent
(NHC) gespecialiseerde GGZ en invoering normatieve
inventariscomponent (NIC) langdurende GGZ’ met kenmerk BR/CU5133.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel invoering
normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende
gespecialiseerde ggz’.
Kenmerk
BR/CU-5147
Pagina
6 van 9
TOELICHTING
Kenmerk
BR/CU-5147
Algemeen
Pagina
7 van 9
Per 1 januari 2013 is in de AWBZ prestatiebekostiging ingevoerd in de
vorm van zorgzwaartepakketten (zzp’s) en de Normatieve
Huisvestingscomponent (NHC). Daarbij bleef de inventaris van een
zorgaanbieder nog bekostigd op basis van het aantal toegelaten
plaatsen/bedden. Om de prestatiebekostiging in de AWBZ te voltooien
zijn nieuwe normen voor inventaris vastgesteld. Evenals de
NHC’s is de Normatieve inventariscomponent (NIC) een normatieve
vergoeding per zzp-dag.
Binnen de gespecialiseerde ggz (Zvw) is eveneens prestatiebekostiging
ingevoerd per 1 januari 2013, waarbij de inventaris wordt vergoed als
onderdeel van de geldende dbc-tarieven.
Vanaf 1 januari 2015 is de AWBZ overgegaan in de Wet langdurige zorg
(Wlz). Daarbij is de langdurende gespecialiseerde ggz, zoals genoemd
onder artikel 3 sub d, overgeheveld van de AWBZ naar de Zvw. Door die
wijziging vallen het tweede en derde jaar van aaneengesloten
behandeling met verblijf onder de Zvw. Deze zorg wordt gedeclareerd
door middel van zzp’s. De inventaris maakt geen onderdeel uit van de
zzp’s, dit in tegenstelling tot de dbc’s. Om deze reden wordt voor de
inventaris behorend bij zzp’s de overgangsregeling NIC per 1 januari
2015 geïntroduceerd in de Zvw.
Volledige bekostiging van inventaris op basis van de NIC gebeurt niet in
één keer. Zorgaanbieders gaan, zoals aangegeven, geleidelijk over op
een productieafhankelijke vergoeding van inventaris. Om die reden
beschrijft deze beleidsregel het overgangsregime, welke tot en met 31
december 2017 van toepassing zal zijn op zorgaanbieders die onder de
reikwijdte van deze beleidsregel vallen.
Met de overheveling van de langdurende gespecialiseerde ggz naar de
Zvw neemt de mate van complexiteit van overgangsregelingen binnen
curatieve ggz toe. Door twee afzonderlijke beleidsregels vast te stellen
voor de NHC-overgangsregeling en de NIC-overgangsregeling beoogt de
NZa de regelgeving te verduidelijken.
Uitgangspunten
De NIC-overgangsregeling heeft als doel een compensatie bieden voor
het verschil in bekostiging waar zorgaanbieders sinds de invoering van
de NIC mee te maken hebben.
De NZa benadruk dat vergoeding voor inventaris die behoort bij
investeringen voor zorg binnen het gemeentelijk domein geen onderdeel
uitmaken van de NIC-overgangsregeling. Deze vergoeding is verrekend
in de eenmalige verrekening kapitaallasten kind en jeugd en/of
(mogelijk) in de subsidieregeling overgang kapitaallasten 2015-2017.
Nieuwe investeringen 2015 binnen het gemeentelijk domein vallen
geheel onder het gemeentelijk domein en niet onder de Subsidieregeling
overgang kapitaallasten 2015-2017 en/of de eenmalige verrekening
kapitaallasten kind en jeugd.
Artikelsgewijs
Kenmerk
BR/CU-5147
Artikel 1
Het NIC-overgangstraject voor de vergoeding van investeringen in
inventaris, zoals beschreven in deze beleidsregel, geldt uitsluitend voor
de zorgaanbieders die in dit artikel worden genoemd, aangezien dit
zorgaanbieders zijn die hun werkwijze dienen aan te passen aan de
nieuwe systematiek waarmee zij een productieafhankelijke normatieve
vergoeding ontvangen voor investeringen in de inventaris.
Op basis van de in dit artikel omschreven reikwijdte vallen nieuwe
zorgaanbieders niet onder de werkingssfeer van deze beleidsregel. Voor
deze categorie zorgaanbieders geldt dat zij de normatieve
inventariscomponent (NIC) declareren, waarbij sprake is van een
maximumtarief voor de NIC.
Artikel 4.1 en 4.2 sub a
Voor zorgaanbieders die in 2014 een budget aanvaardbare
kosten AWBZ hadden en in 2015 een budgetafspraak Wlz
hebben, geldt nog steeds een doorbelasting vanuit de Wlz
(categorie 1).
Met de overheveling van kleinschalig wonen naar het
gemeentelijk domein en de langdurende gespecialiseerde ggz
naar de Zvw per 2015, levert een aantal zorgaanbieders geen
zorg meer binnen de Wlz. Deze zorgaanbieders doen nu in het
Zvw-invoertraject NIC een opgave voor de vergoeding van
investeringen in inventaris. Deze zorgaanbieders worden
ingedeeld in categorie 2. Kenmerkend voor categorie 2 is dat
deze zorgaanbieders in 2014 een budget aanvaardbare kosten
AWBZ hadden, maar in 2015 geen productieafspraak Wlz meer
hebben.
Voor categorie 2 zorgaanbieders wordt een toedeling gemaakt van
vergoeding van inventaris die aan de Zvw en forensische zorg zijn toe te
delen. Op basis van de ingevulde gerealiseerde verblijfsdagen binnen de
Zvw (behorend bij zowel dbc’s als zzp’s) en de productieafspraak met de
zorginkoper ForZo/JJI wordt de toedeling bepaald. De in deze regeling
aan de FZ toegerekende kapitaallasten dienen als grondslag voor de
overgangsregeling NHC FZ.
Artikel 5
De financiële afwikkeling van de overgangsregeling vindt plaats door
middel van een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a Wmg.
Op basis hiervan verleent de NZa aan de betreffende zorgaanbieder een
beschikking uit hoofde van artikel 56a Wmg.
Die beschikking biedt de zorgaanbieder een titel tot uitbetaling van een
bedrag uit het Zorgverzekeringsfonds.
Ook de omgekeerde situatie, dat een zorgaanbieder een te hoge
vergoeding voor inventaris heeft ontvangen, kan zich gedurende het
invoertraject voordoen. In die situatie ontstaat een
terugbetalingsverplichting voor de zorgaanbieder, die door de NZa door
middel van een aanwijzing als bedoeld in artikel 76 Wmg kan worden
opgelegd aan de zorgaanbieder. De verplichting bestaat er dan in dat de
betreffende zorgaanbieder gehouden is verrekenbedrag NIC over te
maken naar het Zorgverzekeringsfonds.
Door de verrekening via het zorgverzekeringsfonds kunnen de
productieafspraken met verzekeraars plaatsvinden op basis van de
integrale dbc-tarieven, inclusief het NHC-tarief voor kapitaallasten bij
verblijf en NIC-tarief voor vergoeding van inventaris. De individuele
Pagina
8 van 9
verschillen tussen de oude en nieuwe bekostiging komen op deze wijze
landelijk gesaldeerd tot uitdrukking.
Kenmerk
BR/CU-5147
Pagina
In tabel 2 is voor het jaar 2015 uitgewerkt op welke wijze de berekening
van het verrekenbedrag overgangsregeling NIC zal plaatsvinden.
In de jaren tot en met 2017 wijzigen de percentages van de onderdelen
A en B. Het schema wijzigt niet.
Tabel 2 Rekenschema voor de verrekening overgangsregeling NIC 2015
Artikel
Omschrijving
Uitkomst
4.2 (a)
Bedrag inventaris x 50%
+ A
4.2 (b)
Bedrag NIC x 50%
+ B
4.2 (c)
Bedrag inventarisvergoeding (A+B)
= C
4.2 (d)
Omzet NIC
-
5.1
Verrekenbedrag overgangsregeling NIC
2015
= E
D
Artikel 6
Voor de zorgaanbieders in categorie 1 wordt gebruik gemaakt van de
accountansverklaring die voor de Wlz is afgegeven bij de vergoeding
voor inventaris.
Voor zorgaanbieders in categorie 2 geldt dat de inventaris een
vastgesteld bedrag op basis van 2014 is. Hier is dus geen
accountantsverklaring benodigd.
Voor alle zorgaanbieders geldt dat voor het bedrag NIC (B) geen
separate accountantsverklaring is vereist. Op basis van de
accountantsverklaring bij de NHC-overgangsregeling wordt zekerheid
verkregen over de juistheid van de benodigde informatie voor de NICovergangsregeling.
9 van 9
Download