Eurosavers

advertisement
€urosavers
€urosavers




Advies €urosavers
Economische analyse
Monetaire analyse
Conclusie
€urosavers

Basisrente onveranderd laten op 1 %

Gebaseerd op economische & monetaire
analyse

Invloed op transmissiemechanisme
€urosavers
1% basisrente =>transmissiemechanisme => inflatie 2%
Kortetermijnrente
op de geldmarkt
Andere rentetarieven
(obligaties, kredieten,
deposito’s)
Wisselkoersen
Goederen-, diensten- en
arbeidsmarkt
Geldhoeveelheid
€urosavers
Binnenlandse vraag
(consumptie,
investeringen)
Nettouitvoer
Loon- en prijsvorming
Prijzen
Invoerprijzen
VERWACHTINGEN
Financiële markten
Centralebankrente =
1%
€urosavers
1
0.8
Groeipercentage
0.6
0.4
0.2
0
2009-IV
2010-I
2010-II
2010-III
2010-IV
2011-I
2011-II
2011-III
2011-IV
-0.2
-0.4
Kwartalen
2009-2011
Bron: NBB
€urosavers

Prognose:
◦ 2012: - 0,3%
◦ 2013: 1%
Bron: Eurostat
€urosavers


Groei daalt in Q4 2011 tot -0,3%
Positief signaal naar eurozone
◦ Prognose voor België (Planbureau)
2012: 0,1 % i.p.v. 0 %
2013: 1,4 % groei

Neerwaartse risico’s:
◦ Trage groei wereldeconomie => V
◦ Toename overheidsschulden =>besparingen overheid
=> investeringen
=> werkloosheid
=> koopkracht
=> groei stagneert / daalt

Officiële rentevoeten ECB laag houden
◦ Advies: basisrentevoet 1% behouden
€urosavers


Goederen en diensten
In miljard euro
Netto-export Eurozone 17
60
50
40
30
20
10
0
Bron: ECB (2)
€urosavers


Trend: middellange en lange termijn
Reden:
◦ EU-landen bezitten weinig grondstoffen
grote afhankelijkheid
◦ Eindige voorraden
◦ Stijgende vraag van groeilanden

Nu: tijdelijke daling, wegens dalende wereldvraag
€urosavers
2005 = 100

Laatste 10 jaar
04-2002 = 55,2
03-2012 = 207,0
Index +151,8
2011

Metaalprijzenindex – 20 jaar
2002
Metaal prijsindex:
koper, aluminium,
ijzererts, tin, nikkel, zink,
lood, uranium
1992

2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
Metaalprijzenindex – 10 jaar
Bron: Index Mundi, Gebaseerd op IMF
€urosavers
2005 = 100

Laatste 10 jaar
04- 2002 = 47,7
03- 2012 = 222,1
Index +174,4
€urosavers
2011

Ruwe aardolie prijsindex – 20 jaar
2002
Ruwe aardolie index:
gemiddelde van 3 soorten
ruwe olie: Dated Brent,
West Texas Intermediate,
Dubai Fateh
(Wereldwijd)
1992

2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
Ruwe aardolie prijsindex – 10 jaar
Bron: Index Mundi, Gebaseerd op IMF



Juni 2011:
EUR 1 = USD 1,4652
=> sterke WK
=> voordelig voor aankopen buiten Eurozone
(bv. grondstoffen)
Evolutie tot mei 2012: sterke daling
EUR 1 = USD 1,2843
=> verlies voordeel sterke WK
Oorzaak daling WK:
o.a. begrotingsmoeilijkheden, financiële crisis
Bron: ECB
€urosavers


Wisselkoers euro / USD
Sterke daling
◦ Minder beleggingen in euro



Lage rente ECB
Zwakkere euro
Goed voor export
◦ Lagere aankoopprijzen voor buitenland

Slecht voor inflatie
◦ Invoerprijzen stijgen (bv. de olieprijs)
€urosavers
Bron: ECB
Bron: ECB
€urosavers
3.1
3
2.9
2.8
%
2.7
2.6
2.5
2.4
Data
Bron: NBB
€urosavers



December 2011 stabiele periode: 2,7%
April 2012: 2,6 %
Prognoses (Eurostat)
◦ 2012: > 2 %
◦ 2013: ± 2 %

Prijsstabiliteit: cruciale factor
◦ Investeringsprojecten (producenten/consumenten)
◦ Beleggers

Opwaartse risico’s:
◦ Stijgende olie- en grondstofprijzen op middellange termijn
◦ Hogere indirecte belastingen
€urosavers

In meeste eurolanden: verhogingen
◦ Begrotingstekorten wegwerken

Voorbeelden
◦ België: BTW-toepassingen uitgebreid (vb. diensten
notaris & deurwaarder)
◦ Nederland: verhoging btw-tarief 19% naar 21%

Opwaarts risico voor inflatie
Neerwaarts risico voor investeringen en consumptie

€urosavers





% verandering Q / Q-4
Eurozone: + en Q4 2011 België en Duitsland: + maar
Griekenland: Spanje: afwisselend +/-
€urosavers
Bron: Eurostat



Bedrijfsinvesteringen
% verandering Q / Q-4
Probleemlanden: Eurozone,BE & D: +
maar evolutie
Bron: Eurostat
€urosavers



Eurozone: lichte
België & Duitsland:
lichte
Spanje: lichte
Bron: Eurostat
€urosavers



% verandering m/m-12
Trend:
Probleemlanden
Spanje & Griekenland:
sterk negatief
Bron: Eurostat
€urosavers





Negatief
Eurozone: lichte
◦ -21,3 dec -> -19,9 april
België: na
Duitsland: Probleemlanden:
◦ Griekenland:
-83,5 feb -> -78,7 apr
◦ Spanje:
-24,7 feb -> -28,6 apr
Bron: Eurostat
€urosavers



Trend: Griekenland:
minder Uitzondering: Duitsland;
maar nu ook -
Bron: Eurostat
€urosavers



Trend: negatief
België: blijvende
Probleemlanden (SP,
GR)
herstel, maar nog
steeds zeer -
Bron:Eurostat
€urosavers



Probleemlanden(SP,
GR):
BE & D + maar
Eurozone: , - , stabiel
Bron: Eurostat
€urosavers




2011 - 2012
Eurozone,BE & D
, stabiel
Griekenland: zeer laag,
maar licht
Spanje:
Bron: Eurostat
€urosavers


Algemene trend:
• SP, GR, PT: 
• Duitsland: 
, stabiel,
< eurozone
• Eurozone: 
• VS: 
Eurozone
• Maart 2012: 10,9% (hoogste peil
sinds 1997)
• Prognose 2013: 10,8 %
Bron: Eurostat
€urosavers



Jongerenwerkloosheid
probleemlanden: hoog
• Griekenland: 51,2 %
(januari 2012)
• Spanje: 51,1 % (maart
2012)
Eurozone maart 2012:
22,1%
<22,1%: BE, DE,VS
Bron: Eurostat
€urosavers

Eurozone: licht
< 65 %

D & NL: > 70 %

Griekenland, Spanje, Italië:
< 60 % en > 55 %

Eurozone – VS:
Eurozone < VS
Bron: Eurostat
€urosavers

Structurele hervormingen
◦ Loonmatiging
 Stijging concurrentievermogen  V
 Stijging werkgelegenheid  koopkracht
◦ Verschuiving industrie  diensten
 Gevaar afhankelijkheid buitenland
 Eigen productie blijft belangrijk (R& D)
 Bouwsector – economische groei
€urosavers
Loonkosten per uur (in €)
 Trend:
 Opvallende
ongelijkheid:
sterke landen –
zwakke landen
45
40
35
30
25
2008
 België: te hoog;
compensatie hoge
productiviteit
20
2009
2010
15
2011
10
5
0
Bron: Eurostat
€urosavers




Trend:
Probleemlanden:
Griekenland, Spanje:
Duitsland: algemeen
stabiel
Eurozone:
Bron: Eurostat
€urosavers

Europese groeistrategie (Europa 2020)
◦ Werkgelegenheid
 75% van de bevolking tussen 20 - 64 jaarwerk
◦ Onderzoek, ontwikkeling & innovatie
 3% BBP EU
◦ Onderwijs
 >90%diploma middelbare school
 >40% van 20 - 34 jaar diploma hoger onderwijs

Groei is noodzakelijk voor de eurozone
◦ Huidige crisis
◦ Toenemende vergrijzing
Bron: Europese Commissie
€urosavers
€urosavers
Economische analyse toetsen aan monetaire analyse
Financiële markten
Centralebankrente =
1%
Kortetermijnrente
op de geldmarkt
Wisselkoersen
Goederen-, diensten- en
arbeidsmarkt
Geldhoeveelheid
€urosavers
Binnenlandse vraag
(consumptie,
investeringen)
Nettouitvoer
Loon- en prijsvorming
Prijzen
Invoerprijzen
VERWACHTINGEN
Andere rentetarieven
(obligaties, kredieten,
deposito’s)
0
centrale beleidsrente
centrale beleidsrente
centrale beleidsrente
gezinnen, huizen, variabele rente
deposito, opvraagbaar, 3 maanden
gezinnen, huizen
bedrijven
termijndeposito, op 1 jaar
bedrijven
Bron: ECB (2)
€urosavers
2011
0
2010
0
2009
1
2008
1
2007
1
2011
2
2010
2
2009
2
2008
3
2007
3
2006
3
2005
4
2004
4
2003
4
2011
5
2010
5
2009
5
2008
6
2007
6
2006
6
2005
7
2004
7
2003
7
2003
(procenten)
2006
Rente op leningen, lange
termijn
(procenten)
2005
Rente op deposito's
(procenten)
2004
Rente op leningen, korte
termijn
Verandering geldhoeveelheid M3 in de eurozone
1.4
Veranderingspercentage
1.2
1
0.8
0.6
0.4
0.2
0
Apr-jj
-0.2
Jun-jj
Jul-jj
Sep-jj
Nov-jj
Dec-jj
Feb-jj
Apr-jj
-0.4
-0.6


Dieptepunt: september 2011 t.e.m. december 2011
In overeenstemming met evolutie bbp
◦ M . V = P . Y => P = M . V / Y
€urosavers
Bron: Eurostat
Verandering geldhoeveelheid M3 in de eurozone
1.4
Veranderingspercentage
1.2
1
0.8
0.6
0.4
0.2
0
Apr-jj
-0.2
Jun-jj
Jul-jj
Sep-jj
Nov-jj
Dec-jj
Feb-jj
-0.4
-0.6


Matige groei vanaf januari 2012
Niet zorgwekkend m.b.t. inflatie
€urosavers
Bron: Eurostat
Apr-jj

Leningen van MFI’s in de eurozone in miljard euro
Totaal
2010
2011
2011 Q3


2010
1 551,0
18,62011
2 728,5
2 728,5
2 043,3
Kredietverschaffing ECB tegen 1%
◦ Eind februari 2012: € 530 miljard

Totaal
1 551,0
2011 Q42011: € 4892 miljard
728,5
◦ December
2011 Nov
2 383,6
Overheid
MFI’s
Overheid
Andere
Andere
18,6
1 531,5
1 531,518,0
2 709,5
1,0
18,0
2 024,4
1,0
2 709,518,0
2 709,5
1,0
2 364,7
1,0
2 709,5
1,0
2011 Q3
2 043,3
18,02011 Q4
2 728,5
2011 Nov
2 383,6
18,0
2011 Dec
MFI’s
18,0
2 024,418,0
2 728,5
0,9
1,0
1,0
2012 Jan
2 762,7
18,0
2 743,7
1,0
2012 Feb (p)
2 789,0
18,0
2 770,0
1,0
18,0
2 709,5
1,0
18,0
2 364,7
1,0
◦ Mogelijkheid
2011 Dec balansverbetering
2 728,5
◦ Meer rust op obligatiemarkten
18,0
2 709,5
1,0
2012
Jan
2 762,7
Geen
duurzame
oplossing
18,0
2 743,7
1,0
18,0
2 770,0
1,0
Meer ademruimte voor MFI’s en overheid
◦ Te veel geld in omloop
(p)
2 789,0
◦ 2012
LeningFeb
= schuld
€urosavers
0,9
Bron: ECB



Groeipercentage van leningen aan gezinnen in de
eurozone
Daling van 2006 tot 2009
Consumentenkrediet bleef
◦ Krimpt vanaf 2009

Vanaf midden 2011: algemene
◦ Vertrouwenscrisis
 Rente ECB op 1%

Minder kredieten = minder vraag
◦ Slecht voor economische groei
€urosavers
Bron: ECB



Groeipercentage van leningen aan niet-financiële
organisaties in de eurozone
Top eind 2008
Instorting en lichte krimp in 2009 en 2010
◦ Kredietcrisis

Periode van lichte groei
◦ Eind 2011: lichte
 Schuldencrisis
€urosavers
Bron: ECB
Begrotingstekort in % van bbp
35



Procent van bbp
30
25
Procent van bbp

35
30
25
20
15
10
5
0
2008
Europese
schuld blijft toenemen
20
Positieve
evolutie
15
eurozone
Griekenland
Italië
Ierland
2009
2010
Jaren
◦ Algemene daling in 2011
10
Oorzaken:
eurozone Spanje
Duitsland
2011
Griekenland
Italië
Ierland
Spanje
Duitsland
5
◦ Kredietcrisis
beter onder controle
◦ Nu 0opnieuw onrust: Griekenland!
2008
2009
◦ Begrotingspact
EU
eistJaren
tekort 2010
van max. 3%2011
van bbp in
2013
€urosavers
Bron: Eurostat

Bruto overheidsschuld in % van bbp

Gestegen in 2011
◦ Oorzaak: kredietcrisis

Bepalend voor vertrouwen
◦ > 100 % van bbp: GR, IT, IE, PT
◦ België: prognose 2012: 98,8 %
◦ Stabilisatie door noodfondsen

Maar: Schuld afbouwen => besparen => minder bbp-groei
◦ Kredieten & lage rentevoet ECB onmisbaar
 Echter beperkt =>hervorming noodzakelijk
€urosavers
Bron: Eurostat

Renteverschil met Duitsland op 1-jarige staatsobligaties

Noodfondsen en kredietverstrekking ECB onmisbaar

Mogelijke oplossingen:
◦ Meer vertrouwen in het land => lagere rente
◦ Veel liquiditeiten => meer vraag naar obligaties => lagere rente
◦ Maar: rente nog steeds relatief hoog voor probleemlanden
◦ Begrotingspact realiseren, beter financieel toezicht
◦ Euro-obligaties
◦ Uitbreiding permanent noodfonds ESM
€urosavers
Bron: DE STANDAARD



Situatie
◦ Bbp krimpt sinds laatste kwartaal 2011
◦ Werkloosheidsgraad: 24,44% (maart 2012)
◦ Gemiddelde obligatierente tot 5,9% (april 2012)
◦ Spaanse beurs (Ibex)
(april 2012)
Oorzaak vertrouwenscrisis door:
◦ Explosie vastgoedbubbel
◦ Slechte balans voor Spaanse financiële instellingen
 Vastgoedleningen 11% van totale balans
◦ Snelle stijging van Spaanse overheidsschuld
Doorgestroomd naar reële economie
€urosavers
€urosavers










Reële BBP: trage groei
Netto-export: positief
Grondstof- en olieprijzen
◦ Korte termijn: dalend (krimp wereldvraag)
◦ Middellange en lange termijn: stijgend
Wisselkoers EUR/USD: dalend (export + / import -)
HICP- inflatie eurozone: 2,6 % en prognose dalend
Indirecte belastingen eurozone: stijgend
Investeringen (producenten/consumenten): dalend
Consumenten & producentenvertrouwen: negatief
Werkloosheid: stijgend
Loonkosten: stijgend
€urosavers








Rente: laag
M3: licht stijgend
Kredietverlening door ECB: hoog
Kredietverlening aan gezinnen & bedrijven: dalend
Overheidsschuld: hoog, maar licht dalend
=> Economie nog niet hersteld
=> Rentevoet behouden op 1 % …mits:
degelijk Europees toezicht op de financiële
instellingen
uitvoeren begrotingspact
EN duurzaam economisch en financieel beleid
€urosavers

Enkele kenmerken huidig economisch model:
◦ Wereldwijd stijgende grondstof- en energieprijzen
◦ Langdurige schuldgedreven groei
zonder gelijkmatig toenemende tewerkstelling
(EU & VS)
◦ Overconsumptie
 Obesitas en diabetes = welvaartsziekten
◦ Lat ligt te hoog
 Stress
 Depressie
 Hoge zelfdodingcijfers
Bron: topeconoom Geert Noels
Boek: Econoshock
€urosavers

Streven naar duurzaam (nieuw) economisch model:
◦ Trager, duurzaam groeien (respect voor mens & milieu)
◦ Duurzaam investeren (prod./cons./overheid)
 Lager energie- en grondstofverbruik
=> minder afhankelijk van prijsschommelingen
 Beter voor milieu & maatschappij (ecol. voetafdruk)
 Kostenbesparend op LT => bewust omgaan met:
 Energie & grondstoffen
 Milieu: wereldwijd grond-, bos- en luchtbeleid
 Mens & arbeid
◦ Stimulerende en regulerende taak van overheden
=> Duurzame economische groei
€urosavers
Bron: topeconoom Geert Noels
Boek: Econoshock
€urosavers
Tot in Frankfurt?
Jonas De Cooman
Jelle Mestdagh
Simon De Roose
Jelle Peelman
Jeroen Boel
€urosavers
Download