10-Job

advertisement
10
: De toorn van Elihu
Woord vooraf : Deze week buigen we ons over de tussenkomst van een zekere Elihu. Deze Elihu
neemt het woord in reactie op de verschillende dialogen tussen Job en de drie vrienden (zie studies
6 en 7). Aarzel niet om het geheel van Elihu’s discours te lezen (H. 32-37). In deze studie staan we stil
bij enkele sleutelgegevens.
Elihu komt op het toneel
“1 Hierop wisten de drie mannen Job niets meer te antwoorden, omdat hij zichzelf als onschuldig
bleef beschouwen. 2 Maar toen ontbrandde de woede van Elihu, de zoon van Barachel uit Buz, uit
de familie van Ram; hij ontstak in woede tegen Job, omdat deze in zijn recht meende te staan
tegenover God, 3 en hij ontstak in woede tegen Jobs drie vrienden, omdat ze niets tegen Job wisten
aan te voeren en hem toch schuldig verklaarden. 4 Elihu had gewacht tot Job was uitgesproken,
omdat zij allen ouder waren dan hij. 5 Maar toen hij zag dat de drie mannen niets meer wisten te
antwoorden, ontbrandde zijn woede.” (Job 32:1-5)
In de hoofdstukken 32-37 komt een nieuw personage op de proppen, een zekere Elihu. Zijn naam
was nog nergens gevallen in het boek. Bovenstaande verzen suggereren echter dat hij het debat
tussen Job en zijn vrienden stilzwijgend heeft gevolgd.
Hoofdstuk 32 toont de onvrede (de toorn) van Ellihu over alles wat hij heeft gehoord en zijn grote
drang om op zijn beurt zijn kennis ten toon te spreiden. “ Daarom zeg ik: luister naar mij, nu zal ook ik
mijn mening geven… Ik heb aandachtig geluisterd en zag dat niemand Job terecht kon wijzen;
niemand kon weerleggen wat hij beweerde… Nu is het mijn beurt om te spreken, ik wil ook mijn
mening geven. Ik ben boordevol woorden, mijn hart popelt van ongeduld. Mijn binnenste is als jonge
wijn die niet kan ademen, mijn buik als een volle wijnzak die bijna openbarst. Laat mij spreken en
mijn gevoelens luchten, ik zal het woord nemen en zeggen wat ik denk.” (32:10,12,17-20)
Samen overleggen
1. Wat is jouw reactie op de openingswoorden van Elihu? Hoe versta je zijn uitspraken? Wat vind je
van zijn houding?
2. Vier keer wordt er gezegd dat hij ‘in woede ontsteekt’: waarom wordt hij toornig? Terecht volgens
jou? Waarom wel / niet?
3. Als jij had kunnen tussenbeide komen en het woord nemen na die lange uitwisseling tussen Job
en zijn 3 vrienden, wat zou je gedaan of gezegd hebben?
4. Lees eens de hele toespraak van Elihu… Wat onthoud je? Wat vind je van de ‘kennis’ die hij naar
voor schuift? Vind je die kennis nuttig? Brengt het oplossingen aan de problemen die aan bod
komen in het boek Job?
Lijden als opvoedingsmethode…
Elihu valt de drie vrienden aan omdat ze niet in staat waren gebleken om Job te overtuigen, en omdat
ze geen argumenten meer hebben (ze bewaren de stilte). Ook Job krijgt er van langs: hij is schuldig
en hoogmoedig. Volgens Elihu moet Job hij er niet op hopen dat God zich aan hem openbaart.
Bij het lezen van zijn toespraak verwacht je je aan nieuwe elementen, maar die komen niet. Op een
manier die helemaal niet origineel is herneemt hij de argumenten van de drie vrienden.
 Ook hij verdedigt de traditionele vergeldingstheorie (dit hebben we uitvoerig bestudeerd in de
vorige lessen): “Hij vergeldt daarentegen de mens zijn daden, hij beslist over hem naargelang zijn
doen en laten.” (34:11)
 Hij schaart zich ook achter die andere these (nauw verbonden met de voorgaande) die stelt dat
het lijden een middel is ter opvoeding van de mens (om hem beter te maken). Deze uitleg was al
geopperd door Elifaz: “Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd, wijs daarom de straf van de
Ontzagwekkende niet af! Want hij verwondt en hij verbindt, hij slaat en zijn handen genezen.” (5:17,18)
Elihu neemt dit over: “Of de pijn op zijn ziekbed wijst hem terecht, de nooit aflatende strijd in zijn
lichaam…” (33:19, lees ook 20-28). En hij komt er op terug in H. 36 “En als zij met ketenen geboeid
zijn, door koorden van smart worden gekneveld, dan is dit om slechte daden te onthullen,
misstappen, die uit trots zijn voortgekomen. Hij opent hun de oren voor zijn vermaning en zegt hun
het kwaad de rug toe te keren. Als zij gehoorzamen en hem zullen dienen, leven zij tot in lengte
4de kwartaal 2016 – Job – studie 10
F.D.
van dagen in voorspoed, brengen zij hun jaren door in geluk. Gehoorzamen zij niet, dan zullen zij
de doodsrivier oversteken; verstoken van kennis blazen ze de laatste adem uit. (36:8-12)
Lijden, een educatief instrument? In zekere zin wel. Wanneer je uit een beproeving komt, dan ben je
nooit helemaal dezelfde als ervoor. Soms echter geraak je er niet uit, en soms ben je er ook niet
beter door geworden. Misschien kan lijden sommigen verfijnen, louteren, verbeteren… anderen kan
het verharden, breken, kapotmaken…
Lijden, een educatief of louterend instrument dat God kiest om ons beter te maken (tot bekering te
brengen)? In dat geval zou het enkel die mensen moeten treffen die opvoeding, zuivering, ‘heiligmaking’ nodig hebben. Niet mensen als Job, aangezien God zelf erkent dat hij een rechtvaardige is.
Wie deze stelling aanhangt vergeet dat het boek Genesis tot 7 keer toe aangeeft dat Gods schepping
‘goed (TOV)’ was en zelfs zeer goed. Lijden is binnengeslopen. Een kwaad! Ook Gods plan voor zijn
schepselen wordt uit het oog verloren: “Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk
voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven.” (Jer 29:11) En wat dan te denken
van Jezus (Immanuel = God met ons) die steeds weer opkwam tegen het kwade, die mensen te hulp
kwam en genas wie te lijden had…
Samen overleggen
1. Deel jullie reacties met elkaar m.b.t. de ideeën die Elihu naar voor brengt, vooral dan de gedachte dat lijden gezien wordt als een manier om mensen ‘op te voeden’. Vind je dit vandaag
ook nog terug?
2. Wat is jouw ervaring m.b.t. lijden en beproevingen (persoonlijk of in je onmiddellijke omgeving)?
3. Hoe zie jij God in verhouding tot het lijden?
4. Vaak hoor je ook beweren dat God iets goeds kan doen ontstaan uit iets slechts (zie bv. Gen
50:20). Hoe denk jij hierover? Bespreek dit met elkaar.
Hoe groot is God!
Elihu’s gedachtengoed kun je samenvatten als volgt:
- God spreekt… maar daar wordt geen aandacht aan besteed (H. 33)
- God is altijd rechtvaardig (H. 34)
- Wacht op Gods tussenkomst! (H. 35)
- God voedt ons op d.m.v. lijden (H. 36)
Elihu rondt zijn toespraak af met de nadruk op Gods soevereiniteit en grootheid (36:22-37:24):
Hoe groot is God!
“Hoe verheven is God in zijn macht! Is er een tweede die leert zoals hij? Wie kan hem zijn weg voorschrijven, wie zal zeggen: “U hebt kwaad gedaan… Zie hoe groot God is, buiten elk begrip...”? (36:22,23,26)
“God laat zijn donder wonderbaarlijk rollen, hij doet grote dingen die wij niet bevatten… Laat dit tot je
doordringen, Job, sta even stil en heb oog voor Gods wonderen… Uit het noorden nadert een gouden
schittering; huiveringwekkend is de luister waarin God zich hult. 23 De Ontzagwekkende, die wij niet kunnen vatten, is groot door zijn kracht en door zijn recht; wie rechtvaardigheid tentoonspreidt onderdrukt
hij niet. (37:5,14,22-23)
Opmerkingen:
- Wanneer je dit discours leest, vooral het laatste deel, ben je verwonderd over het godsbeeld dat
Elihu schetst (een beeld dat overeenkomt met dat van de 3 vrienden): een God die veraf staat,
onbewogen, hoog verheven boven de mens, die op een bijna mechanische manier handelt, zoals
een platwals…
- De voorbeelden die Elihu geeft van Gods soevereiniteit zijn allemaal natuurelementen (regen, wolken,
wind, storm, donder…). Is dit echt pertinent? Staan ze niet totaal los van de vragen die gesteld
worden door (het boek) Job? Is het gepast om God verantwoordelijk te stellen voor de natuurelementen. Zo ja, wat houdt dit dan zoal in? En hoe moeten we dan aankijken tegen natuurrampen?
Samen overleggen
1. Bespreek samen het einde van Elihu’s redevoering over Gods grootheid en soevereiniteit. Hoe
reageer jij hierop? Vind je wat Elilhu vertelt pertinent, nuttig?
4de kwartaal 2016 – Job – studie 10
F.D.
2. God als heerser over de natuurelementen: hoe denk jij hierover? Voor welke problemen komen
we te staan als dit wordt benadrukt?
3. Een van mijn vrienden is ooit getroffen geweest door de gevolgen, en draagt daar nu nog de
gevolgen van. Hoe zou hij reageren bij de woorden van Elihu: “In beide handen neemt hij
schichten die hij op hun doelwit richt. Donderslagen kondigen zijn komst aan,..”?
4. In christelijke middens hoor je wel eens dat ‘Gods wegen ondoorgrondelijk’ zijn, dat God almachtig is, dat hij het ‘waarom’ kent (dit houdt in dat er goede redenen zijn voor wat er gebeurt)... Gebruik jij soms deze gezegde? Hoor je het in je kerk? Zijn ze zinvol, vind je ze bevredigend? Spreek er met elkaar over…
Job, een hoogmoedige?
Volgens de drie vrienden, en vooral Elihu, is Job hoogmoedig en opstandig tegen God. Hij weigert om
in de beproeving de oproep tot bekering te horen. “O, werd Job maar tot het uiterste beproefd,
want hij praat als iemand die op kwaad uit is. Hij voegt zonde toe aan zonde, hij is opstandig waar wij bij
zijn en spreekt zich keer op keer uit tegen God.” ’34:36,37) Hebben ze gelijk? Is Job hoogmoedig?
Wat is hoogmoed? Volgens de Bijbel is hoogmoed de pretentie die iemand kan hebben zichzelf rechtvaardig te verklaren zonder God; beweren God op geen enkele manier nodig te hebben. Dit heeft Job
nooit beweerd. Het hele boek door blijft hij voor God staan, blijft hij hopen op een relatie met God. Hoe
meer hij zich onbegrepen voelt door zijn vrienden, hoe meer hij zich tot God wendt (16:19-21; 17:3; 19:2527; 31:35).
Zijn honger naar gerechtigheid is opmerkelijk standvastig. Zelfs één tegen allen neemt Job positie in
tegen de gangbare ideeën van zijn tijd. Job is niet hoogmoedig, maar iemand die lijdt, die vragen stelt,
die terecht in opstand komt. Hij is niet hoogmoedig, maar moedig! “Het laatst van al zal ik jullie gelijk
erkennen, tot aan mijn dood houd ik mijn onschuld staande. Ik blijf bij mijn rechtschapenheid, tot het
einde toe, over mijn leven heb ik mijzelf niets te verwijten.“ (27:5,6)
Het beste bezwaar tegen de beschuldiging door de vrienden en Elihu, komt van God zelf. Niet alleen
gaat God het gesprek aan met Job (in tegenstelling tot wat de 4 mannen hadden beweerd), bovendien keurt hij de manier waarop Job gesproken had goed: “Nadat de HEER deze woorden tot Job had
gesproken, richtte hij zich tot Elifaz uit Teman: ‘Ik ben in woede ontstoken tegen jou en je twee vrienden,
omdat jullie niet juist over mij hebben gesproken, zoals mijn dienaar Job. Welnu, neem elk zeven jonge
stieren en zeven rammen, ga daarmee naar mijn dienaar Job, zodat jullie een offer kunnen brengen
voor jezelf. Job, mijn dienaar, zal voor jullie bidden, want ik ben alleen hem goedgezind. Dan zal ik jullie
niet blootstellen aan schande, ook al hebben jullie niet juist over mij gesproken, zoals mijn dienaar Job.’
(42:7,8)
Samen overleggen
1. Elihu en de drie vrienden bestempelen Job als hoogmoedig. Wat vind jij van deze beschuldiging?
Hoe beoordeel jij Jobs houding?
2. Wie is er uiteindelijk hoogmoedig? Spreken in Gods plaats, denken beter te weten wie Hij is en
wat zijn gerechtigheid inhoudt… is dat niet hoogmoedig?
De grenzen van menselijke wijsheid
Elihu zegt tot Job: “Luister, laat mij jou de wijsheid leren.” (33:33). Hij beweert de ware wijsheid, de pure
kennis in pacht te hebben (33:3), de juiste mening (32:6,17). Hij treedt op als Gods advocaat en beweert
te spreken in zijn plaats: “‘Heb een ogenblik geduld, dan laat ik je zien dat er nog veel meer over God te
zeggen is. Mijn kennis komt uit vele bronnen en ik zal mijn schepper recht doen. (36:2,3)
Het personage en het discours van Elihu worden op verschillende manieren begrepen en geïnterpreteerd.
Sommige commentatoren beschouwen Elihu als een ware profeet van God. Anderen zien hem eerder
als een jonge snaak met haantjesgedrag, die zich net als de 3 vrienden opsluit in een zelfgenoegzame
theologie. De toespraak van Elihu doet inderdaad vaak (groen) glimlachen en is niet gespeend van
ironie. Ze zet de contradicties in de verf van de theoloog die tegelijkertijd Gods on(be)grijpbare grootheid poneert, maar zelf niet stopt met spreken in Gods plaats, en zichzelf daarbij een uitzonderlijke kennis
en wijsheid toedicht. Bovendien brengt zijn theologie hem er toe om Jobs betoog in een kwaad daglicht
4de kwartaal 2016 – Job – studie 10
F.D.
te stellen (zijn vragen zijn belachelijk, zijn woorden futiel – lees 34:35; 35:16). Tegelijkertijd geeft hij een
beeld door van een onbewogen god.
ELIHU betekent “Hij is mijn God”, of ook “mijn El (God) dat is hij”. Ook al was dit een courante naam,
toch kun je er een ironische klank in ontdekken – de pretentie in Gods plaats te spreken, zichzelf te
benoemen tot Gods advocaat. Hij lijkt wel een karikatuur te zijn van de theoloog die zijn eigen vragen
beantwoordt zonder zich te bekommeren om de vragen die opgeroepen worden door het bestaan
van de mens en de ervaring van Job.
Bemerk ook: zonder overgang neemt God het woord om te antwoorden aan Job. God negeert Elihu’s
tussenkomst compleet. Elihu wordt niet meer vermeld, zelfs niet in de epiloog – zie 42:7,8)
Samen overleggen
1. Spreek met elkaar over het personage, de houding en de woorden van Elihu.
2. Spelen voor Gods advocaat en beweren in zijn plaats te spreken: komt dit nog voor?
3. Elihu beweert de ware wijsheid te bezitten.. Confronteer zijn houding en zijn woorden met wat er
gezegd wordt in hoofdstuk 28, waar sprake is van het mysterie van de wijsheid. Wat is ware
wijsheid volgens jou? Hoe kun je leven als ‘wijze’, hoe kun je ‘wijs’ zijn in je relatie met anderen?
Wat zou een ‘wijze’ houding zijn (geweest) t.a.v. Job, zijn lijden en zijn vragen?
4. De 4 mannen proberen allemaal (hun beeld van) God te verantwoorden. Niemand echter kiest
partij voor Job… Hoe reageer je hierop? Wat leren we hieruit?
4de kwartaal 2016 – Job – studie 10
F.D.
Download