Aandachtspunten voor verhaal over verkoop sociale

advertisement
Brief minister Spies van BZK
Onderwerp: wetsvoorstel verplichte verkoop corporatiewoning bedreiging krimpgebieden
Geachte mevrouw Spies,
Allereerst van harte gefeliciteerd met uw benoeming tot minister van BZK en Koninkrijksrelaties. Een
boeiend beleidsterrein uit uw portefeuille is de bevolkingsdaling. De provincie Groningen, Limburg en
Zeeland werken als topkrimpprovincies op het gebied van de bevolkingsdaling intensief samen. Ook
hebben wij hierover veel contact met uw ministerie. Wij verheugen ons dan ook op een goede
samenwerking.
Onlangs hebben wij kennis genomen van uw wetsvoorstel over de verplichte verkoop van de sociale
huurwoningvoorraad dat u voor advies naar de RvS heeft gestuurd. Als woningcorporaties verplicht
worden minimaal 75% van woningvoorraad te koop aan te bieden, zal dat voor onze krimpgebieden
zeer ongunstige gevolgen hebben. Dit lichten wij onderstaand graag toe.
Het aanbod van goedkope koopwoningen is in de krimpgebieden groter dan de vraag. Dit blijkt uit
diverse woningmarktonderzoeken die recentelijk zijn uitgevoerd. Belangrijkste oorzaak van dit
overaanbod is de vergrijzing die in deze gebieden sterker is dan in de rest van het land. Een groeiend
aantal ouderen wil hun bestaande goedkope eengezinskoopwoning verruilen voor een
seniorenwoning dichtbij winkels en andere voorzieningen. Als gevolg hiervan zal de komende
decennia het overaanbod in de goedkope koopsector in de krimpgebieden nog meer toenemen. Dit
heeft een negatieve invloed op de woningmarkt die nu al in het slop zit. Veel huishoudens met lagere
inkomens dreigen een gevangene te worden in hun eigen, niet courante huis, omdat ze hun woning
niet kunnen verkopen. Zeker als het gaat om ouderen met zorgbehoeften kan dit leiden tot acute
knelpunten. Verder leidt het overaanbod in de goedkope koopsector en bijbehorende leegstand tot
verpaupering van de woonomgeving, een achterblijvende waardeontwikkeling van het omringende
vastgoed en een toename van de instroom van sociaal zwakkeren. Dit komt de sociale stabiliteit van
de krimpgebieden niet ten goede.
De krimpgebieden dreigen hierdoor in een negatieve spiraal terecht te komen: toenemende leegstand
leidt tot toenemende leefbaarheidsproblemen en dalende vastgoedwaarde, waardoor het steeds
moeilijker wordt projecten van de grond te krijgen om het probleem van het slechte particulier
woningbezit op te lossen. Het stimuleren van de verkoop van sociale huurwoningen zal dit proces nog
verder versnellen. De huidige situatie in de ontspannen regionale woningmarkten van GrootBrittannië, waar in het recente verleden op grote schaal sociale huurwoningen verkocht zijn, bevestigt
dit. Veel kopers kunnen daar hun hypotheek niet meer opbrengen en tegelijkertijd raken ze hun
koopwoning niet kwijt, vaak ook omdat ze te weinig inkomen hebben om hun bezit te onderhouden,
waardoor dit verpaupert.
Volgens de MKBA's die zijn uitgevoerd voor Parkstad Limburg en de Eemsdelta zal krimp van de
woningvoorraad als gevolg van het dalend aantal huishoudens zich voor een belangrijk deel voordoen
in de sociale huursector. Daarom zijn juist in de krimpgebieden stevige corporaties nodig die een
substantiële bijdrage kunnen leveren aan de herstructureringsopgave.
Als gevolg van uw wetsvoorstel dreigt er een versnipperd corporatiebezit te ontstaan in de
krimpgebieden waardoor de noodzakelijke 'krimpsloop' in de sociale huursector ernstig bemoeilijkt zal
worden. Daarbij bemoeilijkt een versnipperde eigendomsstructuur het beheer van de openbare
ruimten. Wie neemt de verantwoordelijkheid?
In het licht van de voorgaande overwegingen pleiten de provincies en gemeenten al jarenlang voor
een terughoudend verkoopbeleid richting de woningbouwcorporaties die actief zijn in de
krimpgebieden. Dat deze verkoop leidt tot overaanbod is geen theorie maar harde praktijk: een
belangrijk aandeel van het huidige overschot in de koopsector betreft voormalige sociale
huurwoningen.
De maatschappelijke kosten van het op grote schaal verkopen van sociale huurwoningen zullen
uiteindelijk vele malen hoger uitpakken dan de mogelijke opbrengsten voor het Rijk op korte termijn.
Daarom pleiten wij ervoor om bij dit wetsvoorstel een uitzondering te maken voor de krimpgebieden.
Uiteraard ben ik bereid ons standpunt verder aan u toe te lichten. Wij nodigen u dan ook van harte uit
voor een werkbezoek in onze krimpgebieden.
Hoogachtend,
Mede namens gedeputeerde Antoine Janssen, gedeputeerde Leefbaarheid, provincie Limburg en
gedeputeerde George van Heukelom, gedeputeerde Leefbaarheid en Demografie, provincie Zeeland
Marianne Besselink,
Gedeputeerde voor Wonen, Welzijn en Zorg, Krimp en Leefbaarheid,
Provincie Groningen
PS: Vanwege de discussie die uw wetsvoorstel in de krimpregio's heeft doen oplaaien, sturen we een
samenvatting van de inhoud van deze brief als ingezonden stuk naar de dagbladen.
Download