File

advertisement
Praten over seks, moeilijk?
 Weinig kennis en vaardigheden.
 Tijdsdruk/taak verzwaring
 Patiënt te jong.
 Patiënt te oud.
 ---- aanvullen.
Wat is seks?
Seks = lijf & geest & cultuur & context.
Seks = een bio-psychosociaal fenomeen.
Wat is gezonde seks?
 gezonde seks: seksueel gedrag dat als egosyntoon (pas bij jou als persoon) en
bevredigd wordt ervaren, bijdraagt aan QOL en waardoor geen schade (misbruik,
verkrachting)wordt berokkend.
 Seksuele tevredenheid vergroot QOL, dus valt onder gezond.
Voorwaarden ‘gezonde seksualiteitsontwikkeling’.
 Affectrijk pedagogisch klimaat.
 Positief voorbeeldgedrag t.a.v. relationeel gedrag.
 Positieve boodschappen t.a.v. seksualiteit in informeel en formeel ‘’curriculum’’.
 Mogelijkheid tot leeftijdspecifieke concensueel ‘’sexual rehearsal play’’. (je kunt
op een bepaald niveau, passend bij jou leeftijd oefenen of experimenteren).
 Intacte seksuele anatomie/endocrinologie.
 Intact brein.
Wat is het doel van seks?
 Lustbeleving.
 Plezier.
 Uitdrukking van liefde.
 Beleven van intimiteit.
 Voor de ander
 Voorplanting.
 Macht
 Controle.
 Economisch gewin.
 Sociaal gewin.
 ….. 237 redenen om seks te hebben.
Attitude
 Het effect van waarden, normen, emoties, oordelen, vooroordelen en ervaringen
op gedrag.
Vorming van attitude:
 Cultuur.
 Religie.
 Maatschappelijke waarden en normen.
 Opvoeding.
 Eigen seksuele ervaringen.
Timing…
 Pre-conceptioneel.
 Eerste gesprek, 12 weken.
 Gedurende de zwangerschap.
 Post-partum.
 Lange termijn.
o Agenderen.
Bio-psycho-sociaal model
Seksuele respons-curve.
Codering Seksuele problemen.
 Problemen met het seksueel verlangen.
 Problemen met seksuele opwinding.
 Problemen met orgasme.
 Seksuele pijnproblemen.
 Parafilieën.
 Genderidentiteitsproblemen.
 Seksueel misbruik/seksueel geweld.
 Seksuele ontevredenheid.
Subtypes
 Levenslang type. (bijvoorbeeld vaginisme).
 Verworven type.
 Gegeneraliseerd type.
 Situationeel type. (in gewone setting wel, bij bijv. onderzoek niet).
 Door psychische factoren.
 Door gecombineerde factoren (lichamelijk & psychisch).
Problemen met het seksueel verlangen.
 Seksuele aversie (angst voor/afkeer van seks).
 Verminderd seksueel verlangen (weinig of geen zin in seks).
 Overmatig seksueel verlangen.
Libido bestaat niet (je wordt er niet mee geboren maar dit is verworven).
 Seksueel verlangen = seksuele opwindbaarheid + seksuele motivatie.
 Probleem als de een meer/vaker seksueel verlangen heeft dan de ander en daar
‘’problemen’’ door ontstaan.
o Seksuele opwindbaarheid = seksuele --- door
Wat heb je biologisch nodig om seksueel opwindbaar te zijn?
 Intact brein.
 Zenuwstelsel
 Vaatstelsel
 Genitaal intact.
 Hormonaal systeem (m.n. voldoende testosteron).
Hormonen en seks.
 Oestrogeen:
o Indirect effect op seksualiteit: stemming, opvliegers, zelfbeeld,
concentratie.
o Waarschijnlijk ook effect op zintuiglijke gevoeligheid.
o Maakt het brein ontvankelijk voor het ontvangen van testosteron.
o Huid en vaginaal slijmvlies steviger.
 Testosteron:
o Frequentie seksuele gedachten/fantasieën.
o Frequentie nachtelijke genitale respons.
o Gevoeligheid van het brein
o Gevoeligheid --Post-partum (v.n. tijdens BV) is huid en vaginaal slijmvlies extra gevoelig.
Seksuele opwinding.
 Zin gaat ‘door’ in seksuele opwinding als je verwacht dat de uitkomst plezierig is.
 Dus geen pijn… maar wel positieve seksuele gedachten.
 En als je kunt focussen/concentreren.
Problemen met seksuele opwinding.
 Problemen met subjectieve opwinding (geen, weinig intens, kort aanhoudend
gevoel van seksuele opwinding: erectie/lubricatie onaangetast.
 Erectie-/lubricatie probleem
Problemen met het orgasme
 Orgasmenprobleem (geen orgasme).
 Voortijdig orgasme.
 Anhedonisch orgasme (wel fysiologisch geen gevoel).
 Ejaculatieprobleem (wel gevoel geen ejaculatie).
Seksuele pijnproblemen.
 Dyspaeunie (pijn bij vrijen, vrijen lukt wel i.t.t. bij vaginisme).
 Vaginisme (niet door somatische aandoening). Onwillekeurig samentrekken BBS.
 Pijn in andere lichaamsdelen (bij seksuele activiteit).
 Verminderde gevoeligheid.
Bevallen kan gewoon bij vaginisme.
L.O. is lastig bij vrouwen met vaginisme.
Een goede benadering bij vrouwen met vaginisme met L.O. vraagt om een andere
aanpak: het ‘moeten-aspect’ er af halen. Bespreek klachten al tijdens zwangerschap,
adviseer. Vertel duidelijk wat je gaat doen, begin langzaam met aanraken en vraag
eventueel te persen. Niet doorduwen.
Invloed van seksueel functioneren op zwangerschapskans.
 Coïtus timing.
 Coïtus frequentie.  iedere 2 dagen seks is beter dan 1x per maand rond
ovulatie.
 Opwinding van de man. (bij opwinding komen er stoffen (vocht) vrij uit
zaadblaasjes en prostaat ).
 Opwinding van de vrouw. (bij een vrouwelijk orgasme maken de ampulla met
haar fimbrie een zuigende beweging).
 Speeksel en glijmiddel zijn niet goed voor het sperma.
 Om de dag is dus beter dan 1x rond de ovulatie.
Zwangerschapswens en seksualiteit.
 Psychische klachten.
 Onzekerheid/frustratie.
 Reproductie is niet meer spontaan.
 Coitus gericht.
 Aanvullen!
Vulvodynie (los van pijn bij het vrijen diagnose),
Seks en aanzet tot baring?
 A term.
 Oxytocine en prostaglandine: uterus contracties.
Nvvs.info
[email protected]
Download