Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden R Receptoren Receptor eiwit Recessief Recombinatie Reducenten Reflex Reflexboog Regelkring Regenboogvlies Reproduceren Reproductieve isolatie Reservestoffen Respons Resusfactor Zintuigcellen (de ontvanger). Ze vangen de prikkels op uit het milieu en zetten deze om in impulsen. Deze impulsen worden via sensorische zenuwen naar het centraal zenuwstelsel vervoerd. Eiwitten op de membraan van de cel. Vaak met suikerketens. Receptoreiwitten zijn gevoelig voor (hormoon) signalen. Een eigenschap die niet in het fenotype (uiterlijk) tot uiting komt. Recombinatie is de herschikking van allelen, waardoor twee ouders een nakomeling kunnen krijgen met unieke chromosomen, die een unieke combinatie van (hun) erfelijke eigenschappen bevatten. De bacteriën en schimmels. Voeden zich door de overgebleven dode resten van organische materiaal. De reducenten zetten organische stoffen om in anorganische stoffen. Een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel. Reflexen verlopen via een vaste reflexboog van zintuigcel (receptor), sensorische zenuw, schakelcel, motorische zenuw en effector (spier of klier) De weg die impulsen bij een reflex afleggen. Bestaat uit een receptor, conductoren in delen van het zenuwstelsel en een effector. Systeem in je lichaam dat zorgt dat een bepaalde waarde rond de norm zal blijven, bestaande uit een receptor (zintuigcel), conductoren (motorische- en sensorische zenuwen), controle centrum, en effectoren (spieren of klieren) Ook wel de iris. Het gekleurde gedeelte van het oog. De iris regelt met behulp van de pupilreflex, de hoeveelheid licht dat het oog binnenvalt. Ook wel vermeerderen, of voortplanten. Reproduceren kan geslachtelijk of ongeslachtelijk. Als er voor een lange tijd, door barrières in de leefomgeving, geen voortplanting plaatsvindt tussen individuen van één soort uit verschillende populaties. Reproductieve isolatie is een voorwaarde voor het ontstaan van nieuwe soorten Koolhydraten (in de vorm van glycogeen) en vetten zijn de voedingsstoffen die het lichaam kan opslaan als reserve brandstof. Glycogeen in de spieren en lever. Vet onder de huis of rond de organen. De reactie van een dier op prikkels. Antigen wat wel of niet aanwezig kan zijn op de membraan van rode bloedcellen. Iemand is resus positief als de resusfacor aanwezig is op de 1 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Reukreceptoren Ribonucleïnezuur Ribosomen Rijken RNA Rode bloedcellen Rolgedrag Rolpatroon Roodgroenkleurenblindheid Rudimentaire organen Ruggenmerg Ruggenmergsvliezen Ruggenmergs zenuwknopen membraan van de bloedcellen en iemand is resusnegatief indien het resusantigen niet op de membraan aanwezig is. Liggen in je reukzintuig boven in de neusholte. De reukreceptoren zijn gevoelig voor geurprikkels. Ook wel RNA of boodschapper RNA (m-RNA). Voor de productie van een eiwit wordt er van het DNA een kopie gemaakt van het betreffende gen. Deze kopie, die de celkern uitgaat richting de ribosomen, heet m-RNA. Bolvormige structuren in cellen (celorganellen), die zorgen voor de productie van eiwitten in cellen. Ribosomen kunnen vrij voorkomen in het cytoplasma, of gebonden aan het endoplasmatisch reticulum. Hoofdindeling bij het klassificeren van het leven op aarde. De onderverdeling van planten, bacteriën, schimmels en dieren. Ook wel RNA of boodschapper RNA (m-RNA). Voor de productie van een eiwit wordt er van het DNA een kopie gemaakt van het betreffende gen. Deze kopie, die de celkern uitgaat richting de ribosomen, heet m-RNA. Cellen zonder celkern. Rode bloedcellen bevatten hemoglobine waarmee ze zuurstof, maar ook koolstofdioxide transporteren door het lichaam. Gedrag dat anderen van iemand in een bepaalde situatie verwachten. Stereotype gedrag dat bij een bepaalde plaats in het gezin of bedrijf hoort, bijv. moederschap. Ook wel het Daltonisme genoemd. Het is een aangeboren vorm van kleurenblindheid. Kleurenblindheid kan een aantal oorzaken hebben. Eén van de oorzaken kan zijn dat de kegeltjes in het netvlies niet goed functioneren. Resten van een orgaan waar de voorouder veel aan had, maar omdat de functie van het orgaan langzaam verdween, verdween ook het orgaan langzaam. Het orgaan is soms nog steeds terug te vinden in het lichaam. Rudimentair orgaan bij de mens: staartbeen. Ooit een staart met evenwichts- en grijpfunctie. Deel van het centrale zenuwstelsel dat zich niet in de schedel, maar in het kanaal van de wervelkolom bevindt. Hierdoor lopen alle zenuwen van en naar de hersenen. Liggen om het ruggenmerg en bieden bescherming. Aan de rugkant komen uitlopers van gevoelszenuwcellen bij elkaar in gevoelszenuwen. De verdikkingen in deze zenuwen worden gevormd door een opeenhoping van cellichamen van 2 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Rustpotentiaal gevoelszenuwcellen. Deze verdikkingen noemen we ruggenmergszenuwknopen. Als een zenuwcel geen impuls geleidt is de binnenkant van de cel negatief geladen ten opzichte van de buitenkant. Dit veroorzaakt een spanning van -70mV. Dit noemen we de rustpotentieel. 3