LESBRIEF Groep : 4 Vak : Spelling Periode : september/november

LESBRIEF
Groep : 4
Vak
: Spelling
In deze lesbrief informeren we u over:
- wat we de komende drie maanden doen
- wat u thuis kunt doen en vooral hoe u dat mag doen
Periode : september/november 2014
Wat:
In deze periode zullen we in de klas 3 thema’s uit de spellingmethode doorwerken. Het gaat om thema 1, 2
en 3 uit de methode ‘Taal actief’. We werken drie weken aan elk thema. De eerste vier lessen krijgen de
kinderen de basisstof aangeboden. Daarna wordt het signaaldictee afgenomen. Deze kinderen die deze
toets goed hebben gemaakt gaan zelfstandig aan de slag met bakkaarten spelling. De kinderen die het
signaaldictee onvoldoende hebben gemaakt, krijgen extra instructie voor de categorieën die ze nog niet
beheersen. Na deze twee lessen wordt het controle dictee afgenomen.
In thema 1 komen de volgende categorieën aan bod:
-
klas: eenlettergrepige klankzuivere woorden met twee medeklinkers aan het begin.
-
tent: eenlettergrepige klankzuiver woorden met twee medeklinkers aan het eind.
-
kist: eenlettergrepige klankzuiver woorden met st aan het eind.
-
muts: eenlettergrepige klankzuiver woorden met ts aan het eind.
-
krant: eenlettergrepige klankzuiver woorden met twee medeklinkers aan het begin en aan het eind.
In thema 2 komen de volgende categorieën aan bod:
-
straat: eenlettergrepige klankzuivere woorden met drie medeklinkers aan het begin.
-
wolf, balk, helm, tulp, erf, dwerg, doorn, dorp: eenlettergrepige bijna-klankzuiver woorden met twee
medeklinkers aan het eind met tussenklank.
-
fluit: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met f.
-
vis: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met v.
In thema 3 komende de volgende categorieën aan bod:
-
worst: eenlettergrepige klankzuiver woorden met drie medeklinkers aan het eind.
-
som: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met s.
-
zon: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met z.
-
school: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met sch.
-
schrift: bijna-klankzuivere woorden die beginnen met schr.
-
kraai: bijna-klankzuivere woorden met aai.
-
kooi: bijna-klankzuivere woorden met ooi.
-
boei: bijna-klankzuivere woorden met oei.
Hoe op school:
Hoe thuis:
In deze lesbrief ziet u onder ‘voorbeelden’ welke spelling-
Deze lesbrief is bedoeld om u zicht te
categorieën deze periode aan bod komen en hoe deze op
geven op wat er op school aan de orde
school worden uitgelegd.
komt met betrekking tot spelling.
Kom gerust langs, mocht u vragen hebben.
Deze informatie is puur bedoeld om uw
kind te kunnen helpen met de leerstof,
wanneer dat nodig is en het er zelf om
vraagt.
Samen met uw kind kunt u de
verschillende categorieën oefenen. U
noemt een woord uit een bepaalde
categorie en uw kind schrijft het woord op.
Voorbeelden:
Thema 1:
De volgende fouten kunnen ontstaan (klas, tent, kist, muts, krant):
-
De analyse verloopt niet goed. Het kind laat de twee medeklinkers weg.
-
Het kind heeft problemen met het onthouden van de volgorde van de medeklinkers een draait ze
om.
-
Een slechte uitspraak van de woorden, waardoor fouten kunnen ontstaan in de koppeling van
tekens en klanken.
Thema 2:
De volgende fouten kunnen ontstaan (wolf, balk, helm, tulp, erf, dwerg, doorn, dorp):
-
Het kind schrijft een tussenklank op. Bijvoorbeeld: wolf wordt wol/e/f, wol/i/f of wol/u/f.
De volgende fouten kunnen ontstaan (fluit):
-
Het kind schrijft een v in plaats van een f.
-
Het kind hoort geen verschil tussen de stemloze f en de stemhebbende v. In dit geval moeten de
woorden worden ingeprent.
De volgende fouten kunnen ontstaan (vis):
-
Het kind schrijft een f in plaats van een v.
-
Het kind hoort geen verschil tussen de stemloze f en de stemhebbende v. In dit geval moeten de
woorden worden ingeprent.
Thema 3:
De volgende fouten kunnen ontstaan (worst):
-
Het kind heeft problemen met het onthouden van de volgorde van de drie medeklinkers. Het kind
draait de medeklinkers om.
-
Een slechte uitspraak van woorden, waardoor het kind gemakkelijk medeklinkers vergeet of andere
medeklinkers schrijft.
De volgende fouten kunnen ontstaan (som):
-
Het kind schrijft een z in plaats van een s.
-
Het kind kan geen onderscheid maken tussen de s en z. In dit geval zullen deze woorden ingeprent
moeten worden.
De volgende fouten kunnen ontstaan (zon):
-
Het kind schrijft een s in plaats van een z.
-
Het kind kan geen onderscheid maken tussen de s en z. In dit geval zullen deze woorden ingeprent
moeten worden.
De volgende fouten kunnen ontstaan (school, schrift):
-
Het kind schrijft sk in plaats van sch.
-
Het kind vergeet ch in schr, omdat het niet goed gesproken of verstaan wordt.
De volgende fouten kunnen ontstaan (kraai):
-
Het kind hoort aan het eind van de klankgroep een j en schrijft daarom ook een j (haaj).
-
De lange klank wordt niet goed gehoord en het kind schrijft een korte klank op. Voorbeeld: haai als
hai.
Wist u dat ……uit onderzoek blijkt
dat kinderen waarvan ouders
betrokken zijn bij het leren, beter
presteren?
…wij u daarom deze lesbrief geven,
zodat u weet wat er speelt in de
klas.