College 4 - 25 februari

advertisement
Ritueel & Symboliek
College 1 - 4 februari
Cultural broker: tussenpersoon, tussen antropoloog en informanten
Van Gennep - Rites of passage: men wordt even uit de samenleving gehaald, en
later weer teruggebracht met een andere status. Er ontstaat groepsverband onder de
personen die samen de rite of passage ondergaan.
1. Seperatie fase
2. Luminele fase
3. Fase van incorporatie
Ritueel ten tijden van de klassieke antropologie
 Ritueel was basisconcept & sleutelbegrip in de antropologie:
‘founding’/ouderwets
 Associatie met exotisch, primitief: ‘de ander’
 Ritueel als aspect van religie/bovennatuurlijke
 Ritueel steeds meer naar de achtergrond verdwenen in hedendaagse
antropologische beschouwingen
“Moderniseringstheorie”
Simpele, primitieve samenlevingen
Handelen geregeerd door
rituelen & routines


Complexe, moderne
samenlevingen
Handelen resultaat van
rationele besluitvorming
Jaren 70  studies die beargumenteerde dat er ook seculiere rituelen waren.
Democratisch stemmen, herdenkingsceremonieën, begroetingsrituelen, trouwen, etc.
Toen dit bekend werd wilde men af van alle opsmuk (trouwen in gewone kleding) >
verdwijnen van rituelen. Maar tegelijkertijd is er ook weer een opleving van rituelen.
Dus rituelen zijn:
 niet per se religieus & traditioneel, ook seculier & modern.
 een universeel kenmerk in sociaal menselijke bestaan
 dus geen belegen, achterhaald onderwerp!
College 2 - 11 februari
Van Gennep - Territorial passage
Territorial passage  bekende omgeving verlaten, een stukje niemandsland passeren
en dan in een nieuwe omgeving belanden.
 Dit gebruikt hij als metafoor voor territorial passage. Vergelijking met
fysieke overtocht van een bekend afgebakend territorium, via niemandsland,
naar een ander territorium. Er zijn dus drie fases in te ontdekken.
o Niemandsland/midden fase is luminale fase (wit is de kleur voor de
luminale fase). Je hebt hier even geen status.
o Luminale figuren: hoeft niet perse fase te zijn, je kan ook als persoon
luminale status hebben. Niet bij gewone samenleving horen, en niet bij
heiligen. Twilight-status. Priesters zijn ook luminale figuren
1
Cultuur en ritueel & symboliek
Er zijn honderden definities van cultuur. Niet speciaal één algemene goede definitie!
 algemene deler = verwijzingen naar de vaardigheden, noties en gedragsrepertoires
die mensen hebben geleerd als lid van een groep of samenleving, inclusief en met
nadruk op symbolen en rituelen.
Symbolen & rituelen zijn de kroonjuwelen van de antropologie, bron van de
antropologie, ze hebben een hele lange onderzoekstraditie en veel theorievorming. In
tegenstelling tot veel andere onderwerpen is het een voortschrijdende
gedachtevorming.
Ritueel vs. symbool
 Ritueel is een vorm van symbolisch handelen
 Symbolen zijn een belangrijk onderdeel van ritueel handelen (volgens Turner:
symbool is de kleinste unit van een ritueel).
o Huwelijk is een ritueel, de symbolen die daarbij horen zijn witte jurk,
bloemen boeket, man in pak, ringen, etc.
o Wit is ook de kleur voor de tussenfase (luminale fase) van de territorial
passage. Verlaten van ouderlijk huis, trouwen als tussenfase?
 Probleem van interpretatie van antropologen. Men weet lang niet altijd zelf
precies de betekenis van de symbolen die ze gebruiken. Dus als je hier als
antropoloog naar vraagt, krijg je regelmatig te maken met het interpretatie
probleem. Ofwel zelf naar antwoorden zoeken, of het erbij laten.
Voorbeelden van rituelen:
 50 jaar worden (Abraham & Sarah)
 Serveren van beschuit met muisjes bij geboorte
 Promotie (promoveren)
 Zuster in het ziekenhuis komt je kussen opschudden (symbolische lading, ‘ik
zorg even voor jou’, geruststelling)
 Ochtendritueel (voor de ene heeft het wel een symbolische lading, voor de
ander is het meer routine)
 Gedoopt worden
Kenmerken van een ritueel
In hoeverre is iets routine en wat maakt het een ritueel?
 Herhaling, vaste elementen (hoort ook bij routine)
 Gestandaardiseerde en gestileerde taal en handelingen: plechtig &
performatief
 Symbolisch beladen, vaak met sacred objects (“action wrapped in a web of
symbolism” - Kertzer). Rituelen gaan samen met symbolen.
 Bewustzijnsverhoging, bewustzijnsverlaging, emotie (opwinding,
geruststelling)
 kortom: verbijzonderd gedrag:
 Verhoogde belangrijkheid
 Geconcentreerde betekenis
 ‘Life lifted up’ (Bloch)
Maakt rituelen bij uitstek geschikt voor antropologen om een cultuur te leren kennen.
Ook de eigen cultuur!
2
Definitie ritueel
 Eindeloos veel definities van ritueel; veelvormigheid van alle verschijnselen
die ooit als ritueel zijn begrepen en beschreven moeilijk in overkoepelde
termen te vangen. Net zoals bij cultuur geen bepaalde goede definitie.
 “Symbolische handelingen die sociaal gestandaardiseerd en herhalend zijn” Kertzer
 Ritueel niet zozeer ‘iets’, in de zin van een vastomlijnd en uniform empirisch
verschijnsel.
 Antropoloog Jack Goody (70’s): de notie ‘ritueel’ is een typische westerse
constructie, een door wetenschappers bedachte categorie die enkel en alleen
de onderzoeker tot dienst is.
 Tentamenvraag: zou je kunnen zeggen dat er geen definitie is, maar
kenmerken noemen?
“Wat is een ritueel nu echt?” = non-vraag.
Een betere vraag is: “wat heb ik er aan om dit als ritueel te beschouwen?”, welke
aspecten worden belicht als ik deze gebeurtenis als ritueel bestempel?
Focus op ‘ritualisering’ i.p.v. ritueel  Proces waarin bepaalde
handelingen/gebeurtenissen een symbolische diepgang krijgen, ‘verbijzonderd’
worden, onderscheiden van en bevoorrecht over het ‘leven van alledag’.
Wat doet een ritueel? Groepsvorming, belonging.
 Geeft houvast.
 Instrueert/schrijft voor hoe te handelen in welke omstandigheden.
o Bij een begroeting bijvoorbeeld: je communiceert dat je uit dezelfde
groep komt, dat je dezelfde regels gebruikt, en je geeft aan dat je elkaar
gunstig gezind bent (symbool voor onvijandigheid).
o Bevestiging van het horen bij een bepaalde groep, maar het geeft ook
aan tot welke status iemand behoort (hiërarchie).
 Functioneel & instrumenteel vs. symbolisch.
o Niet alleen functioneel, maar ook symbolische (expressieve) lading.
 Belangrijk onderdeel van identiteitsvorming. Via ritueel kan je je identiteit
uiten.
 Groepsvorming. Allemaal samen tegelijk mee doen aan een ritueel bevestigd
dat je bij een bepaalde groep hoort.
o Deelname aan ritueel verbind een individu aan een groep: creëert en
bestendigt dus sociale verbintenis/cohesie.
o Ervaring van onderlinge verbondenheid = communitas (Turner).
Erfenis van Durkheim 1858-1917:
 Ritueel = religie in uitvoering
 Religie is een door mensen gemaakt constructie die niet dient om zielen te
redden, maar om samenhang van een groep te bevorderen.
 Idee dat rituelen niet draaien om interactie met bovennatuurlijke, maar om het
ordenen van een samenleving zelf… van blijvende invloed op huidige denken
over ritueel!
3
Politieke belang van rituelen zit hem in dat verbinden van een individu aan een groep:
hoe individu zichzelf gaat zien als onderdeel van overkoepelend instituut
(natiestaat/religieuze groepering, etc.) en zich daar dus ook naar gedraagt! (Kertzer).
 Wie bepaalt de groepsidentiteit? Bij belonging hoort ook uitsluiting, hier zitten
allemaal politieke elementen in.
Rituelen kunnen ook andere dingen dan mensen samenvoegen tot geheel. Bv: wijntje
en toastjes bij tv op zaterdagavond; pepernoten bij Sinterklaas; vrouwenbesnijdenis
bij bepaalde etnische identiteit.
College 3 - 18 februari
Film opening Olympische Spelen Athene als voorbeeld
Rituelen:
 Rituelen zijn symbolische communicatie die de hele mens aanspreekt, niet
alleen ratio.
 Prikkelen juist ook de zintuigen, wekken emoties op, letterlijk
“doordringend”.
o Awesome... (Da Matta 1983). Dat hebben alle rituelen gemeen.
o Volgens docent te specifiek, zijn bijvoorbeeld bed-rituelen dan geen
rituelen? Hier is sprake van bewustzijnsverlaging i.p.v.
bewustzijnsverhoging. Je doorziet het niet, maar gaat even mee in de
emotie.
 Lichamelijke ervaring als bron van waarheid, echtheid, doordat je het zelf
voelt.
 Amerikaanse antropoloog Roy Rappaport (1990) onderscheidt “the
Numinous” en “the Sacred”.
‘Numinous’ versus ‘Sacred’
Onderscheid van Rappaport (1990)
 The Numinous: directe ervaring die je overkomt voordat er rationele
interpretatie plaatsvindt. Product van emotie/ervaring.
 The Sacred: gedeelde richtlijnen voor uiting van die onbeschrijfelijke
gevoelens. Product van taal/denken.
Als verschillende mensen op gelijke wijze uiting geven aan hun ‘goddelijke’
ervaringen ontstaat er een samenhangende groep. Dat is de taak van ‘the Sacred’ 
geloofssysteem
Waarheidsbeleving
 Spreekt hele mens aan: zintuigelijke beleving = “echt”
 Schijnbaar onveranderlijke vorm biedt houvast, vertrouwen, suggestie van
continuïteit: “zo was het altijd al, zo hoort het”. Tijdloosheid
Formele karakter = suggestie van grootsheid/belangrijkheid
Overstijgt individu en moment: “van hogere orde…”
Doet menselijke constructies “natuurlijk” lijken, mystificering
“Rituals have no contrary” (Confuciaanse filosoof): Vorm van ritueel beschermt de
boodschap tegen weerwoord (Bloch).
4
Als je mensen verbaal, expliciet wetten oplegt wordt dat idee veel meer getriggerd
dan bij rituelen. Rituelen lokken geen verzet en weerstand uit  enorme autoriteit.
“For the hallmark of power is the construction of reality” Kertzer (1988:5)
Macht is op zijn machtigst als er niet aan getwijfeld wordt. Als mensen het voor waar
aannemen.
Dus, wat doet een ritueel? (functie)
 Instrueert, schept houvast
 Groepsvorming, groepsgevoel
 Waarheidsbeleving, mystificatie van wat er eigenlijk gaande is
 Omgaan met ‘levenscrises’ zoals geboorte, dood. (overgangsrituelen, maar
niet elke ritueel is een overgangsritueel)
 Geruststelling (bewustzijnsverlaging)  volgens docent
Functionalisten zeggen: Dáárom bestaan rituelen, omdat er een dergelijke functie is.
Trouwen in Nederland
Leeg ritueel?
 1 op de 3 huwelijken gaat stuk (scheiden)
Desalniettemin
 Openlijke conformering aan sociale conventie, publiekelijke aanvaarding van
sociale orde
 Bestendigt en reproduceert normatieve karakter van huwelijke staat/gevestigde
orde
Afwijkende ritueelsoorten
 Overgangsrituelen (Rite de passage)  hebben expliciet tot doel de sociale
status van de betrokkenen te veranderen (veranderende sociale orde).
o Normaal wordt sociale orde juist gereproduceerd door rituelen. Maar
een overgangsritueel leert eigenlijk ook sociaal geaccepteerde rollen
aan voor de volgende fase waar men in beland.
 Omkeringsrituelen (bv carnaval)  sociaal geaccepteerde, niet-agressieve
maar juist vrolijke vorm van protest tegen sociale orde middels ‘omkering’.
‘Rituals of rebellion’ (Gluckman).
o Maar wel om daarna weer allemaal terug te keren naar het ‘normale’
leven met sociale orde.
 Bezetenheidsrituelen (bv in trance raken)  biedt ruimte om dominante
idealen te bekritiseren.
Een eenzijdige kijk op de ordebevestigende functie van het ritueel doet haar creatieve,
transformerende, en soms ook orde-ondermijnende potentieel te kort (Turner).
Suggestie van onveranderlijkheid
 Maar … zelfs waar het ritueel aanwijsbaar veranderingen genereert, neigt de
vormentaal van het ritueel ernaar om die veranderingen steeds weer als een
voortgaande traditie voor te stellen (Van de Port).
 Evans, verwijzend naar Hobsbawm & Ranger (The Invention of Tradition):
“Rituals … can traditionalize or sacralize anything”
 Comaroff’s (1993): “Vital element in the processes that make and remake
social facts and collective identities”
5
Evolutie van visie op ritueel belangrijk!
19e + begin 20e eeuw
Ritueel onderscheidt simpele, primitieve
culturen van rationele, moderne,
Westerse samenlevingen
Onlosmakelijk (en exclusief) verbonden
aan religie & sacrale objecten
Collectief, publiek
Per definitie statisch, conserverend
Nu
Ritueel universeel onderdeel van
menselijke samenlevingen
Onlosmakelijk verbonden aan macht &
naturalisatie van ongelijkheid
Ook individueel, privé
Potentieel innovatief, transformerend
Rituelen & huidige antropologie
- Rituelen blijven groot essentieel onderwerp voor antropologen. Professor
Driessen zegt dat het geen specialisatie moet zijn, maar integraal onderdeel
van ons vak.
- Hoe draagt de bestudering van rituelen/ritualisering bij aan ons begrip van
hedendaagse sociaal-culturele processen?
- Verbrede opvatting van concept, aandacht voor proces van
ritualisering/traditionalisering/sacralisering in combi met hegemonische
ideologie & macht
- Juist in huidige tijd van veranderende sociale verhoudingen, verschuivende
wereldbeelden, groeiende onzekerheden neemt aantrekkingskracht van
rituelen (met belofte van zekerheid, geborgenheid, continuïteit) toe… (Grimes
2000)
Rituelen & ontwikkelingsstudies
- Om politiek processen te begrijpen, van belang om te doorgronden welke
rituelen en symbolen gebruikt worden om bewust en onbewust te manipuleren,
om een gedachtegoed vorm en gewicht te geven en te verspreiden (Kertzer
1988)
- Armoede en ongelijkheid hebben altijd te maken met economische en
politieke processen
- Naturalisatie van ongelijkheid (Bloch), verhullen van historische, politieke,
economische oorzaken.
Waarom studie van ritueel en symboliek?
1. Alomtegenwoordig in alle soorten samenlevingen: typisch menselijk.
2. Toegankelijk voor onderzoek
3. Veel betekenis, gecondenseerde vorm
4. Belangrijk terrein van antropologische theorievorming
5. Thema is veel omvattend, biedt veel mogelijkheden om groot aantal
onderzoeksvragen te formuleren (holistisch: politiek, economische, cultureel)
6. Recente ‘revanche’ van het ritueel. Leeft weer op.
7. Belangrijk bij begrijpen van politieke macht
6
College 4 - 25 februari
‘How to wirte about Africa’
Gaat over stereotypering van Afrika. De symboliek die gebruik wordt om over Afrika
te communiceren. Als je het over andere dingen wilt hebben dan die stereotyperingen
dan komt je punt niet over, past niet in het beeld wat mensen hebben bij Afrika. Ze
hebben er waarschijnlijk ook baat bij om zo gezien te worden, mensen zijn sneller
geneigd geld te geven bij plaatjes van uitgehongerde kinderen dan plaatjes van
mannen in pak en aktekoffers in de stad. Je moet haast wel het woord vulnerability
gebruiken om geld van NGO’s te krijgen.
“We live in a world that must be drastically simplified if it is to be understood at
all…” Kertzer 1988:2
Mensen - Symbolen - Culturen
 Symbolisch denken is wat mensen van andere dieren/apen onderscheidt,
enigen met die capaciteit!
 Norbert Elias: “Symbool emancipatie”
 Cultuur ontstond toen mensen symbolen gingen gebruiken  bijv. taal!
Symbolen zijn dus de basis van cultuur.
Wat is een symbool?
 Alles wat dient als een voertuig van/staat voor een bepaald begrip.
 Elk symbool ontleent zijn betekenis aan de context waarin het wordt gebruikt.
Betekenis is niet op zichzelf herkenbaar in symbool, dus niet intrinsiek, vloeit
niet voor uit het symbool zelf.
 Een symbool is per definitie aangeleerd en cultureel bepaald!
Icoon vs. symbool
 Aan een icoon kun je aflezen wat het betekent  email (envelopje) camera op
mobiel (cameraatje) adresboek (boekje)
 Aan een symbool kan je niet aflezen wat het betekent, als je het niet hebt
geleerd. Symbool heeft als kenmerk dat de betekenis niet vanzelfsprekend is.
Symbool inherent aan betekenis
o Een symbool is per definitie aangeleerd en cultureel bepaald!
Soorten symbolen
 Grafische tekens
 Voorwerpen
 Woorden (alle woorden zijn symbolen)
 Geluiden (waf = hond, piep = muis, ssst = stil, auw! = pijn)
 Kleuren (betekenis van kleuren: in Nederland wit voor huwelijk,
maagdelijkheid en zwart voor rauw)
 Gebaren (middelvinger, duim)
 Lichaamshoudingen (veelal cultureel aangeleerd, ook gender bias, hoe man en
vrouw hoort te zitten, staan)
 Gedragingen (deur openhouden, koffie halen voor iemand, etc.)
7
Kracht van symbolen
 Symbolen drukken veel meer uit dan woorden kunnen: condensatie van
betekenis.
 Symbolen zijn multifocaal (ze hebben meer betekenissen) & ambigue
(betekenis ligt niet vast): veel ruimte voor zelfinterpretatie.
 Boodschap vaak een onbewuste, taken-for-granted, matter-of-fact, wat kracht
en macht ervan vergroot.
In Reclame wordt er gretig gebruikt gemaakt van deze potenties van symbolen
(onbewuste associatie aanleren!)
Maar ook in politiek: sacred objects bijvoorbeeld vlag: allerlei regels om te
voorkomen dat het gezien kan worden als zomaar een stukje stof: mag niet op de
grond, formele manier van opvouwen, ophijsen, toezingen. Verbranden/op stampen
etc. is zeer beladen.
Symboolpolitiek: kleuren van vlaggen symboliseren allerlei dingen, afbeeldingen ook
(Malawi: zon voor hoop). Bij een nieuw regime komt soms een nieuwe vlag, omdat
het niet geassocieerd wil worden met het oude regime.
Malawi: elkaar aanduiden met fictieve familietermen (iemand je oom noemen, terwijl
het niet echt MB of FB is).
Semantisch onderscheid belangrijk!
Metafoor:
 Legt een verband tussen twee verschillende semantische velden: de associatie
berust op vergelijking en is arbitrair (willekeurig). Voorbeeld: religie is opium
van het volk (Marx); hij is een ster in wiskunde; een dijk van een stem.
 Dus: vergelijking
Metoniem:
 De associatie is beperkt tot één betekenisgebied, is niet willekeurig en berust
op nabijheid, op een deel/geheel relatie. Voorbeeld: een bakkie doen (koffie is
al weggelaten); Van Gennep lezen voor het tentamen (boek titel wordt
weggelaten); dak boven je hoofd (dak=huis); Nederland verloor van Duitsland
(waren 11 voetballers).
 Dus: vervanging/weglating
Instrumenteel vs. expressief
Meestal eerst instrumenteel, daarna expressief  statusprobleem oplossen
 Functionele achtergrond van tulband is bescherming tegen zon en zand, maar
ondertussen symbool geworden voor klasse die woestijn ingaat om handel te
drijven. Deze klasse staat hoger dan de slaven die dus niet zulk soort sluiers
dragen.
 Korset (niet zwanger zijn, ik ben vruchtbaar > expressief).
 In Gambia heupvergroting, brede heupen zijn aantrekkelijk. Bredere heupen
door zalfje aangeboden door zakenman. Zakenman kleed zich als dokter met
witte jas en stethoscoop (statussymbool), maar hij is geen dokter.
Statussymbool
Onderscheidend van de massa, niet voor iedereen bereikbaar (maar altijd context
gerelateerd!, relatief). Oude telefoons (Nokia 3310) in Gambia statussymbool. In
Nederland de nieuwste iPhone.
8
Antropologische denkers die met symbolen bezig zijn geweest
 Frazer: The Golden Bough (1890)  universele symboliek die stamt uit een
gemeenschappelijk prehistorische verleden
o Eerst gelooft men in magie, dan in religie en dan in wetenschap. Hij
zag steeds symbolen gerelateerd aan een van deze drie gedachtes.
 Geertz, Turner, Douglas, Leach  symbolische/interpretatieve antropologen.
o Betekenis van cultuur lezen door op symbolen te interpreteren.
 Asad, Wolf, Keesing  kritiek op symbolische/interpretatieve antropologen.
o Als je je alleen op de betekenis van cultuur focust mis je de politieke
economie van symbolen.
Symbolische/interpretatieve antropologen
 Symbolen hebben meerdere betekenissen - multi-interpreteerbaar
 Symbolen komen tot stand en worden gebruikt in publieke, sociale interactie
(niet in hoofden van mensen)
 Taak van antropoloog: identificeren van symbolen & betekenis doorgronden
binnen bepaalde culturele context.
Clifford Geertz:
 Alleen d.m.v. ‘lezen’ (interpreteren) van symbolen kan een buitenstaander
inzicht krijgen in een andere cultuur.
 Symbolen zijn overdragers van cultuur, a window on the worldview of a
society
 Er zijn geen wetmatigheden te vinden in cultuur, je moet de symbolen lezen.
 Antropologie is geen harde wetenschap opzoek naar wetmatigheden, maar zou
interpretatieve wetenschap moeten zijn opzoek naar betekenis.
 Welke betekenis draagt een symbool over en hoe wordt die geïnterpreteerd?
 Bestudering middels ‘dichte beschrijving’  per definitie microscopisch,
draait om details: wat zeggen die over geheel?
 Mooiste ‘Geertziaanse’ studie: Veiled Sentiments: honor and poetry in a
Bedouin society (Abu-Lughod, 1986)
Victor Turner
 Was het niet eens met Geertz: symbolen zijn niet slechts een representatieve
van een cultuur, maar hebben ook sociale functies: wat zijn die praktische,
sociale effecten van symbolen (en rituelen)?
 Sociale cohesie is niet vanzelfsprekend, moet altijd beslecht worden.
Symbolen en rituelen zijn tools waarmee sociale orde geconstrueerd en steeds
opnieuw hersteld wordt.
 Polysemie van symbolen: symbolen hebben een gelaagde betekenis.
Bijvoorbeeld sap van bepaald boom, wittig sap, in allerlei culturen gebruikt,
symbool voor moedermelk, symboliseer weer borsten, symboliseert weer
zogen, moeder-kind relatie, familie, gemeenschap.
o Steeds verder gevorderde abstrahering.
9
Mary Douglas
 Symbolen worden samen een patroon, en de patronen samen een systeem.
 Grote cross-culturele gelijkenis tussen symbolen die te maken hebben met
universele gebeurtenissen (geboorte, dood) en behoeften (liefde, seks, voedsel,
onderdak).
 Ondermijnt daarmee moderniseringstheorie (Frazer): In zowel ‘primitieve’ als
moderne samenlevingen organiseren mensen op overeenkomstige manier hun
wereldbeeld, waarden en gedrag middels symbolische systemen.
Edmund Leach
 Bijna al het menselijke handelen heeft een technisch aspect EN een esthetisch,
communicatief aspect.
o Bijvoorbeeld het is koud, we trekken meer kleding aan (technisch),
maar wat voor kleding (symbolisch).
o Eten is technisch, maar wat voor eten (symbolisch).
 Dat communicatieve, symboliserende aspect van ons gedrag  ‘ritueel’
 Ofwel: bijna alles wat we doen, laten en zeggen heeft OOK een symbolische
lading (gemanipuleerd door onszelf en geïnterpreteerd door anderen).
 Met name communicatie over status.
Kritiek op symbolische antropologen
 Onder andere Talal Assad, Eric Wolf, Roger Keesing.
 Symbolisch antropologen blind voor machtsverhoudingen:
o Suggestie dat iedereen binnen een groep symbolische betekenis kent en
begrijpt i.p.v. gewoon maar meedoet.
o Culturele codes zijn nooit onomstreden, cultuur is altijd verstrengeld
met macht!
o Symbolische analyse is per definitie perspectivistisch.
o Kortom: wie produceert, distribueert, bepaalt betekenissen en met
welke doeleinden en gevolgen? (politiek, economische belangen)
 “A symbolist anthropology is necessary; but we cannot let it blind us to
earthly political and economic relationship, telling ourselves that meanings
are shared.” (Keesing 2012:245)
Eric Wolf: bekritiseert het idee dat Europa zich enorm ontwikkeld had en de rest van
de wereld stilgestaan zou hebben. Idee dat culturen afgesloten gehelen zijn wordt
onderuit gehaald.
Samenvattend
 Symbolen zijn uniek voor de mensheid (geen dieren), universeel kenmerk van
mensheid.
 Betekenis is niet vanzelfsprekend maar aangeleerd
 Vaak gelaagde betekenis, en verschillende interpretaties mogelijk
10
College 5 - 11 maart
Van Gennep - hoofdstuk 5
Anxiety (angst/bezorgdheid) discussie:
 Malinowski: Rituelen helpen om anxiety te verminderen/beteugelen
 Radcliffe-Brown: Nee, creëren juist anxiety, wekken het op.
Schietgebedje kan aan de ene kant helpen om angst te verminderen, maar kan het ook
juist opwekken.
Babyrituelen in Malawi zou mooi voorbeeld kunnen zijn
 Warme en koude toestanden. Baby die net wordt geboren is koud, heel
kwetsbaar. Mag niet in de buurt van warme mensen komen.
 Geboorte idealiter buiten dorp, weg van mensen die mogelijk warm zijn en de
baby een bepaalde ziekte kunnen geven die tot dood kan leiden.
 Totdat navelstreng afvalt binnenshuis; alleen moeder, grootmoeder en (oude)
vroedvrouw mogen bij baby zijn.
 Tot kutenga mwana is baby nog geen volwaardig mens, geen naam, heel
kwetsbaar.
o Baby is in koude toestand (kwetsbaar) vrouwen die ongesteld zijn
mogen niet in de buurt komen, dat kan de baby kwaad doen. Mensen
mogen geen seks hebben, kan de baby kwaad doen, etc.
 Kutenga mwana: rituele seks. Maakt de baby in warme toestand/haalt de baby
uit de koude kwetsbare toestand. Hierna kan de baby in contact komen met de
andere familie, dorpsleden, etc.
Kan je op Malinowski manier interpreteren: er alles aan doen om mogelijke gevaren
te verminderen, angst beteugelen. Of op Radcliffe-brown manier: door er zo mee om
te gaan raken mensen zich ervan bewust dat de baby heel kwetsbaar is, wekt angst op.
Politieke macht en ritueel & symboliek
“For the hallmark of power is the construction of reality” Kertzer (1988:5)
Macht is op zijn machtigst als er niet aan getwijfeld wordt. Als mensen het voor waar
aannemen.
 Politiek: methode of techniek om een gemeenschap te besturen
 Hoe bestuur je een groep? Hoe het handelen van een samenraapsel van
individuen te beïnvloeden? Hoe zonder geweld macht over een groep te
verkrijgen en behouden?
Vereisten:
o Individuen moeten zich vereenzelvigen met een groep, zich
identificeren als onderdeel van een groep. Ze moeten zich een groep
voelen. (groepsvorming pag. 3 + 4)
o Groep moet leiderschap erkennen.
Ritueel en symboliek essentieel
Ritueel en symboliek spelen essentiële rol in alle politieke handelingen, zijn niet
slechts een frivole bijzaak!
Niet leider omdat iemand op een bepaalde manier is aangekleed, maar aangekleed
omdat hij leider is.
Er wordt niet getwijfeld aan democratie. We geloven er met z’n alle in.
11
Benedict Anderson – imagined communities
Hij beargumenteert dat alles groter dan een kleinschalig dorpje, ‘imagined’ is. In een
klein dorpje kom je elkaar tegen, maar in alles groter dan dat, kom je niet zomaar alle
mensen/je leider tegen, maar toch voel je je onderdeel van die groep.
Evolutie van visie op ritueel
Onlosmakelijk (en exclusief) verbonden aan religie & sacrale objecten 
Onlosmakelijk verbonden aan macht & naturalisatie van ongelijkheid
Macht & ideologie
 Vals bewustzijn (Engels/Lukacs): werkelijke machtsrelaties verhuld door
ideologieën in stand gehouden door een profiterende heersende groep
o Bijv. hoofddoeken in moslimcultuur vrijwillig of indoctrinatie?
o Maar hiermee laat je blijken dat jij het als buitenstaander beter weet
dan anderen. Suggereert een waardeoordeel, dus term is steeds meer
vervangen door hegemonie.
 Hegemonie (Gramsci): overheersing/overwicht door middel van instemming
in plaats van dwang. Mensen zijn zodanig gesocialiseerd dat ze het er mee
eens zijn. Naturaliseren van machtsrelaties.
o Hegemonie van de VS over de wereld, wordt steeds meer bedreigd
door China.
o Genderstudies - Hegemoniale mannelijkheid: naturaliseren van
dominante positie van mannen ten opzichte van vrouwen.
“Waarheidsbeleving”
Rituelen en symboliek door antropologen steeds meer beschouwd als belangrijke
elementen in de strijd om hegemonie. De strijd om wat als waarheid wordt gezien
door mensen.
Natievorming
Hoe zoiets onsamenhangends als een menigte individuen in iets ontastbaars als een
natie te doen geloven? Een denkbeeldige band creëren tussen een grote massa zeer
diverse, ongerelateerde mensen?
 Victor Turner: ‘communitas’ (gevoel van groepsverband)
 John Blacking: ‘waves of fellow-feeling’. Verschil tussen numinous (willen
horen bij een groep) en sacred (richting gevers aan het gevoel).
 Bindende symbolen (richting gevers aan het gevoel - sacred):
o Nationale vlag
o Volkslied
o Oranje kleur
o Leidersfiguur: ‘vader’ of ‘moeder’ van de natie/het volk
o Constructie van gedeelde achtergrond/geschiedenis
(ontstaansmythe)/tradities/cultuur
 Nationalisme: door een natiestaat geproduceerde cultuur
Het kenmerk van macht is dus het kunnen construeren van de werkelijkheid. Degen
die de werkelijkheid kunnen construeren hebben de macht!
“For the hallmark of power is the construction of reality” (Kertzer 1988:5)
12
Al met al
 Het is argumenteerbaar dat met het groter en complexer worden van
samenlevingen (steeds verder buiten directe waarneming), rituelen en
symboliek juist van groter belang wordt!
 Maar toch weinig studie naar rol van rituelen en symboliek in (politiek van)
moderne samenlevingen:
o Onterechte aanname dat deze een bijrol spelen
o Moeilijk om onderzoek naar te doen  antropologie!
Filmpje Prinsjesdag
Staatsritueel: formele, statige aangelegenheid die gestandaardiseerd en herhalend is 
suggestie van continuïteit en belangrijkheid
 18e eeuwse koets
 Historische militaire kostuums
 Statisch; geregisseerde performance
 volkslied
Verbijzondering van politici en koninklijke familie: niet zomaar mensen! Op voetstuk
geplaatst, machtspositie gerechtvaardigd.
Verbindende symbolen: Nationale vlag, oranje sjerp, “onze koning en koningin”
Symbolen in de politiek
Proberen te vangen van gedachtegang in één artifact  roos PvdA, vogel PVV
College 6 - 18 maart - gastcollege Catrien Notermans
Film ‘Mary in times of crisis’ (2012)
Promotieonderzoek in Bolivia. Antropologische benadering van religie.
 Focus op nationale feestdag 15 augustus:
o Maria Hemelvaart
o Drie dagen feest, er spelen zich veel rituelen af
o Focus op Maria verering in het dagelijks leven en tijdens de feestdag
 Gebaseerd op langdurig veldwerk in Quillacollo.
o Bedevaartsoord
o Migranten komen hier werken in de mijnbouw.
o Bolivia armste land in Latijns-Amerika, mensen keren naar Maria voor
bescherming en geld.
 Antropologische benadering van religie
Kenmerken van antropologische benadering van religie: benoem 4 kenmerken en geef
1 voorbeeld.
 Religie is geen apart domein van het sociale leven maar intens verweven met
familie, economie en politiek
 Pragmatische (praktische, bruikbare) benadering van religie
 Focus op geleefde religie: religion as practiced versus religion as prescribed
o Focus op wat mensen buiten de institutionele religie doen. Wat doen ze
buiten de kerk of moskee aan rituelen en religie.
 Aandacht voor mengvormen en creativiteit (syncretisme)
o Kerk is zelf huiverig voor mengvormen, voor niet zuivere vormen van
Katholicisme.
13
 Aandacht voor macht en sociale ongelijkheid (vrouwen zijn vaak
gemarginaliseerd op basis van gender en zijn vaak ook erg actief in het
beoefenen van een geloof).
 Focus op verhalen als ingang tot emic point of view.
Film volgt drie vrouwen, hun verhalen en rituelen
 Quechua zusjes Virgina (65 jaar, getrouwd) en Victoria (72 jaar, ongetrouwd)
o Zij zijn sahumera: tussenpersonen, bemiddelaars tussen Maria en
gelovigen, verkopers van gebeden, priesteressen
 Jonge stoere stadsmeid Escarlent.
 Hun wegen kruisen op het pelgrimsoord.
Kijkopdracht:
1. Welke rituelen zie je?
- bidden
- zegenen
- four corners (met water, cola, bier) Pacha Mama
2. Welke objecten gebruiken mensen in hun rituelen?
- Poppen van Maria, kaarsen, nep geld
- Rook, papier, papiersnippers, amulet
3. Wat symboliseren deze objecten?
- Maria
- amulet voor bescherming
- Steen symboliseert geld en wat je met het geld kan kopen
4. Welke symbolen herken je? Welke nieuwe symbolen kom je tegen?
Herken: Kroon, sluier, jurk, kruis, kaarsen
Nieuw: stenen
College 7 - 25 maart
Hoofdstuk 6 - initiatieriten
Initiatie = inwijding  inwijdingsriten
Wat bekritiseert Van Gennep in de lezing van initiatieriten door veel andere
wetenschappers? En welk alternatief biedt hij?
 Ze bekijken het heel geïsoleerd, niet in de context, als onsamenhangend
fenomeen. Er wordt niet gekeken naar de overeenkomsten tussen rites. Ze
worden bestempeld als pubertijdsrites, maar dat is niet zo. Het heeft vaak niks
te maken met fysiologie. Initiatierites hebben te maken met sociale overgang.
Onderscheidt tussen fysieke verwantschapsband en sociale
verwantschapsband. Fysieke pubertijd en sociale puberteit.
 Alternatief: sociale overgang van Aseksuele fase naar seksueel actieve fase.
Wat hebben besnijdenis, het trekken van een tand, tatoeëring, afhakken van een
vingerkootje etc. tijdens initiatieriten volgens Van Gennep met elkaar gemeen.
 Manieren om letterlijk en figuurlijk afstand te doen van vorige fase en ta gaan
horen bij de groep die ook permanente lichaamsbesnijdenis heeft ondergaan.
 Het is onomkeerbaar. Jezelf onderscheiden van andere groepen.
 Het heeft niets te maken met verbeteren van vruchtbaarheid.
Van Gennep: het gaat niet om het lichamelijke, maar om het sociale. Jongens in
Afrika die inwijdingsritueel doen, zijn allang volwassen mannen qua fysieke toestand
14
College 8 - 15 april
Twee verschillende soorten tijd onderscheiden
 Cyclische tijd (rituele tijd - “feesttijd”)
o Gebeurtenissen die ieder jaar terugkeren, progressief.
o Gaat om bepaalde feestdagen
o Markeringen aanbrengen in een tijd die oneindig is.
o Feesten en rituelen om de tijd te ordenen. Om grip te krijgen op de
werkelijkheid.
 Lineaire tijd (de tijd van de klok - mechanische tijd)
Profaan (wereldlijk) en sacraal (goddelijk) liggen dicht bij elkaar, luminale fase
ertussen
Seizoens rite de passage (carnaval, Pasen, palmpasen)
Evolutie ritueel & symboliek en taal
Aantal begrippen:
 Classificatie: categorieën maken in mensen
 Onderscheid in expressief (uitdrukking) versus functioneel/utilitair (nuttig)
gedrag.
o Deze feesten zijn er voor bedoeld om de communitas te kunnen
uitdrukken, laten zien dat men een geheel is ten opzichte van de
buitenwereld – insider & outsider
o Verschil tussen expressief gedrag en utilitair/functioneel gedrag is erg
belangrijk. Loopt vaak door elkaar heen, maar wel belangrijk om te
onderscheiden.
 Diagnostische gebeurtenis: gebeurtenissen die meer zeggen dan de
gebeurtenis zelf. Ze zeggen iets over de context waarin de gebeurtenis
plaatsvindt.
Een seizoensrite de passage
Carnaval
 Carnaval is ontstaan in Kloosters in de Middeleeuwen. Het is een narrenfeest.
Op de avond voor het vasten werd de hiërarchie op z’n kop gezet. Wijwater
werd verwisseld met urine (erg onrein).
o Omkeringsrituelen. De overgang naar de periode van het vasten
markeren.
 De viering in Uruguay is de langstdurende ter wereld (40 dagen).
 In 2014 in Venlo voor het eerst een Marokkaanse Nederlander als Prins
Carnaval. In de stad van Wilders nog wel.
 Geen enkel feest/ritueel is volledig politiek neutraal. Er is altijd een link
tussen ritueel en politiek.
Boerenbruiloft
 Omkering: in de onecht verbinden. Boeren hebben vandaag de macht, ‘de
rangen en standen vallen weg’. In echte leven moeder van de bruidegom, nu
moeder van de bruid  ‘make belief’ - men speelt met de werkelijkheid homo ludens
 Aan de sleur van het dagelijks leven ontsnappen.
15
 Huwelijk: is eigenlijk een verband tussen twee families (groter dan een
verbintenis tussen twee personen) een reproductie voor de gemeenschap.
Huwelijk is een vruchtbaarheidsritueel. Het wemelt van de
vruchtbaarheidssymbolen: oogst komt voorbij op wagens, boerenkool,
krentenbrood, de kus. Veel kinderen werden verwekt met carnaval..
geboortegolf 9 maanden later. Nu wat beter gereguleerd met anticonceptie.
 Oude klederdracht nabootsen.
 Samen drinken, samen dansen, samen zingen. Mensen voelen zich verbonden
met de gemeenschap  communitas. Nadruk op de verschillen worden
weggehaald.
 Even stil staan in de tijd/terug in de tijd.
 11 is een magisch getal: raad van elf, op 11 november begint het seizoen
(11/11)
 Vaste volgorde van gebeurtenissen
 Waarheidsbeleving: het hoort zo, het is altijd al zo geweest
 Ritueel complex: omkeringen binnen de omkeringen, rite binnen de rite. Een
bruiloftrite binnen een seizoensrite.
 Eigen identiteit wordt benadrukt, Venlo claimt dat het daar uniek in is.
 Men raakt in trance: eindeloze beweging, muziek, weinig slaap, drank.
 Embodiment, belichaming: kriebels komen op, kippenvel. Het lichaam is
belangrijk in het uitdrukking van de waarde, van het gevoel.
Naar de overkant van de nacht - Mersbergen (boek) - probeert het gevoel van de
communitas over te brengen. erg mooi geschreven  voorbeelden voor het leren
schrijven.
Aswoensdag
Begin van het vasten - einde van de carnaval (overgangsritueel). Er wordt haring
gegeten om aan te geven dat het een aparte dag is. De pastoor plaatst een askruisje op
het voorhoofd van de gelovigen. Het is een reinigingsritueel. As reinigt.
Het askruisje symboliseert reiniging. Zonde (van de carnaval) worden vergeven.
Luminale fase wordt afgesloten, je wordt gereinigd en gaat de drempel over. De
periode van het vasten begint (markeert de vastenperiode).
Pasen - goedeweek viering in Spanje
Staging hyper-masculinity in the Spanish Holy week
De passie van Christus wordt herbeleefd door middel van allerlei processies. De
passie van Christus gaat gepaard met lijden. Passie en lijden gaan vaker samen, ook
bij topsporters bijvoorbeeld.
Achtergrondgedachte voor onderzoek: je ziet een toename van processies en
broederschappen. De viering is enorm toegenomen. Hoe komt dat nu? Ondanks dat de
samenleving steeds meer seculariseert nemen rituelen en vieringen toe.
Drie elementen in de studie; rol van vrouwen in de Semana Santa, rol van
mannelijkheid in het ritueel, rol van kinderen
16
College 9 - 22 april
De goedeweek viering in Spanje (Pasen)
Week voor Pasen (in Malaga): het normale leven ligt volkomen stil, belangrijkste
gebeurtenis van de rituele cyclus van het jaar. Christus van de goede dood hangt aan
het kruis boven een troon. Troon weegt ongeveer 5 ton en wordt zeker 8 uur
rondgedragen door de stad door de broederschap, mannen van de troon.
Oppositie tussen Malaga en Sevilla; competitie; daar worden bepaalde dingen zoals
mannen van de troon weer anders benoemd.
Malaga
 Broederhuizen.
 Nazareners zijn leden van de broederschappen.
 Mannen/vrouwen/kinderen lopen mee als Nazarener, ze hebben een boetekap
op (KKK heeft dit zichzelf toegeëigend).
 Zo’n 200 mannen uit de middenklasse dragen de troon die 4 tot 5 ton weegt:
‘mannen van de troon’. Ze lopen hier zo’n 8 uur mee rond en moeten betalen
om mee te mogen lopen.
 Er lopen mensen mee met ketting, blote voeten, boetekap (de puntmuts) als
boetedoening. Ze zoeken toenadering tot God; Jezus heeft ook geleden.
o Dit gebeurt ook in tribale samenlevingen om dichterbij het
bovennatuurlijke te komen.
Passie van Christus: penitence (boetevaardigheid)
Geschiedenis
 Broederschappen ontstaan in de 14e eeuw, geëxporteerd door kolonialisme.
 Important means of social organisation
o In de laatste 40 jaar: culturele, religieuze uiting toegenomen. Veel
mensen lopen mee en er zijn enorm veel toeschouwers
o Totale sociale gebeurtenis
 Rite of intensification  rite van intensivering. Seizoensrite die zeer uitvoerig
aan bod komen. Een week lang staat alles in het licht van dit ritueel, het
gewone leven ligt stil. De samenhang in de samenleving wordt zichtbaar
gemaakt, onderscheiden van andere samenlevingen. Voortzetting van de
traditie in veranderde vorm. Continuïteit en discontinuïteit.
 Mauss  Cultureel complex. Het lijkt religieus, maar je ziet ook politieke en
economische dimensies. Het is niet alleen religieus maar een totaal sociaal feit
(Mauss).
o Macht; theater van macht
o Economische: gaat enorm veel geld doorheen
o Politiek: status, je wordt wel of niet goedgekeurd. Potentiele
machtshebbers lopen ook mee met de concessies; zij tonen de
aanwezigheid en de macht  geritualiseerde macht
o Holistische kijk: het voertuig is religie, maar er zitten nog meer
aspecten aan vast  een sociaal totaal feit
17
Wat is de rol van gender?
Broederschappen bestonden eerst alleen uit mannen. Sinds democratisering zijn
vrouwen hun rollen gaan opeisen, ook bestuurlijke functies. Ze hebben niet alleen in
dit ritueel een belangrijke rol, ook in het dagelijkse leven. Broer/zus  van
verwantschappelijke sfeer getransporteerd naar religieuze sfeer.
Performing masculinity
 Fysieke kracht
o Pride in physical power; laten zien wat je kunt met zo’n zware troon
o Lifting and bowing
o From costaleros to hombres del trones
 Economische macht (alles bij de troon is erg kostbaar, beelden, bloemen en
kazen)
o Not for money, but for honour
o Pay fees
o Make donations
 Expansions of middle and upper class
o Scheren, knippen, kleden
o Mannen die de troon dragen; horen tot de middenklasse mannen; goed
leven, goed inkomen. Nette heren.
 Male sociality: sociabiliteit/maatschappelijkheid.
o Hoe drukken mensen hun sociale relaties uit? Broederschapshuis: niet
alleen samenkomen met Pasen, ook trouwerijen, dopen (rites de
passage).
o Vooral met Semana Santa (heilige week > Pasen) komt het tot
uitdrukking.
Voortzetting van de traditie in veranderde vorm.
 Continuïteit en discontinuïteit: het is een voortzetting alleen dan wel in een
andere vorm
 Nu vooral uitdrukking van identiteit, niet omdat mensen zo religieus zijn. Het
hoort bij jou, je wordt ermee geboren. Ongeboren kinderen worden al lid
gemaakt van een broederschap.
 De samenhang in de samenleving wordt zichtbaar gemaakt, onderscheiden van
andere samenlevingen. In tijden van globalisering speelt dit een grotere rol;
mensen willen hun eigen identiteit benadrukken.
 Dragen van de troon > echte man. Rite de passage > van jongen naar man.
College 10 - 13 mei aanvulling op college van Janneke over Politiek
De aura van de monarch. Ritueel, symboliek en macht op de drie-eenheid van
politiek. Ieder politiek stelsel heeft een combi van macht, ritueel en symboliek.
Elementen die altijd terugkeren in welk politiek stelsel dan ook.
Machtsbegrip
Twee kenmerken van macht:
 Machtsverschil is er in alle sociale relaties, ook bij egalitaire relaties.
 Het procesmatige van een machtsrelaties. Machtsrelaties zijn altijd in
beweging. Norbert Elias heeft het over machtsbalansen, macht staat nooit stil.
Er zijn vier machtsbronnen waar je macht aan ontleent (Norbert Elias):
18

Bestaansmiddelen: eigendom, land, vaardigheden, inkomen. Vaak ongelijk
verdeeld.
 Organisatiemiddelen (sociaal kapitaal): organiseren in vakbonden,
familieverband
 Oriëntatiemiddelen: kennis (met kennis kun je je in de wereld oriënteren),
wereldbeelden, ideologieën. In elke samenleving zijn er organen die bepalen
hoe men naar de werkelijkheid kijkt, zij hebben de macht. Ritueel en
symboliek spelen hierbij een belangrijke rol.
 Geweldsmiddelen: wapens, fysieke kracht, leger, politie, symbolisch geweld
(bv. verbaal geweld)
Hoe verhouden deze machtsbronnen zich? Oriëntatiemiddelen staan vaak centraal.
Maar alle machtsbronnen zijn met elkaar verbonden. Ze zijn vaak allemaal nodig.
Seculiere rituelen
Sinds Tylor, Frazer, Durkheim en Weber wordt ritueel en ceremonieel onlosmakelijk
verbonden gezien met magie en religie. Moore & Myerhoff (1977, Secular Ritual)
maakten ritueel los uit de religieuze context en pasten het begrip toe in een seculiere,
profane, wereldlijke context (bijvoorbeeld begroeten, stemmen, herdenken, een
rechtszaak).
Nieuwe begrafenisrituelen. Zijn deze religieus? Of is de begrafenis bijvoorbeeld meer
voor de familie, zodat ze afscheid kunnen nemen en niet omdat de overledene in de
hemel wil komen.
Er zijn ook andere huwelijksrituelen. In hoeverre hangt het huwelijk met een pastoor
nog echt samen met religie?
Sacraal ritueel en profaan ceremonieel zijn als polen op een continuüm. Deze
categorieën hebben een vloeiend karakter en zijn voortdurend in beweging. In
hetzelfde ritueel kan de nadruk de ene keer meer liggen op het profane en later weer
op het religieuze.
- Durkheim zette het sacrale en profane lijnrecht tegenover elkaar, maar eigenlijk is er
sprake van een continuüm.
‘Civil (secular) religion’
Verwijst naar religieuze of quasi-religieuze principes en praktijken in de politieke
cultuur van een seculiere staat zoals het aanroepen van God in politieke speeches en
monumenten (God Bless America); het citeren van religieuze teksten of formules
tijdens publieke optredens: inwijding Amerikaanse president (I do solemnly swear…
so help me God); verering van historische leiders, gebruik van hun biografie om
morele idealen te verkondigen; religieuze symbolen op en in openbare gebouwen.
Hoewel religieuze vrijheid is opgenomen als recht in de grondwet wortelen veel
ethische principes in het joods-christelijk verleden.
Religie in de politieke arena
Ritueel versus ratio
Het heeft lang geduurd voordat de oude conceptuele tegenstelling van Edward Burnett
Tylor tussen ritueel en rationaliteit in de antropologie en sociologie werd opgeheven.
Deze opvatting is dat politiek als een vorm van utilitair en rationeel handelen en het
ritueel als irrationele activiteit niets met elkaar te maken dienen te hebben. Deze
opvatting heeft diepe wortels in de Reformatie en Verlichting.
19
Maar, je kunt ritueel en ratio niet tegenover elkaar zetten. Ritueel gaat samen met
ratio en ratio gaat samen met ritueel.
Vier visies op ritueel en politiek
 Dominante visie: ritueel als epifenomeen (begeleidend verschijnsel, een
afgeleide), in navolging van Marx en Durkheim: nadruk op wat ritueel
uitdrukt, weerspiegelt, versluiert. Ritueel heeft geen eigen momentum, maar is
een afgeleide van politiek en machtsverhoudingen.
Praal is ondergeschikt aan macht.
 Evans-Pritchard: deed onderzoek bij de Sanusiya, mystieke islamitische orde
onder bedoeïenen van Cyrenaica (Oost-Libië), ontwikkelde zich als
overkoepelende politieke structuur waarin macht en ritueel samensmolten.
 Geertz: theaterstaat op Bali, 19e eeuw: macht is ondergeschikt aan praal; staat
is zowel rituele constructie als machtsstructuur.
 Maurice Bloch: koninklijke ceremonieën van de proto-staat Madagaskar
ontwikkelden zich uit alledaagse riten de passage op lokaal niveau.
Twee koninklijke diehards uit de vorige eeuw:
 Koning Hassan II, 1961-1999 (38 jaar aan de macht); zijn zoon en opvolger
Mohammed VI (Marokko)
 Koning Hussein, 1953-1999 (46 jaar aan de macht); zijn zoon en opvolger
Abdullah II (Jordanië)
Koningshuis Marokko
Vele gedaante van koning Mohammed VI
 Hij kust de sarcofaag van zijn grootvader, hij geeft aan dat hij verbonden is
aan zijn voorganger.
 Hij slacht een ram, als eerste man van Marokko. Dit tijdens het grote
schapenfeest. Dit verwijst naar Abraham die zijn eerste zoon wilde offeren aan
God. Een ram is veel belangrijker dan een schaap. Een ram wordt
geassocieerd met mannelijkheid en eer.
 Een toespraak, waarschijnlijk tijdens de Ramadan. Wit is de kleur van reinheid
en gelijkheid. Toch zien we ook een onderscheid aangezien de koning deels
bedekt is met goud.
 Opperbevelhebber van het leger. Dit is een van de redenen dat er in Marokko
geen Arabische lente is gekomen. De oppositie in Marokko is relatief mild in
vergelijking met bijvoorbeeld Egypte en Tunesië. Hij ontleent zijn positie aan
een soort legitimiteit door te heersen over de moslims, opperbevelhebber van
de gelovigen. Hij is de ultieme leider. Patroon-cliënt relaties zijn
diepgeworteld in de samenleving.
 Afgebeeld als hoofd van het gezin. Een “gewone” man. Zijn vrouw wordt
vaker afgebeeld dan zijn vader > moderniteit. Niet te veel kijken naar het
verleden.
Koningshuis Jordanië
Vele gedaante van koning Abdullah II
 Als opperbevelhebber van het leger.
 Afgebeeld naast zijn vader. Zijn vader had veel meer charisma.
20




Bij de World Economic Forum, als moderne leider in pak
In galakostuum (traditioneel legeruniform)
Abdullah op een kameel met een rood geblokte hoofddoek > aanvoerder van
de Bedoeïenen, Bedoeïenen zijn belangrijke machtsbron van het koningshuis.
In kostuum van desert patrol, eenheid die woestijn onder controle houd.
Eenheid van bedoeïenen. Bedoeïenen belangrijke machtsfactor. Ze waren
mobiel en hadden wapens/vechtpositie. Bedoeïenen ingepakt in het
staatsleger.
Machtsbronnen van de koningen
Mohammed VI (Marokko)
Genealogisch: Alawieten (koningshuis),
afstammeling van de Profeet
Amir al muminin, Allah’s
vertegenwoordiger op aarde, spiritueel
leider
Charisma = baraka (gratie)
Rationaliteit, modern leiderschap,
technologie
Abdullah II (Jordanië)
Genealogisch: Hashemieten, rol in de
Grote Arabisch opstand tegen Ottomanen
Sacrale genealogie als afstammelingen
van de Profeet; hoeders van de heilige
plaatsen Mekka, Medina en Jeruzalem.
Charisma.
Charisma (o.a. ontleent aan sacrale
genealogie)
Tribale wortels als bron van identiteit
(Bedoeïenen)
Conclusie vergelijking koningschap Marokko en Jordanië
Ritueel, ceremonieel en symboliek vormen een mantel van de macht maar tevens een
machtsbron (van passief, reflectie > actief). Zij doordringen elkaar: ritueel en
symboliek van de politiek en een politiek van ritueel en symboliek. Beide koningen
delen in de gratie van Allah, stralen deze uit als charisma (vergelijk met de magische
handoplegging van Middeleeuwse koningen > aanraking en genezing van scrofulose).
Riten en symbolen ondersteunen en bestendigen macht.
Responsiecollege


3 vragen met sub-vragen (a, b en/of c)
Voorbeelden geven, kan vanuit de film (college 6), colleges, boek of uit je
eigen bronnen. Deze hoef je niet uit je hoofd te weten, maar je moet dingen
kunnen toelichten met een voorbeeld.
“We live in a world that must be drastically simplified if it is to be understood at
all..” Kertzer 1988:2  vraag zou kunnen zijn, geef een toelichting op deze
uitspraak.
Wat is het belang van het boek (Rites de Passage)? Waarom wordt het boek na 100
jaar nog steeds gebruikt binnen de antropologie?
Het boek gaat over thema’s die nog steeds belangrijk zijn. Universele thema’s die
overal plaatsvinden. Huwelijk, begrafenissen, etc. Er zijn ook overeenkomsten in deze
thema’s te zien, het valt allemaal onder één noemer te scharen  Rites de Passage!
- Zie overgangsrituelen blz. 5.
Namen van antropologen kunnen belangrijk zijn. Deze moet je misschien kunnen
noemen.
21
Download