studiewijzer leerjaar klas periode stof : natuurkunde 1 : 2007/2008 :6 : wk. 2-7 : mechanica; trilling en golf; geluid Natuurkunde 1 - 6 Eerste les: klassikale samenvatting a.h.v. exameneisen Tweede les: vragen n.a.v. “Samengevat” Derde les: samen in te vullen (Rekenvaardigheden? Extra opgave? Examensom? Demonstratie?…) 02 Ma 7 jan 1. H Beweging s (t ) vt s vgem t v t s (t ) 12 at 2 a Di 8 jan 2. Domein C: Mechanica; Subdomein: Rechtlijnige beweging De kandidaat kan 17 rechtlijnige eenparige bewegingen en rechtlijnige eenparig versnelde bewegingen vanuit rust wiskundig beschrijven: • plaats, verplaatsing, afgelegde weg; • snelheid, gemiddelde snelheid, relatieve snelheid; • versnelling. 18 plaats-tijd-diagrammen interpreteren: • snelheid bepalen met behulp van een raaklijn; • schetsen van het verloop van het snelheid-tijd-diagram; • vergelijking van twee verplaatsingen in één diagram; 19 snelheid-tijd-diagrammen interpreteren: • verplaatsing bepalen met behulp van oppervlakte; • versnelling bepalen met behulp van een raaklijn; • schetsen van het verloop van het versnelling-tijd-diagram; • eindsnelheid en luchtweerstand. 20 berekeningen maken bij een vrije val vanuit rust: • valversnelling, valtijd, hoogte, snelheid bij het bereiken van de grond. 21 met een aantal technieken verplaatsing, snelheid en tijd meten: • plaatssensor en computer; • lichtpoortje, reedcontact; • stroboscopische foto. (Een reedcontact is een schakelaar in een glazen buisje. De contacten van de schakelaar zijn van magnetiseerbaar en verend materiaal. Als er een magneet in de buurt is, trekken de contacten elkaar aan en is de stroomkring gesloten. Het reedcontact ‘ziet’ dus of er een magneet in de buurt is.) 03 Do 10 jan 3. Ma 14 jan 4. H Kracht en Moment F ma F mg M Fr M 0 Di 15 jan 5. Do 17 jan 6. Domein C: Mechanica; Subdomein: Kracht en moment. De kandidaat kan 22 krachten op een systeem weergeven als vectoren: • aangrijpingspunt, drager/werklijn; • samenstellen in parallellogram; • ontbinding langs twee onderling loodrechte assen; • berekenen van de grootte van de componenten. 23 de eerste wet van Newton uitleggen aan de hand van voorbeelden: • traagheid bij snelheidsverandering; • evenwicht van krachten bij constante snelheid. 24 met de tweede wet van Newton de resulterende kracht of de versnelling berekenen: • definitie eenheid van kracht; • massa en zwaartekracht. 25 de werking van hefbomen uitleggen: • toepassing van momenten; • vergelijking van de arbeid van de uitgeoefende krachten. 26 met de hefboomwet krachten berekenen: • zwaartepunt als aangrijpingspunt van de zwaartekracht; • hef- en hijswerktuigen, tandwielen, katrol, V-snaren. 1 04 Ma 21 jan 7. H Arbeid & Energie W Fs cos E W Fv t t Ek 12 mv 2 P E z mgh 05 Di 22 jan 8. Do 24 jan 9. Ma 28 jan 10. Wuit 100% Ein H Trilling en Golf 1 T u (t ) A sin(2 ft ) f 2 A T t T Fv Cu vmax 1 2 1 CA mvmax 2 2 2 m T 2 C Emax l g T 2 vT 07 Di 29 jan 11. Do 31 jan 12. Ma 11 feb 13. x H Geluid l n 12 (n 1, 2,...) l (2n 1) 14 ( n 1, 2,...) P I bron2 4 r I L p 10 log in dB(A) ; I0 I 0 1012 Wm -2 f w fb Di 12 feb 14. Do 14 feb 15. v v vb Domein C: Mechanica; Subdomein: Arbeid en energie. De kandidaat kan 27 het begrip arbeid toepassen bij energie-omzettingen: • arbeid door de zwaartekracht; • negatieve arbeid van wrijvingskracht en warmteontwikkeling; • de arbeid van een kracht bepalen uit een kracht-verplaatsingsdiagram. 28 de wet van behoud van energie toepassen: • de energiebalans van een systeem; • aangeven van energievormen; • bewegingsenergie, zwaarte-energie, veerenergie; • snelheid, kracht en verplaatsing berekenen; • periodieke bewegingen verklaren: slinger, trilling tussen veren, stuiteren zonder wrijving. 29 berekenen hoeveel energie wordt omgezet in warmte bij verplaatsingen: • energie per tijd en energie per afstand; • optrekken en afremmen in stadsverkeer; • verband tussen maximum-snelheid en brandstofverbruik; • rendement van motor en vorm van het voertuig; • totale warmteafgifte aan het milieu. 30 proeven doen om het rendement van energie-omzettingen te onderzoeken: • knikkergoot, stuiterbal, kar van helling, gedempte trilling; • manieren om energie op te slaan; • manieren om wrijvingsarbeid te verkleinen. Domein E: Golven en straling; Subdomein: Trilling en golf, De kandidaat kan 48 door eenvoudige proeven vaststellen dat harmonische trillingen plaatsvinden onder invloed van een terugdrijvende kracht die evenredig is met de uitwijking: • gebruik van sensoren, computer, oscilloscoop; • veerconstante; formule voor periode van een massa-veer-systeem toepassen; • formule voor periode van een slinger toepassen. 49 uit de uitwijking-tijd-grafiek van een mechanische of elektrische trilling de trillingstijd, frequentie, amplitude en het soort trilling (harmonisch of niet) bepalen: • oscillogram van stemvork, trillende snaar, menselijke stem, zuivere toon; • cardiogram. 50 een wiskundige beschrijving geven van trillingsverschijnselen in de natuur, de techniek en bij natuurkundige proeven: • periode, trillingstijd, frequentie, uitwijking, amplitude, fase, gereduceerde fase en faseverschil; • sinusfunctie als plaatsfunctie. 51 de energie van een harmonisch trillend voorwerp berekenen: • kinetische en potentiële energie; energieverlies; • demping; • overdracht van energie; resonantie. 52 een beschrijving geven van golfverschijnselen in de natuur, de techniek en bij natuurkundige proeven: • lopende transversale en longitudinale golven; • golflengte, golfsnelheid; faseverschillen en gereduceerde fase. Domein E: Golven en straling; Subdomein: Geluid. De kandidaat kan 53 geluidsverschijnselen in de natuur, de techniek en bij eenvoudige proeven beschrijven: • interferentiepatronen bij staande golven; knopen en buiken (niet het ontstaan ervan); • muziekinstrumenten; grondtoon en boventonen; • antigeluid. 54 onderzoeken hoe geluidshinder beperkt kan worden: • absorptie, reflectie, breking en interferentie; • effect van afstandsvergroting; • metingen met de dB-meter. 55 uitleggen hoe het dopplereffect wordt gebruikt om snelheden te bepalen: • snelheidscontrole in het verkeer; • stroomsnelheid van het bloed. 2 08 Ma 18 feb 16. Di 19 feb 17. Do 21 feb 18. Ma 25 feb 19. Di 26 feb 20. Do 28 feb 21. Oefenexamen maken Ma 3 mrt 22. Oefenexamen maken Di 4 mrt 23. Do 6 mrt 24. 11 SEII 25. 13 Di 25 mrt 26. Wo 26 mrt 27. Do 27 mrt 28. Ma 31 mrt 29. Di 1 apr 30. 40-min. Wo 2 apr 31. 40-min. Do 3 apr 32. Ma 7 apr 33. Di 8 apr 34. Wo 9 apr 35. Do 10 apr 36. Ma 14 apr Di 15 apr 37. 38. Wo 16 apr 39. Do 17 apr 40. Ma 21 apr 41. Di 22 apr 42. Wo 23 apr 43. Do 24 apr 44. Di 13 mei 45. Facultatief Wo 14 mei 46. Facultatief Do 15 mei 47. Facultatief Di 20 mei 48. CE Na 09 10 14 15 16 17 20 21 H Elektrische Stroom H Elektromagnetisch Spectrum Toets II Beweging (N1.1 H2); kracht en moment (N1.1 H3); arbeid en energie (N1.1 H4); licht (N1.1 H5); de werking van het oog (N1.1 H6); trilling, golf en geluid (N1.2 H1-H2); Elektromagnetisch spectrum (N1.2 H3 par. 1-2); Signaalverwerking (N1.2 H4) I/H geen les 40-min. rooster 3