De rol van taal en gedragsproblemen

advertisement
De rol van taal en
gedragsproblemen
Bert Wienen
WWW.CPS.NL
 Bert
Wienen
 [email protected]
 0650 482 794
“Wat je zegt ben je zelf”
Over gedragsproblemen, vertellen in
gedrag en de rol van taal daarbij
Terug naar de kern:
‘Linda steekt haar vinger op en laat merken dat ze het antwoord op je vraag weet.
Kees hangt gapend over zijn tafel en Philip kijkt je met zijn grote vragende ogen
aan. Wim krabt achter zijn oor en Willem zit achterstevoren op zijn stoel. Kim,
waarvan je net van haar moeder begreep dat ze thuis vertelt dat ze gepest wordt,
kijkt stil vooruit. In je linkerooghoek zie je Samira contact maken met Joost die
aan de andere kant van de klas zit. Joost, waarvan ouders zich er bezorgd over
maken dat hij misschien hoogbegaafd is. Ook Wim weet het antwoord en steekt
zijn vinger op. Lucas wiebelt op zijn stoel: vast zijn medicatie vanmorgen niet
gehad. Vlak voor je zit Pim, hij zit net sinds vorige maand in de klas en kan zijn
draai nog niet helemaal vinden. Je denkt bij jezelf, wie zal ik vragen mij antwoord
te geven op mijn vraag?’
Haring
Haring
Gedragsproblemen
Vijf jaar oude kinderen:
Relatie tussen:
1. Teruggetrokken gedrag;
2. Somatische problemen;
3. Denk-pieker problemen;
4. Agressief gedrag
2007, Van Daal, Verhoeven & Van Balon
Gedragsproblemen
Opvallend:
Relatie werd alleen gevonden met:
1. syntax (zinnen, verhalen)
2. semantisch (woordvorm / betekenis)
3. fonologie (patroon / klank)
En niet met: Praten!
Gedragsproblemen

Meer zicht op taalcompetentie is nodig ook bij het vaststellen van
mentale gezondheid & ziekte;

Taal en het gebruik ervan is niet iets wat veel aandacht krijgt bij
kinderen met gedragsproblemen;

Als taal niet goed ontwikkeld is, dan beschikken mensen ook niet over
de juiste competenties om interpersoonlijke conflicten op te lossen.
2014, Helland, Lunervold, Heimann & Posserund
Identiteitsontwikkeling
IDENTITEITS
ONTWIKKELING
Woorden, taal
overnemen van
de Ander
Separatie,
losmaken,
zelfbepaling
Identiteitsontwikkeling
 Taal
speelt een hele belangrijke rol
 Woorden benoemen:
 Overzicht;
 Houvast;
 Emotionele ontwikkeling
Het is logisch…
…dat gedragsproblemen dus zich ook
uiten in ‘interne gerichtheid’ of dat er een op
een andere manier wordt verteld ‘vertel het
met gedrag’
Betekenis van taal in
identiteitsontwikkeling
Taal symboliseert en ordent;
2. Taal is overdraagbaar en dus nodig om hulp
te vragen;
3. Taal is nodig om te leren;
4. Taal is nodig om de context tot een context
te maken waarin jij kunt functioneren.
1.
Maar meest belangrijk
Interne taal is nodig om het verhaal over jezelf
te kunnen leren vertellen…
Daarvoor is relatie met de Ander nodig. Die
Ander bent u.
15
https://www.youtube.com/watch?v=mBZAFJ-Q6Mw
16
Relationeel werken (1)
De relatie als stuurmechanisme hoe en wanneer zakelijke
expertise wordt ingezet;
17
Relationeel werken (2)
De relatie als weldadigheid: de plek waar het helen begint zelfs
als er niets anders is
18
Relationeel werken (3)
De relatie als kijkraam: de ander in de context (eigen verhaal,
betekenisvolle anderen)
19
Relationeel werken (4)
De relatie als erkenning van kwetsbaarheid (we zijn afhankelijk
van elkaar)
20
Relationeel werken (5)
Relatie als doel, de mens wordt mens onder de mensen.
21
https://www.youtube.com/watch?v=34WIbmXkewU
Gedragsproblemen
 Vertoond
gedrag als poging om iets te
vertellen?
 Vertoond gedrag als onmogelijk om het eigen
verhaal te reproduceren?
Help dus kinderen hun verhaal te leren
vertellen
Identiteitsontwikkeling (benoemen van
emoties)
Identiteitsontwikkeling (benoemen van de
droom)
Ken van elk kind uit de klas de droom
Identiteitsontwikkeling (biedt weerstand)
 Tegen
verlangens, driften en leer een kind
zichzelf daarop te bedwingen (daarvoor zijn
woorden nodig).
“in de wereld kunnen zijn zonder jezelf in
het centrum van de wereld te plaatsen”
Meirieu
Wat je zegt ben je zelf
 Leer
kinderen een verhaal te vertellen;
 Bouw aan betekenisvolle relaties;
 Zie problemen met gedrag als een andere
manier om verhalen te vertellen;
 Bouw aan identiteiten van leerlingen.
Wat je zegt ben je zelf
 Leer
kinderen over zichzelf te vertellen, te
integreren (wat heb je meegemaakt en wat
zegt dat over jou);
 Geef betekenis aan verhalen door ze in de
klas een rol te geven;
 Bij problemen: denk aan het verhaal dat
wordt verteld.
Waarom gaat u hieraan bijdragen?
Terug naar de kern:
‘Linda steekt haar vinger op en laat merken dat ze het antwoord op je vraag weet.
Kees hangt gapend over zijn tafel en Philip kijkt je met zijn grote vragende ogen
aan. Wim krabt achter zijn oor en Willem zit achterstevoren op zijn stoel. Kim,
waarvan je net van haar moeder begreep dat ze thuis vertelt dat ze gepest wordt,
kijkt stil vooruit. In je linkerooghoek zie je Samira contact maken met Joost die
aan de andere kant van de klas zit. Joost, waarvan ouders zich er bezorgd over
maken dat hij misschien hoogbegaafd is. Ook Wim weet het antwoord en steekt
zijn vinger op. Lucas wiebelt op zijn stoel: vast zijn medicatie vanmorgen niet
gehad. Vlak voor je zit Pim, hij zit net sinds vorige maand in de klas en kan zijn
draai nog niet helemaal vinden. Je denkt bij jezelf, wie zal ik vragen mij antwoord
te geven op mijn vraag?’
WWW.CPS.NL
CPS
Onderwijsontwikkeling en advies
www.cps.nl
T +3133 453 43 43
F +3133 453 43 53
E [email protected]
www.cps.nl
E [email protected]
M 06 50 482794
WWW.CPS.NL
Download