0 -33 -70 -150 diepte Signaal van de aarde -300 -500 www.geo.uu.nl/Research/Seismology -800 Wa t g e b e u r t e r b i j een aardbeving? De aarde in beweging De aarde is continu in beweging. Wij merken dat soms door een aardbeving. Aardbevingen komen veelvuldig voor, maar slechts enkele per jaar zijn zwaar en desastreus. De meeste bevingen vinden plaats aan de randen van de tektonische platen. Deze bewegen ten opzichte van elkaar met een snelheid van enkele centimeters per jaar. De plaatranden worden 'zichtbaar' wanneer we de lokaties van de aardbevingen in kaart brengen. Een aardbeving ontstaat doordat het gesteente onder grote spanning staat; het is vervormd. Als de spanning te groot wordt, breekt het gesteente en treedt er verplaatsing op. Energie komt vrij in de vorm van trillingen. Aardbevingen voorspellen Het is niet mogelijk om tijdstip, plaats en sterkte van een aardbeving nauwkeurig te voorspellen. Aan de hand van de aardbevingsgeschiedenis kunnen seismologen wel gebieden aanwijzen met een verhoogde kans op een aardbeving. In risicovolle gebieden is aardbevingsbestendige bouw de belangrijkste manier om schade te beperken. S e i s m o g r a m P golf Wa a r e n h o e s t e r k w a s de beving? Het tijdsverschil tussen de verschillende soorten golven is een maat voor de afstand tussen de seismometer en de aardbeving: hoe groter het tijdsverschil, des te groter de afstand. Het tijdstip en de lokatie van een aardbeving worden bepaald aan de hand van aankomsttijden van de golven gemeten door een groot aantal wereldwijd verspreide seismometers. De sterkte, of magnitude, van een aardbeving wordt vaak aangegeven met de schaal van Richter. Deze is gebaseerd op de grootste uitwijking van het seismogram met een correctie voor de afstand. De schaal is logaritmisch, dat wil zeggen dat een toename van een eenheid overeenkomt met een 10 keer zo grote grondbeweging en ruim 30 keer zo veel energie. Lichte aardbevingen komen veel vaker voor dan zware. Een Werelwijd aantal aardbevingen beving van maggemiddeld per jaar nitude 3 tot 4 aantal magnitude wordt plaatselijk >8: 1 gevoeld. Een 7-8 18 beving met een 120 6-7: magnitude gro5-6: 800 ter dan 6 noe4-5: 6200 men we sterk. Is 3-4: ca. 50000 de magnitude groter dan 7, dan spreken we van een zware aardbeving. De golven die bij een aardbeving opgewekt worden, planten zich door de hele aarde voort. Sommige gaan zelfs dwars door de kern van de aarde. Er zijn diverse soorten golven: (a) longitudinale (of P-) golven Het gesteente wordt achtereenvolgens samengedrukt en uitgerekt in de richting van de golfvoortplanting. (b) transversale (of S-) golven Het gesteente maakt een schuifbeweging ten opzichte van de richting van de golfvoortplanting. (c) oppervlaktegolven Deze golven planten zich langs het aardoppervlak voort. Er zijn twee typen met een verschillende soort beweging. De oppervlaktegolven hebben de grootste amplitude. S golf Oppervlakte golf: Love Oppervlakte golf: Rayleigh Aardbevingen in Nederland In Nederland worden geen zware aardbevingen verwacht: ons land ligt niet aan de rand van een plaat. Toch komen er aardbevingen in Nederland voor. De bevingen in Zuid-Nederland onstaan door spanningen langs breuken in de aardkorst. De bevingen in Noord-Nederland zijn het gevolg van gaswinning. Deze geïnduceerde bevingen hebben een magnitude kleiner dan 3,5. S P Dit seismogram toont de grondbeweging in Utrecht ten gevolge van een magnitude 6.3 aardbeving in de Egeïsche Zee op 26 juli 2001. Oppervlakte golven 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 Tijd sinds aardbeving in seconden Structuur van de aarde Gordel van vulkanen Korst Mantel Buitenkern Binnenkern De snelheden waarmee de golven zich voortplanten geven informatie over de samenstelling en de temperatuur van het gesteente. Seismogrammen leveren dan ook de meest gedetailleerde informatie over de diepe inwendige structuur van de aarde. De globale opbouw van de aarde is sinds 1940 bekend (zie figuur links). In de laatste decennia worden de variaties van plaats tot plaats in kaart gebracht. Zo krijgen we een beeld van wat er zich in de aarde afspeelt. De figuur rechts toont een doorsnede van de aarde door Midden-Amerika. Blauwe kleuren geven een relatief hoge snelheid aan, rode kleuren een lage snelheid. De schuine blauwe zone wordt verklaard door de koude oceanische lithosfeer die in de aardmantel schuift. Oceanische korst Oceanische lithosfeer Astenosfeer