Verkiezingen in Burundi Informatienota vooraf Deze nota is een informatieve nota die vnl. over het juridisch kader van de verkiezingen gaat en daar enige commentaar aan toevoegt. Ze bevat geen contextanalyse. De informatie is vnl. gebaseerd op de grondwet, de kieswet en de gemeentewet. Die zijn alle drie opgesteld in de geest van het vredesakkoord van Arusha van augustus 2000 . De grondwet werd na referendum in februari ll. met 90,10% ja-stemmen bekrachtigd. De twee andere wetten werden door het parlement goedgekeurd en in april afgekondigd. 0. Inleiding Na de verkiezingen in 1993 die uitmondden in een burgeroorlog is het straks de eerste keer in 12 jaar dat de Burundezen kunnen gaan stemmen. De eerste overgangsregering stond, zoals voorzien was in het vredesakkoord van Arusha, o.l.v. een Tutsi-president. Ze werd met vertraging aangesteld, maar gaf de fakkel na 18 maanden zoals voorzien was door aan een tweede interim-regering die onder leiding staat van een Hutu-president. De transitieperiode werd na afloop op 1 november 2004 twee maal verlengd, omdat de nodige voorwaarden niet waren vervuld om aan verkiezingen te beginnen. Na de stemming van de kieswet en de gemeentewet in april kon de definitieve verkiezingskalender worden vastgelegd: 3 juni voor de gemeenteraad, 4 juli voor de kamer van volksvertegenwoordigers, 19 juli voor de senaat en 19 augustus presidentsverkiezingen. Op 6 september volgen dan de verkiezingen van de heuvelraden op het laagste politieke echelon. De internationale gemeenschap steunt het democratiseringsproces. Het budget, dat vandaag 20,1 miljoen USD bedraagt, wordt volledig door de internationale gemeenschap gefinancierd. Sommige donoren geven ook materiële steun. De vredesmissie van de VN voor Burundi, ONUB, heeft o.m. een mandaat voor het verzekeren van een goed verloop van de verkiezingen en staat de nationale verkiezingscommissie (CENI) in raad en daad bij. Er bestaan nu 35 partijen en partijtjes. Ze zullen bijna allemaal deelnemen aan deze verkiezingen, naast lijsten met onafhankelijke kandidaten. Buiten het FNL zijn alle ex-rebellen groepen nu erkend als politieke partijen. Het is pas in mei dat deze laatste gewapende verzetsgroep een akkoord sloot met de regering. De veiligheid zou nu moeten weerkeren in het hele land. 1 1.De gemeenten De heuvelraden en wijkraden Deze raden op het laagste politieke echelon bestaan uit 5 leden die rechtstreeks worden verkozen voor een mandaat van 5 jaar. Het raadslid met het grootste aantal stemmen wordt chef de la colline (op het platteland) of chef de quartier (in stedelijk gebied). Bij de eerste post-transitieverkiezingen komen de kandidaten voor deze verkiezingen op als onafhankelijken. Het mandaat van deze raden is te waken over de realisatie van lokale ontwikkelingsplannen in samenspraak met de gemeenteraad- en het handhaven van de sociale vrede op het lokale vlak, adviezen te verstrekken over zaken die de heuvel aangaan en het beheer van de heuvel te garanderen. De lokale chef organiseert 3 keer per jaar een open vergadering met de bevolking om een analyse te maken van de lokale situatie (politiek, sociaal, economisch, en op het vlak van veiligheid). Commentaar Normaal moesten deze verkiezingen de eerste stap zijn in het hele verkiezingsproces, voor de gemeenteraadsverkiezingen dus. Maar omwille van tijdsgebrek (?) heeft de CENI besloten deze verkiezingen te laten plaatshebben in september, na de presidentsverkiezingen. Op dit laatste echelon is er nergens sprake van een minimum van 30% vertegenwoordiging van vrouwen, dat op alle andere niveau’s wel speelt. Nochtans kunnen vrouwen op het lokale vlak een belangrijke politieke rol spelen die nadien op hogere echelons een weerslag kan krijgen De zone De zone is een gedeconcentreerd administratief gebied binnen een gemeente op het niveau tussen de heuvel/wijk en de gemeente. De chef de zone wordt door de gemeenteraad benoemd op voorstel van de burgemeester en is de vertegenwoordiger van deze laatste. Hij coördineert de ontwikkelingsinitiatieven die door de gemeente in zijn zone worden opgezet. Commentaar De relatie tussen een chef de zone en een chef de colline is niet erg duidelijk. Het lijkt er op dat een chef de colline, die nochtans door de bevolking is verkozen, minder te zeggen zal hebben dan de benoemde chef de zone. Dit zou op termijn de democratie op het laagste echelon in vraag kunnen stellen. Definiëring van de gemeente Het zal de eerste keer zijn dat de gemeenteraden in Burundi democratisch worden verkozen. Vroeger werden ze door de provinciegouverneurs benoemd. De gemeenten zullen in de toekomst een belangrijkere rol gaan spelen dan in het verleden. Ze zullen meer bevoegdheden krijgen en een meer centrale rol gaan spelen in lokale ontwikkeling. De gemeenteraad zal verantwoording moeten afleggen aan de bevolking. 2 Het gaat om echte decentralisatie, waarbij de gemeenten rechtspersoonlijkheid hebben en over grondwettelijke en financiële autonomie beschikken. De gemeenteraad De gemeenteraad bestaat uit 25 leden. Deze worden rechtstreeks verkozen op geblokkeerde lijsten van politieke partijen of van onafhankelijken. Hun mandaat is vijf jaar. Een lijst moet minimum 2% van de stemmen halen om te mogen zetelen in de gemeenteraad. Alle lijsten moeten, zoals de grondwet het stelt, rekening houden met etnische evenwichten (60% Hutu, 40% Tutsi) en met genderevenwichten (30% vrouwen op de lijsten). Indien deze evenwichten niet bereikt zijn bij de uitslag van de stemming is het aan de nationale verkiezingscommissie om over te gaan tot coöptatie op basis van de resultaten van de verkiezingen. Commentaar Alle evenwichtsoefeningen in de grondwet, de kieswet en de gemeentewet, zijn een resultaat van de akkoorden van Arusha. Ze hebben te maken met een politieke conjunctuur maar garanderen op zich geenszins dat de politieke aanpak in Burundi morgen anders zal zijn dan gisteren. Het bannen van corruptie, van regionalisme, het stoppen van straffeloosheid, respect voor de mensenrechten, goed bestuur en strijd tegen de schrijnende armoede zullen afhangen van de politieke wil van de verkozenen en niet van het feit dat ze Hutu of Tutsi of vrouw zijn. De ethnie zou niet langer het uitgangspunt mogen blijven van politieke projecten maar wel een programma met een duidelijke maatschappijvisie. In die zin is de nieuwe grondwet met haar etnische inslag hopelijk een interim grondwet die met de tijd kan veranderen. Het evenwicht tussen de 2 grootste etnieën -Hutu en Tutsi- dat nu bij grondwet wordt verzekerd in een 60-40 verhouding, zijn een gevolg van het vredesakkoord van Arusha. Bij de ondertekening van het akkoord ging men er van uit dat dit een evenwicht zou creëren op politiek vlak tussen de G7 (Hutu-partijen) en de G-10 (Tutsi-partijen) - evenwichten maar intussen is de situatie geëvolueerd. Hutu en Tutsi wordt niet langer geïnterpreteerd als behorende tot een bepaalde politieke familie en het verdelen van de quota zal dus ook geen verdeling tussen partijen zijn. Vele partijen hebben intussen meerdere kandidaten van verschillende etnie op hun lijst staan. Dat zal wellicht als gevolg hebben dat de Tutsi-minderheid zich niet langer politiek beschermd zal weten, wat aanleiding kan geven tot toekomstige politieke spanningen. Eén van de elementen in de kieswet waar velen niet tevreden over zijn is dat de bevolking de gemeenteraad en het parlement niet rechtstreeks kan kiezen maar via geblokkeerde lijsten. Men stemt dus voor een partij die zelf bepaald heeft wie er prioritair zal verkozen worden. De onafhankelijke kandidaten moeten ook opkomen met een geblokkeerde lijst. De manier waarop zo’n lijst tot stand komt is ver van transparant: wie bepaalt wie eerst of laatste op de lijst zal staan? De kiezer zal een onafhankelijke kandidaat in geen geval vrij kunnen kiezen. De keuze zal afhangen van wie er voor hem op de lijst eerst verkozen kan worden. De manier waarop de geblokkeerde lijsten tot stand komen, is in de meeste gevallen ver van transparant. Dominante personen in een bepaalde kiesomschrijving maken de wet en bepalen de volgorde van de kandidaten, waarbij intimidatie legio blijkt te zijn. 3 Het evenwicht tussen Hutu en Tutsi en tussen mannen en vrouwen die o.m. bij grondwet zijn voorzien kan ook na de verkiezingen voor problemen zorgen. De nationale verkiezingscommissie zal in vele gevallen moeten overgaan tot coöptatie om voor dit evenwicht te zorgen, wat dikwijls geen sinecure zal blijken te zijn en waar het recht van de sterkste kan gelden. Er zijn geen duidelijke richtlijnen voor de coöptatie bij wet voorzien, wat de deur openzet voor politieke handel. Is het aan de verkiezingscommissie om die besprekingen te voeren, terwijl zij eigenlijk alleen zou moeten waken over de correcte technische uitvoering van het coöptatiemechanisme? Het resultaat van de systemen van geblokkeerde lijsten en coöptatie kan zijn dat de bevolking in meerdere gevallen gedirigeerd zal worden door mensen voor wie ze eigenlijk niet heeft gekozen (bvb. kandidaten met bloed aan hun handen, gezien de straffeloosheid nog niet werd aangepakt). Dit gebrek aan legitimiteit kan na de verkiezingen tot ongenoegen leiden en tot problemen van goed bestuur. Omdat de verkiezingen op de laagste echelons de basis zouden moeten leggen voor democratie op het nationale vlak, is het belang van deze gemeenteraadsverkiezingen dan ook ontzettend groot. Het wordt te vaak geminimaliseerd. De provinciale verkiezingscommissie deelt de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen mee. Op nationaal vlak mag een etnische groep niet meer dan 2/3 administrateurs communaux leveren. Het is de CENI die hierover waakt. Bij deze eerste verkiezingen gaan de kersverse gemeenteraden, na consultatie door de CENI, over tot de verkiezing van de administrateur communal, rekening houdend met die consultaties die de etnische en genderevenwichten moeten garanderen.Ook worden de voorzitter en vice-voorzitter van de gemeenteraad dan verkozen. Commentaar Welke legitimiteit zal een administrateur communal hebben wanneer hij gecoöpteerd werd om een nationaal evenwicht te bereiken? Toch moet het vertrouwen in de democratie op de laagste echelons beginnen... Voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen mag het parlement een nieuwe wet stemmen die toelaat dat de administrateurs communaux rechtstreeks kunnen worden verkozen Administrateur communal, voorzitter en vice-voorzitter van de raad worden dit keer dus door de gemeenteraad bij absolute meerderheid van stemming verkozen in een geheime stemming, onder supervisie van de provinciale verkiezingscommissie. 2. De verkiezing van het parlement Het Burundese parlement heeft een kamer van volksvertegenwoordigers (Assemblée nationale) en een senaat. De kamerleden worden rechtsreeks verkozen op basis van geblokkeerde lijsten. De kiesdistricten vallen samen met de provincies, het aantal kamerleden per provincie wordt proportioneel vastgesteld naargelang het aantal inwoners per provincie. De senaat wordt gekozen door een kiescollege van gemeenteraadsleden. Hun mandaat is vastgesteld op 5 jaar. 4 De kamer van volksvertegenwoordigers De kamer telt minstens 100 leden, waarbij dezelfde etnische en genderevenwichten worden gerespecteerd als bij de gemeenteraden. Dwz dat per lijst per 3 opeenvolgende kandidaten er slechts 2 van dezelfde ethnie mogen zijn en 1 per 4 (dat maakt geen 30%?) een vrouw moet zijn. Ook onafhankelijke kandidaten moeten een geblokkeerde lijst samenstellen, die een dubbel aantal kandidaten telt dan de zetels die in het kiesdistrict worden voorzien. Mogen zetelen de kandidaten van lijsten die op nationaal vlak de kiesdrempel van 2 % hebben behaald. De CENI moet voor de nodige evenwichten zorgen als die niet in de uitkomst van de verkiezing liggen. De coöptatie gebeurt in overleg met de partijen die minstens 5% van de stemmen hebben behaald. Ook coöpteert de nationale verkiezingscommissie drie kamerleden van de Twa-etnie. Commentaar Voor vragen bij de coöptatie, zie blz.4 Hoe zal de coöptatie van de Batwa -een minderheidsetnie van 5%- voor kamer en senaat verlopen? Gezien de wet niets over procedures zegt in dit verband, heeft de CENI hier alle vrijheid om aan te stellen wie ze wil, en zullen deze parlementairen niet noodzakelijk de steun hebben van hun eigen gemeenschap. Bij deze eerste verkiezingen komt er nog een speciale maatregel dat, indien één partij 3/5 van alle zetels haalt, 18 tot 21 kamerleden extra worden gecoöpteerd door de CENI, evenredig met het aantal partijen dat minstens 2% van de stemmen behaalde of 2 personen per lijst indien er meer dan 7 partijen deze kiesdrempel hebben behaald. Het Bureau van het parlement bestaat uit een voorzitter, en evenveel vice-voorzitters als er parlementaire groepen zijn (Hun aantal wordt vastgelegd in het intern reglement van de kamer dat in eerste zitting wordt opgemaakt). Het bureau moet ook weer rekening houden met de evenwichten in ethnie en gender. De senaat De senaat bestaat uit 2 vertegenwoordigers per provincie en wordt verkozen door een kiescollege dat is samengesteld uit leden van de gemeenteraden per provincie, van verschillende etnische afkomst. De etnische verhouding moet er 50%-50% liggen. Daarbij komen er 3 gecoöpteerde leden van de Batwa gemeenschap, en oud-staatshoofden. Minimum 1/3 van de senaat moet vrouw zijn. Bij onevenwichtig resultaat gaat ook hier de CENI weer over tot coöptatie na overleg met de partijen: elke partij die minstens 5% van de stemmen haalde krijgt een gelijk aantal extra zetels toegewezen. Iedere partij stelt haar kandidaat voor. Onafhankelijken kunnen ook opkomen. Is verkozen, hij/zij die 2/3 van de stemmen behaalt. Als dat niet lukt komt er een tweede ronde en eventueel een derde ronde tussen de twee kandidaten met het grootste aantal voorkeurstemmen. Degene die dan het meeste stemmen haalt wordt senator. 5 3. De verkiezing van de president van de republiek De president zal bij deze eerste verkiezingen worden verkozen door het congres van Kamer en Senaat, bij 2/3 meerderheid. Als dit in een eerste ronde geen resultaat geeft organiseert men zoveel ronden als er nodig zijn om 2/3 van alle stemmen in het parlement te bekomen. De transitie-presidenten mogen zich niet kandidaat stellen voor deze eerste verkiezingen. De eerste post-transitiepresident mag het parlement niet ontbinden. De verkiezingscampagne zal georganiseerd worden door de bureau’s van kamer en senaat. Bij volgende verkiezingen zal de president van de republiek rechtstreeks worden verkozen bij absolute meerderheid van stemmen, indien nodig in twee stemrondes waarbij de twee kandidaten met het grootste aantal stemmen uit de eerste ronde het tegen elkaar opnemen. Bij de tweede ronde heeft de kandidaat een gewone meerderheid van stemmen nodig om verkozen te worden. Kandidaten kunnen worden voorgedragen door een partij of opkomen als onafhankelijke. Elke kandidatuur moet worden ondersteund door een groep van 200 personen, waarbij de etnische en genderevenwichten worden gerespecteerd. Het mandaat duurt vijf jaar en is één maal verlengbaar. De president wordt bijgestaan door 2 vice-presidenten van verschillende etnie en niet behorend tot dezelfde politieke partij. Zij worden gekozen in en door het parlement en worden benoemd door de president. Ook de regering zal in haar samenstelling moeten rekening houden met de evenwichten in etnie en gender. Bovendien stipuleert de grondwet dat de minister van defensie en de minister die de politie onder zijn/haar bevoegdheid heeft, niet van dezelfde etnie mogen zijn. De gouverneurs in de provincies worden benoemd door de president na overleg met de vicepresidenten en bekrachtiging door de senaat. Commentaar Tijdens de bespreking van het voorstel van nieuwe grondwet gingen er vele stemmen op voor rechtstreekse verkiezing van de president van de republiek, wat uiteindelijk werd verworpen. Het belangrijkste argument was geen precedent te scheppen in het terugkomen op de verworvenheden van het Arusha-akkoord. De grondwet voorziet trouwens dat in een volgende fase de president van de republiek wel rechtstreeks kan verkozen worden. 4. Over de voorbereiding van de verkiezingen en de observatie De voorbereidingstijd voor de verkiezingen is erg kort sinds de afkondiging van de definitieve verkiezingskalender. Daardoor hebben de partijen onvoldoende tijd om hun militanten en kandidaten over het hele land te contacteren en te vormen. Voornamelijk in het binnenland komen er nogal wat kandidaten op die absoluut geen kaas hebben gegeten van politiek. De grondwet voorziet in coalitievorming van partijen. Dat is niet meer opgenomen in de kieswet, na debat in het parlement hierover. Dit zal wellicht in het voordeel spelen van de grootste partijen. Alle politieke partijen, de nationale communicatieraad en de minister van binnenlandse zaken als vertegenwoordiger van de regering ondertekenden een code de conduite waarbij ze zich engageren tot een correct gedrag tijdens deze verkiezingsperiode. Voor de rechtstreekse verkiezingen zal per kiesdistrict het aantal stembiljetten (1 biljet per lijst) worden aangeboden aan de kiezer dat overeenkomt met het aantal partijen dat opkomt in dat kiesdistrict. 6 De stemming is geheim. Ze gebeurt door het stembiljet van de partij naar keuze in een enveloppe te steken en in de stembus te stoppen. De overige stembiljetten gooit men eerst in een vuilzak in het stemhokje. De bevolking weet nauwelijks hoe ze zal moeten gaan stemmen gezien de korte tijd en het gebrek aan fondsen om de bevolking voor te bereiden op de verkiezingen en uit te leggen hoe er geldig wordt gestemd. Wat zal er straks in het stemhokje gebeuren? De partijen ontvangen van de verkiezingscommissie een subsidie voor het organiseren van de campagne, gaande van 9000 tot 100 USD, al naargelang de grootte van de partij. Maar dat geld was bij het schrijven van dit artikel nog niet uitbetaald. De civiele maatschappij en de media Zowel de civiele maatschappij als de media hebben zich de jongste maanden erg actief en competent getoond en zijn een belangrijke actor in het democratiseringsproces. Met weinig ervaring in het verleden profileren ze zich nu meer en meer op professionele wijze op het nationale politieke toneel en spelen hun rol als verantwoorde, kritische bevragers van de politieke scène. De civiele maatschappij moet echter vechten om aan haar trekken te komen en vindt bijna nergens tijdig financiële steun om activiteiten van burgeropvoeding te organiseren of een monitoringsysteem voor de verkiezingen op te zetten. COSOME, een coalitie van 17 grote organisaties waaronder de kerken, die haar sporen verdiende met de observatie van het referendum gaat ook nu met een minimale organisatie aan de slag, voorlopig vnl. met 11.11.11-geld. Iedereen heeft de mond vol van het ‘burundizeren’ van het democratiseringsproces, dat in het begin sterk werd gestimuleerd door de regionale en internationale gemeenschap zonder dat de Burundezen het zich echt hadden eigen gemaakt, maar als het nu op daden aankomt is er weinig steun en erkenning. Nochtans verhoogt onafhankelijke monitoring van het verkiezingsproces en van de verkiezingen de geloofwaardigheid ervan. Een coalitie van vrouwenorganisaties heeft amendementen ingediend op het voorstel van constitutie. De 30% vrouwenvertegenwoordiging is daar een weerslag van. Een coalitie van organisaties heeft zich geëngageerd in de periode van de voorbereiding van de gemeentewet om amendementen op de gemeentewet in te dienen. Ze wilden bereiken dat de gemeente de motor wordt van lokale ontwikkeling en dat de bestuurders op regelmatige basis verantwoording moeten afleggen aan de kiezers, door openbaarheid van bestuur. Drie van de vijf amendementen die ze indienden zijn opgenomen in de wet. De media, die de laatste jaren sterk ontwikkelden in Burundi –vnl. de radio’s-, speelden hun rol reeds voorbeeldig bij het referendum. Ze bereiden zich nu ook in synergie zo goed mogelijk voor op de verkiezingen door inhoudelijke bevraging te organiseren van kandidaten en te vermijden dat de media boodschappen van intolerantie of racisme zouden uitzenden. Ze willen de kiezer doen begrijpen dat het politieke programma belangrijker is dan de etnie van de kandidaat. En dat is van cruciaal belang voor het slagen van het democratisch proces in een land waar etnisch gecreëerde tegenstellingen in het verleden meerdere malen zeer zware gevolgen hebben gehad. Geerte Bossaerts 11.11.11 Kantoor Kampala 27 mei 2005 7