OLVG, locatie Oost Botbreuken U heeft een gebroken bot, ook wel fractuur genoemd. Een botbreuk kan variëren van een scheurtje in het bot tot een volledige verbrijzeling van het bot. Welke klachten kunt u hebben? En hoe kunnen we een botbreuk behandelen? Dat en meer leest u in deze folder. Welke klachten kunt u hebben? Bij elke botbreuk heeft u pijn. Ook ontstaat er een zwelling door de bloeduitstorting bij de breuk. Meestal kunt u niet meer bewegen zoals u gewend was. Hoe behandelen we de botbreuk? De behandeling van het gebroken bot is afhankelijk van de volgende factoren: welk bot is gebroken de soort breuk is er een gewricht bij betrokken hoe is de toestand van de weefsels in de directe omgeving van de breuk hoe is uw algehele gezondheidstoestand. Sommige botbreuken genezen spontaan, bijvoorbeeld gebroken ribben of vingertoppen. Bij andere botbreuken is tijdelijk rust nodig, waarna u snel kunt starten met oefeningen. Dit kan bijvoorbeeld bij breuken van het sleutelbeen, vinger of middenhandsbeenderen, bij sommige wervelbreuken en bekkenfracturen. Ook is soms een behandeling mogelijk met een speciaal tape, kinesiotape. Meer informatie hierover staat in de folder ‘Behandeling met kinesiotape’. Andere behandelingen van fracturen zijn: behandeling met gips een operatie verschillende andere behandelingen De arts bespreekt met u welke behandeling voor u het beste is. Behandeling met gips Gips houdt de gebroken botstukken zo goed mogelijk op hun plaats. Soms moet de arts de gebroken botdelen eerst op de juiste plaats zetten. Dit kan pijnlijk zijn. U krijgt dan goede pijnstillers. De gipsbehandeling wordt vooral gedaan als de botstukken niet of bijna niet van hun plaats zijn gegaan. Ook breuken bij kinderen worden vaak met gips behandeld. Een nadeel van gips is dat spieren verslappen, gewrichten verstijven en er minder kalk in de botten komt. Oorzaak is dat vaak ook gips moet om de gewrichten in de buurt van de breuk. Hoe leggen we gips aan? De gipsverbandmeester legt het gips aan. Vaak maakt hij eerst een soort spalk van gips. Dan zit het gips niet helemaal rondom het lichaamsdeel met het gebroken bot. Hierdoor krijgt de zwelling genoeg ruimte. Het bloed in de arm of het been kan dan goed blijven stromen. Als de zwelling is afgenomen kan de gipsverbandmeester het gips zonodig helemaal rondom maken. Vaak maken we in het begin enkele keren een röntgenfoto om te controleren of de botstukken goed op hun plaats zijn gebleven. Soms wordt het gips in een latere fase aangepast. Bij bijvoorbeeld een beenbreuk krijgt u dan loopgips. Wat gebeurt er tijdens een operatie? Bij een operatie maakt de arts de gebroken botstukken stevig aan elkaar. U kunt dan direct na de operatie met het been of de arm gaan oefenen met bewegen. Hierdoor blijven de spieren stevig, de gewrichten soepel en ontkalkt het bot niet. Voor de operatieve behandeling bestaan de volgende technieken: vastmaken van een plaat met schroeven op het gebroken botstuk vastmaken van schroeven in het gebroken botstuk vastmaken van pennen door de mergholte van het bot vastmaken van pennen die door de huid heen in het bot worden geboord. Ze worden dan buiten het been of arm stevig met elkaar verbonden. Dit heet externe fixatie. vervangen van een afgebroken botdeel door een prothese. De behandelend arts bespreekt met u welke techniek de voorkeur heeft. Nadelen van een operatie ten opzichte van de gipsbehandeling: Verdoving of narcose is nodig. Vooral de weefsels rondom het bot worden beschadigd. Vaak moeten we het materiaal ook weer verwijderen nadat de breuk is genezen. U moet dan nog een keer geopereerd worden. Er is kans op complicaties. Complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo bestaat ook bij de operatie van de botbreuk de normale kans op complicaties, zoals trombose, blaasontsteking, longontsteking, nabloeding en wondinfectie. Andere complicaties kunnen zijn: de breuk geneest langzamer dan normaal (delayed union) of wil helemaal niet genezen posttraumatische dystrofie of complex regionaal pijnsyndroom. De breuk geneest te langzaam of helemaal niet Een breuk die langzaam geneest is vaak een ingewikkelde breuk. De weefsels om de breuk kunnen erg beschadigd zijn. Als onvoldoende bloed in de gebroken botstukken komt, kan de breuk niet of langzaam genezen. Ook een infectie of onvoldoende stabilisatie van de botbreuk kunnen langzame genezing van de botbreuk veroorzaken. OLVG, locatie Oost Botbreuken 2 Bij een vertraagde genezing zijn vaak nieuwe ingrepen nodig. Bot gaat soms beter groeien via schokgolven of elektromagnetische velden. Als het bot daardoor niet geneest, is een nieuwe operatie nodig. Dan is vaak bottransplantatie nodig. De arts geeft u dan meer informatie. Posttraumatische dystrofie Bij posttraumatische dystrofie reageert het lichaam heel sterk op een letsel (bijvoorbeeld een wond of kneuzing) aan arm of been. Het wordt ook wel complex regionaal pijnsyndroom genoemd. Ook in andere delen van het lichaam kunnen klachten ontstaan. Opvallend is dat de pijn veel erger is dan je mag verwachten bij het letsel. Het is niet bekend hoe een posttraumatische dystrofie ontstaat. In Nederland krijgen ongeveer 8000 mensen per jaar symptomen die wijzen op een posttraumatische dystrofie. Als er complicaties zijn, neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Chirurgie. Buiten kantooruren kunt u bellen met de afdeling Spoedeisende Hulp. Andere behandelingen Er bestaan ook andere manieren om de botstukken ten opzichte van elkaar op hun plaats te houden. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van gewichten. Het been kan dan op een speciale slede liggen, eventueel in een gipsspalk. Deze methode kan ook tijdelijk zijn totdat een andere definitieve behandeling met gips of een operatie mogelijk is. Door de toestand van de weefsels in de omgeving van de breuk kan bijvoorbeeld een operatie nog niet plaatsvinden. OLVG patiëntenfolders Opname afdeling Chirurgie Anesthesiologie - pre-operatief onderzoek volwassenen Uw arm of been in het gips? Behandeling met kinesiotape Posttraumatische dystrofie Operatie/ingreep Het is altijd mogelijk dat een operatie uitgesteld wordt door onvoorziene omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die spoedeisende hulp nodig heeft. Hij krijgt om medische redenen altijd voorrang. Uiteraard stellen wij dan alles in het werk om u zo snel mogelijk te opereren/te behandelen. OLVG is een opleidingsziekenhuis. Dat betekent dat de chirurg altijd geassisteerd wordt door een arts-assistent in opleiding tot chirurg. Ook kan het zo zijn dat een arts-assistent de operatie verricht. OLVG, locatie Oost Botbreuken 3 Vragen? U kunt ons gewoon bellen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op of kijk op www.olvg.nl Heeft u vragen over de vergoeding of betaling? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar of kijk op www.olvg.nl/zorgnota Meer informatie online Meer informatie vindt u ook op de volgende website(s): www.olvg.nl/chirurgie Contact polikliniek Chirurgie, locatie Oost T 020 599 30 58 (ma t/m vrij 8.00 – 16.30 uur) E [email protected] P3 Deze informatie is een aanvulling op het gesprek dat u met de chirurg heeft gehad. Voor u kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. OLVG patiëntenfolders (indien van toepassing): verpleegafdeling Chirurgie, locatie Oost (opname en verblijf afdeling Chirurgie en opnamedatum). Anesthesiologie volwassenen afdeling Spoedeisende Hulp (SEH), locatie Oost T 020 599 30 16 (7 dagen per week, dag en nacht bereikbaar) Oost Oosterpark 9 1091 AC Amsterdam West Jan Tooropstraat 164 1061 AE Amsterdam Spuistraat Spuistraat 239 A 1012 VP Amsterdam IJburg IJburglaan 727 1087 CH Amsterdam Algemene voorwaarden: www.olvg.nl/algemene_voorwaarden. Klacht of opmerking: ga naar www.olvg.nl/klacht Redactie en uitgave: Marketing en Communicatie, 16 juni 2017, 0547 OLVG, locatie Oost Botbreuken 4