Model kwalitatieve verplichting Groen Ontwikkelfonds Brabant B.V. Eindversie 10 september 2015 Overeenkomst tot vestiging kwalitatieve verplichting De ondergetekenden: 1. Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB), vertegenwoordigd door de Directeur, te dezer zake vertegenwoordigd door mevrouw M. Fiers , wonende 5622CJ Eindhoven, Pastoor van Arsplein 27, geboren te Bladel en Netersel op 5 oktober negentienachtenzestig, wiens paspoortnummer is NUBD8C795, en op grond van het bepaalde in het besluit van de Directeur deze rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna te noemen het “Fonds”, die in deze in de plaats treedt van de Provincie Noord-Brabant. 2. Dhr/mevr. [evt titulatuur, voorletters, Achternaam], wonende [postcode, woonplaats, adres], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum; voluit geschreven], wiens paspoortnummer is N [nummer], hierna te noemen de “grondeigenaar”. Overwegende dat: - Het Fonds met grondeigenaren en eventuele (erf)pachters een partnerschap wil aangaan om een deel van het Natuur Netwerk Brabant samen met hen te realiseren; - Het Fonds en de grondeigenaar overeenstemming hebben over de wijze waarop het Natuur Netwerk Brabant wordt gerealiseerd en dit hebben vastgelegd in het inrichtingsplan, dat aan deze overeenkomst is gehecht; - Het Fonds en de grondeigenaar overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop de grondeigenaar wordt gecompenseerd voor zijn inzet en bijdrage aan de realisatie van Natuur Netwerk Brabant zoals vastgelegd in het inrichtingsplan; - Bij besluit van “Datum” met kenmerk “Cxxxxx/xxx” subsidie is verleend op grond van het Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV voor de financiering van de compensatie voor de grondeigenaar voor het omzetten van landbouwgrond naar natuurfunctie; - Het inrichtingsplan, ter realisatie en vervolgens instandhouding van Natuur Netwerk Brabant, voor onbepaalde tijd moet worden uitgevoerd en gehandhaafd; - Het Fonds en de grondeigenaar ten behoeve van die instandhoudingsplicht voor onbepaalde tijd op de gronden, die als het Natuur Netwerk Brabant worden ingericht een kwalitatieve verplichting willen vestigen ten gunste van het Fonds, en bij/na diens ontstentenis ten gunste van de provincie Noord-Brabant; - De grondeigenaar deze verplichting die voortvloeit uit het partnerschap met het Fonds en daarmee uit het Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV aanvaardt en als kwalitatieve verplichting wil laten vestigen op betreffende grond(en); Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1 Voor de betekenis van de gehanteerde begrippen wordt aangesloten bij hetgeen in het Investeringsreglement van het Groen Ontwikkelfonds BV zoals gepubliceerd op “Zie beschikking”, hierna te noemen de “regeling”, hieromtrent is bepaald. (aanhechten of opnemen) Artikel 2 De grondeigenaar is eigenaar van de gronden, kadastraal bekend gemeente “Zie projectplan”, met een totale grootte van “xxxx” hectare. Van deze gronden wordt deze kwalitatieve verplichting gevestigd op “xxxx” hectare, zijnde XXX hectare op “Perceelsnummer” en “eventueel meer percelen en groottes”, conform het bij het fonds ingediende projectplan en bijgevoegde kadastrale kaart, hierna te noemen: het “terrein”. Artikel 3 a. De grondeigenaar gebruikt het terrein voor natuurdoelen en gedoogt op het terrein voor onbepaalde tijd de ontwikkeling dan wel instandhouding van het natuurbeheertype waarvoor subsidie is verleend op grond van de regeling, zijnde “benaming natuurdoeltype(s)”, of de ontwikkeling, dan wel instandhouding van een ander natuurbeheertype voor zover het GOB of bij diens ontstentenis Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend; b. De grondeigenaar laat datgene na dat het gestelde onder a belemmert, bemoeilijkt of verhindert; c. De grondeigenaar gebruikt het terrein niet voor andere doeleinden dan voor de ontwikkeling dan wel instandhouding van beheer volgens aangehecht inrichtingsplan waarvoor subsidie is verleend op grond van de regeling, of de ontwikkeling, dan wel instandhouding van een ander natuurbeheertype voor zover Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant hiervoor schriftelijk toestemming hebben verleend. d. De grondeigenaar duldt effecten op zijn terrein die ontstaan door hydrologische maatregelen in zijn omgeving ten behoeve van natuurdoelen, Natura2000 en de Kaderrichtlijn Water.1 Artikel 4 De grondeigenaar vestigt bij deze ten laste van het (deel van het) terrein zoals weergegeven op bijgevoegde kaart ten behoeve van het Fonds en bij diens ontstentenis de provincie Noord-Brabant een kwalitatieve verbintenis overeenkomstig artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek van de inhoud, zoals hiervoor in artikel 3 is aangegeven. De kosten van de akte voor de vestiging van de kwalitatieve verplichting en inschrijving ervan zijn voor rekening van het Fonds. Artikel 5 1. Indien de grondeigenaar één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte niet nakomt, kan het Fonds nakoming vorderen en kan bij blijvende toerekenbare tekortkoming de overeenkomst ontbinden. 2. Alvorens het Fonds de overeenkomst kan ontbinden naar aanleiding van niet-nakoming van één of meer bepalingen van artikel 3 van deze akte door de grondeigenaar, dient zij de grondeigenaar schriftelijk bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot concreet te wijzen op de nietnakoming en aan te manen om binnen de daarbij door het Fonds realiseerbaar geachte te bepalen termijn van in ieder geval ten minste acht weken alsnog aan zijn verplichting(en) te voldoen. 3. Als het Fonds nakoming van de overeenkomst vordert, is de grondeigenaar verplicht om de nietnakoming van één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte op eerste aanzegging te staken en het terrein in de staat te herstellen waarin het verkeerde vóór de niet-nakoming van één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte, zulks op, naar keuze van het Fonds, straffe van de in het vierde lid gemelde dwangsom. 4. Na de termijn, bedoeld in het tweede lid, kan het Fonds, indien de grondeigenaar niet alsnog aan zijn verplichtingen die voortvloeien uit één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte heeft voldaan: 1 Dit speelt in de natte natuurparels, vrijwel alle gelegen in de Rijks EHS, waar nog niet overal een GGOR is bepaald. In dat geval maken vooraf waterschap, eigenaar, GOB en indien relevant aanliggende natuurbeheerder een inschatting wat de implicaties zijn en leggen vast in het beheer- en inrichtingsplan en bijbehorende akkoordverklaring van het waterschap. Op het moment dat e.e.a. niet goed kan worden ingeschat wordt uitgegaan van de waterhuishouding die hoort bij vochtig hooiland. De taxatie wordt gebaseerd op deze afspraken. A. Overgaan tot invordering van een dwangsom ten bedrage van ten hoogste € 500,vermenigvuldigd met het aantal hectares, bedoeld in artikel 2, voor iedere week dat de grondeigenaar, na ontvangst van de in het tweede lid omschreven aanmaning, één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte niet naleeft; B. Indien na het opleggen en invorderen van de dwangsom als hiervoor onder 4.A. is bepaald de grondeigenaar in gebreke blijft, de overeenkomst ontbinden naar aanleiding van niet-nakoming van één of meer bepalingen van artikel 3 van deze akte door de grondeigenaar, waarbij de grondeigenaar van rechtswege een direct opvorderbare boete verschuldigd is van ten hoogste het subsidiebedrag, zoals dat voor de grondeigenaar bij het besluit van “Datum beschikking” met kenmerk “Cxxxxxx /xxxxxxx” is vastgesteld ten behoeve van het Fonds te vermeerderen met wettelijke rente. De wettelijke rente is ten hoogste 50% van de opvorderbare boete. 5. De wettelijke rente, bedoeld in het vierde lid wordt berekend vanaf de dag van betaling van het subsidiebedrag. 6. Bij de vaststelling van de hoogte van zowel de dwangsom als de boete, als bedoeld in het vierde lid, dient rekening te worden gehouden met de ernst van de niet-nakoming van de overeenkomst. Artikel 6 Op initiatief van eigenaar evalueren partijen telkens na verloop van ten minste een termijn van 10 jaar na de vestiging van de kwalitatieve verplichting of en in hoeverre de inrichtingsmaatregelen uit het aangehechte inrichtingsplan waarvoor de kwalitatieve verplichting wordt gevestigd, in die afgelopen periode van 10 jaar of zoveel korter, hebben geleid tot de vooraf gewenste inrichting van het terrein, waarna het Fonds en de grondeigenaar aanvullend kunnen overeenkomen of en in welke mate het beheer kan worden aangepast. Deze eventuele aanpassingen dienen dan bij middels notariële akte eveneens in de kwalitatieve verplichting te worden aangepast. De kosten van de akte en inschrijving ervan zijn voor rekening van het Fonds. Artikel 7 Alle geschillen in verband met of voortvloeiend uit deze akte zullen worden beslecht door de bevoegde burgerlijk rechter. Artikel 8 Het Fonds en de grondeigenaar komen overeen dat de overeengekomen verplichtingen om te dulden of niet te doen ten aanzien van het terrein zullen overgaan op diegenen die het desbetreffende goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degenen, die van de rechthebbende op het desbetreffende goed een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. Het Fonds en de grondeigenaar machtigen elkander over en weer om de inhoud van deze akte daartoe als beding in de zin van artikel 252 Boek 6 Burgerlijk Wetboek in te schrijven in de desbetreffende (openbare) registers op de wijze, zoals de toepasselijke wetten dit voorschrijven. De kosten van het opmaken van deze notariële akte(n) en van de inschrijving(en) ervan in de openbare registers zijn ten laste van het Fonds. Bij functiewijzing van gronden worden deze kosten rechtstreeks door het Fonds betaald. Bij grondverweving wordt de initiatiefnemer geacht dit te betalen uit de 5% extra kosten in de subsidiebeschikking (zie Investeringsreglement). Deze volmacht is als onderdeel van deze overeenkomst en als mede ten bate van de gemachtigde van het Fonds gemaakt onherroepelijk en vervalt niet door overlijden of onbekwaamheid van de grondeigenaar of beperkt gerechtigde. Ondertekening