Een wereld geschikt voor kinderen

advertisement
Een wereld geschikt voor kinderen
Inhoud
I.
II.
III.
Verklaring
Overzicht van de vooruitgang die geboekt werd
en de lessen die we hebben geleerd
Actieplan
A.
Bouwen aan een wereld geschikt voor kinderen
B.
Doelstellingen, strategieën en acties
1.
2.
3.
4.
C.
D.
Een betere gezondheid promoten
Kwaliteitsvol onderwijs verschaffen
Bescherming tegen misbruik, uitbuiting en geweld
De strijd aanbinden met HIV/aids
Mobiliseren van middelen
Opvolgingsacties en evaluaties
1
I.
Verklaring
1.
Elf jaar geleden, tijdens de Wereldtop voor kinderen, gingen leiders uit de hele wereld
gemeenschappelijke verbintenissen aan en lanceerden ze een dringende oproep naar de
internationale gemeenschap om elk kind een betere toekomst te geven.
2.
Sindsdien is er veel vooruitgang geboekt, zoals het rapport van de Secretaris-generaal
van de Verenigde Naties, “Wij, de kinderen”, aangeeft. Miljoenen kinderen zijn ontsnapt aan
de dood, nooit gingen zoveel kinderen naar school, steeds meer kinderen nemen actief deel
aan beslissingen die hen aanbelangen en belangrijke verdragen om kinderen te beschermen
werden afgesloten. Deze verwezenlijkingen en resultaten werden echter niet overal in
dezelfde mate bereikt. Vooral in ontwikkelingslanden blijven er vele obstakels bestaan.
Globaal genomen behalen de resultaten niet het niveau van de ondertekende nationale
verplichtingen en de internationale verbintenissen die werden aangegaan.
3.
Wij, Staats- en regeringsleiders en vertegenwoordigers van Staten die deelnamen aan
de Speciale Zitting van de Algemene Vergadering over kinderen, herbevestigen onze
verbintenis aan de doelstellingen en principes vastgelegd in het Handvest van de Verenigde
Naties, en zijn vastbesloten om de wereld te veranderen voor de kinderen en met hen. Daartoe
herbevestigen we ons engagement om de onafgewerkte taken van de Wereldtop voor kinderen
verder af te ronden en om de strijd aan te binden met nieuwe problemen die zich stellen en die
we moeten oplossen om op lange termijn de doelstellingen en objectieven te bereiken zoals
die vastgesteld zijn tijdens recente grote VN-conferenties en bijeenkomsten, in het bijzonder
deze die terug te vinden zijn in de Millenniumverklaring, en dit door nationale acties en
internationale samenwerking.
4.
We herbevestigen de verplichting die we op ons hebben genomen om de Rechten en
het welzijn van alle kinderen - elk mens jonger dan 18 jaar, met inbegrip van adolescenten te promoten en te beschermen. We zijn vastbesloten om de waardigheid van kinderen te
respecteren en hun welzijn te verzekeren. We erkennen dat het Verdrag inzake de Rechten
van het Kind, het meest universeel erkende verdrag inzake de rechten van de mens, en de
aanvullende protocollen een uitgebreid pakket van internationale juridische normen bevatten
voor de bescherming en het welzijn van kinderen. We erkennen eveneens het belang van
andere internationale instrumenten relevant voor kinderen.
5.
We onderstrepen dat we ons verbinden om aan een wereld geschikt voor kinderen te
bouwen waarin duurzame menselijke ontwikkeling, rekening houdend met het belang van het
kind, zich baseert op de principes van democratie, van gelijkheid, van non-discriminatie, van
vrede en sociale gerechtigheid, alsook op de principes van universaliteit, ondeelbaarheid,
onderlinge afhankelijkheid en koppeling van alle mensenrechten, met inbegrip van het recht
op ontwikkeling.
6.
We erkennen en steunen de ouders en de families of, zo nodig, de legale voogden als
de belangrijkste beschermers van de kinderen en we zullen hun capaciteiten versterken om
kinderen in optimale omstandigheden te verzorgen, op te voeden en te beschermen.
2
7.
We nodigen alle leden van de maatschappij uit om samen met ons een wereldwijde
beweging uit te bouwen die zal bijdragen aan een wereld geschikt voor kinderen door onze
verbintenissen in ere te houden en de volgende doelstellingen na te streven:
1. Voorrang geven aan kinderen. In alle acties die kinderen aangaan, zal het belang van
het kind centraal staan.
2. Armoede bestrijden; investeren in kinderen. We herbevestigen onze belofte om de
armoedecyclus in één generatie te doorbreken, in de overtuiging dat investeringen ten
voordele van kinderen en het respect voor hun rechten deel uitmaken van de meest
efficiënte maatregelen om de armoede uit te roeien. Er moeten onmiddellijk maatregelen
genomen worden om de ergste vormen van kinderarbeid te elimineren.
3. Geen enkel kind uitsluiten. Elke jongen en elk meisje wordt vrij geboren met gelijke
waardigheid en gelijke rechten, bijgevolg moet er een einde komen aan alle vormen van
discriminatie ten aanzien van kinderen.
4. Zorgen voor elk kind. Het is belangrijk alle kinderen een goede start in het leven te
beiden. Hun overlevingskansen, hun bescherming, hun groei en ontwikkeling in goede
gezondheid en met een goede voeding vormen de essentiële basis waarop de menselijke
ontwikkeling steunt. We zullen gezamenlijke acties ondernemen om besmettelijke ziekten
te bestrijden, om de hoofdoorzaken van ondervoeding aan te pakken en om kinderen op te
voeden in een veilige omgeving, die hen toestaat te leven in een goede lichamelijke en
mentale gezondheid, zonder zorgen op emotioneel gebied, sociaal vaardig en met de
mogelijkheid om te leren.
5. Onderwijs voor elk kind. Alle kinderen, meisjes evenzeer als jongens, moeten toegang
hebben tot gratis en verplicht basisonderwijs van goede kwaliteit als essentieel deel van
een volledig basisonderricht. Ongelijkheden tussen de geslachten in het lager en
middelbaar onderwijs moeten verdwenen.
6. Kinderen beschermen tegen mishandeling en uitbuiting. Kinderen moeten
beschermd worden tegen elke daad van geweld, misbruik, uitbuiting en discriminatie en
alle vormen van terrorisme en gijzeling.
7. Kinderen beschermen tegen oorlog. Kinderen moeten beschermd worden tegen de
gruweldaden van gewapende conflicten. Kinderen die leven in gebieden onder vreemde
bezetting moeten eveneens beschermd worden, in overeenstemming met de voorschriften
van het internationaal humanitair recht.
8. Bestrijden van HIV/aids. Kinderen en hun familie moeten beschermd worden tegen de
vernietigende effecten van HIV/aids.
9. Luisteren naar kinderen en hun participatie verzekeren. Kinderen en adolescenten
zijn burgers met veel capaciteiten, in staat om te helpen bij de opbouw van een betere
toekomst voor iedereen. We moeten hun recht op meningsuiting en hun participatierecht
in alle zaken die hen aanbelangen respecteren, rekening houdend met hun leeftijd en
maturiteit.
10. De planeet beschermen voor de kinderen. We moeten onze natuurlijke omgeving
beschermen, die met haar diversiteit, haar schoonheid en natuurlijke rijkdommen bijdraagt
aan de kwaliteit van het leven voor de huidige en toekomstige generaties. We zullen geen
enkele inspanning sparen om de kinderen te beschermen en om de impact op kinderen van
natuurrampen en milieuvervuiling te beperken.
3
8. We erkennen dat de toepassing van deze Verklaring en van het Actieplan niet alleen een
vernieuwde politieke wil vereist maar eveneens steunt op de mobilisatie en de toewijzing van
nieuwe bronnen van inkomsten op nationaal en internationaal vlak, rekening houdend met de
dringende noodzaak en de ernst van de speciale noden van kinderen.
9.
In overeenstemming met deze principes en doelstellingen nemen we het Actieplan aan
(zie verder sectie III), in de overtuiging dat we samen zullen bouwen aan een wereld waarin
alle kinderen, jongens en meisjes, een gelukkige kindertijd zullen hebben: een wereld waarin
kinderen, geliefd, gerespecteerd en bemind, kunnen spelen en zich ontwikkelen, waarin hun
rechten, zonder enige vorm van discriminatie, gepromoot en beschermd worden. Een wereld
waarin hun veiligheid en hun welzijn van het grootste belang zullen zijn en waarin ze zich
zullen kunnen ontwikkelen in goede gezondheid, in vrede en waardigheid.
II.
Overzicht van de vooruitgang die geboekt werd en de lessen die we hebben
geleerd
10. De Verklaring en het Actieplan aangenomen op de Wereldtop voor kinderen maken deel
uit van de internationale verbintenissen van de jaren ‘90 waarvan de opvolging op zeer
strenge wijze wordt gecontroleerd. Op nationaal vlak vonden jaarlijkse analyses plaats en
interim-rapporten werden voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Na de balans die
werd opgemaakt in het midden van de termijn, volgde een nauwkeurige analyse op het
einde van het decennium. Zo werden regionale bijeenkomsten op hoog niveau
georganiseerd in Beijing, Berlijn, Caïro, Kathmandoe en Kingston; om de vooruitgang te
meten en om de opvolging van de Top en andere conferenties te verzekeren; hernieuwing
om de verbintenissen met betrekking tot de doelstellingen van de Wereldtop aan te
moedigen en nieuwe oriëntaties voor de toekomst aan te gaan. Naast de regeringen hebben
verschillende actoren deelgenomen aan deze onderzoeken, waaronder kinderen,
jongerenorganisaties, universitaire instellingen, religieuze groepen, organisaties uit de
burgerlijke maatschappij, parlementairen, de media, agentschappen van de Verenigde
Naties, donoren en grote nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties.
11. Zoals de balans die werd opgemaakt door de Secretaris-generaal op het einde van de jaren
negentig over de opvolging van de Wereldtop voor kinderen aantoont, werd het
decennium 1990-1999 gekenmerkt door grote beloften en bescheiden verwezenlijkingen
voor de kinderen in de wereld. Positief is dat de Top en de inwerkingtreding van het
Verdrag inzake de Rechten van het Kind ervoor gezorgd hebben dat kinderen een
politieke prioriteit werden. Een recordaantal van 192 landen hebben het Verdrag
geratificeerd, getekend of hebben zich erbij aangesloten. Een 155-tal landen heeft
nationale programma’s uitgewerkt om de doelstellingen van de Top daadwerkelijk door te
voeren. Ook op regionaal vlak zijn er verbintenissen aangegaan. Voorschriften en
juridische mechanismen met een internationaal karakter hebben de bescherming van
kinderen nog opgevoerd. De inspanningen die gedaan werden om de doelstellingen van de
Top te verwezenlijken, hebben geleid tot talrijke tastbare resultaten ten voordele van
kinderen: dit jaar zullen er 3 miljoen minder kinderen sterven dan 10 jaar geleden, polio is
bijna volledig uitgeroeid en, dankzij de jodering van zout worden jaarlijks 90 miljoen
pasgeborenen beschermd tegen een belangrijk verlies van hun leercapaciteiten.
4
12. Desalniettemin staat er nog veel werk voor de boeg. De middelen die beloofd werden op
de Top, zowel op nationaal als internationaal niveau, moeten nog tastbaar worden.
Cruciale uitdagingen blijven bestaan: jaarlijks sterven er meer dan 10 miljoen kinderen
terwijl veel van deze sterfgevallen voorkomen zouden kunnen worden; 100 miljoen
kinderen, waarvan meisjes 60% uitmaken, gaan nog steeds niet naar school; 150 miljoen
kinderen lijden aan ondervoeding en HIV en aids verspreiden zich met een catastrofale
snelheid. Armoede, uitsluiting en discriminatie blijven hardnekkig bestaan en de
investeringen in de sociale diensten zijn ontoereikend. De schuldenlast, de buitensporige
militaire uitgaven die niet in verhouding zijn met de vereisten van de nationale veiligheid,
gewapende conflicten, vreemde bezetters, gijzelingen en alle vormen van terrorisme, net
zoals het niet efficiënte gebruik van inkomsten, kunnen evenzeer de acties die de landen
plannen om de armoede te bestrijden en het welzijn van de kinderen te verzekeren,
ondermijnen. De kindertijd van miljoenen kinderen en jongeren wordt nog steeds verpest
door gevaarlijk werk, de uitbuiting van hun werkkracht, de verkoop en het verhandelen
van kinderen, in het bijzonder van adolescenten, en andere vormen van mishandeling,
verwaarlozing, uitbuiting en geweld.
13. De ervaring van de tien voorbije jaren heeft bevestigd dat men voorrang moet geven aan
de noden en de rechten van de kinderen in alle ontwikkelingsacties. Men kan hieruit talrijke
lessen trekken: verandering is mogelijk – en de rechten van het kind zijn een nuttig keerpunt;
het gevoerde beleid moet tegelijkertijd rekening houden met de directe factoren die op
groepen kinderen wegen of hen uitsluiten en met de diepere en bredere oorzaken van het
gebrek aan bescherming en de schendingen van hun rechten; er is nood aan doelgerichte
tussenkomsten die tot snelle successen kunnen leiden, rekening houdend met de nodige
aandacht voor het ondersteunende en participerende karakter van de procedures; de
inspanningen moeten bouwen op de veerkracht en de wilskracht van de kinderen zelf. Multisectorale programma’s die zich toespitsen op het jonge kind en de ondersteuning van het
gezin, in het bijzonder in risicovolle situaties, verdienen een speciale ondersteuning omdat ze
een blijvend en gunstig effect hebben op de groei, de ontwikkeling en de bescherming van
kinderen.
III.
Actieplan
A. Bouwen aan een wereld geschikt voor kinderen
14.
Een wereld geschikt voor kinderen is een wereld waarin alle kinderen verzekerd zijn
van een goede start in het leven en waarin ze toegang hebben tot een kwaliteitsvolle
basiseducatie, met inbegrip van verplicht en gratis lager onderwijs voor iedereen, en waarin
alle kinderen, met inbegrip van de adolescenten, alle mogelijkheden krijgen om hun
persoonlijkheid te ontwikkelen in een veilige omgeving die hen steunt. We zullen de
ontwikkeling op lichamelijk, psychologisch, geestelijke, sociaal, affectief, intellectueel en
cultureel vlak van de kinderen ondersteunen als integraal deel van de nationale en
wereldwijde prioriteiten.
15.
Het gezin is de basiseenheid van de samenleving en moet in die hoedanigheid
versterkt worden. Ze heeft het recht op volledige steun en bescherming te krijgen. Aan de
familie valt hoofdzakelijk de belangrijke verantwoordelijkheid van bescherming, educatie en
ontwikkeling van kinderen te beurt. Alle instellingen van de maatschappij zouden de rechten
van kinderen moeten respecteren, hun welzijn moeten verzekeren en een gepaste hulp moeten
5
bieden aan ouders, families, voogden en andere verzorgers, opdat de kinderen zouden kunnen
opgroeien en zich zouden kunnen ontwikkelen in een veilige en stabiele omgeving en in een
klimaat van levensvreugde, tederheid en begrip, ermee rekening houdend dat er verschillende
vormen van gezinnen bestaan in de verschillende culturele, sociale en politieke systemen.
16.
We erkennen ook dat een noemenswaardig aantal kinderen leeft zonder ouderlijke
steun: wezen, straatkinderen, kinderen die op de vlucht zijn in eigen land en politieke
vluchtelingen, kinderen die het slachtoffer zijn van kinderhandel en van seksuele en
economische uitbuiting en kinderen in gevangenschap. Speciale maatregelen dienen te
worden genomen om deze kinderen en de instellingen, middelen en diensten die voor hen
zorgen, te ondersteunen, alsook om de eigen capaciteiten van de kinderen om zichzelf te
beschermen, te stimuleren.
17.
We zijn vastbesloten om de toegang tot een uitgebreid geheel aan informatie en
diensten die de overlevingskansen, de ontwikkeling, de bescherming en de participatie van
kinderen bevorderen voor families, ouders, voogden, verzorgers en voor de kinderen zelf uit
te bouwen en te versterken.
18.
Aanhoudende armoede blijft het grootste obstakel voor het voldoen aan de noden van
de kinderen en het beschermen en het promoten van de kinderrechten. Het is belangrijk om
deze factor op alle gebieden te bestrijden: van het verschaffen van sociale basisdiensten tot
het creëren van werkgelegenheid; van de toegang tot microkrediet tot het verwezenlijken van
investeringen in de infrastructuur, van het verlichten van de schuldenlast tot het installeren
van evenwichtige commerciële activiteiten. Kinderen worden in het bijzonder getroffen door
armoede want zij slaat het hardst toe daar waar hun ontwikkelingspotentieel wortel schiet: hun
ontluikende lichaam en geest. De onderdrukking van de armoede bij kinderen en de
vermindering van de ongelijkheden moeten dus krachtige doelstellingen zijn van de
ontwikkelingsinspanningen. De doestellingen en de strategieën die overeengekomen zijn
tijdens recente grote bijeenkomsten van de Verenigde Naties en hun opvolging, in het
bijzonder tijdens de Millenniumtop, vormen een nuttig internationaal kader om ervoor te
zorgen dat de nationale strategieën om de armoede te verminderen uitmonden in de realisatie
en de bescherming van de rechten en de promotie van het welzijn van kinderen.
19.
We erkennen dat de globalisering en de interafhankelijkheid nieuwe mogelijkheden
bieden voor de groei van de wereldeconomie, voor de ontwikkeling en voor de verbetering
van de levensstandaard in de wereld via handel, investeringen en kapitaalstromen en
technologische vooruitgang, in het bijzonder op het vlak van de informatietechnologie.
Parallel hiermee blijven grote problemen bestaan, in het bijzonder ernstige financiële
crisissen, onzekerheid, armoede, uitsluiting en ongelijkheid binnen de maatschappij en tussen
verschillende gemeenschappen onderling. De ontwikkelingslanden, in het bijzonder de minst
ontwikkelde landen, landen in overgang, blijven noemenswaardige obstakels voor een
doorgedreven integratie en een volwaardige participatie aan de wereldeconomie. Tenzij de
weldaden van een sociale en economische ontwikkeling zich uitbreiden tot alle landen, zullen
een groeiend aantal mensen in alle landen, zelfs hele regio’s, in de marge van de
wereldeconomie blijven. We moeten zonder dralen optreden om deze obstakels, die hele
populaties en landen treffen, te overwinnen en al de aangeboden mogelijkheden benutten
opdat heel de wereld ervan zou kunnen genieten, in het bijzonder de kinderen. We zijn
vastbesloten een open, evenwichtig, gereglementeerd, voorspelbaar en niet discriminerend
multilateraal handels - en financieel systeem te promoten. De investeringen, in het bijzonder
voor onderwijs en vorming, zullen bijdragen om kinderen de middelen te geven de
6
vooruitgang in de informatie en communicatietechnologie te benutten. De globalisering biedt
mogelijkheden en schept problemen. Ontwikkelingslanden en landen in overgang stoten op
bijzondere moeilijkheden wanneer ze zich inspannen om het hoofd te bieden aan deze
problemen en deze mogelijkheden te benutten. De globalisering zou rechtvaardig en open
moeten zijn voor iedereen en het is strikt noodzakelijk om een beleid en maatregelen uit te
stippelen en uit te werken, op nationaal en internationaal niveau, met de volledige en
daadwerkelijke deelname van de ontwikkelingslanden en de landen in overgang om hen te
helpen het hoofd te bieden aan deze problemen en om op een efficiënte manier te profiteren
van de mogelijkheden, in hoge mate voorrang gevend aan de verwezenlijking van de
vooruitgang ten voordele van kinderen.
20.
Discriminatie ontketent een vicieuze cirkel van socio-economische uitsluiting en
beknot de mogelijkheden van kinderen om zich ten volle te ontplooien. We zullen geen enkele
inspanning sparen om de discriminatie van kinderen de wereld uit te helpen, welke de oorzaak
er ook van moge zijn: het ras van het kind, van zijn ouders of van voogden, hun huidskleur,
hun geslacht, hun taal, hun religie, hun politieke of andere overtuigingen, hun nationale,
etnische of sociale oorsprong, hun bezit, hun handicap, hun geboorte, of eender welke andere
toestand.
21. We zullen er alles aan doen om erover te waken dat ook kinderen met een handicap en
met speciale noden ten volle kunnen genieten van hun fundamentele rechten en vrijheden, met
inbegrip van de toegang tot gezondheidszorg, educatie en recreatieve diensten, om hun
waardigheid te erkennen, hun autonomie te bevorderen en een actieve participatie te
vergemakkelijken.
22.
Autochtone kinderen, kinderen die behoren tot minderheden en kwetsbare groepen
worden in vele landen sterk benadeeld op basis van allerlei vormen van discriminatie. We
zullen de nodige maatregelen nemen om een einde te stellen aan deze discriminatie, om
gepaste hulp te bieden aan deze kinderen en om hen de mogelijkheid te geven toegang te
vinden tot de dienstverlenende organen.
23.
De vooropgestelde doelstellingen voor kinderen, en in het bijzonder voor meisjes,
zullen bereikt worden indien vrouwen ten volle kunnen genieten van alle fundamentele
rechten en vrijheden - met inbegrip van het recht op ontwikkeling - indien ze gemachtigd zijn
om ten volle te participeren, in volledige gelijkheid, aan alle aspecten van het sociale leven en
indien ze beschermd zijn tegen elke vorm van geweld, uitbuiting en discriminatie. We zijn
vastbesloten om alle vormen van levenslange discriminatie van meisjes de wereld uit te
helpen en om een bijzondere aandacht te schenken aan hun noden om hun recht om vrij,
zonder beperking te kunnen leven, beschermd tegen schadelijke praktijken en seksuele
uitbuiting, te promoten en te beschermen. We moedigen de gelijkheid tussen de seksen aan en
de gelijkheid van toegang tot sociale basisvoorzieningen, zoals educatie, voeding,
gezondheidszorg, met inbegrip van seksuele hygiëne en gezondheidszorg met betrekking tot
de voortplanting, vaccinatie en de bescherming tegen ziektes die de belangrijkste
doodsoorzaken vormen, en we zullen het probleem van de gelijkheid tussen de seksen in al
onze programma’s en in ons volledig ontwikkelingsbeleid in beschouwing nemen.
24.
We zijn ons er ook van bewust dat het nodig is om de evolutie van de rol van de man
in de samenleving te onderzoeken, als jongens, adolescenten en vaders, net zoals de
problemen die opgroeiende jongens in de wereld van vandaag tegenkomen. We zullen
doorgaan met het aanprijzen van het principe van de gedeelde verantwoordelijkheid van
7
ouders voor de opvoeding en het grootbrengen van de kinderen, en we zullen alles in het werk
stellen om erover te waken dat ook vaders de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan het
leven van hun kinderen.
25.
Het is van uitermate belang dat de nationale doelstellingen met betrekking tot
kinderen, ook de vermindering van alle ongelijkheden beogen, en in het bijzonder de
ongelijke behandelingen die voortvloeien uit rassendiscriminatie, discriminatie tussen
jongens en meisjes, tussen kinderen uit rurale gebieden en kinderen uit steden, tussen rijke en
arme kinderen, tussen gehandicapte en niet-gehandicapte kinderen.
26.
Een aantal ecologische problemen en trends, zoals het broeikaseffect, de verdunning
van de ozonlaag, de luchtvervuiling, het gevaarlijk afval, de blootstelling aan gevaarlijke
chemische producten en pesticiden, ontoereikende sanitaire infrastructuur, het gebrek aan
hygiëne, de risico’s die verband houden met de slechte kwaliteit van het water en van
voedingsproducten en ongeschikte huisvesting moeten aangepakt worden om te waken over
de gezondheid en het welzijn van kinderen.
27.
Een degelijke huisvesting bevordert familiale integratie, draagt bij tot sociale
gelijkheid en versterkt het gevoel van samenhorigheid, veiligheid en solidariteit, noodzakelijk
voor het welzijn van de kinderen. Bijgevolg zullen we ons eerst en vooral inspannen om
tegemoet te komen aan de problemen die verband houden met huisvesting en de andere
infrastructuurnoden, in het bijzonder voor kinderen die leven in marginale stadswijken en
afgelegen rurale zones.
28.
We zullen de nodige maatregelen nemen om de natuurlijke rijkdommen te beheren en
te bewaren en om onze leefwereld op een rationele manier te beschermen. We zullen eraan
werken om niet duurzame productie - en consumptieschema’s te wijzigen met in het hoofd
een aantal principes, zoals onder andere het principe dat de verschillende staten een
gemeenschappelijke maar toch verschillende verantwoordelijkheid hebben voor de
verontreiniging van de planeet en van het milieu op basis van hun ongelijke deelname hieraan.
We zullen helpen om aan alle kinderen en alle volwassenen te leren dat ze het milieu moeten
beschermen voor hun gezondheid en welzijn.
29.
Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanvullende protocollen vormen
een volledig geheel aan juridische internationale normen voor de bescherming en het welzijn
van de kinderen. We erkennen ook het belang van andere internationale instrumenten relevant
voor kinderen. De algemene principes die hierin zijn opgesomd - in het bijzonder, het belang
van het kind, uitsluiting van discriminatie, participatie, overleving en ontwikkeling - vormen
het kader van onze acties voor kinderen, met inbegrip van de adolescenten. We dringen er bij
alle landen op aan, met voorrang, te overwegen het Verdrag inzake de Rechten van het Kind
te ondertekenen en te ratificeren, net zoals de aanvullende protocollen en de Conventies 138
en 182 van de Internationale Arbeidsorganisatie of zich aan te sluiten bij deze instrumenten.
We sporen partnerstaten aan om hun verdragsverplichtingen ten volle uit te voeren, om
interpretatieve verklaringen die niet in overeenstemming zijn met het voorwerp en het doel
van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind in te trekken, en om het intrekken van andere
interpretatieve verklaringen in beschouwing te nemen.
30. Wij verheugen ons over de inwerkingtreding van de aanvullende protocollen bij het
Verdrag inzake de Rechten van het Kind, met betrekking tot de deelname van kinderen aan
8
gewapende conflicten en de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie en
we nodigen de partnerstaten eveneens uit om hen integraal toe te passen.
31. Wij, regeringen die deelnemen aan de speciale zitting, verbinden ons ertoe om het
Actieplan toe te passen door volgende maatregelen in beschouwing te nemen:
(a). Effectieve nationale wetgevingen, beleidsmaatregelen en actieplannen, zoveel
als nodig, doorvoeren en middelen ter beschikking stellen voor de promotie en de
bescherming van de rechten en het welzijn van kinderen;
(b). Nationale organen oprichten of versterken zoals bijvoorbeeld onafhankelijke
ombudsdiensten voor kinderen en andere instituten of mechanismen voor het
beschermen en het promoten van de kinderrechten;
(c). Nationale opvolgings- en evaluatiesystemen ontwikkelen om de effecten
van onze actie voor kinderen vast te stellen;
(d). Een betere en bredere kennis van kinderrechten bevorderen.
Samenwerkingsverbanden en participatie
32.
Om het huidige Actieplan door te voeren zullen we ons partnership met de volgende
actoren, die unieke bijdragen kunnen leveren, versterken en zullen we het gebruik van alle
manieren van participatie aanmoedigen om onze gemeenschappelijke zaak vooruit te
helpen, namelijk het welzijn van de kinderen en de promotie en de bescherming van hun
rechten.
1. Kinderen, met inbegrip van adolescenten, moeten de mogelijkheid krijgen om
hun meningen uit te drukken, in functie van de evolutie van hun capaciteiten, om
een positief zelfbeeld te vormen, en om in het bijzonder inzake conflictregeling,
het nemen van beslissingen en communicatie, de nodige kennis en vaardigheden te
verkrijgen die hen helpen het hoofd te bieden aan de problemen die ze tegenkomen
in het leven. Het recht van kinderen, met inbegrip van adolescenten, om zichzelf
vrij uit te drukken moet gerespecteerd en gepromoot worden en met hun meningen
moet rekening gehouden worden in alle sectoren die kinderen aanbelangen, door
de gewenste aandacht te schenken aan de mening van het kind volgens zijn leeftijd
en maturiteit. De energie en de creativiteit van de kinderen en jongeren moeten
aangewakkerd worden opdat ze actief zouden kunnen deelnemen aan het leefbaar
maken van hun omgeving, hun gemeenschap en de wereld die ze zullen erven.
Verwaarloosde en gemarginaliseerde kinderen en adolescenten hebben nood aan
speciale aandacht en hulp om hun weg te vinden naar de basisdiensten, om een
positief zelfbeeld op te bouwen en om erin te slagen op een verantwoordelijke
manier hun eigen leven in de hand te nemen. We zullen ons inspannen om
programma’s uit te werken en toe te passen die de kinderen en de adolescenten
aanmoedigen om effectief deel te nemen aan het beslissingsproces, in
familieverband, in scholen en op lokaal en nationaal niveau.
2. De ouders, families, voogden en andere hulpverleners hebben een zware
verantwoordelijkheid en spelen een belangrijke rol met betrekking tot het welzijn
van kinderen. Ze moeten gesteund worden in het opnemen van hun
verantwoordelijkheden tegenover kinderen. Al onze beleidsmaatregelen en al onze
programma’s zouden de gedeelde verantwoordelijkheid van de ouders, van
families, legale voogden en andere zorgverleners en van de gemeenschap in het
algemeen moeten promoten.
9
3. Via versterkte samenwerkingsverbanden op alle niveaus, kunnen lokale
overheden en autoriteiten, ervoor zorgen dat kinderen centraal staan in de
ontwikkelingsagenda’s. Door het verder zetten van lopende initiatieven
(kindvriendelijke samenlevingen, steden zonder sloppenwijken,…) kunnen
burgemeesters en lokale leiders het leven van kinderen noemenswaardig
verbeteren.
4. Steeds meer en meer worden parlementsleden uitgenodigd een sleutelrol te
spelen voor de implementatie van het huidige Actieplan. Opdat dit plan met succes
bekroond zou worden, is het nodig dat ze het nodige bewustzijn opwekken, een
gewenste wetgeving aannemen, helpen om de nodige kredieten te bekomen, en het
gebruik ervan opvolgen.
5. De NGO’s en de lokale organisaties zullen geholpen worden bij hun
activiteiten en er zouden, indien nodig, mechanismen opgericht moeten worden
om de deelname van de civiele maatschappij aan het onderzoek naar kwesties die
kinderen aanbelangen te vergemakkelijken. De actoren uit de civiele maatschappij
kunnen een belangrijke rol spelen door het bevorderen en door het steunen van
constructief gedrag en door het creëren van een omgeving die gunstig is voor het
welzijn van kinderen.
6. De privé-sector en de ondernemingen kunnen een bijzondere bijdrage leveren,
ofwel door een houding aan te nemen die blijk geeft van sociale
verantwoordelijkheid ofwel door middelen ter beschikking te stellen, met inbegrip
van
vernieuwende
bronnen
van
financiering
en
communautaire
ontwikkelingsprogramma’s ten voordele van kinderen, zoals het microkrediet.
7. Religieuze, spirituele, culturele en autochtone leiders hebben, omwille van hun
grote aanhang, een belangrijke rol ten dienste van kinderen want ze kunnen helpen
om de doelen en doelstellingen van het huidige Actieplan te vertalen in prioriteiten
voor hun lokale gemeenschappen en om burgers te mobiliseren en te sensibiliseren
en hen zo aanzetten in het voordeel van kinderen te handelen.
8. De media en haar organisaties hebben een sleutelrol in de bewustmaking rond
de toestand van de kinderen en van de uitdagingen waarmee kinderen
geconfronteerd worden; ze zouden eveneens een meer actievere rol moeten spelen
bij het informeren van kinderen, ouders, families en het grote publiek over de
initiatieven die tot doel hebben kinderrechten te beschermen en te promoten; ze
zouden bovendien moeten bijdragen tot educatieve programma’s bestemd voor
kinderen. In dit opzicht zouden de media ook aandacht moeten hebben voor de
invloed die ze hebben op kinderen.
9. De regionale en internationale organisaties, in het bijzonder al de
agentschappen van de Verenigde Naties, net zoals de Bretton Woods instituten en
andere multilaterale agentschappen, zouden aangespoord moeten worden om
samen te werken en een beslissende rol te spelen om de vooruitgang voor kinderen
te realiseren en te versnellen.
10
10. De mensen die direct met kinderen werken hebben een enorme
verantwoordelijkheid. Het is belangrijk hun maatschappelijke positie, hun moraal
en hun professionalisme te versterken.
B. Doelstellingen, strategieën en acties
33.
Sinds de Wereldtop voor kinderen werden een groot aantal doelstellingen en doelen
die direct bijdragen tot het belang van het kind bekrachtigd tijdens topontmoetingen en
conferenties van de Verenigde Naties, net zoals tijdens de periodieke
opvolgingsvergaderingen die volgden. We herbevestigen trouw onze wil om deze
doelstellingen te realiseren en om aan de jonge generaties van vandaag en morgen
toekomstperspectieven te bieden die ontzegd werden aan hun ouders. Om de aanloop naar een
daadwerkelijke verwezenlijking van de internationale ontwikkelingsdoelstellingen en van de
aangekondigde ambities op de Millennium top tegen het jaar 2015 op een sterke basis te
plaatsen, nemen we het besluit om, tijdens het huidige decennium, een serie van
tussenstappen te bereiken in de hieronder vermelde prioritaire actiedomeinen.
34.
Rekening houdend met het hoogste belang van het kind, verbinden we ons ertoe om de
volgende doelstellingen, strategieën en acties door te voeren met de nodige aanpassingen aan
de specifieke situatie van elk land en aan de verschillende situaties en omstandigheden in
verschillende landen en regio’s over de hele wereld.
Een betere gezondheid promoten
35. Armoede en het ontbreken van toegang tot de sociale basisvoorzieningen zijn elk jaar
verantwoordelijk voor de dood van meer dan 10 miljoen kinderen jonger dan 5 jaar (meer dan
de helft zijn nog zuigelingen), ze zijn slachtoffers van ziektes die vermeden hadden kunnen
worden en van ondervoeding. Elk jaar sterven ook meer dan een half miljoen vrouwen en
adolescenten ten gevolge van de complicaties tijdens de zwangerschap of op het ogenblik van
de bevalling, van bloedarmoede, van ondervoeding en een nog groter aantal wordt tijdens de
bevalling verwond. Meer dan een miljard mensen hebben geen toegang tot drinkbaar water;
150 miljoen kinderen lijden aan ondervoeding; en meer dan 2 miljard hebben geen toegang tot
een adequate sanitaire infrastructuur.
36.
We zijn vastbesloten de vicieuze cirkel van ondervoeding en van gebrekkige
gezondheid, die van generatie op generatie doorgegeven wordt, te doorbreken door
verbeteringen aan te brengen die aan alle kinderen zullen toestaan een goede start in het leven
te nemen: een toegankelijke, efficiënte, evenwichtige, ondersteunde en permanente
gezondheidszorg in alle gemeenschappen,voorzien van informatie - en oriëntatiediensten;
adequate watervoorziening en sanitair en het promoten van een gezonde levenswijze voor
kinderen en adolescenten. Bijgevolg zijn we vastbesloten de volgende resultaten te behalen in
overeenstemming met de conclusies van recente topbijeenkomsten en conferenties van de
Verenigde Naties en de speciale zittingen van de Algemene Vergadering, zoals aangekondigd
in hun respectievelijke rapporten:
11
a) Vermindering met minstens een derde van de sterfgevallen bij
zuigelingen en kinderen onder 5 jaar; het globale doel is om dit cijfer
met twee derden te doen dalen tegen 2015;
b) Vermindering met minstens een derde van de graad van moedersterfte,
met het oog op het bereiken van een vermindering met twee derde tegen
2015;
c) Vermindering met een derde van de graad van ondervoeding van
kinderen onder 5 jaar, en in het bijzonder van kinderen jonger dan 2, en
vermindering met minstens een derde van het te lage geboortegewicht;
d) Vermindering met minstens een derde van het aantal huisgezinnen
zonder sanitaire voorzieningen en zonder toegang tot drinkbaar water
tegen een betaalbare prijs;
e) Uitwerking en doorvoering van beleidsmaatregelen en nationale
maatregelen ten voordele van kleine kinderen en van de lichamelijke,
sociale, affectieve, spirituele en intellectuele ontwikkeling van
kinderen;
f) Uitwerking en doorvoering van een nationaal gezondheidsbeleid en
programma’s voor adolescenten met doelstellingen en aanwijzingen om
hun lichamelijke en mentale gezondheid te promoten.
g) Via het systeem van basisgezondheidszorg, zo snel mogelijk, ten laatste
tegen het jaar 2015, toegang verlenen tot reproductieve
gezondheidszorg, voor al diegene die de gepaste leeftijd hebben;
37.
Om deze doelstellingen en resultaten te bereiken, rekening houdend met het belang
van het kind, in overeenstemming met de nationale wetgeving, met de religieuze en ethische
waarden en met het culturele milieu van de bevolkingsgroep, en in overeenstemming met alle
rechten en met alle fundamentele vrijheden van de mens, zullen we de volgende strategieën en
acties doorvoeren:
1.Verzekeren dat de vermindering van het sterfte - en ziektecijfer van
zuigelingen en jonge moeders beschouwd wordt als een prioriteit in de
gezondheidszorg en dat vrouwen, in het bijzonder zwangere adolescenten,
snel toegang zouden hebben tot onontbeerlijke verloskundige zorgen tegen
een
redelijke
prijs;
tot
gynaecologisch
goed
uitgeruste
nutgezondheidsdiensten met voldoende personeel; tot de bijstand van
gekwalificeerd personeel tijdens de bevalling, tot verloskundige
spoedzorgen, tot transport en - indien nodig - tot zorg in gespecialiseerde
centra, tot postnatale zorg, en tot de diensten voor familieplanning om,
onder andere, moederschap zonder risico’s te promoten.
2. Aan alle kinderen toegang verlenen tot gepast, gebruiksvriendelijk en
hooggekwalificeerd
onderwijs,
informatieve
diensten
en
basisgezondheidszorg;
3.Aan alle mensen die de gepaste leeftijd hebben, een gezond leven
promoten, met inbegrip van de reproductieve en seksuele gezondheid, in
overeenstemming met de verbintenissen aangegaan tijdens recente VNconferenties, waaronder de Wereldtop voor kinderen, de Conferentie van de
Verenigde Naties over het leefmilieu en ontwikkeling, de Wereldtop voor
sociale ontwikkeling en de derde Wereldconferentie over vrouwen, alsook
met hun vijfjaarlijkse evaluaties en rapporten.
12
4.De gezondheid en het overleven van het kind promoten en zo snel mogelijk
de ongelijkheden tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden en de
ongelijkheid binnen de landsgrenzen verminderen, met een bijzondere
aandacht voor de grote frequentie van kindersterfte bij meisjes en
zuigelingen die nochtans vermeden kan worden.
5.Beschermen, promoten en ondersteunen van het exclusief toedienen van
borstvoeding aan zuigelingen tijdens de eerste zes maanden van het leven,
daarna een voortgezette borstvoeding met een veilige, gepaste en adequate
complementaire voeding tot de leeftijd van twee jaar of ouder. Informatie
over het voeden van zuigelingen verschaffen aan moeders met HIV of
dragers van het aids-virus die hen zal helpen vrije en bewuste keuzen te
maken.
6.Een bijzondere aandacht moet gaan naar prenatale en postnatale zorg, naar
de essentiële verloskundige zorgen en naar de verzorging van zuigelingen, in
het bijzonder voor vrouwen en kinderen die in zones leven waar deze
diensten onbestaande zijn.
7. Op nationaal niveau verzekeren dat 90% van de kinderen jonger dan 1 jaar
volledig ingeënt zijn, met een minimum van 80% gevaccineerde kinderen in
elk district of administratieve eenheid; sterfte door mazelen tegen 2005 met
de helft verminderen, tetanus bij moeders en bij pasgeborenen de wereld
uithelpen tegen 2005; en alle kinderen in de wereld wel doen varen bij de
voordelen van de ontdekkingen van nieuwe vaccins en van de verbetering
van de vaccinatieformules en andere preventieve gezondheidsmaatregelen.
8. Tegen 2005 wereldwijd de uitroeiing van polio verzekeren.
9. Uitroeien van ziekten veroorzaakt door de guineaworm.
10. De ontwikkeling van jonge kinderen ondersteunen door het aanbieden
van vakkundige diensten en hulp aan ouders, hierbij inbegrepen ouders met
een handicap, aan families, aan voogden en verzorgende teams, in het
bijzonder tijdens de zwangerschap, de bevalling, de eerste levensmaanden en
de eerste
levensjaren, om de lichamelijke, psychologische, sociale,
geestelijke en intellectuele ontwikkeling van de kinderen te verzekeren.
11. Efficiënte bewezen en rendabele maatregelen uitbreiden in de strijd
tegen ziekten en ondervoeding die hoofdoorzaken van kindersterfte en
kinderziekten zijn, in het bijzonder door het verminderen met een derde van
het aantal sterfgevallen ten gevolge van acute ademhalingsinfecties, met de
helft van het aantal sterfgevallen ten gevolge van diarree bij kinderen onder
de 5 jaar, met de helft van het aantal gevallen van en sterfte door tuberculose;
en door het verminderen van het opduiken van darmparasieten en van
seksueel overdraagbare ziekten, van HIV/aids, en van alle vormen van
hepatitis en erop toezien dat efficiënte maatregelen binnen ieders bereik
liggen, in het bijzonder in gemarginaliseerde regio’s en bevolkingsgebieden.
13
12.Vermindering met de helft van het aantal gevallen van malaria en ervoor
zorgen dat 60% van de mensen die risico lopen malaria op te doen, in het
bijzonder kinderen en vrouwen, slapen onder in insecticide gedrenkte
muggenetten.
13.De voeding van de moeder, het kind en van adolescenten verbeteren door
het verzekeren van voedselveiligheid binnen het gezin, toegang tot sociale
basisdiensten en het invoeren van efficiënte therapeutische praktijken.
14.Bevolkingsgroepen en landen getroffen door ernstige voedseltekorten of
door hongersnood helpen.
15.De sanitaire en educatieve voorzieningen versterken en het systeem van
sociale zekerheid uitbreiden zodat families, lokale gemeenschappen, scholen
en instellingen die basisgezondheidszorg verlenen zelf een geïntegreerde en
effectieve gezondheidszorg, dieetzorg en kinderzorg kunnen verdelen en dat
ze zich in het bijzonder direct kunnen inlaten met jongens en meisjes uit
gemarginaliseerde milieus.
16.Het aantal ongevallen of andere trauma’s bij kinderen verminderen, door
het uitwerken en het toepassen van de gepaste preventieve maatregelen.
17.Toezien dat gehandicapte kinderen of kinderen met speciale noden
effectief toegang vinden tot geïntegreerde gespecialiseerde diensten, in het
bijzonder diensten bevoegd voor rehabilitatie en gezondheidszorg en de
zorgen in familiaal verband promoten, via gepaste ondersteunende
voorzieningen voor ouders, families, voogden en verzorgers van deze
kinderen.
18.Een speciale hulp bieden aan kinderen die lijden aan mentale en
psychologische problemen.
19.Een goede lichamelijke, mentale gezondheid en affectief evenwicht van
het kind en van adolescenten bevorderen via spel, sport, ontspanning en
artistieke en culturele expressievormen.
20.Beleidsmaatregelen en programma’s ontwikkelen en doorvoeren voor
kinderen, in het bijzonder voor adolescenten, met het oog op het voorkomen
van het gebruik van verdovende middelen, psychotrope substanties en
inhaleringsmiddelen, met uitzondering van medisch gebruik en met het oog
op het verzachten van de nefaste gevolgen van hun misbruik alsook steun aan
preventieve beleidsmaatregelen en programma’s, in het bijzonder tegen het
gebruik van tabak en alcohol.
21.Beleidsmaatregelen en programma’s formuleren met als doel het
terugdringen van geweldplegingen en zelfdoding bij kinderen en jongeren.
22.Een duurzame uitroeiing bereiken van problemen die verband houden met
het gebrek aan jodium tegen het jaar 2005 en met gebrek aan vitamine A
tegen 2010, het verminderen met een derde van het aantal gevallen van
14
bloedarmoede, in het bijzonder van ijzertekort, tegen 2010 en een versneld
terugdringen van andere tekorten aan micronutriënten dankzij de
diversificatie van het voedingsregime, verrijkte voedingstoffen en
voedingssupplementen.
23.Gezinnen en lokale gemeenschappen hulp aanbieden om de bestaande
sanitaire voorzieningen te beheren om op termijn een universele toegang tot
drinkbaar water en tot sanitaire voorzieningen voor te bereiden en het
promoten van een gedragswijziging via gezondheids- en hygiëne-educatie, in
het bijzonder in het school curriculum.
24.Aandacht hebben voor elke vorm van ongelijkheid in het domein van de
gezondheidszorg en van de toegang tot basissociale voorzieningen, met
inbegrip van medische diensten, ten nadele van kinderen van autochtone
bevolkingsgroepen en van kinderen die deel uitmaken van
minderheidsgroepen.
25.Wetgevingen, beleidsmaatregelen en programma’s, zoals het past,
uitwerken op nationaal niveau en de internationale samenwerking versterken
om, in het bijzonder, te voorkomen dat kinderen blootgesteld worden aan
schadelijke verontreiniging van de lucht, het water, de grond en de
voedingsmiddelen.
2. Kwaliteitsvol onderwijs verschaffen
38.
Onderwijs is een fundamenteel menselijk recht en speelt een sleutelrol in de
vermindering van armoede en kinderarbeid en in het promoten van democratie, vrede,
tolerantie en ontwikkeling. Toch gaan er meer dan 100 miljoen kinderen op lagere
schoolleeftijd, voor het grootste deel meisjes, niet naar school. Miljoenen anderen krijgen les
van niet-gediplomeerde en onderbetaalde onderwijzers in overbevolkte, ongezonde en pover
uitgeruste klaslokalen. Een derde van alle kinderen maakt zijn vijf jaar onderwijs, het
minimum voor een basisontwikkeling, niet af.
39.
Zoals overeengekomen op het Wereldwijde Onderwijsforum te Dakar, dat de rol
toevertrouwd aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, wetenschap en
cultuur (UNESCO) herbevestigd heeft, namelijk de coördinatie van het onderwijs voor
alle partners en het onderhouden van hun collectieve stuwkracht bij het verzekeren van
basisonderricht, zullen we het als uitermate belangrijk beschouwen dat alle kinderen tegen
het jaar 2015 toegang zullen hebben tot gratis, verplicht en kwaliteitsvol lager onderwijs
en dat ze hun studies afmaken. We zullen ons er eveneens toe verbinden geleidelijk
secundair onderwijs te garanderen. Om vooruitgang te boeken in de verwezenlijking van
deze doelstellingen, gaan we de volgende verbintenissen aan:
a) Het voorschools onderwijs en de complete zorgverlening voor de
allerkleinsten, zowel voor meisjes als voor jongens, in het bijzonder
voor de meest kwetsbare en benadeelde kinderen uitbreiden en
verbeteren.
b) Halvering van het aantal kinderen die, hoewel ze de schoolleeftijd
bereikt hebben, niet naar school gaan en tegen het jaar 2010 een netto
15
c)
d)
e)
f)
inschrijvingsgraad van minstens 90% bereiken in het lager onderwijs of
in niet-formele onderwijsprogramma’s voor lager van goede kwaliteit.
Tegen het jaar 2005 alle ongelijkheid tussen jongens en meisjes in het
basis- en secundair onderwijs de wereld uit helpen; en tegen het jaar
2015 de gelijkheid tussen de seksen inzake verwezenlijken, door ervoor
te zorgen dat meisjes, op gelijkwaardige voet, verzekerd zijn van een
kwaliteitsvol basisonderwijs en erover waken dat ze hun studies
afmaken.
Alle aspecten van de kwaliteit van het basisonderwijs verbeteren zodat
de kinderen en de jongeren erkende en meetbare resultaten behalen in
bijzonder op het vlak van rekenen, lezen, schrijven en essentiële
praktische vaardigheden.
Toezien dat beantwoord kan worden aan alle noden inzake onderwijs
van alle jongeren door hen de toegang tot gepaste
basisonderwijsprogramma’s en tot het onderwijs van essentiële
praktische vaardigheden te verzekeren.
Het alfabetiseringsniveau van volwassenen, in het bijzonder van
vrouwen, optrekken met 50% tegen het jaar 2015.
40.
Om deze doelen en doelstellingen te bereiken, zullen we de volgende strategieën en
maatregelen doorvoeren:
a. Speciale strategieën formuleren en toepassen met als doel de schoolpoorten
wijd open te stellen voor alle kinderen en adolescenten en de basiseducatie
betaalbaar te maken voor alle families.
b. Vernieuwende programma’s promoten die scholen en gemeenschappen
aanmoedigen om kinderen die vroegtijdig de school hebben verlaten of die
uitgesloten zijn van de schoolvoorziening en van het onderwijs, in het
bijzonder meisjes en werkende kinderen, kinderen die nood hebben aan
speciale zorg en gehandicapte kinderen, beter te identificeren en om hen te
helpen bij het inschrijven in een school, de lessen te volgen en hen de middelen
te geven om hun studies te beëindigen. Deze programma’s zouden moeten
toelaten dat de regeringen, net zoals de families, de gemeenschappen en de
niet-gouvernementele organisaties als partners tussenkomen in het educatief
proces. Speciale maatregelen zouden moeten worden ingevoerd om het
schoolverzuim door het betreden van de arbeidsmarkt te voorkomen en te
beperken.
c. De kloof dichten tussen formele en niet-formele onderwijsvormen, rekening
houdend met de noodzaak de kwaliteit van de onderwijsdiensten, en in het
bijzonder van de bekwaamheid van leerkrachten, te verzekeren en door te
erkennen dat het niet-formele onderwijs en alternatieve benaderingen positieve
ervaringen vormen. Tenslotte, het bevorderen van de complementariteit tussen
deze twee onderwijstypes.
d. Toezien dat alle programma’s voor basiseducatie toegankelijk en aangepast
zijn voor kinderen met bijzondere educatieve noden en voor kinderen die lijden
aan diverse handicaps.
e. Toezien dat de kinderen van autochtone bevolkingsgroepen en kinderen die
behoren tot minderheden in dezelfde omstandigheden school kunnen lopen als
andere kinderen door ervoor te zorgen dat hun onderwijs verschaft wordt op
een manier die aan hun cultuur aangepast is. Het is eveneens nodig
inspanningen te doen om kinderen van autochtone bevolkingsgroepen en
16
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
kinderen behorend tot minderheden de mogelijkheid te geven om zich te
onderrichten om zo respect te ontwikkelen voor hun culturele identiteit, hun
taal en hun waarden en om deze te bewaren.
Speciale strategieën ontwikkelen en aannemen om de kwaliteit van het
onderwijs te verbeteren en om te beantwoorden aan de onderwijsnoden van
iedereen.
Samen met kinderen bouwen aan een kindvriendelijke leeromgeving waarin ze
zich veilig voelen, beschermd zijn tegen mishandeling, geweld en
discriminatie, waarin ze in goede gezondheid zijn en aangemoedigd worden tot
leren. Verzekeren dat educatieve programma’s en pedagogisch materiaal
volledig rekening houden met de promotie en de bescherming van de rechten
van de mens en met de waarden van vrede, tolerantie en gelijkheid tussen de
seksen, door gebruik te maken van de mogelijkheden aangeboden door het
Internationaal Decennium voor de promotie van een geweldloze samenleving
en van vrede ten voordele van de kinderen van de wereld (2001-2010).
De zorgen en het onderricht voor de allerkleinsten opvoeren door het
aanbieden van gespecialiseerde diensten en door het formuleren en financieren
van programma’s voor families, voogden, zorgverleners en gemeenschappen.
Voor adolescenten toegang verschaffen tot onderwijs en tot
vormingsmogelijkheden om hen te helpen in hun levensonderhoud te voorzien.
Indien nodig, programma’s uitwerken en invoeren die aan moeders de
mogelijkheid bieden om hun studies verder te zetten.
De voortzetting aanmoedigen van de uitwerking en de doorvoering van
programma’s bestemd voor kinderen, met inbegrip van adolescenten, in het
bijzonder in scholen, om het gebruik van tabak en alcohol te voorkomen en te
ontmoedigen; en om het verhandelen en het gebruik van verdovende middelen
en van psychotrope substanties - behalve voor medische doeleinden - te
detecteren, te bestrijden en te voorkomen, via, onder andere, het organiseren
van informatiecampagnes langs de media over de nefaste gevolgen van
verslaving en door het nemen van de noodzakelijke maatregelen om de
oorzaken te bestrijden.
Vernieuwende programma’s promoten die families met een laag inkomen en
met kinderen op schoolgaande leeftijd aansporen om jongens en meisjes in te
schrijven in de school en om hen de lessen te laten bijwonen, en om ervoor te
zorgen dat ze niet verplicht worden om te werken ten koste van hun studies.
Programma’s ontwikkelen en invoeren die specifiek het wegwerken van
ongelijkheden tussen jongens en meisjes inzake inschrijvingsgraad voor ogen
hebben, net zoals het elimineren van vooroordelen en stereotiepen, in de
onderwijssystemen, programma’s en schoolmateriaal, of ze nu berusten op
discriminerende handelingen, sociale of culturele gewoontes, of op juridische
of economische factoren.
Versterken van de maatschappelijke positie, de morele veerkracht en het
verhogen van het professionalisme van leraren, met inbegrip van de opvoeders,
en aan deze laatste een passende vergoeding voor hun werk garanderen, net
zoals mogelijkheden en aansporingen om zichzelf te ontwikkelen.
Ontwikkelen van dynamische, inspraak bevorderende en verantwoordelijke
directie- en beheersorganen inzake onderwijs, zowel op het niveau van de
schoolinstellingen en gemeenschappen als op nationaal niveau.
De specifieke educatieve noden van kinderen in crisissituaties beantwoorden,
door er, in het bijzonder op toe te zien dat ze onderwezen worden tijdens en na
17
de crisissituatie en educatieve programma’s aanwenden die een vredevolle
cultuur stimuleren met methodieken om geweld en conflict te voorkomen en
die de rehabilitatie van slachtoffers bevorderen.
q. Aan scholen en gemeenschappen mogelijkheden en infrastructuur voor vrije
tijd en sportactiviteiten aanbieden.
r. De informatietechnologie, die in snelle evolutie is, in dienst stellen van het
onderwijs, tegen een betaalbare prijs, met inbegrip van onderwijs op afstand,
en door het verminderen van de ongelijkheden op het vlak van toegang en van
de kwaliteit.
s. Strategieën uitwerken die bestemd zijn om de impact van HIV/aids op de
onderwijssystemen en instellingen, de leerlingen en hun studies af te zwakken.
3. Bescherming tegen mishandeling, uitbuiting en geweld
41.
Oorlog, geweld, uitbuiting, verwaarlozing en alle vormen van mishandeling en
discriminatie zijn verantwoordelijk voor het lijden en de dood van honderden miljoenen
kinderen. In heel de wereld leven kinderen in zeer moeilijke omstandigheden, ze zijn blijvend
gehandicapt of zwaar gewond door gewapende conflicten, ze zijn op de vlucht in hun eigen
land of ze worden als vluchteling uit hun land verdreven, ze zijn slachtoffers van
natuurrampen of catastrofes veroorzaakt door de mens, zoals bijvoorbeeld de blootstelling aan
schadelijke stralen en gevaarlijke chemische producten, ze ondervinden de nadelige gevolgen
van het feit dat hun ouders migrantenarbeiders zijn of behoren tot andere groepen die op
sociaal vlak benadeeld worden, ze worden geconfronteerd met racisme, rassendiscriminatie,
xenofobie en de onverdraagzaamheid die hiermee gepaard gaat.
Kinderhandel, kindersmokkel, lichamelijke en seksuele uitbuiting en ontvoering, net zoals
economische uitbuiting van kinderen, zelfs onder de ergste vormen, zijn dagelijkse realiteit
voor kinderen in alle hoeken van de wereld, en het geweld binnen de familie net zoals
seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen blijven ernstige problemen.
In verschillende landen hebben economische sancties op de burgerbevolking hun weerslag op
sociaal en humanitair vlak, vooral voor vrouwen en kinderen.
42.
In verschillende landen worden de levensomstandigheden van kinderen negatief
beïnvloed door maatregelen die niet in overeenstemming zijn met het internationaal recht en
met het Handvest van de Verenigde Naties en die een obstakel vormen voor de handelsrelaties
tussen landen, die de volwaardige ontwikkeling op sociaal en economisch vlak schenden en
schade berokkenen aan het welzijn van de bevolking van de betrokken landen, met bijzondere
gevolgen voor vrouwen, kinderen en adolescenten.
43.
Kinderen hebben het recht om beschermd te worden tegen alle vormen van
mishandeling, verwaarlozing, uitbuiting en geweld. De samenleving moet alle vormen van
geweld tegen kinderen de wereld uit helpen. We verbinden ons daarom om:
a. Kinderen te beschermen tegen alle vormen van mishandeling, verwaarlozing,
uitbuiting en geweld.
b. Kinderen te beschermen tegen de impact van gewapende conflicten en toe te
zien op het respect voor het internationaal humanitair recht en voor de
instrumenten inzake de rechten van de mens.
18
c. Kinderen te beschermen tegen alle vormen van seksuele uitbuiting, met
inbegrip van pedofilie, kinderhandel en ontvoeringen.
d. Onmiddellijke efficiënte maatregelen nemen om de ergste vormen van
kinderarbeid, zoals ze gedefinieerd zijn in de Conventie nr. 182 van de
internationale Arbeidsorganisatie, de wereld uit te helpen en om strategieën uit
te werken en toe te passen om vormen van kinderarbeid die tegenstrijdig zijn
met de internationaal geaccepteerde normen, te elimineren.
e. Het lot van miljoenen kinderen die in bijzonder moeilijke omstandigheden
leven te verbeteren.
44.
Daarom zullen we volgende maatregelen en strategieën doorvoeren:
Algemene bescherming
1. Systemen invoeren die de registratie van elk kind bij of kort na
de geboorte verzekeren en het recht van het kind op een naam
en een nationaliteit respecteren, in overeenstemming met de
internationale
wetgeving
en
internationale
relevante
instrumenten
2. Alle landen aanmoedigen om wetten voor kinderbescherming
aan te nemen en toe te passen en om de toepassing van
beleidsmaatregelen en van programma’s om kinderen te
beschermen tegen alle vormen van geweld, verwaarlozing,
mishandeling en uitbuiting, in familieverband, op school of in
andere instellingen, in de werkomgeving of in de gemeenschap,
te verbeteren.
3. Speciale maatregelen aannemen om discriminatie ten aanzien
van kinderen, gebaseerd op ras, huidskleur, geslacht, religie,
politieke of andere overtuigingen, nationale, etnische of sociale
oorsprong, financiële toestand, handicap, geboorte of een andere
status de wereld uit te helpen en ervoor zorgen dat de kinderen
toegang tot onderwijs, tot sanitaire voorzieningen en tot de
essentiële sociale diensten hebben.
4. Alle misdrijven tegen kinderen bestraffen door de daders voor
het gerecht te brengen en door hun veroordelingen openbaar te
maken.
5. Kost wat kost elke unilaterale maatregel vermijden, die niet in
overeenstemming is met het internationaal recht en met het
Handvest van de Verenigde Naties, die de bevolking van de
betrokken landen, in het bijzonder de vrouwen en de kinderen,
verhindert om ten volle van de economische en sociale
ontwikkeling te genieten, die schade toebrengt aan hun welzijn
en de volledige uitoefening van hun rechten onmogelijk maakt,
met inbegrip van het recht van eenieder op een levensstandaard
die voldoende is om zijn gezondheid, zijn welzijn, het recht op
voeding, op medische zorg en op de nodige sociale
voorzieningen te verzekeren.
19
6. Publiek bekend maken dat het verzuim van hulp aan kinderen
die het slachtoffer zijn van geweld, mishandeling en uitbuiting
een zware inbreuk is met ernstige gevolgen.
7. De oprichting promoten van preventieve, ondersteunende en
zorgverlenende diensten voor jongeren in moeilijkheden en van
rechtbanken voor minderjarigen die steunen op het principe van
herstelbemiddeling en die volledig de rechten van het kind
respecteren en uitgerust zijn met speciaal opgeleid personeel dat
boven alles bekommerd is om de reïntegratie van de jongere in
de samenleving.
8. Kinderen beschermen tegen foltering en andere gruwelijke,
mensonwaardige of vernederende straffen of behandelingen.
Regeringen van alle staten waar de doodstraf niet is afgeschaft
vragen om te handelen in overeenstemming met de
verbintenissen die ze zijn aangegaan op grond van de relevante
voorschriften van de internationale instrumenten inzake de
rechten van de mens, met in het bijzonder de artikels 37 en 40
van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en van de
artikels 6 en 14 van het Internationaal Pact inzake de burgerlijke
en politieke rechten.
9. Een halt toeroepen aan de traditionele of gewoontegetrouwe
handelingen die de rechten van kinderen en van vrouwen
schenden, zoals gedwongen huwelijk op jonge leeftijd en
verminking van de vrouwelijke genitaliën.
10. Mechanismen creëren voor bescherming en bijstand van
kinderen zonder directe familie
11. Beleidsmaatregelen aannemen en toepassen voor het
voorkomen, beschermen, het rehabiliteren en reïntegreren, naar
gelang de omstandigheden, van kinderen die leven in
ongunstige sociale omstandigheden en die in risicovolle
omstandigheden leven, zoals wezen, verlaten kinderen, kinderen
van migrantenarbeiders, kinderen die werken of leven op de
straat, kinderen die leven in extreme armoede, en hen toegang
geven tot onderwijs, gezondheidszorg en sociale voorzieningen
in zoverre dit nodig is.
12. Kinderen beschermen tegen illegale vormen van adoptie, die
kinderen blootstellen aan uitbuiting of die het belang van het
kind niet dienen.
13. Aandacht hebben voor gevallen van interlandelijke ontvoering
door één van de ouders.
14. Misbruik van kinderen, met inbegrip van adolescenten, voor
illegale productie en handel van drugs en psychotrope
bestanddelen bestrijden en voorkomen.
15. Uitgebreide programma’s promoten die de strijd aanbinden met
kindermisbruik, met inbegrip van adolescenten, in het kader van
de illegale productie en verhandeling van drugs en psychotrope
bestanddelen.
16. Behandelingen en reïntegratiemiddelen toegankelijk maken
voor alle kinderen, in het bijzonder voor adolescenten, die
20
verslaafd zijn aan
verdovende middelen, psychotrope
bestanddelen, inhaleringsmiddelen of alcohol.
17. Bijstand en bescherming verlenen aan vluchtelingen en
verplaatste personen, voor het overgrote deel vrouwen en
kinderen, in overeenstemming met het internationaal recht, met
inbegrip van het internationaal humanitair recht.
18. Ervoor zorgen dat de kinderen, getroffen door natuurrampen,
een snelle en efficiënte hulp krijgen dankzij de verbetering van
rampenplannen en interventiecapaciteiten en dat ze kunnen
genieten van de nodige bijstand en bescherming om zo snel
mogelijk de draad van het gewone leven weer op te pikken.
19. De implementatie van maatregelen aanmoedigen die kinderen
moeten beschermen tegen gewelddadige of schadelijke
websites, spelletjes en informaticaprogramma’s die een
negatieve invloed hebben op hun psychische ontwikkeling,
rekening houdend met de verantwoordelijkheden van de
families, opvoeders en verzorgers.
Bescherming tegen gewapende conflicten
20. Beter beschermen van kinderen die het slachtoffer zijn van
gewapende conflicten en efficiënte maatregelen aannemen om
de kinderen die leven onder vreemde bezetting te beschermen.
21. Erop toezien dat het thema van de rechten van het kind en de
bescherming van kinderen op grote schaal hun weerklank
vinden in de agendapunten van vredesbijeenkomsten en in de
daarop volgende vredesakkoorden en dat ze eveneens, zoals het
past, deel uit maken van de vredesoperaties en de
vredesprogramma’s van de Verenigde Naties en indien
mogelijk, kinderen betrekken bij deze processen.
22. Een einde stellen aan het rekruteren en het inzetten van kinderen
in gewapende conflicten, tegengesteld aan de internationale
wetgeving, en hun demobilisatie en effectieve ontwapening
verzekeren en de gepaste maatregelen toepassen om hun
rehabilitatie, fysisch en psychisch herstel en reïntegratie in de
samenleving mogelijk te maken.
23. Een einde stellen aan straffeloosheid, de verantwoordelijken
vervolgen van volkerenmoorden, van misdaden tegen de
mensheid en van oorlogsmisdaden en deze misdaden, indien
mogelijk, uitsluiten van amnestiewetten en voorzieningen en
zich ervan vergewissen dat de gerechtelijke Commissies zoals
de Waarheidscommissie, die vaak vlak na conflictsituaties
ontstaan, ook bijzonder zware daden met kinderen
strafrechterlijk in vervolging stellen en dat passende procedures
die rekening houden met het belang van kinderen doorgevoerd
worden.
24. Concrete maatregelen nemen om de strijd aan te binden met alle
vormen van terrorisme, die serieuze hinderpalen vormen voor
de ontwikkeling en het welzijn van kinderen.
21
25. Een geschikte training en onderricht voorzien
inzake
kinderrechten en bescherming van kinderen, net zoals
internationale humanitaire wetgeving voor alle burgers,
militairen, en politiepersoneel die betrokken zijn bij
vredesoperaties.
26. De strijd aanbinden met het illegale transport van lichte wapens;
kinderen beschermen voor de gevaren van landmijnen, niet
ontplofte munitie en ander oorlogsmateriaal waarvan ze het
slachtoffer kunnen worden, en bijstand verlenen aan kinderen
die het slachtoffer werden van projectielen tijdens en na
gewapende conflicten.
27. Overeenkomen om de internationale samenwerking op te
drijven, in het bijzonder op het niveau van inkomsten en van de
coördinatie van menselijke bijstand voor de landen die
vluchtelingen opvangen en om te helpen bij de vrijwillige
terugkeer van alle vluchtelingen en mensen op de dool, in het
bijzonder vrouwen en kinderen in veiligheid en waardigheid en
helpen bij de geleidelijke reïntegratie in de samenleving.
28. Uitwerken en toepassen, met de nodige internationale steun, van
een beleid en programma’s met als doel het beschermen en het
welzijn van vluchtelingenkinderen en van kinderen op zoek naar
asiel en het verlenen van sociale basisvoorzieningen, met
inbegrip van toegang tot het onderwijs, met toevoeging van
medische diensten en voeding.
29. Voorrang geven aan programma’s voor het opsporen van
familieleden en voor de hereniging van families en het
voorzetten van het bewaken van de regelingen inzake
zorgverlening voor kinderen op de vlucht of verplaatste
kinderen in hun eigen land, niet vergezeld of gescheiden van
hun ouders.
30. De impact van sancties op kinderen evalueren en controleren en
concrete noodmaatregelen nemen, in overeenstemming met het
internationaal recht, om de negatieve impact van economische
sancties op vrouwen en kinderen te verlichten.
31. Al de gewenste maatregelen nemen om te vermijden dat
kinderen het slachtoffer worden van gijzelingen.
32. Precieze strategieën definiëren om meisjes te beschermen en om
te beantwoorden aan hun specifieke problemen en noden
wanneer ze zich in gewapende conflictsituaties bevinden.
Strijd aanbinden met kinderarbeid
33. Onmiddellijk efficiënte maatregelen nemen om de ergste
vormen van kinderarbeid te verbieden en te elimineren. De
rehabilitatie en de sociale reïntegratie van kinderen die bevrijd
zijn van de ergste vormen van kinderarbeid vergemakkelijken,
in het bijzonder door hen te verzekeren van een gratis
basisonderwijs en, in de mate van het mogelijke, van een
professionele vorming.
22
34. Gepaste maatregelen nemen om elkaar te helpen en om de
ergste vormen van kinderarbeid te elimineren, dankzij een
versterking van internationale samenwerking of hulp, met
inbegrip van steun voor economische en sociale ontwikkeling,
aan programma’s voor het bestrijden van armoede en aan
Onderwijs voor iedereen.
35. Strategieën formuleren en doorvoeren om kinderen te
beschermen tegen economische uitbuiting en tegen alle soorten
werk dat gevaarlijk of schadelijk is voor hun opvoeding of hun
gezondheid of dat van nature hun lichamelijke, geestelijke,
morele of sociale ontwikkeling belemmert.
36. In deze context, kinderen beschermen tegen alle vormen van
economische uitbuiting, door het mobiliseren van nationale
partners en van internationale samenwerking en de situatie van
kinderen verbeteren, in het bijzonder door aan werkende
kinderen een gratis basisonderricht en een professionele
opleiding te geven en door hen op alle mogelijke manieren te
integreren in het educatief systeem, en sociale en economische
beleidsprogramma’s ondersteunen die de armoede moeten
elimineren en die aan de families, in het bijzonder aan vrouwen,
de mogelijkheid moeten bieden werk te vinden en een inkomen
te vergaren.
37. Internationale
samenwerking
aanmoedigen
om
ontwikkelingslanden, op hun aanvraag, te helpen de strijd aan
te binden met kinderarbeid en zijn diepere oorzaken, in het
bijzonder via een socio-economisch beleid, om de armoede te
bestrijden, terwijl benadrukt wordt dat regels inzake
arbeidsomstandigheden niet gebruikt mogen worden voor
protectionistische doeleinden.
38. Het verzamelen van gegevens over kinderarbeid opvoeren
39. De strijd tegen kinderarbeid tot een geïntegreerd deel maken
van de nationale ontwikkelingsinspanningen en van de strijd
tegen de armoede, in het bijzonder in het domein van de
gezondheidszorg, tewerkstelling en sociale bescherming.
Elimineren van de handel en de seksuele uitbuiting van kinderen
40. Op nationaal en internationaal niveau met spoed de nodige
maatregelen nemen om een einde te stellen aan het verhandelen
van kinderen en van hun organen, aan seksueel misbruik van
bestemd zijn om het hoofd te bieden aan noodsituaties, door te
erkennen dat bevolkingsgroepen kinderen en aan de uitbuiting
van kinderen voor seksuele doeleinden, met inbegrip van
kinderpornografie, kinderprostitutie, pedofilie en de strijd
aanbinden met de bestaande netwerken.
41. Bewustmaking van het illegale karakter en van de schadelijke
gevolgen van seksueel misbruik van kinderen, alsook van
uitbuiting - met inbegrip van het internet- en van het
verhandelen van kinderen voor seksuele doeleinden.
23
42. De privé-sector mobiliseren, met inbegrip van de toeristische
industrie en van de media, om campagne te voeren tegen de
uitbuiting en het verhandelen van kinderen voor seksuele
doeleinden.
43. De diepere oorzaken vaststellen, met inbegrip van de externe
factoren, van de seksuele uitbuiting en van het verhandelen van
kinderen en preventieve maatregelen doorvoeren om deze
uitbuiting en handel te voorkomen.
44. De veiligheid van slachtoffers van kinderhandel en van seksuele
uitbuiting verzekeren en hulp bieden bij hun rehabilitatie en
reïntegratie.
45. De nodige maatregelen nemen, op alle niveaus en volgens de
noden, voor het effectief beschuldigen en bestraffen, in
overeenstemming met alle pertinente en toepasbare
internationale instrumenten, van alle vormen van seksuele
uitbuiting en seksueel geweld tegen kinderen, hierbij inbegrepen
geweld binnen het gezin of voor commerciële doeleinden,
kinderprostitutie, pedofilie, kinderpornografie, sekstoerisme, het
verhandelen en het verkopen van kinderen en van hun organen
en gedwongen tewerkstelling van kinderen of van elke andere
vorm van uitbuiting van kinderen, terwijl erop wordt toegezien
dat het strafrechterlijk systeem de slachtoffers opvangt door
erover te waken dat het belang van het kind een prioriteit blijft.
46. Op regionaal en internationaal niveau informatie over de
kinderhandel over de grenzen verzamelen en uitwisselen;
versterken van de capaciteit van de grenspolitie en andere
rechtsverantwoordelijken die de handel kunnen stoppen en
verzekeren of versterken van hun vorming om de waardigheid,
de menselijke rechten en de fundamentele vrijheden van alle
slachtoffers van de handel, in het bijzonder vrouwen en
kinderen, te respecteren.
47. De gewenste maatregelen nemen, in het bijzonder in het kader
van een toenemende samenwerking tussen de regeringen, de
intergouvernementele organisaties, de privé-sector en de nietgouvernementele organisaties om de strijd aan te binden met het
criminele gebruik van de informaticatechnologie, in het
bijzonder bij het verhandelen van kinderen, kinderprostitutie,
sekstoerisme met kinderen, pedofilie en andere vormen van
geweld en misbruik tegen kinderen en adolescenten.
4. De strijd aanbinden met HIV/aids
45.
De HIV/aids pandemie heeft verwoestende gevolgen voor kinderen en voor zij die
kinderen verzorgen. We spreken over 13 miljoen aids-wezen, ongeveer 600 000 zuigelingen
die jaarlijks besmet worden door de besmetting van moeder op kind en miljoenen
seropositieve jongeren die sociaal getekend zijn door het HIV-virus maar die geen toegang
hebben tot hulp- of zorgverlenende diensten of passende ondersteuning.
24
46.
Om de strijd aan te binden met het alles vernielende effect van HIV/aids op kinderen,
zijn we vastbesloten om met spoed offensieve maatregelen te nemen zoals overeengekomen
op de Speciale Zitting van de Algemene Vergadering over HIV/aids, en om een bijzondere
aandacht te schenken aan de volgende overeengekomen doelstellingen en verbintenissen:
a) Tegen het jaar 2003, nationale, tijdsgebonden doelstellingen vastleggen
om de preventiedoelstelling te bereiken, om tegen het jaar 2005 het aantal
seropositieve jongeren tussen 15 en 24 in de meest getroffen landen te
verminderen met 15% en op wereldvlak met 25% tegen het jaar 2010 en de
inspanningen op te drijven om deze doelstellingen te verwezenlijken en de
strijd aan te binden met stereotypes en met seksistisch gedrag, net zoals
met de ongelijke behandeling tussen de seksen in verband met HIV/aids,
door het aanmoedigen van de actieve deelname van mannen en jongens.
b) Het aantal kinderen besmet met het HIV-virus verminderen met 20% tegen
het jaar 2005 en met 50% tegen het jaar 2010, door ervoor te zorgen dat
80% van de zwangere vrouwen die prenatale zorgen toegediend krijgen,
toegang krijgen tot informatieve diensten, raadplegingen en andere
preventiediensten voor HIV/aids, door het verhogen van het aantal
efficiënte behandelingen en de toegankelijkheid hiervan voor seropositieve
moeders om het doorgeven van HIV van moeder op kind te verminderen,
en eveneens dankzij efficiënte interventies ten voordele van seropositieve
vrouwen, met inbegrip van vrijwillige en vertrouwelijke raadplegingen en
testen, toegang tot behandeling, in het bijzonder anti - retrovirale
therapieën en, waar passend, substituten voor moedermelk en een continue
zorgverlening.
c) Nationale beleidsmaatregelen en strategieën ontwikkelen tegen 2003 en
doorvoeren tegen 2005, om
op nationaal,
familiaal
en
gemeenschapsniveau, mogelijkheden door te voeren en te versterken voor
het creëren van een ondersteunende omgeving voor wezen en voor
seropositieve en met het HIV/aids-virus besmette jongens en meisjes, in
het bijzonder om hen raadplegingen en gepaste psychosociale begeleiding
aan te bieden, hen een inschrijving in scholen te verzekeren net zoals
toegang tot huisvesting, tot een goede voeding, tot de gezondheidsdiensten
en de sociale voorzieningen, net zoals andere kinderen; en wezen en
kwetsbare kinderen beschermen tegen alle vormen van mishandeling,
geweld, misbruik, uitbuiting, discriminatie en handel net zoals tegen het
verlies van hun erfenis.
47.
Om deze doelstellingen te verwezenlijken, zullen we de volgende strategieën en
maatregelen doorvoeren:
a. Om resoluut de strijd aan te binden met HIV/aids, tegen 2003, de formulering
en de doorvoering verzekeren van nationale multi - sectorale strategieën en van
financieringsplannen, die stigmatisatie, stilte en ontkenning aanklagen; zich
buigen over de seksueel specifieke dimensies van de epidemie en over het
verband met de leeftijd; de discriminatie en de marginalisatie uitroeien, een
beroep doen op partners uit de civiele maatschappij en uit de zakenwereld, de
volledige participatie verzekeren van mensen die leven met HIV/aids, van
kwetsbare groepen en van personen die het meest blootgesteld worden, in het
bijzonder vrouwen en jongeren; in de mate van het mogelijke gefinancierd
worden door nationale budgetten zonder echter andere inkomsten uit te sluiten,
in het bijzonder de internationale samenwerking; de bevordering en de
bescherming van alle fundamentele menselijke rechten en vrijheden ten volle
25
b.
c.
d.
e.
verzekeren, met inbegrip van het recht op het hoogste niveau van de
lichamelijke en mentale gezondheid; bezorgd zijn om de gelijkheid tussen de
seksen; risicoproblemen, net zoals problemen in verband met kwetsbaarheid,
preventie, zorgverlening, behandeling en steun aan aids-lijders, en van de
vermindering van de impact van de epidemie aanpakken; en de capaciteiten
van de gezondheidsverlenende diensten, van het onderwijs en van het juridisch
apparaat verhogen.
Ervoor zorgen dat tegen 2005 minstens 90% en tegen 2010 minstens 95% van
de jongeren van beide seksen tussen 15 en 24 toegang hebben tot informatie,
onderwijs, met inbegrip van de onderwijsvormen waarin leerlingen leren van
elkaar en onderricht op maat van de jongeren over HIV, en tot de diensten,
noodzakelijk om praktische kennis te vergaren nodig om hun kwetsbaarheid
voor besmetting met HIV te verminderen, in volledig partnership met alle
jongeren, de ouders, de families, de opvoeders en de zorgverleners.
Tegen 2005, globale zorgstrategieën uitwerken voor het opvoeren van de
zorgverlening voor families en gemeenschappen, met inbegrip van deze
verleend door de niet-formele sector en de gezondheidszorgsystemen om de
personen die leven met HIV of met aids te behandelen en op te volgen tijdens
hun behandeling, met inbegrip van seropositieve kinderen, en om hulp te
bieden aan individuen, huisgezinnen, families en gemeenschappen getroffen
door HIV/aids; de capaciteit en de werkomstandigheden van het personeel in
de gezondheidszorg verbeteren, net zoals de doeltreffendheid van de
bevoorradingssystemen, van de financieringsplannen en van de mechanismen
die nodig zijn om toegang te bieden tot betaalbare geneesmiddelen, met
inbegrip van anti - retrovirale geneesmiddelen, diagnosetesten, en de verwante
technologieën, net zoals kwaliteitsvolle medische, psychosociale en palliatieve
zorgen, en gevoelige vooruitgang boeken in de doorvoering van deze
strategieën.
Tegen 2005, maatregelen doorvoeren om de capaciteiten van vrouwen en
adolescenten om zich te beschermen tegen het risico op besmetting met HIV te
vergroten, in hoofdzaak dankzij het verlenen van gezondheidsdiensten, met
inbegrip van gezondheidsdiensten inzake seksualiteit en voortplanting en
dankzij een preventief onderricht dat ijvert om de gelijkheid tussen de seksen
te bevorderen in een kader dat rekening houdt met de culturele factoren en met
de bijzondere noden van vrouwen.
Tegen 2003, strategieën, beleidsmaatregelen en programma’s formuleren en/of
op punt stellen die het belang van de familie erkennen, in het bijzonder door
het onderricht en de oriëntatie van jongeren en die rekening houden met de
culturele, religieuze en etnische factoren, om de kwetsbaarheid van kinderen
en jongeren te verminderen door het verzekeren, zowel aan jongens als
meisjes, van een lager en secundair onderwijs, met inbegrip van
vormingslessen over HIV/aids in de onderwijsprogramma’s bestemd voor
adolescenten, door het verzekeren van een veilige omgeving, vooral aan jonge
meisjes; door het uitbreiden van de informatiediensten, educatie, en consultatie
- van goede kwaliteit en op maat van de jongeren - in het domein van de
seksuele gezondheid; door het versterken van de gezondheidsprogramma’s
inzake seksualiteit en voortplanting; en door het betrekken, in de mate van het
mogelijke, van de families en de jongeren bij de planning, doorvoering en de
evaluatie van preventieprogramma’s en zorgen met betrekking tot HIV/aids.
26
f. Tegen 2003, nationale strategieën uitwerken en beginnen met de uitvoering
ervan om sensibilisering, preventie, zorgverlening en behandeling inzake
HIV/aids te integreren in de programma’s en de maatregelen die die
gedestabiliseerd zijn door gewapende conflicten, humanitaire noodsituaties en
natuurrampen, met inbegrip van vluchtelingen, uitgewezen personen en in het
bijzonder vrouwen en kinderen, meer risico’s lopen op besmetting met HIV,
en, indien nodig, integreren van HIV/aids componenten in internationale
bijstandsprogramma’s.
g. Toezien dat de slachtoffers van HIV/aids niet het voorwerp worden van
discriminerende behandeling en dat ze ten volle, op gelijke voet, kunnen
genieten van de mensenrechten, door het bevorderen van een actieve en
zichtbare politiek van ontstigmatiseren van aids-wezen, en kinderen kwetsbaar
gemaakt door HIV/aids.
h. De internationale gemeenschap aansporen om ontwikkelingslanden te
ondersteunen en bij te staan in de inspanningen die ze doen door de nationale
fondsen voor de strijd tegen de HIV/aids- epidemie te verhogen, door het
opdrijven van de internationale ontwikkelingshulp in het bijzonder ten
voordele van de landen die het meest getroffen worden door HIV/aids in het
bijzonder in Centraal Afrika, de Caraïben, in de landen waar het risico van
uitbreiding van de epidemie zeer hoog is en in andere getroffen regio’s, die
slechts beperkte middelen hebben om de strijd aan te binden met deze
epidemie.
C. Mobiliseren van middelen
48. Goede levensgewoonten promoten, in het bijzonder een goede voeding en de strijd tegen
besmettelijke ziekten, een goed kwaliteitsonderwijs verschaffen, kinderen beschermen tegen
mishandeling, uitbuiting, geweld en gewapende conflicten, en het aanbinden van de strijd
tegen HIV/aids zijn realiseerbare doelstellingen, die helemaal binnen het bereik liggen van de
wereldgemeenschap.
49. De verantwoordelijkheid om het huidige actieplan door te voeren en een gunstige
omgeving te verzekeren voor het welzijn van kinderen, waar kinderrechten worden
gepromoot en gerespecteerd, valt in de eerste plaats te beurt aan elk land, rekening houdend
met het feit dat nieuwe en bijkomende inkomsten, op nationaal en internationaal niveau, nodig
zijn voor dit doel.
50. Investeringen in kinderen zijn buitengewoon productief als ze worden voortgezet op
middellange of lange termijn. Het investeren ten voordele van kinderen en het respecteren van
hun rechten staat toe om de fundamenten te leggen van een rechtvaardige maatschappij, van
een stevige economie en van een wereld bevrijd van armoede.
51. Om het huidige Actieplan door te voeren zal men belangrijke menselijke en financiële
inkomsten en bijkomende middelen moeten vrijmaken, op nationaal en internationaal niveau,
in het kader van een internationaal klimaat en een internationaal versterkte samenwerking,
met inbegrip van de samenwerking Noord- Zuid en de samenwerking Zuid-Zuid, om bij te
dragen aan de economische en sociale ontwikkeling.
52. Bijgevolg zijn we vastbesloten om volgende doelstellingen en maatregelen voort te zetten,
op mondiale schaal, om inkomsten ten voordele van kinderen in te zamelen;
27
a. Onze erkenning uiten aan de ontwikkelde landen die 0,7% van hun bruto -nationaal
product bereikt hebben voor het geheel van de openbare ontwikkelingshulp. De
ontwikkelde landen die dit nog niet gedaan hebben zonder ophouden aansporen om
zich in te spannen om, zodra het mogelijk is, de overeengekomen 0,7% van het BNP
te besteden aan de gehele ontwikkelingshulp. We verbinden onszelf ertoe om geen
enkele inspanning te besparen om de tendens van een dalende publieke
ontwikkelingshulp om te gooien en om, zonder uitstel, het overeengekomen doel van
0,15 tot 0,2% voor de publieke ontwikkelingshulp ten voordele van de minst
ontwikkelde landen te bereiken, rekening houdend met het belang van de bijzondere
noden van de kinderen.
b. Zonder langer uitstel, het initiatief ten voordele van de landen met een zware
schuldenlast doorvoeren, overeenkomen om zo spoedig mogelijk alle bilaterale
schulden kwijt te schelden van de landen die geld trekken van dit initiatief in ruil voor
een tastbare verbintenis van hun kant om de armoede te bestrijden en hen aansporen
om de gerealiseerde besparingen op de schuldenlast te investeren in de financiering
van programma’s om de armoede te bestrijden, in het bijzonder in programma’s ten
voordele van kinderen.
c. Vragen dat men snelle en gezamenlijke acties op touw zet om op een efficiënte, totale,
evenwichtige, duurzame en ontwikkelingsbevorderende wijze, de problemen te
regelen met betrekking tot de schuldenlast van de minder ontwikkelde landen, van de
landen met een laag inkomen en van de ontwikkelingslanden met een middelmatig
inkomen via nationale en internationale maatregelen die ontwikkeld zijn om hun
schuld op lange termijn draaglijk te maken en om, in het bijzonder langs de weg van
schikkingen om de schuldenlast op een geordende manier te reduceren zoals door de
omzetting van schuldvorderingen ten voordele van projecten die beantwoorden aan de
noden van kinderen.
d. De toegang tot de internationale markten van producten en diensten uit
ontwikkelingslanden verhogen en verbeteren, in overeenstemming met het
multilateraal handelssysteem, in het bijzonder dankzij de onderhandelde verlaging
van de tariefmuren en door de eliminatie van de niet-tarifaire obstakels die op een
onrechtmatige manier het handelsverkeer van de ontwikkelingslanden belemmeren.
e. Vertrekkende van het principe dat een uitbreiding van het handelsverkeer essentieel is
voor de groei en de ontwikkeling van de minst ontwikkelde landen, een inspanning
leveren om hun voorkeurstoegang te verbeteren met het oog op een vrije toegang voor
het geheel van producten uit de minst ontwikkelde landen tot op de markten van de
ontwikkelde landen.
f. Nieuwe en belangrijke supplementaire inkomsten mobiliseren voor de sociale
ontwikkeling, op nationaal en internationaal niveau om de ongelijkheden binnen en
tussen landen te verkleinen en in de mate van het mogelijke een efficiënt en rationeel
gebruik van de bestaande inkomsten verzekeren. Er bovendien op toezien dat de
sociale uitgaven ten voordele van kinderen beschermd worden en dat ze voorrang
krijgen in tijden van economische en financiële crisissen op korte en op lange termijn.
g. Nieuwe middelen zoeken om publieke en private financiële inkomsten te mobiliseren,
in het bijzonder dankzij de vermindering van buitensporige militaire uitgaven, van
wapenhandel en van investeringen in de productie en de aankoop van wapens, met
inbegrip van de militaire uitgaven op wereldniveau, rekeninghoudend met de noden
van nationale veiligheid.
h. De donorlanden en de ontvangende landen aansporen om, op basis van akkoorden en
wederkerige verbintenissen, de formule 20/20 ten volle toe te passen, in
28
overeenstemming met de akkoorden van Oslo en Hanoi, om de universele toegang tot
sociale basisvoorzieningen te verzekeren.
53. We zullen bijzondere aandacht laten uitgaan naar het voldoen aan de noden van de meest
kwetsbare kinderen in de ontwikkelingslanden, in het bijzonder aan de minst ontwikkelde
landen in Centraal Afrika.
54. We zullen eveneens een bijzondere aandacht hebben voor de noden van de kinderen die
leven in kleine eilandontwikkelingslanden, ontwikkelingslanden zonder toegang tot de zee en
de transitontwikkelingslanden, de andere ontwikkelingslanden en de landen in overgangsfase.
55. We zullen de technische samenwerking tussen de landen promoten om ervaringen en
positieve strategieën uit te wisselen die voortvloeien uit de toepassing van het huidige
actieplan.
56. De verwezenlijking van deze doelstellingen en van onze aspiraties voor kinderen verdient
het opstarten van nieuwe samenwerkingsverbanden met de civiele maatschappij, in het
bijzonder met gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en de privé-sector, net
zoals vernieuwende regelingen om supplementaire inkomsten, zowel privé als publiek, in te
zamelen.
57. In het achterhoofd houdend dat ondernemingen de internationale wetgeving moeten
respecteren, moedigen we hen aan om blijk te geven van sociale verantwoordelijkheid om bij
te dragen aan de sociale ontwikkelingsdoelstellingen en aan het welzijn van de kinderen, in
het bijzonder door
1. Een groeiende bewustmaking bij bedrijven van de relatie tussen sociale
ontwikkeling en economische groei te ondersteunen;
2. Een legaal, economisch en sociaal kader te leveren, dat rechtvaardig en
stabiel is om initiatieven genomen door de privé-sector om deze
doelstellingen te bereiken, te ondersteunen en te financieren.
3. Op internationaal niveau de samenwerkingsverbanden met de zakenwereld,
de vakbonden en de civiele maatschappij op te drijven om de doelstellingen
van het Actieplan te ondersteunen.
We vragen aan de privé-sector om de impact van zijn beleid en van zijn praktijken op
kinderen te evalueren en erop toe te zien dat alle kinderen, vooral de meest beproefde, wel
kunnen varen bij de baten van het onderzoek en de ontwikkeling in wetenschap, medische
technologie, gezondheid, voedselverrijking, milieubescherming, onderwijs en van de
massacommunicatiemiddelen.
58. We verbinden ons ertoe om de toenemende coherentie te verzekeren van de
beleidsmaatregelen net zoals een betere coördinatie tussen de Organisatie van de Verenigde
Naties, haar organismen en de Bretton Woord Instellingen en tussen de andere multilaterale
instanties en de civiele maatschappij om de doelstellingen van het huidige actieplan te
verwezenlijken.
29
D Opvolgingsacties en evaluaties
59. Om de toepassing van de maatregelen die overeengekomen zijn in dit document te
vergemakkelijken, zullen we, met spoed, indien mogelijk tegen het jaar 2003, regionale
actieplannen met een serie van specifieke, meetbare en tijdsgebonden doelen en
doelstellingen, invoeren of versterken, geïnspireerd op het huidige actieplan, rekening
houdend met de nationale wetgevingen, de religieuze en ethische waarden, de culturele
achtergrond van de bevolking, en in overeenstemming met alle rechten van de mens en de
fundamentele menselijke vrijheden.
We zullen bijgevolg onze nationale planning versterken en de coördinatie, de doorvoering en
de financiële middelen verzekeren. We zullen de doelstellingen van het huidige Actieplan
integreren in ons nationaal beleid en eveneens in de nationale en lokale
ontwikkelingsprogramma’s, de strategieën voor de armoedebestrijding, de multi-sectorale
aanpak en andere doeltreffende ontwikkelingsplannen, in samenwerking met de relevante
actoren uit de civiele maatschappij, met inbegrip van de niet-gouvernementele organisaties
die werken ten voordele van kinderen, net zoals met kinderen zelf, volgens hun leeftijd en hun
rijpheid, en met hun families.
60. We zullen de regelmatige opvolging en evaluatie verzekeren op nationaal, en, in de mate
van het nodige, op regionaal niveau, van de behaalde vooruitgang in de doelstellingen en de
objectieven van het huidige Actieplan op nationale, regionale en internationale schaal.
Bijgevolg, zullen we onze nationale statistische capaciteit versterken door het verbeteren van
de verzameling, de analyse en de verdeling, in het bijzonder volgens geslacht, leeftijd en
andere factoren die ongelijkheden kunnen creëren, en zullen we een hele reeks onderzoeken,
toegespitst op kinderen, steunen. We zullen de internationale samenwerking verbeteren om de
inspanningen voor het versterken van de statistische capaciteiten te steunen en om de
capaciteiten van de gemeenschappen, inzake opvolging, evaluatie en planning op te drijven.
61. We zullen periodiek de geboekte vooruitgang op nationaal en internationaal niveau
evalueren, om de obstakels beter uit de weg te ruimen en de actie te versnellen. Op regionaal
niveau, zullen deze onderzoeken dienen om doeltreffende praktijken uit te wisselen, om de
samenwerkingsverbanden te verstevigen en om de processen te versnellen. Om dat te doen:
a. Zullen we de lidstaten van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind aansporen om
te overwegen informatie over de genomen maatregelen en de behaalde resultaten in
verband met de toepassing van het huidige Actieplan, te vermelden in hun
rapportering aan het Comité voor de Rechten van het Kind.
b. Als internationale organisatie voor het beschermen van het kind, wordt UNICEF, het
Kinderfonds van de Verenigde Naties, verzocht door te gaan met de voorbereiding en
de verspreiding van informatie over de geboekte vooruitgang in de doorvoering van de
huidige verklaring en van het huidige Actieplan, dit in nauwe samenwerking met de
regeringen, fondsen, programma’s en gespecialiseerde instellingen van de Verenigde
Naties, en met alle andere actoren waar mogelijk. De directieorganen van de
gespecialiseerde instellingen worden verzocht om erop toe te zien dat, in hun
respectievelijke actiedomeinen, de genoemde instellingen de verwezenlijking van de
opgesomde doelstellingen in het huidige Actieplan, in alle mogelijke mate, steunen en
dat ze, via de Economische en Sociale Raad, de Algemene vergadering van de
Verenigde Naties ten volle informeren over de geboekte vooruitgang en over de
bijkomende maatregelen die genomen moeten worden in de loop van het komende
30
decennium, door gebruik te maken van de bestaande kaders en procedures voor het
opstellen van rapporten.
c. We verzoeken de Secretaris-generaal om op regelmatige basis rekenschap te geven
aan de Algemene Vergadering over de geboekte vooruitgang in de doorvoering van
het huidige Actieplan.
62. We verbinden ons hier opnieuw om geen enkele inspanning te sparen om door te gaan met
het bouwen aan een wereld geschikt voor kinderen, door verder te steunen op de resultaten
van het vorige decennium en geleid door de principes van voorrang voor kinderen. In
solidariteit met een grote waaier partners, zullen we een wereldwijde beweging ten voordele
van kinderen leiden om het momentum van verandering niet verloren te laten gaan. We gaan
deze verbintenissen trouw aan, in de wetenschap dat, door het geven van een voorrangsrol aan
kinderrechten, aan hun overleving, aan hun bescherming en aan hun ontwikkeling, we het
allergrootste belang van de mensheid dienen en het welzijn van alle kinderen in alle
samenlevingen verzekeren.
31
Download