bloedplaatjes-aggregatieremmers vitamine c cytostatica

advertisement
Medicatie en wondgenezing
Vitamine C
Bloedplaatjes-aggregatieremmers
Wat
Wat
Geneesmiddelen die het vermogen van bloedplaatjes (trombocyten) om samen te klonteren
(te aggregeren) verminderen.
Per os
Nederland: acetylsalicylzuur (Aspirine®), carbasalaatcalcium (Ascal®, een calciumzout van acetylsalicylzuur), clopidogrel (Plavix®, Iscover®).
België: acetylsalicylzuur (Aspirine®), carbasalaatcalcium (Ascal®), clopidogrel (Plavix®,
Iscover®).
Indicatie
Preventie van arteriële trombo-embolie, het voorkomen van een volgend hartinfarct of CVA.
Effect op de wondheling
Vitamine C of ascorbinezuur fungeert als antioxidant in het lichaam.
Indicatie
Vitamine C is nodig voor de vorming van bindweefsel, de opname van ijzer en het in stand houden van de weerstand.
Effect op de wondheling
Deze vitamine is essentieel voor de collageensynthese, een belangrijke component in de extracellulaire matrix.
Een tekort aan vitamine C uit zich in huidletsels, een slechte cohesie van endotheelcellen en een verminderde
trek- en rekweerstand van de weke weefsels.
Verpleegkundig aandachtspunt
Vraag de patiënt altijd of hij deze zelfmedicatie en andere vrij verkrijgbare supplementen slikt, of (in Nederland)
vrij verkrijgbare middelen als pijnstillers (zoals NSAID’s).
Acetylsalicylzuur verhindert het samenklonteren van bloedplaatjes, verlaagt de inflammatoire
respons (nodig in de inflammatiefase) en verlaagt de synthese van glycosamineglycanen in
wonden, een belangrijk onderdeel van de extracellulaire matrix.
Cytostatica
Clopidogrel verhindert de samenklontering van bloedplaatjes, nodig om het bloeden te stoppen en de wond af te sluiten.
Wat
Verpleegkundig aandachtspunt
Zowel anticoagulantia als bloedplaatjesaggregatieremmers verhogen de kans op de vorming
van hematomen. Een hematoom is een ideale voedingsbodem voor bacteriën. Ook veroorzaken
hematomen schade aan weefselstructuren. Dit zorgt voor druk op onderliggend weefsel en dat
leidt weer tot hypoxie in het omliggende weefsel, met als gevolg: een vertraagde of slechte
wondheling.
Immunosuppressiva en biologicals
Wat
Immunosuppressiva en biologicals vormen een groep geneesmiddelen die het immuunsysteem
onderdrukken en de activiteit van ontstekingen verminderen.
Geneesmiddelen voor de behandeling van kanker.
Per os
Nederland: o.a. busulfan (Myleran®, ook intraveneus), chloorambucil (Leukeran®), cyclofosfamide (Endoxan®, ook
intraveneus), imatinib (Glivec®), procarbazine (Natulan®).
België: o.a. busulfan (Myleran®, ook intraveneus), chloorambucil (Leukeran®), cyclofosfamide (Endoxan®, ook intraveneus), imatinib (Glivec®), procarbazine (Natulan®).
Intraveneus
Nederland en België: o.a. doxorubicine, carmustine (BCNU®), brentuximab vedotine (Adcetris®), cisplatine
(Cisplatin®) et cetera (er zijn tientallen soorten).
Indicatie
Om kankercellen te doden tijdens hun groei of hun celdeling te remmen.
Effect op de wondheling
Indicatie
Inflammatoire (auto-immuun)ziekten als reuma, Ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, sarcoïdose,
psoriasis, artritis psoriatica en na een transplantatie.
Cytostatica doden cellen, ook gezonde cellen die nodig zijn bij de wondheling. De wondheling kan tijdens of soms
tot twee maanden na een behandeling met cytostatica nog gestagneerd zijn.
Per os of injectie
Nederland:
Immunosuppressiva: ciclosporine (Neoral®), methotrexaat (Emthexate®, Metoject®), azathioprine
(Imuran®), tacrolimus (Advagraf®, Prograft®).
Biologicals: o.a. adalimumab (Humira®), certolizumab (Cimzia®), etanercept (Enbrel®), golimumab (Simponi®) en infliximab (Remicade®).
België: ciclosporine (Neoral®), methotrexaat (Emthexate®, Ledertrexate®), azathioprine (Imuran®),
tacrolimus (Advagraf®, Prograft®).
Biologicals: o.a. adalimumab (Humira®), certolizumab (Cimzia®), etanercept (Enbrel®), golimumab (Simponi®) en infliximab (Remicade®).
Verpleegkundig aandachtspunt
‘Bij patiënten met een complexe wond die chemotherapie ondergaan hebben, is het aan te raden direct te
starten met antibacteriële verbandmiddelen, zoals zilververbanden. Doordat de wondheling stil staat, kan namelijk gemakkelijk infectie ontstaan,’ zegt Alita Jaspar, Master of Science in Woundhealing & Tissue Repair.
‘Antiseptica hebben hier weinig nut, want die hebben een negatieve impact op de vorming van fibroblasten.’
Wondzorgverpleegkundige Evelien Touriany is het hier niet mee eens: ‘Patiënten die chemotherapie krijgen, hebben een verminderde weerstand en daar gaan we de wond juist wel behandelen met antiseptica en antimicrobiële
middelen. Antiseptica hebben inderdaad een vertragend effect op de wondheling, maar dat heeft de chemotherapie ook. Infectiepreventie is hier belangrijker.’
Effect op de wondheling
Deze middelen vertragen de wondheling doordat ze onder meer de inflammatiefase onderdrukken. Biologicals vallen onder de TNF-α-blokkers en zorgen daarnaast voor een hogere infectiegevoeligheid.
Anticoagulantia
Wat
Antistollingsmiddelen.
Vaatvernauwende middelen.
Per os
Nederland: acenocoumarol en fenprocoumon (Marcoumar®), NOAC’s: apixaban (Eliquis®), dabigatran (Pradaxa®) en
rivaroxaban (Xarelto®).
België: acenocoumarol (Sintrom®), fenprocoumon (Marcoumar®) en warfarine (Marevan®), NOAC’s: apixaban
(Eliquis®), dabigatran (Pradaxa®) en rivaroxaban (Xarelto®).
Per os
Nederland: adrenaline (adrenaline-autoinjectors voor allergieën: Epipen® en Anapen®).
België: adrenaline of epinefrine (adrenaline-autoinjectors voor allergieën: Epipen® en Anapen®).
Intraveneus of via injectie
Nederland: nadroparine (Fraxiparine®), dalteparine (Fragmin®).
België: nadroparine (Fraxiparine®), dalteparine (Fragmin®).
Indicatie
Indicatie
Onder meer bij trombose of ter preventie van diepveneuze trombose, na een hartinfarct, en om tromboflebitis te voorkomen bij mensen die een infuus krijgen.
Vasoconstrictoren
Wat
Bij lage bloeddruk bij o.a. circulatoire shock, bij hartstilstand, ter preventie van een anafylactische shock bij ernstige allergieën als plaatselijke verdoving (in combinatie met plaatselijk verdovende middelen) om de verdoving te versnellen.
Effect op de wondheling
Effect op de wondheling
Deze middelen remmen de bloedstolling – nodig om de wond af te sluiten – en de fibrineformatie.
De stof adrenaline, maar ook de vasoconstrictoren als nicotine en cocaïne veroorzaken hypoxie in het weefsel. Dit leidt tot een verminderde microcirculatie en een vertraagde opbouw van
nieuw weefsel.
NSAID’s (Ontstekingsremmers)
Wat
Ontstekingsremmende geneesmiddelen die niet behoren tot de groep van de corticosteroïden.
Per os
Nederland en België: o.a. ibuprofen (zoals Advil®, Brufen®, Nurofen®), diclofenac (Cataflam®,
Voltaren®) en naproxen (zoals Aleve®).
Indicatie
Bij koorts, pijn en als ontstekingsremmer.
Anti-inflammatoire middelen (corticosteroïden)
Wat
Corticosteroïden zijn een chemische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon en onderdrukken
diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties.
Indicatie
Corticosteroïden worden ingezet bij uiteenlopende aandoeningen, waaronder astma, COPD, kanker, auto-immuunziekten, huidziekten, acute allergische reacties.
Per os of intraveneus/per injectie
Nederland: o.a. prednison (Lodotra®), methylprednisolon (Solu-Medrol®), dexamethason.
België: o.a. prednison (Lodotra®), methylprednisolon (Medrol®, Solu-Medrol®, Advantan®).
Effect op de wondheling
Effect op de wondheling
NSAID’s zorgen voor een vermindering van het aantal fibroblasten in het bindweefsel en mogelijk een vertraging van de epithelialisatie en angiogenese in de vroege fase van de wondheling.
Ondanks hun anti-inflammatoir effect lijken ze slechts een beperkte invloed te hebben op de
wondgenezing.
Deze geneesmiddelen onderdrukken bijna alle aspecten van de wondheling. Zo onderdrukken ze de inflammatiefase, gaan ze wondcontractie tegen tijdens de proliferatiefase en verhinderen ze epitheelmigratie over het
wondbed, wat leidt tot een slechte kwaliteit van het weefsel. De sterkte van het gehele weefsel neemt af in de
maturatiefase. Omdat corticosteroïden het immuunsysteem onderdrukken, is er een verhoogde vatbaarheid
voor infecties.
Tekst: Aliëtte Jonkers met medewerking van de KNMP, beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers
Literatuur
- Sibbald RG, Williamson D, Contreras-Ruiz J et al. Chronic
Wound Care. A clinical source book for health care professionals, 4th edition, HMP Communications, Malvern.
- Gijsen R (RIVM), Oostrom SH van (RIVM), Schellevis FC
(NIVEL). Hoeveel mensen hebben één of meer chronische
ziekten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, www.
nationaalkompas.nl > Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Ziekten en aandoeningen\
Chronische ziekten en multimorbiditeit, 13 november
2014.
- Andersson E, Hansson C, Swanbeck G. Leg and foot ulcer prevalence and investigation of the peripheral arterial and venous
circulation in a randomised elderly population. An epidemiological survey and clinical investigation. Acta Derm Venereol.
1993;73:57-61 Medline.
- Callam MJ, Ruckley CV, Harper DR, Dale JJ. Chronic ulceration of the leg: extent of the problem and provision of care.
Br Med J (Clin Res Ed). 1985;290:1855-6 Medline. doi:10.1136/
bmj.290.6485.1855.
- Nicolaides AN, Cardiovascular Disease E, Research T, European Society of Vascular , Organization TIASAC, International
Union of A, et al. Investigation of chronic venous insufficiency: A consensus statement (France, March 5-9, 1997). Circulation 2000;102(20):E126-63.
- Moffatt CJ, Doherty DC, Smithdale R, Franks PJ. Clinical predictors of leg ulcer healing. Br J Dermatol 2010;162(1):51-8.
- Callam MJ, Harper DR, Dale JJ, Ruckley CV. Chronic ulcer of the leg: clinical history. Br Med J (Clin Res Ed)
1987;294(6584):1389-91.
- Larazus GS, et al. Definitions and Guidelines for Assessment
of Wounds and Evaluation of Healing. Archives of Dermatology 130(4):489-93, April 1994.
- Poot E, Mintjes-De Groot J, Weststrate ., Van Der Eerder L, Adriaansen M. Decubitus te lijf: handboek decubituspreventie voor
verpleegkundigen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 2008.
april 2015
Download