rechtsvergelijking 2006

advertisement
Oostenrijk - politieke gesch. 1







Vorstendommen ihv huis Habsburg
V.a. Xve : Habsburgers keizers HRR Duitse natie
Versnippering Rijk; contrareformatie; grote uitbreiding
Habsburgse landen in Oost-Europa
Jozef II verlicht despoot - Toleranzpatent 1781,
kerkhervormingen, e.d.
1806 keizer v. Oostenrijk ipv HRR - Restauratie
Revolutie 1848; grondwet; afschaffing horigheid
1849 keizer Franz Joseph neemt terug de macht;
grondwetten met standenstructuur
Oostenrijk - politieke gesch. 2




-
-
1867:
dubbelmonarchie - Hongarije onafhankelijk
Oostenrijks Staatsgrundgesetz; Reichsgericht
Algemeen mannenstemrecht (1869)
Groeiend nationaliteitenprobleem
1918:
KuK monarchie door geallieerden geliquideerd
Republik Deutschösterreich
1920:
Verdrag van Saint-Germain
Bundesverfassungsgesetz (huidige grondwet):
Parlementaire democratie, federalisme,
Verfassungsgerichtshof (1e apart GW Hof)
Oostenrijk - politieke gesch. 3




1933 autoritair regime
1938 Anschluss
Na WO II (1945): grondwet 1920 terug in werking
1955 Staatsvertrag: einde bezetting
Oostenrijk - gesch. Privaatrecht 1




-
XVIIIe : hervormingen Maria Theresia:
centralisering gerecht 1749
Kompilationskommission 1753
Jozef II: wetboek personen- en familierecht ingevoerd 1787
1798 Martini-code ingeveord in West-Galicië (experimenteel)
Uiteindelijk als ABGB in 1811
structuur : personae; res (vermogensrecht); actiones (algemeen
deel)
stijl: wijdlopiger, casuïstischer,
inhoud: bewust onvolledig (alleen « algemeen » burgerlijk recht,
niet bijzonder burgerlijk recht voor bepaalde sectoren) (tot 1848
nog horigheid !)
Oostenrijk - gesch. Privaatrecht 2







Na 1811 periode van exegese door circulaires (bureaucratie)
1855 universiteitshervorming; historische school; « pandectificatie »
1863 Handelswetboek naar Duits model
1867: liberalen zeggen concordaat op; burgerlijk huwelijk;
staatsonderwijs
Teilnovellen ABGB 1914-1916
Bijzondere wetten bijna altijd in het ABGB, bv. Consumentenrecht
1979
Invloedrijke hervorming procesrecht (Franz Klein) 1898 (zie verder)
Oostenrijk - politieke instellingen




-
Federalisme:
residuaire bevoegheid bij Länder (maar erg beperkt)
Länder eigen grondwet
In theorie verdragsbevoegdheid Länder
Gemeentelijke autonomie
Minderheidsrechten (internationaal gewaarborgd)
Federale machten:
wetgevende macht: Nationalrat / Bundesrat (verkozen door
deelstaatparlementen) met beperkte bevoegdheid
Regering geen wetgevende bevoegdheid (legalliteitsbeginsel)
Maar onwettigheid verordeningen enkel door GW Hof
Oostenrijk - grondwet

Naast BVG vele teksten met GW rang (o.m. inzake grondrechten);
zeer veel in GW vastgeschreven

GW toetsing: door Verfassungsgerichtshof:
vernietiging op verzoek van rechtstreeks getroffen burger
prejudiciële procedure
Beschwerde na uitputting rechtsmiddelen
-
-
Oostenrijk - gerecht


-
Verfassungsgerichtshof ook bevoegd voor o.m.:
bevoegdheidsconflicten staatsorganen
bevoegdheidsconflicten gewone / administratieve rechtbanken
onwettigheid verordeningen
Verkiezingszaken
verdere gerechtelijke organisatie:
gewone rechtbanken o.l.v. Oberste Gerichtshof
administratieve rechtbanken o.l.v. Verwaltungsgerichtshof
Oostenrijk - rechtsbronnen



Wet, gewoonte, algemene rechtsbeginselen volkenrecht,
« natürliche Rechtsgrundsätze »
Gerichtsgebrauch = gewoonterecht
Bijzonder gezag van arresten in het Spruchrepertorium en
Judikatenbuch
Oostenrijk - procesrecht / privR

-
Invloedrijke hervorming door Klein 1898: Sozial- of Wohlfahrtsfunktion
procesrecht
Ambtsbetrieb
Konzentrationsgrundsatz
Unmittelbarkeitsgrundsatz
Neuerungsverbot hoger beroep
-
Kenmerken burgerlijk recht
zakenrecht: Trennung (titulus/modus), geen Abstraktion
algemene norm inzake onrechtmatige daad

Kerk en staat: coöperatief model (concordaat 1933)

-
Zwitserland - pol. geschiedenis





Eedverbond van de 3 Waldstätte (cantons) XIe eeuw / 1291:
verdrag; militair bondgenootschap
Vrij verkeer e.d.
Toetreding reeks andere kantons
het Eedverbond (Confoederatio)
onafhankelijkheid erkend 1648
centrale instellingen: enkel een Tagsatzung (diplomatieke conferentie);
beslissingen voorgelegd « ad referendum »
kantonaal: vaak Landsgemeinde
1798 Franse bezetting;
Helvetische republiek une et indivisible
la liberté v. nos libertés
Geen meerderheid voor Napoleons grondwet (vervalsing referendum)
Compromis 1803: Mediationsverfassung: autonome kantons, Franse voogdij
Zwitserland - pol. geschiedenis 2
1815 val Napoleon; nieuw Bundesvertrag
zuiver confederaal
Vanaf 1830 ijveren liberalen voor hervormingen
In kantons neemt volksinitiatiefrecht toe
Antiklerikale wetten 1845-1847
 1848:
Afscheuring Sonderbund 1848; Sonderbundkrieg 1848
Omvorming tot federatie - grondwet 1848 (± amerikaans)
Sterke scheiding der machten: tweekamerparlement; onafzetbare regering
(college van 7 = Bundesrat)
 Na 1848:
stap voor stap toename directe democratie (1874 voor wet, 1891 grondwet)
meermaals bevoegdheden overgeheveld naar federatie

Zwitserland - geschiedenis privR






Middeleeuwen: verzet tegen Kaiserrecht; receptie romeins recht beperkt
Ook XIXe: minder professorenrecht (dan Dui.)
Codificatie op kantonaal vlak:
uiteenlopende modellen
PGB Zürich 1853-1855 Bluntschli
Langzame eenmaking
1854 Wechselkonkordat
1862 opdracht aan Münzinger voor handels- en verbintenissenrecht
1874 federale bevoegdheid geworden: Ehegesetz 1874, Obligationenrecht
1881; Konkursgezetz 1889
1898 federale bevoegdheid privaatrecht algemeen; opdracht aan Huber
Zivilgesetzbuch van Huber 1907/1912 (+ herziening OR)
Kenmerken ZGB: eenheid van stijl, aanschouwelijk en begrijpelijk,
grootmazig; met Titels en Marginalien
Na ZGB: nieuwe wetten bijna steeds geïntegreerd in ZGB
Zwitserland - federalisme

-
Kenmerken Zwitsers federalisme:
Bund & Kantone allebei « soeverein », Staatsqualität
elk kanton zijn grondwet
residuaire bevoegdheid bij kantons
in beginsel symmetrisch
verdeling wetgevende bevoegdheid uitvoerig geregeld; 2003
subsidiariteitsbeginsel ingeschreven
uitvoerende bevoegdheid in beginsel bij kantons
beperkte verdragsbevoegdheid kantons
sterke gemeentelijke autonomie
voorbeeld: naturalisatie
Zwitserland - machten (federaal)

-

-
Algemeen (federaal & kantonaal):
geen grondwetsherziening zonder referendum
correctief referendum voor wetten (federaal: 50.000)
volksinitiatief grondwetswijziging (federaal 50.000)
kantonaal soms nog Landsgemeinden
Federale instellingen: sterke scheiding der machten
Bundesversammlung met 2 gelijkwaardige kamers
Bundesrat onafzetbaar, geen enkele wetgevende bevoegdheid;
onderworpen aan parlement
géén staatshoofd !
Zwitserland - grondwet

-

-
Grondwet:
Bevat vele bepalingen afkomstig uit referenda
Geen wijziging zonder referendum
Volksinitiatief; tegenvoorstel mogelijk; dubbele ja
mogelijk
Grondwettigheidscontrole:
in beginsel volkscontrole, geen rechterlijke controle
wel rechterlijke beslissing van bevoegdheidsconflicten
Zwitserland: gerecht /grondrechten


-
Procesrecht: wordt federaal (Justizreform)
Gerechtelijke organisatie
in beginsel kantonaal; rechters meestal verkozen
enkele Bundesgerichte; verkozen door parlement
geen apart grondwettelijk Hof (vgl. VS)
-
Grondrechten: Zwitsers gezond verstand
staatsdoel
rechtsstatelijke beginselen
zelfverantwoordelijkheid
vrijheidsrechten
-
Sozialziele

-
Zwitserland: rechtsbronnen
Verhouding wet / rechter
- zie art. 1 ZGB: wet; gewoonte; rechterlijke regel (doctrine en traditie)
 Grootmazigheid; blanconormen en rechterlijke bevoegdheden
 Terughoudend op politiek vlak


Stijl rechtspraak: uitvoerig gemotiveerd

Structuur ZGB: 5 boeken (P, F, E, Z, OR)
Inhoud ZGB:
zakenrecht: Trennung, geen Abstraktion
algemeen: pragmatisme
ruimte voor kantonaal recht

-
-
Download