1 IV. Chemische binding 2 Intermoleculaire krachten 3 •microscopische eigenschappen: bindingslengten en -hoeken, bindingsorde (BO), elektronendistributie, polariteit •gelokaliseerd e-model: molecule = som discrete bindingen •verdeling valentie-e en BO: Lewistheorie + resonantie •ruimtelijke structuur (bindingshoeken): VSEPR-theorie •orbitalen gebruikt voor binding: valentiebindingstheorie (VB) •MOT: molecule is geheel van kernen en elektronen •ruimtelijke structuur + e-configuratie + polariteit •VB+MOT: molecule = som discrete bindingen (VB) + gedelokaliseerde elektronen (MOT) •macroscopische eigenschappen: smeltpunt, kookpunt, viscositeit, oppervlaktespanning •intermoleculaire krachten: dispersie (vdW), ion-dipool, dipool-dipool, H-brugbinding 4 •smeltpunt •kookpunt •oplosbaarheid vloeistoffen: •oppervlaktespanning •druppelvorming •bevochtigen oppervlak •capillaire werking •viscositeit intermoleculaire krachten: zwakke interacties tussen moleculen in een macroscopisch staal van de verbinding intramoleculaire krachten: sterke covalente interacties tussen atomen in één molecule C-C: 350 kJ/mol; C-H: 410 kJ/mol 5 Kookpunt pentaan (C5H12) = 36°C ⇒ breken INTERmoleculaire krachten ⇒ vereist energie ⇒ endotherm 6 sterke INTRAmoleculaire krachten Smeltpunt diamant = 3550 °C 7 Types intermoleculaire krachten Intermoleculaire krachten 8 9 interactie basis van de interactie energie (kJ/mol) voorbeeld INTRAmoleculair ionair kation + anion 400 - 4000 NaCl covalent gedeeld e-paar 150 - 1100 H-H metallisch* kation + gedelokaliseerde elektronen 75 - 1000 Fe INTERmoleculair ion-dipool ionaire lading + dipoollading 40 - 600 Na+ --- δ-OH2 dipool-dipool dipoollading + dipoollading 5 - 25 I-Cl---I-Cl dispersie polarizeerbare elektronenwolken 0.05 - 40 F-F---F-F H-brugbinding dipoollading op H-O,F,N + dipoollading op O,F,N-H 10 - 40 HO-Hδ+---δ-OH2 inTRAmoleculaire krachten >> inTERmoleculaire krachten 10 Permanente dipolen µ = δ ×r δ+ δ− •di-atomaire molecule: moleculair dipoolmoment µ = bindingsdipool |δ+| =|δ−| r bindingsdipool vector: grootte ~ ∆EN, richting: δ+→δ− δ: fractie van 1.6 × 10-19C δA-B < δA=B •poly-atomaire molecule: moleculair dipoolmoment µ = vectorsom van de bindingsdipolen = f(moleculaire geometrie) verbinding NH3 PH3 AsH3 SbH3 NF3 BF3 CH4 µ (D) 1.47 0.58 0.20 0.12 0.24 0 0 :C O: µ = 0.11 N δ+ δ− F δ− F F δ− µ = 0.24 δ− : µ (D) 1.83 1.11 0.83 0.45 0.11 0.16 0.89 1.85 δ− : verbinding HF HCl HBr HI CO NO ClF H2O δ+ 11 δ+ N H δ+ H H µ = 1.47 δ+ polaire moleculen: dipoolmoment = permanente vervorming elektronenwolk Instantane en geïnduceerde dipolen 12 Dispersiekrachten geïnduceerde dipool-geïnduceerde dipoolkrachten van der Waalsinteractie; London-van der Waalskrachten interactie tussen polarizeerbare elektronenwolken He He niet-polaire atomen of moleculen correlatie van de elektronenbeweging van de twee atomen of moleculen wanneer ze in mekaars nabijheid komen polarizeerbaarheid: tijdelijke vervormbaarheid elektronenwolk 13 14 Ion-dipoolkrachten dipool ion hydratatie dipool ion oplosbaarheid ionaire verbindingen in water 15 Ep ∝ − δ− O δ+ H O H Mg2+ Ep: −1922 kJ/mol q ×µ δ− δ+ 16 r2 δ+ H δ− O δ+ H Na+ −405 kJ/mol δ+ H Hδ + Cs+ −263 kJ/mol •interactie hangt af van: • lading ion q: lading ↑ ⇒ sterkere interactie • dipoolmoment µ: dipoolmoment ↑ (partiële lading δ↑) ⇒ sterkere interactie • afstand ion-dipoollading: grootte ion ↑ ⇒ zwakkere interactie 17 Dipool-dipoolkrachten dipool aantrekkend dipool dipool dipool afstotend in vloeistof en vaste stof: energetisch meest gunstige schikking dipolen 18 H-brugbinding dipool dipool : sterk elektronegatief sterk elektronegatief types H-brugbinding [X-H…:Y] N−H…:N− O−H…:N− F−H…:N− N−H…:O− O−H…:O− F−H…:O− N−H…:F− O−H…:F− F−H…:F− sterkte H-brugbinding: H…:F > H…:O > H…:N 19 baseparing in DNA 20 keratine 21 The strength of a biological material such as spider silk lies in the specific geometric configuration of structural proteins, which have small clusters of weak hydrogen bonds that work together to resist force and dissipate energy. This structure is as strong as steel, even though the "glue" of hydrogen bonds that hold spider silk together at the molecular level is 100 to 1,000 times weaker than steel's metallic bonds or Kevlar's covalent bonds. 22 ijs vloeibaar water 23 Volume ijs > volume water ijs water Ijs: een open netwerk waarin de watermoleculen op hun plaats gehouden worden door H-brugbindingen. Als ijs smelt breken sommige van de H-bruggen en gaat de geordende structuur verloren. In de vloeistof bewegen de moleculen door en over elkaar heen en “stapelen” de moleculen minder uniform maar wel dichter op elkaar. De openheid van het 3D netwerk in ijs is groter dan dit in water; vandaar dat de dichtheid van ijs kleiner is dan de dichtheid van water. Het volume van 1 g ijs is dus groter dan het volume van 1 g water. 24 Invloed intermoleculaire krachten op kookpunt en smeltpunt Invloed dispersiekrachten polarizeerbaarheid e-wolk: f(grootte atoom/molecule) = f (MM) 25 26 •polarizeerbaarheid e-wolk: f(grootte atoom/molecule) = f (MM) 71 g/mol Cl2: gas kookpunt: –33°C 160 g/mol Br2: vloeistof +59°C 254 g/mol I2: vaste stof +184°C bindingse-paren: Cl-Cl (n = 3) < Br-Br (n = 4) < I-I (n = 5) vrije e-paren: Cl (EN = 3; n = 3) < Br (EN = 2.8; n = 4) < I (EN = 2.5; n = 5) toename kookpunt: ∼ 1.2°C/g •vorm molecule ⇒ contactoppervlak n-pentaan (kpt: 36°C) 2,2-diMe-propaan (kpt: 9.7°C) kookpunt & smeltpunt n-alkanen ↑ met aantal C-atomen 27 dispersiekrachten nemen toe naarmate molecule meer elektronen bevat P = 1 bar 400 vloeistoffen 300 Temperatuur (°C) gassen vaste stoffen 200 100 0 25°C -100 de alkanen zijn apolair = hebben geen permanent dipoolmoment; kookpunt & smeltpunt enkel bepaald door dispersiekrachten -200 -300 0 5 10 15 Koolstofgetal n toename kookpunt: ~23°/CH 2 (~1.5°/g) Kookpunt Smeltpunt 20 25 28 • invloed op kookpunt •edelgassen: toename kookpunt: ~1°C/g He: -269°C; 4 g/mol Xe: ∼ -33°C; 222 g/mol •Zeff is groot ⇒ elektronen sterk aan de kern gebonden He: n = 2; Rn: n = 6 •klein contactoppervlak •alkanen: toename kookpunt: ~23°/CH2 (~1.5°/g) Vuistregel: •kookpunt neemt toe met ~1°tot 1.5°/g invloed op kookpunt: f(polarizeerbaarheid elektronen) polarizeerbaarheid: bindingse < vrije e-paren f(EN en n vrije e-paren) contactoppervlak belangrijk bij ≈MM!! Invloed dipool-dipoolkrachten 29 30 δδ+ acetaldehyde propaan kookpunt = 21°C kookpunt = −42°C MM: 44 g/mol MM: 44 g/mol ∆ENC=O = 1 Vuistregel: •kookpunt neemt toe met ~40°tot 60°; invloed op kookpunt: f(grootte µ) = f(∆EN en geometrie) δA-B < δA=B Invloed H-brugbinding 31 +100°C – 33°C −80°C −120°C edelgassen: Zeff is groot ⇒ elektronen sterk aan de kern gebonden (He: n = 2; Rn: n = 6); klein contactoppervlak Vuistregel: kookpunt neemt toe met ~90°C voor NH 3 kookpunt neemt toe met ~180°C voor H 2O 32 kookpunt: 100°C kookpunt: –33 °C 3D netwerk van H-brugbindingen tussen watermoleculen kookpunt: 20 °C 33 intramoleculaire H-brugvorming o-hydroxybenzoëzuur: mp = 160°C m-hydroxybenzoëzuur: mp = 201°C p-hydroxybenzoëzuur: mp = 215°C 34 vuistregels grootte-ordes vergelijking kookpunt kookpunt neemt toe met ~1°tot 1.5°/g; polarizeerbaarheid: bindingse < vrije e-paren dispersie f(EN en n vrije e-paren) contactoppervlak belangrijk bij ≈MM!! kookpunt neemt toe met ~40° tot 60°; dipoolmoment f = (grootte µ) = f(∆EN en geometrie) δA-B < δA=B kookpunt neemt toe met: H-brugbinding ~90°C voor NH 3 ~180°C voor H 2O 35 dispersie MM: 154 CCl4 4 × 3 vrije e-paren op Cl (n = 3; EN = 3.15) MM: 17 NH3 1 vrij e-paar op N (n = 2; EN = 3.0) CCl4 >>>>>> NH3 intermoleculaire krachten dipool-dipool H-brug 4 LW: tetraedrisch 4 bindingen geen CCl: ∆EN = 0.55 µCCl4 = 0 4 LW: tetraedrisch 3 bd + 1 vrij e p trigonaal pyramidaal NH: ∆EN = 0.9 µNH3 > 0 (groot) H … :N NH3 >> CCl4 NH3 >> CCl4 CCl4 > NH3 36 kookpunt NH3 ≈ kookpunt CCl4 − verschil in dispersiebijdrage + verschil in dipooldipoolbijdrage + bijdrage H-brug kookpunt NH3 ≈ kookpunt CCl4 − (1.5°C/g × 137 g) + (60°C – 0°C) + 90°C = kookpunt CCl4 − 56°C ⇒ kookpunt ammoniak < kookpunt CCl4 CCl4 dispersie: −206°C NH3 H-brugbinding: +90°C dipoolmonent: +60°C 37 He (4) Ne (20) Ar (40) Kr (83.8) Xe (131.3) kookpunt (°C) -269 -246 -186 -153 -108 HF (20) HCl (36.5) +20 -85 H2 (2) N2 (28) O2 (32) H2O (18) H2S (34) NH3 (17) CO2 (44) SO2 (64) CH4 (16) kookpunt (°C) -253 -196 -183 +100 -60 -33 -78 -10 -162 HBr (80.9) -67 CF4 (88) -129 C6H6 (78) HI (127.9) -35 CCl4(154) +77 (g/mol) (g/mol) (g/mol) CH3CH3 (30) CH3CH2CH3(44) CH3OCH3 (46) CH3COH (44) n-C5H12 (72) 1-penteen (70) i-C5H12 (72) 2,3-diMe-butaan n-C6H14 (86) kookpunt (°C) -89 -42 -24 +21 +36 +30 +30 +10 +68 +80 zie hfdst 6; pi-elektronen van benzeen zijn uitzonderlijk mobiel 38 Invloed intermoleculaire krachten op oplosbaarheid 39 polaire molecule lost op in polair oplosmiddel niet-polaire molecule lost op in niet-polair oplosmiddel 40 motorolie: KWS is apolair interacties: KWS-water <<< water-water en KWS-KWS water: polair ethanol: polair interacties: ethanol-water ≅ water-water en ethanol-ethanol water: polair 41 Eigenschappen van vloeistoffen Oppervlaktespanning γ verbinding γ [Nm−1] benzeen 29 × 10−3 ethanol 23 × 10−3 n-hexaan 18 × 10−3 kwik 472 × 10−3 water 73 × 10−3 water (100°C) 58 × 10−3 42 verbeter de waarden in Tabel 4.9 43 Druppelvorming interactie Hg-atomen onderling > interactie kwik-glasoppervlak COhesieve interactie ADhesieve interactie 44 Bevochtiging van oppervlakken sterkere COadhesieve interactie water-water zuiver glasoppervlak vettig glasoppervlak glas waterfilm waterdruppels sterkere ADhesieve interactie water-glasoppervlak bol = kleinste oppervlak voor gegeven volume waterdruppel superwaterafstotend oppervlak 45 water glas Capillaire werking cohesieve interactie water cohesieve interactie kwik < adhesieve interactie > adhesieve interactie water-glasoppervlak kwik-glasoppervlak HOLLE meniscus BOLLE meniscus hoogte vloeistofkolom ↑ als diameter ↓ gewicht/hoogte vloeistof kolom ⇔ adhesieve interactie 46 Viscositeit η viscositeit = maat voor weerstand vloeistof tegen stroming Niagara Falls zeer hoge viscositeit Lavastroom (uitbarsting Etna) hoge viscositeit: - verbindingen met sterke intermoleculaire interactie - lengte/complexiteit verbindingen H H C OH H C OH H C OH H glycerol 47 48 verbinding cP: centipoise η bij 25°C (cP) lucht 18.6 × 10-3 water 0.89 ethanol 1.07 bloed 3.5 olijfolie 81 ketchup 50-100 × 103 1 Pa s = 10 Poise = 1000 Centipoise Examenstof belangrijke vaardigheden •bepalen polariteit van een binding/molecule •bepalen belang van invloedsfactoren op kookpunt in een reeks van moleculen •intermoleculaire krachten ⇔ oplosbaarh/opp.spanning/viscositeit 49