Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 Dossier ‘Problemen aan de schildklier’ Chronische vermoeidheid wordt nogal eens toegeschreven aan een te drukke baan, de drukte van een jong gezin of juist aan de menopauze. Het is echter goed mogelijk dat de vermoeidheid wordt veroorzaakt door afwijkingen aan de schildklier. Een aandoening aan de schildklier komt vaak voor en met name bij vrouwen. Vrouwen hebben ongeveer vier keer zo vaak een ziekte aan de schildklier dan mannen. Er zijn verschillende soorten schildklieraandoeningen. De één komt wat vaker voor bij jonge mensen en de ander wat vaker bij ouderen, maar je kunt op iedere leeftijd een aandoening aan je schildklier krijgen. In dit dossier lees je meer over schildklierproblemen en de daarmee gepaard gaande klachten. Je leest wat het verschil is tussen hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie en de symptomen die daarmee gepaard gaan. We gaan in op hoe de diagnose wordt gesteld en we vertellen wat de behandelmogelijkheden zijn. 1 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 1: Functie van de schildklier De schildklier is een klein orgaan (ongeveer 10 gram) dat de vorm heeft van een vlinder. De schildklier zit onderin de hals, tegen de luchtpijp aan. De schildklier bestaat uit een linker- en een rechterkwab. Meestal kun je je schildklier voelen zitten aan beide kanten van de adamsappel, op het moment dat je slikt. De schildklier maakt schildklierhormoon De schildklier wordt gestimuleerd door schildklierstimulerend hormoon (TSH) dat in je hersenen (om precies te zijn in je hypofyse) wordt aangemaakt. Als gevolg hiervan produceert de schildklier schildklierhormonen. Met name de inactieve variant van het schildklierhormoon (T4) wordt door de schildklier geproduceerd. In mindere mate produceert de schildklier ook de actieve variant (T3). In andere weefsels wordt het inactieve hormoon (T4) omgezet in actief schildklierhormoon (T3). Deze weefsels kunnen dus voor een groot deel zelf regelen hoeveel actief schildklierhormoon er wordt opgenomen. De schildklierhormoonhuishouding wordt gereguleerd door negatieve terugkoppeling. Wanneer veel schildklierhormoon in je lichaam aanwezig is, zal je schildklier minder gaan produceren en omgekeerd. Om schildklierhormoon te kunnen produceren gebruikt de schildklier jodium. De rol van schildklierhormonen Schildklierhormonen regelen de activiteit van cellen in je lichaam, je stofwisseling. Daarnaast is het hormoon ook belangrijk voor groei en ontwikkeling. De schildklier heeft ook invloed op de werking van het hart, en daarmee op de meeste lichaamsprocessen. In het hoofdstuk ‘Hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie’ gaan we in op wat er gebeurt wanneer je schildklier te veel of juist te weinig schildklierhormoon aanmaakt. 2 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 2: Wat zijn schildklierproblemen? Er zijn verschillende ziektes van de schildklier. Ziektes aan de schildklier kunnen een teveel of juist een tekort aan schildklierhormoon veroorzaken. Daarnaast kan ook een struma (vergrote, soms knobbelige schildklier), een schildklierontsteking (thyreoïditis) of schildklierkanker voorkomen. Wanneer de schildklier teveel schildklierhormoon produceert heet dat een hyperthyreoïdie. De meest voorkomende oorzaken zijn: • • Ziekte van Graves: De schildklier is bij deze auto-immuunziekte sterk vergroot en is dan ook duidelijk zichtbaar. Soms gaat de ziekte van Graves ook gepaard met uitpuilende ogen. De ziekte van Graves is de meest voorkomende veroorzaker van hyperthyreoïdie (in 70% tot 80% van de gevallen). Bij de ziekte van Graves maak je antistoffen aan die de schildklier stimuleren om extra schildklierhormoon te maken. In een later stadium kan de ziekte ook hypothyreoïdie veroorzaken. De ziekte van Graves komt vooral voor bij jongere vrouwen. Multinodulair toxisch struma (ziekte van Plummer): Bij deze aandoening bevinden zich gedeelten in de schildklier die soms te voelen zijn als knobbeltjes. Deze knobbeltjes produceren teveel schildklierhormoon. Een multinodulair toxisch struma is na de ziekte van Graves de meest voorkomende oorzaak van hyperthyreoïdie (in 10 tot 15% van de gevallen). Deze vorm van hyperthyreoïdie komt vooral voor bij oudere mensen die al jarenlang een knobbelig (nodulair) struma hebben. Vaker voorkomend is een te langzaam werkende schildklier. Dit heet hypothyreoïdie. De meest voorkomende oorzaken zijn: • • • • • De ziekte van (of Thyreoïditis van) Hashimoto is een chronische auto-immuunziekte aan de schildklier, waarbij er een afweerreactie optreedt tegen je schildklier. Hierdoor functioneert de schildklier niet meer goed. De ziekte van Hashimoto komt met name bij vrouwen voor en is de meest voorkomende oorzaak van hypothyreoïdie (in 90% tot 95% van de gevallen). De ziekte lijdt uiteindelijk tot totale uitval van de schildklier. Stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis is een auto-immuunziekte, die hyperthyreoïdie kan veroorzaken (zie ook oorzaken van een teveel aan schildklierhormoon). Maar het kan op den duur ook hypothyreoïdie veroorzaken. 7% van de vrouwen die zijn bevallen van een kind, krijgen deze aandoening in het eerste jaar na de bevalling. Je noemt dit ook wel postpartum thyreoïditis. Bij 25% tot 50% van de vrouwen die de aandoening krijgt, ontstaat in de jaren daarna hypothyreoïdie. De operatieve verwijdering van (een deel van) de schildklier, de behandeling met radioactief jodium, het gebruik van lithium of jodiumhoudende medicatie of het ondergaan van bestraling van de hals zijn ook mogelijke oorzaken voor het ontstaan van hypothyreoïdie. Het syndroom van Down vergroot de kans op een schildklierafwijking, meestal resulterend in hypothyreoïdie. Een hypothyreoïdie kan ook (meestal tijdelijk) voorkomen na een schildklierontsteking (thyreoïditis). Meer uitleg over de symptomen die komen kijken bij een hyper- of een hypothyreoïdie vind je op de pagina ‘Hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie’. 3 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 3: Symptomen en gevolgen van hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie Schildklierhormonen regelen de activiteit van de cellen in het lichaam. Wanneer je schildklier te weinig schildklierhormonen aanmaakt, raken andere lichaamsfuncties vertraagd. Zo zal je stofwisseling langzamer gaan en zal je hart minder snel kloppen. Wanneer je een te langzaam werkende schildklier hebt, noem je dit ook wel een hypothyreoïdie. Je schildklier kan ook te snel werken. Als je een te snel werkende schildklier hebt, spreken we van een hyperthyreoïdie. Hypothyreoïdie Lichamelijke klachten van een trage schildklier zijn verschillend en vaak zeer algemeen van aard. Een uitgesproken beeld met klassieke symptomen is zeldzaam. Klachten die kunnen voorkomen zijn: • • • • • • • • • • • Vermoeidheid. Gevoelig voor kou. Vertraagde hartslag (bradycardie waarbij de hartslag minder dan 60 slagen per minuut is). Verminderd cognitief (verminderd geheugen, leervermogen, taalgebruik en het kunnen begrijpen en uitvoeren van complexe, dagelijkse handelingen Geringe toename van gewicht. Obstipatie. Koude, droge, ruwe huid. Haaruitval, bros haar, brokkelige nagels. Opgezet gezicht. Lagere stem, dikke tong, langzame spraak, spierzwakte. Overmatige menstruatie. Hyperthyreoïdie Lichamelijke klachten van snel werkende schildklier: • • • • • • • • • • • • • Vermoeidheid. Versnelde hartslag, hartkloppingen. Diarree. Boezemfibrilleren. Verlies van gewicht. Kortademigheid. Warmte-intolerantie, overmatig transpireren Warme, vochtige handen. Struma. Krachtverlies. Oogverschijnselen (bij Graves). Gevoelig voor licht. Nervositeit, toegenomen beweeglijkheid. Zoals je kunt zien zijn veel van de symptomen die bij hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie voorkomen een tegenovergestelde van elkaar. Er zijn ook symptomen die hetzelfde zijn: vermoeidheid komt bij zowel hypothyreoïdie als hyperthyreoïdie voor. Als je bovenstaande klachten herkent, kan het zijn 4 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 dat je schildklier niet goed werkt. Wellicht heb je een hypothyreoïdie of een hyperthyreoïdie. Als je je herkent in het profiel van de klachten is het verstandig om contact op te nemen met je huisarts. 5 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 4: Diagnose van schildklierproblemen Als je jezelf herkent in de symptomen die kunnen wijzen op een schildklierprobleem (zie pagina Symptomen en gevolgen van hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie) is het verstandig om naar je huisarts te gaan. De huisarts kan de diagnose stellen en je vertellen om wat voor schildklierprobleem het gaat. Als er aan hypothyreoïdie gedacht wordt, dan is het niet moeilijk om de diagnose te stellen. De diagnose is te bevestigen met alleen maar bloedonderzoek. Hieruit kan ook blijken of er sprake is van de ziekte van Hashimoto. Lichamelijk onderzoek Wanneer er een verdenking is voor hyperthyreoïdie zal de huisarts lichamelijk onderzoek doen. De huisarts kan de schildklier bekijken, vanaf de buitenkant van je lichaam. Vooral na het slikken kan hij de schildklier zien. Vervolgens kan de arts ook aan de schildklier voelen. Hij kan voelen of hij beweeglijk is, of dat de grootte normaal is en of dat hij bijvoorbeeld knobbeltjes voelt. Wanneer hij denkt dat er inderdaad sprake is van hyperthyreoïdie, kan hij nog luisteren naar schildklier. Geruis bevestigt de verdenking van hyperthyreoïdie. Om te weten te komen of je misschien de ziekte van Graves hebt, kijkt de dokter ook of je specifieke oogafwijkingen hebt en of je misschien opgezette onderbenen hebt. Bloedonderzoek Vaak is bloedonderzoek voldoende om erachter te komen hoe de schildklierfunctie is. Het meten van de concentratie van het hormoon dat de schildklier stimuleert (TSH) in je bloed is de gevoeligste waarde om een schildklierziekte mee aan te tonen. Als het TSH normaal is, weet de arts bijna zeker dat er geen sprake is van een schildklieraandoening. Lage TSH-waarde Bij een te lage TSH-waarde wordt meteen gedacht aan een hyperthyreoïdie. Je schildklier werkt dan namelijk heel hard en je lichaam vind het dus niet nodig om je schildklier te stimuleren. Daarom wordt er minder schildklierstimulerend hormoon aangemaakt (TSH). Hoge TSH-waarde Bij een te hoge TSH waarde wordt meteen gedacht aan een hypothyreoïdie. Je schildklier werkt dan namelijk te langzaam en je lichaam wil hem stimuleren om harder te werken. Hierdoor gaat je lichaam meer schildklierstimulerend hormoon aanmaken. Uitzonderingen Om zeker te weten wat er precies aan de hand is, wordt ook getest wat de concentratie is van het schildklierhormonen zelf, T3 en FT4 (de F staat voor ‘vrij’ T4 in je bloed). Bij hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie is bloedonderzoek (TSH) voldoende om de diagnose te kunnen stellen. Bij verdenking van struma of schildkliercarcinoom spelen onderstaande onderzoeken een rol bij het stellen van de diagnose. 6 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 Beeldvormend onderzoek Als er verdenking is van struma of van knobbeltjes in de schildklier, dan kan dit in beeld worden gebracht via scintigrafie of echografie. Scintigrafie werkt met behulp van het inspuiten van radioactief jodium (vergelijkbaar met contrastvloeistof) en een detector die kan registreren waar het radioactief jodium zich heeft opgehoopt. Echografie is beeldvorming door middel van geluidsgolven. Door de beeldvorming wordt bepaald hoe groot de schildklier is en of er eventuele knobbels of cysten in aanwezig zijn. Radiologisch onderzoek Een CT- of een MRI-scan wordt minder vaak gemaakt bij schildklierproblemen. Wanneer er een sterk vergrote schildklier is die tot in de borstholte groeit, kunnen deze technieken helpen bij het bepalen van de grootte van de schildklier. Ook wanneer er oogafwijkingen zijn die bij de ziekte van Graves passen, kan CT of MRI zinvol zijn. Cytologisch en histologisch onderzoek Wanneer er knobbels of cysten zijn gevonden bij het beeldvormende onderzoek, dan kan er een punctie worden afgenomen. De cellen die hierbij worden verzameld, worden in het laboratorium onderzocht op bijvoorbeeld kwaadaardigheid. Als bij cytologisch onderzoek kwaadaardige cellen worden gevonden of wanneer dit niet is uit te sluiten, is histologisch onderzoek nodig. Hierbij wordt een groter stukje weefsel onderzocht op kwaadaardigheid. Vaak wordt hiervoor middels een operatie een halve schildklier verwijderd. 7 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 5: Behandeling van problemen aan de schildklier De behandeling van schildklierproblemen is afhankelijk de aandoening die je hebt. De behandeling van een hypothyreoïdie, te traag werkende schildklier: Het schildklierhormoon dat je nodig hebt, maar wat niet voldoende wordt aangemaakt wanneer je hypothyreoïdie hebt, kan worden aangevuld in de vorm van medicijnen met synthetisch schildklierhormoon (T4). Merknamen van dergelijke medicijnen zijn Eltroxin (levothyroxine). Euthyrox (levothyroxine), Thyrax Duotab (levothyroxine), en generiek levothyroxine. Er zijn tabletten van verschillende sterktes. De tabletten zijn vaak ook nog door midden te breken waardoor je goed ingesteld wordt op je medicijnen. Hierdoor kan je weer een normale schildklierfunctie krijgen. Normaal gesproken zijn bij deze behandeling geen bijwerkingen te verwachten wanneer je netjes je voorschrift volgt en dus geen andere dosis neemt. Ook zal je bloed regelmatig opnieuw worden gecontroleerd, om in de gaten te houden of je goed bent ingesteld. Wanneer je toch een te hoge dosering hebt, kan het zijn dat je bijwerkingen krijgt. Deze bijwerkingen komen echter maar zelden voor en ze komen overeen met de symptomen van een hyperthyreoïdie. Ga nooit zelf de dosis veranderen, maar overleg altijd met je behandelend arts. De dosering wordt, vooral bij ouderen en patiënten met een risico op hart- en vaatziekten, laag gestart. Daarna wordt de dosering op geleide van de afname van klachten en met name de resultaten van het bloedonderzoek, verder aangepast tot een goede schildklierfunctie is bereikt. De behandeling van een hyperthyreoïdie, te snel werkende schildklier: Bij de behandeling van hyperthyreoïdie krijg je schildklierremmende medicijnen. Hierdoor zal je schildklier minder schildklierhormoon gaan produceren. Meestal krijg je carbimazol, propylthiouracyl of thiamazol voorgeschreven. Zodra je een normale schildklierfunctie hebt, te zien aan de vooruitgang wat betreft de symptomen die je had en de betere bloedwaardes, krijg je ook schildklierhormoon om de geremde schildklier op te vangen. De medicijnen worden in het algemeen goed verdragen. Indien er bijwerkingen worden ervaren dan zijn deze meestal goedaardig en in het algemeen kortdurend van aard. In de meeste gevallen is er geen reden om de medicatie te stoppen. De verschijnselen die het meest optreden, voornamelijk bij hogere doses van Strumazol zijn: koorts, arthralgie (gewrichtspijn), arthritis (gewrichtsontsteking) en huiduitslag. Krijg je tijdens de behandeling keelpijn met koorts, neem dan contact op met de behandelend arts. Het kan dan zijn dat de aanmaak van witte bloedlichaampjes wordt geremd (leukopenie). Definitieve therapie In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer je een terugkerende ziekte van Graves hebt (een recidief) of bij een nodulair struma is een definitieve therapie nodig. Hiervoor wordt radioactief jodium gebruikt. Het radioactief jodium wordt opgenomen in schildkliercellen en maakt hier de cellen kapot. Hierdoor wordt het aantal werkzame schildkliercellen uitgedund en zal er dus minder schildklierhormoon geproduceerd worden. Een alternatief voor deze behandeling met radioactief jodium is een operatie, waarbij een deel van de schildklier wordt verwijderd. 8 Dossier problemen aan de schildklier- Gezondheidsplein 2012 6: Schildklier en zwangerschap Zwanger worden Een (onbekende) hypothyreoïdie of hyperthyreoïdie vermindert de vruchtbaarheid en daardoor de kans op een zwangerschap. Ook is de kans op een miskraam groter, doordat het eitje niet goed kan innestelen. Voor een optimale zwangerschap en ontwikkeling van de foetus zijn goede schildklierwaarden dus onmisbaar. Ook een hypothyreoïdie die nog geen klachten geeft moet worden behandeld in verband met het risico op miskraam, vroeggeboorte en schadelijke effecten voor het kind. Na de zwangerschap Zwangeren waarbij de schildklier goed functioneert, maar waarbij schildklierziekten in de familie voorkomen, moeten extra alert zijn op schildklierklachten na de bevalling en na het stoppen met borstvoeding. Een deel van de vrouwen met TPO-antistoffen (antistoffen die wijzen op een autoimmuunziekte die zich tegen de schildklier richt) of met diabetes mellitus-type1, ontwikkelt in het jaar na de bevalling een schildklierontsteking. Hierbij werkt de schildklier, meestal tijdelijk, te langzaam. TSH controle, drie en zes maanden na de bevalling, wordt aangeraden om eventuele behandeling op tijd te starten. Daarna is levenslange jaarlijkse controle nodig omdat jaren later alsnog een blijvende hypothyreoïdie kan ontstaan. Zwangerschap kan een uitlokkende factor zijn voor het ontstaan van de ziekte van Graves na de bevalling. De klachten van hyperthyreoïdie worden echter nogal eens toegeschreven aan het prille moederschap. Ook hier kan tijdige controle van de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon en vrij schildklierhormoon in het bloed veel klachten voorkomen. Schildklierfunctie bij de baby Omdat een goede schildklierfunctie essentieel is voor de groei en ontwikkeling worden alle baby’s in Nederland via de hielprik gecontroleerd op schildklierafwijkingen. 9