Hormonale therapie

advertisement
Hormonale Therapie
als aanvullende behandeling na chirurgische verwijdering van borstkanker
Algemeen
In deze brochure wordt getracht u "het hoe en waarom" van aanvullende hormonale
therapie bij borstkanker in grote lijnen uit te leggen. Als u de brochure stap voor stap
doorleest bent u wellicht beter geïnformeerd over de achterliggende redenen van het feit
waarom u nou juist wel of niet deze behandeling krijgt aangeboden alsmede de redenen
van de soort hormonale therapie.
Indien u het niet eens bent met een bepaalde voorstelling van zaken ofwel iets
onduidelijk vindt kunt u dit kenbaar maken via de contactpagina.
Inhoud
Inleiding
Wat zijn hormonen?
Wat zijn Hormoonreceptoren: Oestrogeen-receptor
Hormonen en de overgang
Oestrogeen-receptor-positief (=gevoelig) versus -negatief (=ongevoelig):(ER+) vs. (ER-)
Groeisnelheid/differentiatiegraad en prognose
Anti-Hormonale of Hormonale therapie?
Verschillende soorten hormonale behandeling
Wanneer komt u voor hormonale therapie in aanmerking
Hormonale therapie: soort medicijn en mogelijke bijwerkingen
Inleiding
Deze folder geeft u algemene informatie over hormonale therapie als aanvullende
behandeling nadat de borstkanker (inclusief een of meerdere okselklieren) chirurgisch
compleet is verwijderd. Het doel van deze aanvullende behandeling is de kans op
terugkomst van de ziekte fors te verkleinen en dus de kans op genezing te verhogen.
Men spreekt in dit geval over een "adjuvante" behandeling.
Men dient goed onderscheid te maken met dezelfde therapie die ook kan worden
toegepast indien de ziekte niet meer te genezen is omdat er uitzaaiingen elders in het
lichaam (bv. lever) zijn vastgesteld waarbij chirurgische verwijdering helaas onmogelijk
is en ook niet zinvol. Het doel van hormonale therapie in dit laatste geval is de groei van
de uitzaaiingen af te remmen en daardoor de kwaliteit van het resterend leven te
verbeteren. Men spreekt in dit geval over een "palliatieve" behandeling.
In deze tekst wordt globale informatie gegeven over het hoe en waarom van "adjuvante"
hormonale behandeling nadat de borstkanker chirurgisch is verwijderd, i.e. een
aanvullende behandeling met als doel de kans op genezing nog groter te maken.
Nota bene: Het is belangrijk u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan
zijn dan beschreven. Daarenboven kunnen nieuwe resultaten voortkomend uit continu
lopend wetenschappelijk onderzoek onderwerp zijn van discussie, zodat de visie omtrent
de voordelen van de ene behandeling boven de andere behandeling kan verschillen per
behandelaar. Om toch tot een zoveel mogelijk uniforme behandeling in Nederland te
komen is een richtlijn opgesteld door een groot panel bestaande uit verschillende soorten
oncologisch medisch specialisten (o.a chirurgen, internisten, radiotherapeuten e.a.). De
richtlijn is te downloaden. Nieuwe inzichten welke door allen als zeer belangrijk worden
ervaren, zorgen ervoor dat de richtlijn regelmatig worden aangepast.
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Wat zijn hormonen?
Hormonen zijn chemische stoffen die worden gemaakt in speciale klieren of organen in
het lichaam. De stoffen worden in de bloedbaan gestuurd en gaan zo op weg naar andere
plaatsen in het lichaam waar zij afhankelijk van het soort hormoon een specifiek effect
veroorzaken. Als voorbeeld kan men denken aan de vrouwelijke geslachtshormonen
(oestrogeen en progesteron); zij worden met name geproduceerd door de eierstokken;
via de bloedbaan zorgen zij tijdens de pubertijd oa. voor de ontwikkeling van de
borstklier bij de vrouw alsmede de ontwikkeling van de uitwendige geslachtskenmerken
(bv.: schaamhaar). Daarnaast spelen ze oa. een rol bij de opbouw, afbraak en afvloeien
(menstruatie) van het baarmoederslijmvlies tijdens de menstruele cyclus. (of een heel
ander voorbeeld van hormonen: insuline; het hormoon insuline regelt de
suikerstofwisseling).
Wat zijn Hormoonreceptoren: Oestrogeen-receptor
Hormonen hebben alleen
invloed op cellen van
organen die de hormonen
"herkennen". Deze cellen
bezitten speciale receptoren
waarop alleen één soort
hormoon kan vastkoppelen;
vlg de sleutel (hormoon) en
het slot (celreceptor). Na
koppeling reist de
combinatie naar de celkern
alwaar het DNA wordt
gestimuleerd met als
resultaat bv. celgroei.
Op het plaatje wordt het hormoon oestrogeen herkend door de oetrogeen-receptor van
een cel uit borstklierweefsel. Na koppeling reist de combinatie naar de celkern alwaar het
DNA wordt gestimuleerd.
Hormonen en de overgang:
Voor de overgang zijn de
eierstokken nog actief en
produceren grote
hoeveelheden vrouwelijke
hormonen (w.o.
oestrogeen). Een vrouw
merkt dat onder andere
doordat ze nog maandelijks
menstrueert.
De eierstokken maken deel
uit van een ingewikkeld
netwerk waarbij diverse
hormonen zeer belangrijke
schakels zijn
In de hersenen bevindt zich
een kleine klier, de
hypofyse, welke
gestimuleerd wordt door
een speciaal hormoon: het LHRH (dat staat voor Luteïniserend Hormoon Releasing
Hormoon). Zoals de naam het al zegt zet het LH- Releasing Hormoon de hypofyse aan tot
het produceren van andere hormonen: het zogenaamde FSH en LH.
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
FSH staat voor Follikel Stimulerend Hormoon en zorgt ervoor dat in de eierstok een
blaasje (follikel) groeit waarin het eitje zit (in de eerste helft van de cyclus).
LH staat voor Luteïniserend Hormoon en zorgt ervoor dat de eisprong (ovulatie) optreedt
als het blaasje volgroeid is. Bij de eisprong komt het eitje vrij en kan het door het
sperma bevrucht worden.
De eierstokken zijn voor de overgang de belangrijkste producent van vrouwelijke
geslachtshormonen (progesteron en oestrogeen), welke op hun beurt bijv. een rol spelen
bij der veranderingen van het baarmoederslijmvlies tussen de menstruatieperioden.
Via de bijnieren en het vetweefsel worden eveneens vrouwelijke geslachthormonen
geproduceerd, echter in veel kleinere hoeveelheden.
Na de overgang produceren
de eierstokken geen
vrouwelijke
geslachtshormonen meer en
stopt de menstruatie. Er
worden nog wel geringe
hoeveelheden vrouwelijke
geslachtshormonen
gemaakt. In de hersenen
produceert de hypofyse het
zgn. bijnierschorsstimulerend hormoon
(ACTH). Het ACTH
stimuleert de bijnier
waardoor aldaar o.a.
mannelijke hormonen
(androgenen) worden
gemaakt.
De androgenen worden in het vetweefsel door een speciaal enzym, "aromatase"
genaamd , omgezet in vrouwelijke hormonen (oestrogenen). (opm.: een enzym is een
soort katalysator van chemische omzettingsprocessen; er zijn duizenden verschillende
soorten met elk een eigen naam en functie)
Alhoewel deze produktie van oestrogenen via het vetweefsel maar gering is (veel lager
dan in de eierstokken voor de overgang) heeft borstklierweefsel de eigenschap om veel
oestrogenen aan het bloed te onttrekken en te verzamelen in de cel. Er wordt
aangenomen dat deze hoge concentraties aan oestrogenen in de borstklier (mn
oestradiol) een belangrijke factor zijn bij het ontstaan van (ER+)-borstkanker. De zeer
hoge concentraties aan oestrogenen in de cel ontregelen de normale celstofwisseling wo.
de regulatie van de celdeling. Borstkankercellen zijn bovendien ook in staat om zelf dit
vrouwelijk hormoon (oestradiol) aan te maken.
Oestrogeen-receptor-positief (=gevoelig) versus Oestrogeen-receptor-negatief
(=ongevoelig):(ER+) vs. (ER-)
Het borstklierweefsel staat onder de invloed van oestrogenen: bv. tijdens de
zwangerschap worden de borsten groter door toename van het volume aan klierweefsel.
Op de cellen van normaal borstklierweefsel zitten vele soorten receptoren waaronder de
zgn. "Oestrogeen-receptor waarop oestrogenen kunnen vastkoppelen om zodoende de
cel te stimuleren. Het borstklierweefsel is zodoende gevoelig voor oestrogenen.
Borstkanker ontstaat uit een kwaadaardige verandering van oorspronkelijk normaal
borstklierweefsel. Het kan dus zijn dat deze borstkankercellen eveneens dezelfde
oestrogeen-receptoren bezitten en in hun groei kunnen worden gestimuleerd door
oestrogenen.
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Indien borstkankerweefsel oestrogeenreceptoren bezit, en dus de groei door oestrogenen
wordt gestimuleerd, wordt dit aangeduid als "oestrogeen-receptor-positief" (de
internationale notering in het Engels luidt "estrogen-receptor-positive" afgekort als ER+)
Als een borstkankercel goed lijkt op het normale celtype (i.e. "goed gedifferentieerd") is
er ook vaker een hormoonreceptor aanwezig. Bij vrouwen boven de 50 jaar is
borstkanker vaker gevoelig voor oa oestrogenen ("oestrogeen-receptor postief (ER+) dan
bij jongere vrouwen. Een hoge mate van oestrogeengevoeligheid draagt bij aan een
betere prognose. (NB: de prognose wordt door vele verschillende factoren bepaald)
Echter niet alle borstkankers zijn gevoelig voor oestrogenen! Borstkankercellen welke
sneller delen en niet goed lijken op het normale celtype (i.e. "slecht gedifferentieerd")
zijn vaker ongevoelig voor oestrogenen ("oestrogeen-receptor negatief (ER-).
Groeisnelheid/differentiatiegraad en prognose
Borstkankercellen welke eerst de tijd nemen om helemaal "netjes uit te rijpen" voordat
ze zich gaan delen lijken meer op de oorspronkelijke cellen uit het normale
borstklierweefsel dan cellen welke de afbouwfase maar "snel afraffelen" en zich meteen
weer gaan vermenigvuldigen. Het eerste borstkankerceltype welke goed is ontwikkeld
heeft meer tijd nodig voordat ze zich kan vermenigvuldigen. Deze goed ontwikkelde soort
borstkanker, duiden we aan met de term "goed gedifferentieerd (=ontwikkeld). Een goed
gedifferentieerde borstkanker groeit dus langzamer dan een slecht ontwikkelde soort
(slecht gedifferentieerd). De mate van differentiatie wordt uitgedrukt in 3 differentiatiegraden (volgens Bloom-Richardson):
 graad I: goed gedifferentieerd (langzamere groei)
 graad II: matig gedifferentieerd
 graad III: slecht gedifferentieerd (snelle groei)

Een snelle groei is een ongunstige factor voor de prognose. Bij de keuze van aanvullende
behandeling (chemotherapie en/of hormonale) wordt hiermee rekening gehouden.
Anti-Hormonale of Hormonale therapie?
Borstkanker cellen ontstaan doordat aanvankelijk normale cellen van het
borstklierweefsel zich op tot nu toe nog onverklaarbare wijze kwaadaardig gaan
gedragen: forse toename van celgroei met vorming van ongeorganiseerd weefsel
(tumorhaarden) alsmede de neiging om zich te gaan verplaatsen naar andere delen van
het lichaam (uitzaaiingen). Deze cellen overwoekeren normale weefsels/organen met alle
schadelijke / fatale gevolgen van dien. Veel borstkankercellen, maar niet altijd(!), zijn
net zoals het originele borstklierweefsel gevoelig voor vrouwelijke hormonen. De
borstkankercellen kunnen door deze hormonen worden gestimuleerd om te groeien en te
vermenigvuldigen. Hormonen hebben op deze wijze dus een onbedoeld schadelijk effect,
nl. stimuleren van aangroei van (bestaande) borstkankercellen.
Om dit effect tegen te gaan zijn speciale medicijnen/behandelingen ontwikkeld die de
werking of de aanmaak van vrouwelijke hormonen, mn. oestrogeen, belemmeren.
Alhoewel men het altijd heeft over de "hormonale" behandeling in het kader van
borstkanker zouden we in feite dus moeten spreken over "anti"-hormonale therapie.
(Immers: echte hormonale therapie is het toedienen van vrouwelijke hormonen: bijv. ter
behandeling van overgangsklachten. Om verwarring te voorkomen wordt in dit geval
gesproken over "hormonale suppletie-therapie")
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Verschillende soorten hormonale behandeling
Hormonale therapie in het kader van borstkanker kent verschillende invalshoeken:
1. Verhinderen van de produktie van oa. oestrogenen
 uitschakelen van de eierstokken:
1. Definitief: bestraling of chirurgische verwijdering middels kijkoperatie
2. Tijdelijk: toediening van medicijnen waardoor tijdelijk de eierstok niet
meer wordt gestimuleerd. Dit wordt bereikt door de produktie van FSH en
LH tijdelijk stil leggen met behulp van een medicijn (leuproreline (Lucrin ®),
gosereline (Zoladex®) dat inwerkt op de hypofyse in de hersenen.
Voordeel: er blijft naderhand nog een mogelijkheid bestaan om op normale
wijze kinderen te krijgen.
 tegengaan van omzetting van androgenen in het vetweefsel tot oestrogenen: In
de bijnieren worden (androgene) mannelijke hormonen geproduceerd. Deze
worden in het vetweefsel omgezet tot vrouwelijke hormonen door een enzym
"aromatase" genaamd. Aromataseremmers zijn medicijnen die dit enzym remmen
en dus de produktie van oestrogenen via het vetweefsel tegengaan. Op dit
moment zijn de hierna genoemde aromataseremmers (3e generatie) voorhanden:
anastrozol (Arimidex®), exemestaan (Aromasin®) en letrozol
(Femara®)(alfabetische volgorde).
2. Tegenwerken van oestrogenen: anti-oestrogenen
 Om borstkankercellen te kunnen stimuleren moet het hormoon oestrogeen
kunnen koppelen aan de oestrogeen-receptor. Medicijnen die de plaats van
oestrogeen op de receptor blokkeren door er zelf aan vast te koppelen worden
"receptor-blockers" genoemd. Het oestrogeen wordt zo de pas afgesneden.
Voorbeelden van anti-oestrogeen medicijnen: tamoxifen (Nolvadex®) en
fulvestrant (Faslodex®) (Opm.: dit laatstgenoemde medicijn kan worden
toegepast zodra er uitzaaiingen elders in het lichaam (geen onderwerp van deze
pagina).
Wanneer komt u voor hormonale therapie in aanmerking
Om überhaupt voor adjuvante (=aanvullende) hormonale therapie in aanmerking te
komen, is afhankelijk van de kans dat de borstkanker terug kan komen (in de borst of
elders). Indien de kans op terugkomst zeer klein is (bv. tumoren < 1 cm zonder
uitzaaiing in de schildwachtklier), is het nut van aanvullende hormonale en ook
chemotherapie verwaarloosbaar en niet zinvol. Deze groep patiënten heeft dus geen baat
bij een aanvullende behandeling, muv een evt bestraling indien een borstsparende
operatie is verricht). Beslissingen hieromtrent worden genomen aan de hand van
gegevens voortkomend uit grote databases met patiëntengegevens en resultaten van
wetenschappelijk onderzoek.
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Immers omdat elke behandeling ook bijwerkingen heeft, kan een aanvullende
behandeling alleen worden voorgesteld als de voordelen opwegen tegen de nadelen.
De kans op terugkomst is oa. afhankelijk van:
 of er al of niet sprake was van een of meerdere uitzaaiing(en) in de verwijderde
oksellymfeklieren
 de grootte van de oorspronkelijke tumor in de borst
 de groeisnelheid / mate van differentiatie (snelle groei - slechtere differentiatie)
(zie uitleg boven)
 leeftijd
 HER2-neu-overexpressie (zie hieronder)
Alleen bij borstkanker welke gevoelig is voor oestrogeen (ER+) en/of progesteron (PgR+)
wordt mits voldaan aan andere voorwaarden (zie verder) hormonale therapie gedurende
een periode van 5 jaar voorgeschreven.
1. Vóór de overgang/menopauze is er sprake van een hoge oestrogenenproduktie.
Deze vindt hoofdzakelijk plaats in de eierstokken. Naast de chemotherapie is de
hormonale therapie gericht op het tegengaan van deze produktie (evt chirurgische
verwijdering / leuproreline (Lucrin®) of gosereline (Zoladex®) of door het
tegenwerken van de oestrogenen (tamoxifen (Nolvadex®).
2. Bij vrouwen na de overgang ouder dan 50 jaar bestaat de hormonale therapie op
dit moment uit 2-3 jaar anti-oestrogeen behandeling (tamoxifen (Nolvadex®)
gevolgd door 3-2 jaar dmv het voorkómen van de produktie van oestrogenen in
het vetweefsel middels een aromataseremmer (anastrozol (Arimidex ®),
exemestaan (Aromasin®) en letrozol (Femara®)(alfabetische volgorde). (tot 59
jaar in combinatie met 5 kuren chemotherapie)
Opmerking: Sinds enige tijd wordt bij de keuze van de soort chemotherapie en/of
hormonale therapie tevens onderzocht of er in de cel sprake is van een overmatige
aanwezigheid van het zgn. HER2-neu-eiwit. (spreek uit [her-twee-nui]) HER2-neu is ook
een soort receptor en stoort de werking van oa oestrogeenreceptoren waardoor de
borstkankercel nog meer wordt ontregeld. Indien dit het geval is, spreekt men van
"HER2-neu overexpressie". HER2-neu overexpressie komt voor bij 10-35% van alle
borstkankers. HER2-neu overexpressie heeft een ongunstige invloed op de prognose voor
de toekomst. Het vermoeden dat deze tumoren minder gevoelig zouden zijn voor het
antioestrogeen tamoxifen (Nolvadex®) leidde aanvankelijk tot het aanpassen van de
hormonale therapie bij vrouwen na de overgang. Nader onderzoek van
patientengegevens kon dit vermoeden echter niet bevestigen zodat de combinatie
tamoxifen na 2 - 3 jaar gevolgd door een aromataseremmer (2-3 jaar) ook bij deze
vrouwen kan worden voorgeschreven in plaats van direct een aromataseremmer voor 5
jaar.
Opmerking: De vraag of 5 jaar een aromataseremmer inplaats van de combinatie
tamoxifen/armataseremmer (samen 5 jaar) voordelen oplevert, zal op korte termijn
worden beantwoord door diverse afgeronde en lopende onderzoeken bij grote groepen
patienten.
Opmerking: Bij borstkanker (ER+) vóór de overgang kan soms ook worden gekozen
voor het achterwege laten van chemotherapie en in plaats daarvan te volstaan met een
combinatie van een anti-oestrogeen (tamoxifen) + het tijdelijk uitschakelen van de
eierstokken (leuproreline (Lucrin®) of gosereline (Zoladex®). Alhoewel enkele studies
aantoonden dat het resultaat van deze combinatie even effectief zou zijn als het
toedienen van chemotherapie met tamoxifen is de ervaring hiermee nog beperkt.
Hormonale therapie bij borstkanker: soort medicijn en mogelijke bijwerkingen
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Hoe moet u het voorkomen van bijwerkingen interpreteren:
Zeer vaak bij meer dan 1 op de 10 patiënten
(in meer dan 10%)
Vaak
bij meer dan 1 op de 100 maar bij minder dan 1 op de
10
Soms
bij meer dan 1 op de 1.000 maar bij minder dan 1 op de
(0,1 - 1%)
100
Zelden
bij meer dan 1 op de 10.000 maar bij minder dan 1 op
de 1.000
(0,01 - 0,1%)
Zeer
zelden
bij minder dan 1 op de 10.000
(in minder dan
0,01%)
(1 - 10%)
Opm: Hieronder staan de medicijnen vermeld die officieel geregistreerd (= goedgekeurd)
zijn voor de behandeling van vrouwen met borstkanker inclusief de dosering en de
bijwerkingen zoals vermeld in de bijsluitertekst. Bijwerkingen die "zelden" of slechts
"zeer zelden" voorkomen zijn hier niet vermeld.
Indien u daarover meer wilt weten wordt u verwezen naar de volledige
bijsluitertekst door op de foto met het desbetreffende medicijn te klikken.
Opm: Foto's van verpakkingen zijn gekopieerd van de website van de desbetreffende
producent ofwel op ons verzoek door hen aangeleverd en dienen slechts ter visuele
ondersteuning van de begeleidende tekst.
Opm: Zoals u ziet verschilt het aantal bijwerkingen per categorie per medicijn. Dit laatste
weerspiegelt slechts de meldingen die door patiënten en/of artsen zijn gedaan. Indien
bepaalde bijwerkingen optreden maar niet worden gemeld aan de producent heeft deze
laatste er geen weet van en komen ze dus (nog) niet op de bijsluiter voor. Wettelijk moet
elke bijwerking die wordt gemeld, hoe zeldzaam ook, worden vermeld op de bijsluiter.
Opm: Wees niet ongerust door deze opsommingen van mogelijke bijwerkingen. Het is
goed mogelijk dat u geen van deze bijwerkingen ondervindt. Wanneer u last krijgt van
bijwerkingen is het raadzaam om deze wanneer dat mogelijk is eerst enkele dagen tot
weken aan te kijken. Vaak verdwijnen de klachten na verloop van tijd weer als uw
lichaam zich op de behandeling heeft ingesteld. Bespreek de bijwerkingen die u
ondervindt in ieder geval ook met uw arts of apotheker. Zij kunnen u tips geven over hoe
u de hinder die u van bijwerkingen ondervindt kan verminderen. Waarschuw uw arts of
apotheker indien bij u een vermoedelijke bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in
deze bijsluiter, of als u een bijwerking als ernstig ervaart.
• Via remming van de hersenhormonen tijdelijk uitschakelen van de
hormoonproduktie in de eierstokken:
LEUPRORELINE (Lucrin PDS Depot®)
Dosis/Toediening: dit medicijn wordt eenmaal per 3
maanden,11,25mg (depot), ingespoten middels een
injectie met een dunne naald net onder de huid in de
onderbuik. De injectie kan op recept worden verkregen bij
de apotheek. Uw specialist, huisarts of een
verpleegkundige kan de injectie toedienen.
Spuit u zelf de leuproreline? Kijk dan op een speciale website voor een instructiefilmpje.
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste vrouwen verdragen leuproreline vrij
goed. De bijwerkingen zijn over het algemeen mild en verdwijnen na verloop van tijd
vanzelf. De behandeling hoeft vrijwel nooit te worden gestaakt vanwege bijwerkingen.
Bijwerkingen die o.a. kunnen optreden hebben te maken met het wegvallen van de
oestrogeenproductie (vrouwelijk hormoon) (voor de meer info klik op de foto):
Dit zijn opvliegers, zweten, hoofdpijn, een droge vagina, minder zin in vrijen,
stemmingsveranderingen, vaginaal bloedverlies (lijkt soms op menstruatie; raadpleeg uw
arts als het niet verdwijnt) vermindering van borstomvang, pijnlijk of gespannen gevoel
op de borst, wazig zienhuiduitslag en tintelende vingers of tenen. Deze bijwerkingen
kunnen steeds aanwezig blijven maar worden vaak in de loop van de tijd minder
belastend. Op de plaats van injecteren kan soms een bloeduitstorting ontstaan.
GOSERELINE (Zoladex®)
Dosis/Toediening: dit medicijn wordt toegediend in de
vorm van een klein staafje dat wordt ingespoten middels
een kleine injectie net onder de huid in de onderbuik;
eenmaal per maand (3,6 mg). De injectie kan op recept
worden verkregen bij de apotheek. Uw specialist, huisarts
of een verpleegkundige kan de injectie toedienen.
Soms besluit de arts, uit praktische overweging, om een
dosering van gosereline (10,8 mg) voor te schrijven welke eenmaal per drie maanden
hoeft te worden toegediend.
NB: Dit medicijn is officieel alleen in de 3,6 mg dosering geregistreerd voor het geval er
sprake is van het bestaan van uitzaaiingen bij borstkanker. In de praktijk gebeurt het
regelmatig dat een arts besluit dit medicijn voor te schrijven als "adjuvante"
(aanvullende) behandeling in geval er geen sprake is van uitzaaiingen. Bijvoorbeeld:
gosereline als aanvullende behandeling na een operatie. Hetzelfde geldt voor de
toepassing van het driemaandsdepot (10,8 mg dosering).
Spuit u zelf de gosereline? Kijk dan op een speciale website voor een instructiefilmpje.
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste vrouwen verdragen gosereline vrij
goed. De bijwerkingen zijn over het algemeen mild en verdwijnen na verloop van tijd
vanzelf. De behandeling hoeft vrijwel nooit te worden gestaakt vanwege bijwerkingen.
Bijwerkingen die o.a. kunnen optreden hebben te maken met het wegvallen van de
oestrogeenproductie (vrouwelijk hormoon) (voor de volledige bijsluitertekst klik op de
foto):
Dit zijn opvliegers, zweten, hoofdpijn, een droge vagina, minder zin in vrijen,
stemmingsveranderingen, vermindering van borstomvang, pijnlijk of gespannen gevoel
op de borst, verandering in bloeddruk, huiduitslag en tintelende vingers of tenen. Deze
bijwerkingen kunnen steeds aanwezig blijven maar worden vaak in de loop van de tijd
minder belastend. Op de plaats van injecteren kan soms een bloeduitstorting ontstaan.
• Verhinderen produktie vrouwelijke hormonen in vetweefsel:
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Aromatase-remmers (alfabetische volgorde)
ANASTROZOL (Arimidex®)
Dosis/Toediening: eenmaal daags 1 tablet van 1mg.
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste vrouwen
verdragen anastrozol goed. De bijwerkingen zijn over het
algemeen mild en verdwijnen na verloop van tijd vanzelf. De
behandeling hoeft vrijwel nooit te worden gestaakt vanwege
bijwerkingen.
Bijwerkingen die kunnen optreden zijn o.a.(voor de
volledige bijsluitertekst klik op de foto):
zeer vaak (1 op 10): opvliegers
vaak (1 op 10 - 1 op 100): uitdunnen van het haar, vaginale
droogte, misselijkheid, uitslag, diarree, krachteloosheid,
gewrichtspijn of gewrichtsstijfheid, hoofdpijn, slaperigheid,
huiduitslag, vaginale bloedingen (meestal in de eerste weken
van de behandeling), krachteloosheid (vermoeidheid),
stemmingsstoornissen soms (1 op 100 - 1 op 1000):
anorexia (verlies van eetlust), verhoogd cholesterol, slaperigheid, braken.
EXEMESTAAN (Aromasin®)
Dosis/Toediening: eenmaal daags 1 tablet van 25 mg.
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste
vrouwen verdragen exemestaan goed. De bijwerkingen
zijn over het algemeen mild en verdwijnen na verloop van
tijd vanzelf. De behandeling hoeft vrijwel nooit te worden
gestaakt vanwege bijwerkingen.
Bijwerkingen die kunnen optreden zijn o.a. (voor de
volledige bijsluitertekst klik op de foto en klik het produkt
aan in de lijst) zeer vaak (1 op 10): opvliegers,
misselijkheid vaak (1 op 10 - 1 op 100): gebrek aan
eetlust (anorexia); slapeloosheid, (ernstige)
neerslachtigheid (depressie); duizeligheid, hoofdpijn;
buikpijn, overgeven, verstopping (obstipatie), gestoorde spijsvertering met als
verschijnselen vol gevoel in de bovenbuik, pijn in de maagstreek, oprispingen,
misselijkheid, braken en zuurbranden (dyspepsie); meer zweten dan normaal,
huiduitslag en haaruitval; vermoeidheid, pijn, vochtophoping (oedeem) in de benen
soms (1 op 100 - 1 op 1000): slaperigheid; vochtophoping (oedeem) in zowel benen als
armen, krachteloosheid (asthenie)
LETROZOL (Femara®)
Dosis/Toediening:eenmaal daags 1 tablet van 2,5 mg.
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste
vrouwen verdragen letrozol goed. De bijwerkingen zijn
over het algemeen mild en verdwijnen na verloop van tijd
vanzelf. De behandeling hoeft vrijwel nooit te worden
gestaakt vanwege bijwerkingen.
Bijwerkingen die kunnen optreden zijn o.a. (voor de volledige bijsluitertekst klik op de
foto):
zeer vaak (1 op 10): meer dan normaal zweten, opvliegers, vermoeidheid,
vaak (1 op 10 - 1 op 100): verlies of toename van eetlust, verhoogd cholesterol,
hoofdpijn, duizeligheid, haaruitval, huiduitslag, spier/bot/gewrichtspijnen,
botontkalking/botbreuken, ziek voelen (malaise), verstopping (obstipatie), gestoorde
spijsvertering met als verschijnselen o.a. volgevoel in de bovenbuik pijn in de
maagstreek/boeren/braken/zuurbranden,zwelling van handen/enkels/voeten,
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
gewichtstoename, soms (1 op 100 - 1 op 1000): blaasontsteking (urineweginfecties),
vocht vasthouden in armen/benen, neerslachtigheid/depressie, angst/zenuwachtigheid,
geïrriteerdheid, slaperigheid/slapeloosheid, waarnemen van
gevoelstoornissen/kriebelingen/jeuk of tintelingen, smaakstoornissen, oogirritatie,
troebel zicht/staar, hartkloppingen/versnelde hartslag, (spat)aderontstekingen,
verhoogde bloeddruk, kortademigheid, buikpijn, droge mond/irritatie, jeuk, droge huid,
galbulten(urticaria), vaker moeten plassen, vaginale klachten
(droogheid/afscheiding/bloedingen), pijn in de borstklier, koorts, droge slijmvliezen,
dorst, gewichtsverlies
• Tegenwerken van de werking van oestrogenen: anti-oestrogenen
TAMOXIFEN (Nolvadex®) (opm.: de verpakking verschillend zijn van de hier getoonde
verpakking omdat tamoxifen zowel als tamoxifen alsook onder de produktnaam
Nolvadex® wordt verkocht.
Dosis/Toediening:eenmaal daags 1 tablet van 20 mg.
Welke bijwerkingen kunnen optreden: De meeste
vrouwen verdragen tamoxifen goed. De bijwerkingen zijn
over het algemeen mild en verdwijnen na verloop van tijd
vanzelf. De behandeling hoeft vrijwel nooit te worden
gestaakt vanwege bijwerkingen.(voor de volledige
bijsluitertekst klik op de foto)
Bijwerkingen die kunnen optreden zijn o.a.: Opvliegers, transpireren, veranderingen in
menstruatie/bloedverlies, jeuk in en rond de vagina, vaginale afscheiding, het van streek
raken van de maag incl. misselijkheid en overgeven, vermoeidheid, hoofdpijn,
stemmingsveranderingen, duizeligheid, hoofdpijn, opzwellen van de enkels (vocht
vasthouden), dunner haar, wazig zien, hoesten, kortademigheid, verhoogd risico op
bloedstolsels (thrombose), baarmoederkanker (NB.: heel zelden is meestal pas na (te)
lang gebruik waarbij als eerste klacht het opnieuw optreden van vaginaal bloedverlies)
Datum laatste wijziging: 31-10-2008.
Bron: http://www.chirurgenoperatie.nl/pagina/borstkanker/hormoon_aanvulling.php
Biologie | Homeostase VWO | Artikel Hormoon aanvulling
Download