1. gewicht versus massa.

advertisement
1. GEWICHT VERSUS MASSA.
1.
Wat is het gewicht van een lichaam met massa 3 kg ? 200 g ? 5
ng ? Bepaal dit voor de aarde met g = 9,8 m/s2 en voor de maan
met g = 1,6 m/s2.
BA
( 29,4 N ;
1,96 N ;
49 pN ;
4,8 N ;
0,32 N ;
8 pN)
2.
Welk is de massa van een voorwerp dat op aarde 245 N weegt ?
441 N ?
BA
(25 kg ;
45 kg)
3.
Welk is de massa van een voorwerp dat op de maan 320 N weegt
? 80 N ?
BA
(200 kg ;
50 kg)
4.
De massa van een voorwerp van 300 g is ... ? Een voorwerp van BA
5 kg op een aardse weegschaal weegt ... ? Als een voorwerp 19,6
N weegt op aarde, dan is zijn massa op de maan ? Op de planeet
Mars ?
5.
Zoek het gewicht van een pakje waar 0,5 kg op aangegeven staat.
Welke versnelling krijgt het als er een kracht 100 N op inwerkt ?
BA
(4,9 N ;
200 m/s2)
6.
Een kracht van 1 N werkt in op een massa met 1 kg en op een
ander voorwerp met gewicht 1 N. Zoek de respectievelijke
versnellingen.
BA
(1 m/s2 ;
9,8 m/s2)
7.
Als een astronaut op aarde 735 N weegt, hoeveel weegt hij dan
op de maan waar de valversnelling 1,6 m/s2 is en op Mars waar
de valversnelling 3,8 m/s2 is.
BA
(120 N ;
285 N)
8.
Als de massa van een ruimtepak op Mars 20 kg is, hoeveel zal
een weegschaal op aarde dan als gewicht ervan aangeven ?
BA
(196 N)
9.
Aan een hamer met een aards gewicht van 19,6 N geeft men bij
het inslaan van een spijker een neerwaartse versnelling van 2
m/s2 . In welke mate verschilt de totale neerwaartse kracht op
Mars en op aarde ?
BA
(Faarde =
23,6 N ;
Fmars =
11,6 N)
10.
Hangt de versnelling van een vrij vallend lichaam af van het
gewicht van dat lichaam of van de massa van het vallend lichaam
?
BA
(neen)
11.
Een kracht van 40 N werkt op een voorwerp dat 196 N weegt op
aarde. Hoe groot is de versnelling van dat voorwerp op aarde ?
Op de maan ?
BA
(2 m/s2 ; 2
m/s2)
12.
Een astronaut met een massa van 65 kg weegt zich met een
aardse weegschaal op de maan. Hoeveel wijst ze aan ?
BA
(104 N)
(300 g ;
49 N ;
2 kg ;
2 kg)
2. OEFENINGEN MET GEWICHT MASSA BEWEGING ENZ...
1.
Hoe groot moet de kracht zijn die aan een voorwerp van 588 N een
versnelling kan geven van 0,70 m/s2.
BA
(42 N)
2.
Hoeveel kracht is er nodig om een 10 000 N wegende auto een
versnelling mee te delen van 2,5 m/s2 evenwijdig aan de grond ?
BA
(2551 N)
3.
Kan een voorwerp sterker naar beneden versneld worden dan de
valversnelling ? Zo ja, hoe doe je dat dan ?
BA
(ja, door
een
neerwaarts
e kracht)
4.
Zoek de opwaartse beginversnelling van een raket met massa m = 13 t als
de stuwkracht bij de start 260 kN bedraagt. Mag men in die voorwaarden
het gewicht van de raket verwaarlozen ?
BA
(20 m/s2 ;
neen)
5.
Hoe groot is de kracht die nodig is om een voorwerp met massa 20 kg in
rust te ondersteunen ? Om het een opwaartse versnelling van 2 m/s2 te
geven ? Om het een even grote neerwaartse versnelling te geven ?
BA
(-196 N ;
-236 N ;
-156 N)
6.
Welke versnelling zal een voorwerp met 5 kg massa krijgen, als de veer
waaraan het opgehangen is achtereenvolgens een opwaartse kracht van
39 N of 49 N of 59 N ondervindt ?
BA
(2 m/s2 ;
0 m/s2 ;
-2 m/s2 ;
(+=neerwa
arts))
7.
Een voorwerp met massa 6 kg hangt aan een krachtmeter die je in je
bewegende hand houdt . Hoe groot is de versnelling die je aan het
voorwerp geeft als het schijnbaar gewicht ervan 58,8 N of 76,8 N of 28,8
N of 0 N bedraagt ?
BA
(0 ;
3;
-5 ;
-9,8 m/s2)
8.
Als een voorwerp dat geplaatst is op een wrijvingsloos oppervlak een
horizontale kracht ondervindt gelijk aan zijn gewicht, hoe groot is dan de
bekomen versnelling ? Wat gebeurt er als deze kracht verticaal naar
boven zou werken ?
BA
(a = g ; a =
0)
9.
Hoeveel kracht is er nodig om een voorwerp dat 19,6 N weegt een
opwaartse versnelling van 3 m/s2 te geven of een even grote neerwaartse
versnelling te geven. In welke zin moet deze kracht telkens werken ?
BA
( 25,6 N ;
13,6 N)
10.
Een man die 735 N weegt staat op een weegschaal in een lift. Welk
gewicht wijst de weegschaal aan als de lift:
- met een constant snelheid van 3 m/s stijgt.
- met een constant versnelling 0,8 m/s2 daalt ?
- vrij valt na kabelbreuk.
BA
(735 N ;
675 N ;
0 N)
11.
Zoek de minimale versnelling die een meisje van 50 kg moet hebben om
langs een touw naar beneden te glijden dat maxi-maal aan een kracht van
440 N kan weerstaan zonder te breken.
BA
(1 m/s2)
12.
Iemand met een massa 80 kg staat op een weegschaal in een lift. Als de
BA
(1,05 m/s2
lift in beweging komt leest men 700 N af. Gaat de lift naar beneden of
naar boven ? en welke is dan haar versnelling ?
naar onder)
13.
BA
Een kruiwagen met massa 20 kg hangt aan een hijskraan. Welke
versnelling (naar boven of naar onder) geeft de hijskraan aan de
kruiwagen als de hijskracht die hij moet ontwikkelen 250 N of 150 N of 0
N of 196 N bedraagt ?
(-2,7 ;
2,3 ;
9,8 ;
0 m/s2)
14.
Hoe kan men een voorwerp van 451 N van een dak naar beneden laten als BA
het beschikbare touw slechts 391 N kan dragen zonder te breken ?
(met een
versnelling
van
minstens
1,3 m/s2
neerwaarts
)
15.
Een persoon met een gewicht van 784 N staat op een weegschaal in een
lift. Welk gewicht duidt de weegschaal aan als de lift een opwaartse of
een neerwaartse versnelling heeft van 1,8 m/s2 ?
BA
(928 N ;
640 N)
16.
een raket en haar nuttige lading hebben een totale massa van 50 000 kg.
Hoe groot is de raketstuwkracht als de raket boven het lanceerplatform
'zweeft' ? Als ze opwaarts versnelt met 20 m/s2 ?
BA
(490 kN ;
1490 kN)
17.
Zoek de trekkracht die een liftkabel op een liftkooi met massa 1500 kg
zal uitoefenen bij het starten van de lift naar boven en bij het starten van
de lift naar beneden als de snelheidsverandering per seconde telkens 1,5
m/s bedraagt.
BA
(16,95 kN ;
12,45 kN)
18.
Welke eindsnelheid krijgt een massa van 500 kg als deze, met een
constant gehouden kracht van 4951 N, 10 m hoog geheven wordt ?
BA
(0,775
m/s)
19.
Door middel van een touw met treksterkte 650 N wordt een massa van 50
kg opgetrokken. Welke stijgsnelheid kan er na de eerste 3 s ophalen
maximaal bereikt worden ?
BA
(9,6 m/s)
20.
Een lift start met een constante opwaartse versnelling. Ze beweegt 2 m in BA
de eerste 0,6 s. Een persoon in de lift houdt een pakje van 3 kg aan een
touwtje. Hoe groot is de kracht die het touwtje tijdens deze versnelling
ondergaat ?
21.
Zoek de wrijvingskracht van de lucht die inwerkt op een appel van 0,25
kg als deze valt met een versnelling van 9,2 m/s2.
EX
(-0,15 N)
22.
Een brandweerman van 715,4 N glijdt langs een verticale buis met een
gemiddelde versnelling van 3 m/s2 naar omlaag. Zoek de gemiddelde
kracht waarmee de buis hem moet dragen.
EX
(-496,4 N)
23.
Een valschermspringer van 80 kg heeft een neerwaartse versnelling van
2,5 m/s2. De massa van de parachute is 5 kg. Zoek:
- de grootte van de opwaartse kracht door de lucht op de parachute
uitgeoefend.
EX
(620,5 N)
(584 N)
(62 N)
- de grootte van de neerwaartse kracht door de man op de parachute
uitgeoefend.
24.
Een gewicht van 56 N en een van 42 N hangen aan de uiteinden van een
touw dat wrijvingsloos over een katrol loopt. Zoek de versnelling die
elke gewicht zal ondergaan. (figuur).
EX
(1,4 m/s2)
25.
Een massa van 200 kg moet in 5 s, 8 m hoger geheven worden. Tijdens
de eerste helft verloopt de beweging eenparig versneld en tijdens de
tweede eenparig vertraagd, met dezelfde absolute waarde (de
eindsnelheid is dus 0 m/s). Bepaal de kracht die tijdens elke weghelft
moet werken.
EX
(2,216 kN ;
1,704 kN)
26.
Een liftkooi heeft een massa van 2 100 kg en het tegengewicht een massa
van 600 kg. Welke eindsnelheid zou de kooi na 10 m vallen bereiken ?
EX
(10,43
m/s)
27.
Net op het ogenblik dat zijn parachute zich opent valt een man van 735 N
met snelheid 50 m/s. 0,8 s later heeft de parachute zich volledig
ontplooid en is de snelheid herleid tot 10 m/s. Hoe groot is de
gemiddelde remkracht die de vallende man tijdens het openen van de
parachute heeft ondergaan ?
EX
(4,485 kN)
28.
Een massa van 300 kg wordt eenparig versneld 8 m omhoog geheven
door middel van een kracht van 3 500 N . Hoelang duurt deze handeling
?
EX
(2,93 s)
29.
Een man met massa 100 kg laat zichzelf naar beneden vanop een hoogte
van 10 m door middel van een wrijvingloze vaste katrol. Aan het andere
eind van het touw hangt een zak zand van 70 kg. Met welke snelheid
bereikt hij de grond ? Bestaat er een mogelijkheid om die snelheid te
verkleinen ?
EX
(5,88 m/s ;
neen)
30.
Een lift en haar lading hebben een gezamenlijke massa van 1600 kg.
Zoek de trekkracht in de liftkabel als de lift, die aan 20 m/s daalt, tot
staan wordt gebracht met een constante vertraging in een remweg van 50
m.
EX
(221 kN)
Download