zeespiegelstijging

advertisement
ZEESPIEGELSTIJGING
Klimaat
Acht vragen en antwoorden over zeespiegelstijging
22 februari 2007
Caroline Katsman
1. Wat is zeespiegelstijging?
2. Hoe wordt de zeespiegelstijging gemeten?
3. Hoeveel is de zeespiegel wereldwijd gestegen in de 20e eeuw?
4. Hoeveel zal de zeespiegel wereldwijd stijgen in de 21e eeuw?
5. Is de zeespiegelstijging overal op aarde even groot?
6. Met hoeveel zeespiegelstijging krijgt Nederland te maken in de 21e eeuw?
7. Waarom kan de zeespiegelstijging niet exact voorspeld worden?
8. Wat zijn de verwachtingen voor de verre toekomst?
1. Wat is zeespiegelstijging?
De relatieve zeespiegelstijging op een bepaalde plek op aarde is de som van de toename van de hoogte van het zeeniveau (absolute zeespiegelstijging) en de lokale
bodembeweging
Absolute
zeespiegelstijging kan worden veroorzaakt door veranderingen in


de totale hoeveelheid water in de oceanen (toename van de massa) en in
de dichtheid van het aanwezige oceaanwater (toename van het volume).
Relatieve versus absolute zeespiegelstijging
Voorbeelden van processen die bijdragen aan de toename van de massa zijn het smelten van gletsjers en ijskappen en veranderingen in rivierafvoer. De grootste bijdrage
aan de toename van het volume komt van het krimpen of uitzetten van oceaanwater door een temperatuurverandering.
Het smelten van zeeijs heeft geen invloed op de hoogte van de zeespiegel: drijvend zeeijs verplaatst net zoveel water als het eigen gewicht (wet van Archimedes). Als zeeijs
smelt, wordt het verplaatste water vervangen door smeltwater.
Nederland ondergaat momenteel een bodemdaling van enkele centimeters per eeuw, door inklinking van de bodem en door naijleffecten van de laatste ijstijd. Op sommige
plaatsen gaat de bodemdaling veel sneller (zie Bodemdaling in het menu rechts).
2. Hoe wordt de zeespiegelstijging gemeten?
De zeespiegelstijging wordt bepaald met behulp van


peilschalen langs de kust en
satellieten
Peilschalen langs de kust meten de getijden. Wanneer de meetreeksen lang genoeg zijn (liefst 100 jaar of langer), kan hieruit ook de relatieve zeespiegelstijging bepaald
worden. Om hieruit de absolute zeespiegelstijging af te kunnen leiden is nauwkeurige informatie over de lokale bodembeweging nodig. Deze bodembeweging wordt zo goed
mogelijk bepaald met behulp van geologische modellen van de aardkorst. Toch is deze vertaalslag van relatieve zeespiegelstijging naar absolute zeespiegelstijging een bron
van onzekerheid.
Sinds de jaren 90 kunnen veranderingen in de zeespiegel over de hele wereld zeer nauwkeurig worden waargenomen met satellieten. Maar deze satellieten registreren
naast langzame trends ook snelle variaties die veroorzaakt worden door natuurlijke schommelingen in de oceaancirculatie. Om de invloed van deze schommelingen op de
resultaten uit te bannen zijn langere meetreeksen nodig dan de nu beschikbare 10 tot 15 jaar. Peilschalen blijven dus nodig, ook voor de ijking van de satellietgegevens.
3. Hoeveel is de zeespiegel wereldwijd gestegen in de 20e eeuw?
Wereldwijd is de zeespiegel gedurende de twintigste eeuw gestegen met ongeveer 1.8 millimeter per jaar (12 tot 22 centimeter in totaal).
Wereldwijde zeespiegelstijging in de 20e eeuw
Over de periode na 1960 zijn genoeg gegevens beschikbaar om de zeespiegelstijging toe te kunnen kennen aan verschillende bijdragen (zie Figuur 2). De belangrijkste
bijdragen komen van:




het smelten van gletsjers en kleine ijskappen
de uitzetting van het zeewater
het smelten van de Groenlandse ijskap
het afkalven van de Antarctische ijskap
De som van de verschillende bijdragen (rode balk in Fig. 2) is kleiner dan de totaal gemeten zeespiegelstijging (donkerblauw). Dit verschil is nog niet goed verklaard.
De zeespiegel stijgt de laatste jaren sneller: satellietmetingen laten een zeespiegelstijging van ruim 3 millimeter per jaar zien voor de periode 1993-2005. Omdat de reeks
van satellietmetingen nog zo kort is kan niet worden uitgesloten dat deze versnelling (deels) veroorzaakt wordt door natuurlijke schommelingen in het zeeniveau door
variaties in zeestromingen. Alle bijdragen zijn toegenomen ten opzichte van de periode 1961-2003. De uitzetting van het zeewater is nu verreweg de belangrijkste, gevolgd
door het smelten van gletsjers en kleine ijskappen (Figuur 2). De som van de verschillende bijdragen en het gemeten totaal komen in deze periode wel goed overeen, omdat
er meer meetgegevens beschikbaar zijn.
4. Hoeveel zal de zeespiegel wereldwijd stijgen in de 21e eeuw?
Het toekomstige zeeniveau wordt berekend met behulp van klimaatmodellen. Klimaatmodellen zijn vergelijkbaar met de computermodellen die worden gebruikt voor de
weersverwachtingen, alleen willen we nu een eeuw of langer vooruit kijken. In deze modellen worden de natuurkundige vergelijkingen die de stromingen in de atmosfeer en
de oceaan bepalen opgelost op een rekenrooster. De berekeningen worden gedaan op een veel grover rooster dan voor de weersverwachtingen, omdat ze anders veel te
veel computertijd zouden kosten. Berekeningen met klimaatmodellen worden gedaan voor verschillende toekomstscenario's, met een hoge en een lage uitstoot van
broeikasgassen, bijvoorbeeld.
Volgens het IPCC (klimaatpanel van de Verenigde Naties, zie menu rechts) zal de zeespiegel gedurende de 21e eeuw wereldwijd met 18 tot 59 centimeter stijgen ten
opzichte van het niveau van 1990. Dit is het gevolg van



de uitzetting van het zeewater
het smelten van gletsjers en kleine ijskappen en
het gestage slinken van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica.
Op sommige plaatsen is de afkalving aan de randen van de Groenlandse en de West-Antarctische ijskap de laatste jaren sterk toegenomen. Als deze versnelde afkalving
doorzet in de 21e eeuw, stijgt de zeespiegel met nog 10 tot 20 centimeter extra. Op dit moment is niet in te schatten hoe groot de kans is dat de trend inderdaad doorzet,
stelt het IPCC.
5. Is de zeespiegelstijging overal op aarde even groot?
Regionale zeespiegelstijging
Het lokale zeeniveau kan sterk afwijken van het wereldgemiddelde niveau:


Variaties in de temperatuur (en het zoutgehalte) van het zeewater veroorzaken heuvels en dalen in het zeeoppervlak, die (net als hoge- en lagedrukgebieden in de
atmosfeer) geassocieerd zijn met specifieke stromingspatronen. De regionale variaties blijven bestaan door de draaiing van de aarde.
Door de opzet van water door de wind bij de kust.
Satellieten brengen elke twee weken het hele aardoppervlak in kaart (Figuur 3). Deze metingen laten gebieden zien waar de zeespiegelstijging wel 10 keer zo groot is als
het gemiddelde van ruim 3 mm/jaar, en ook gebieden waar de zeespiegel daalt. Klimaatmodellen laten zien dat ook in de 21e eeuw regionale trends in zeespiegelstijging
kunnen afwijken van de wereldgemiddelde trend.
6. Met hoeveel zeespiegelstijging krijgt Nederland te maken in de 21e eeuw?
Voor de Nederlandse kust houdt het KNMI rekening met een zeespiegelstijging van 35 tot 85 centimeter in 2100 ten opzichte van het niveau van 1990 (zie tabel en KNMI
Klimaatscenario's 2006 in menu rechts). De stijging is afhankelijk van de stijging van de atmosfeer temperatuur. Daarnaast moeten we in ons land nog rekening houden met
bodemdaling.
In februari 2007 is de Summary for Policymakers van het 4e IPCC Assessment Report verschenen (zie IPCC 4AR in menu rechts). De door het IPCC gepubliceerde cijfers
voor zeespiegelstijging wijken af van de klimaatscenario's van het KNMI. Het verschil tussen deze cijfers is het gevolg van een iets andere aanpak:

In de KNMI cijfers zijn regionale effecten meegenomen voor de uitzetting van het zeewater. Naar verwachting zal de zeespiegel in het noordoosten van de
Atlantische Oceaan ongeveer 0 tot 15 centimeter meer stijgen dan het wereldgemiddelde. In het noorden brengt de Warme Golfstroom water van het oppervlak naar

de diepte. Daardoor warmt daarom niet alleen het zeewater aan het oppervlak maar ook dat op grotere diepte op wanneer de atmosfeertemperatuur stijgt. Het
gevolg is meer uitzetting in het noorden dan in de tropen en subtropen.
De laatste jaren neemt bij de Groenlandse en West-Antarctische ijskap de afkalving aan de randen sterk toe. Deze waarnemingen hebben een belangrijke beperking
van de huidige ijskapmodellen blootgelegd: de processen die deze toename kunnen veroorzaken ontbreken nog in de modellen. Het IPCC stelt daarom dat de
gevoeligheid van de ijskappen voor opwarming van de atmosfeer groter kan zijn dan tot nu toe gedacht. Gezien de mogelijk grote gevolgen voor Nederland acht het
KNMI het van belang om een schatting van de bijdrage van versneld afkalven mee te nemen in de bepaling van de bovengrens.
Klimaatscenario's voor zeespiegelstijging (KNMI, 2006)
scenario (jaar) temperatuursverandering
zeespiegelstijging
gematigd (2100) +2 C
35-60 cm
warm (2100)
+4 C
40-85 cm
7. Waarom kan de zeespiegelstijging niet exact voorspeld worden?
Hoeveel de zeespiegel zal stijgen in de komende eeuw(-en) hangt sterk af van


de stijging van de luchttemperatuur, omdat die voornamelijk bepaalt hoe snel het landijs smelt en hoe snel en waar de oceanen zullen opwarmen.
de hoeveelheid broeikasgassen die door de mens in de atmosfeer wordt uitgestoten, omdat die bepaalt hoe sterk de luchttemperatuur zal stijgen
Omdat de menselijke uitstoot een onzekere factor is worden de stijging van de luchttemperatuur en van de zeespiegel berekend voor verschillende scenario's voor de
uitstoot, varierend van een scenario met sterke economische groei en veel gebruik van fossiele brandstoffen tot een scenario met wereldwijde aanpak van milieuproblemen.
Naar verwachting zal in het jaar 2100 zal de luchttemperatuur 1.1 C tot 6.4 C hoger zijn dan in 1990 (IPCC, 2007). Hoe groter de stijging van de luchttemperatuur is, hoe
groter ook de zeespiegelstijging.
De grote spreiding in de schatting voor de zeespiegelstijging voor het jaar 2100 is niet alleen een gevolg van het rekenen met verschillende toekomstscenario's. De
klimaatmodellen waarmee deze berekeningen worden gedaan zijn het soms ook oneens met elkaar. Bepaalde natuurkundige processen zijn (nog) moeilijk in een model te
representeren, zodat nog niet precies bekend is hoe groot hun bijdrage aan de zeespiegelstijging op een bepaald moment is.
8. Wat zijn de verwachtingen voor de verre toekomst?
Oceanen en ijskappen reageren erg traag op veranderingen in de atmosfeer. Daarom zal de zeespiegelstijging nog eeuwen doorzetten, zelfs als de temperatuur na 2100
niet meer zou stijgen.
Alleen al door de uitzetting van het zeewater zal het zeeniveau in 2300 ongeveer 30 tot 80 centimeter hoger zijn dan in de 20e eeuw.
De Groenlandse ijskap zal in dit warmere klimaat blijven slinken en dus bijdragen aan zeespiegelstijging. Modelstudies suggereren dat bij een gematigde stijging van de
temperatuur de ijskap vrijwel geheel zal verdwijnen in enkele duizenden jaren.
De Antarctische ijskap blijft zó koud dat het oppervlak nauwelijks zal gaan smelten. In modelstudies neemt de sneeuwval toe, waardoor de ijskap de komende eeuwen gaat
groeien. Echter, de ijskap kan netto massa verliezen wanneer blijkt dat de afkalving aan de randen dominant is.
Bronnen:



Summary for Policymakers (SPM) - 4e IPCC rapport (2007)
KNMI klimaatscenario's 2006 - brochure
KNMI klimaatscenario's 2006 - wetenschappelijk rapport
Eerste uitgave: 3 augustus 2006
http://www.knmi.nl/kenniscentrum/zeespiegelstijging/
Zeespiegelstijging
KNMI Toelichting op het IPCC rapport - zeespiegelstijging (2007)
KNMI'06 klimaatscenario's zeespiegelstijging
Zeespiegelstijging in de media
Global sea level change (Engels)
Klimaatverandering - algemeen
KNMI Toelichting op het IPCC rapport (2007)
Summary for Policymakers IPCC 2007 [PDF]
KNMI klimaatscenario's 2006
KNMI klimaatrapportage 2003
Het NAP
Wat is het NAP?
Nul meter NAP-lijn Nederland
Woont U boven of onder NAP?
Wandelpad langs nul meter NAP-lijn
NAP weetjes
Geo-Loket (Rijkswaterstaat)
Bodemdaling
Verwachte bodemdaling in 2050
KNMI
Oceanografisch onderzoek
Klimaat onderzoek
IJSKAPPEN
Groenland smelt sneller
Gletsjers op de loop
Dossiers

Klimaat
Links


Lees ook: "Noordpool krijgt ijsvrij - Aarde warmt op pool twee keer sneller op" (3 nov 2004)
Lees ook: 'NASA ziet nattigheid - Dramatische foto's tonen smelten noordpool', Noorderlicht nieuwsbericht, 31 oktober 2003.
De Groenlandse ijskap brokkelt in hoog tempo af. De snelheid waarmee de gletsjers naar zee bewegen is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. De
zeespiegel stijgt daardoor sneller dan tot nu toe werd aangenomen.
Als je een uurtje blijft staan kijken, kun je hem zien bewegen. De Kangerdlugssuag-gletsjer aan de oostkust van Groenland beweegt met een snelheid van 38 meter per dag
zeewaarts. Dat is anderhalve meter per uur, ofwel twee en een halve centimeter per minuut. De snelheid van de Kangerdlugssuag-gletsjer, een van de snelst bewegende
gletsjers op aarde, is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. Dat schrijven onderzoekers deze week in het tijdschrift Science. Tijdens een persconferentie op de
jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap in St. Louis, VS, maakten ze het nieuws wereldkundig.
De Groenlandse ijskap heeft een oppervlak van 1,7 miljoen vierkante kilometer. Dat is een gebied ter grootte van Frankrijk, Spanje, Duitsland, Nederland, Belgi챘 en het
Verenigd Koninkrijk tesamen. De ijskap is gemiddeld zo'n drie kilometer dik. Alles bij elkaar een flink pak ijs: zou de Groenlandse ijskap in zijn geheel smelten, dan stijgt de
zeespiegel wereldwijd met zeven meter.
Op grond van satellietgegevens verzameld tussen 1996 en 2005 berekenden de onderzoekers, Eric Rignot en Pannir Kanagaratnam, de bijdrage van het smeltende
Groenlandse ijs aan de zeespiegelstijging. Jaarlijks stijgt het zeewater met zo'n drie millimeter. Eenzesde daarvan, een halve millimeter per jaar, komt voor rekening van het
Groenlandse ijs, stelden het duo vast. Dat is twee keer zoveel als wetenschappers tot nu toe aannamen, en komt vooral doordat de gletsjers sneller zijn gaan bewegen,
ontdekten de onderzoekers.
Nasa-onderzoeker Rignot en Kanagaratnam (Universiteit Kansas) maakten met de satellietgegevens snelheidskaarten van zo'n dertig Groenlandse gletsjers. Daaruit bleek
dat vooral de gletsjers aan de zuidkust er met een sneltreinvaart vandoor gaan. De versnelling van de gletsjers is een gevolg van de opwarming van de aarde, vermoeden
de onderzoekers. Daardoor smelt er meer gletsjerijs, wat door de kieren en de spleten in de ijsmassa langzaam naar de bodem sijpelt. Het smeltwater vormt zo een dun
laagje waarover de ijsmassa gemakkelijk naar beneden schuift, richting zee.
De onderzoekers berekenden dat er door het smelten van de Groenlandse ijskap ruim twee keer meer zoet water in zee terecht komt dan tien jaar geleden. Was dat in 1996
nog 100 kubieke kilometer, in 2005 was dat toegenomen tot 220 kubieke kilometer per jaar, vertelde Rignot de verzamelde journalisten in St. Louis. "Om een idee te krijgen
van die watermassa: een stad als Los Angeles verbruikt op jaar basis een kubieke kilometer zoet water," aldus Rignot.
Het aandeel van de Groenlandse gletsjers aan de zeespiegelstijging kan alleen nog maar groter worden, betogen de onderzoekers. Uit hun meetgegevens blijkt dat ook
noordelijker gelegen gletsjers sinds 2000 aan het versnellen zijn. Schattingen over de stijging van de zeespiegel moeten daarom ook naar boven worden aangepast, luidt
dan ook de sombere conclusie van de onderzoekers.
Jacqueline de Vree
Eric Rignot en Pannir Kanagaratnam, 'Changes in Vlocity Sructure of the Greenland Ice Sheet', in: Science, 17 februari 2006.
Julian A. Dowdeswell, 'The Greenland Ice Sheet and Global Sea-Level Rise', in: Science, 17 februari 2006.
De voorkant van de Kangerdlugssuaq-gletsjer, oost Groenland (mei 2005). De gletsjer beweegt met een snelheid van 14 kilometer per jaar. Dat komt overeen met 38 meter
per dag. Foto: Nasa Wallops/Sonntag.
IJsbrokken afkomstig van de Kangerdlussuaq-gletsjer op oost-Groenland. Foto: J.A. Dowdeswell.
Afbrokkelend ijs van de Heilheim-gletsjer in het zuidoosten van Groenland, mei 2005. Foto: Nasa Wallops/Sonntag.
Zeespiegel steeg sneller
De zee kan ruim anderhalve meter per eeuw stijgen als Groenland opwarmt, betogen geologen in Nature Geoscience. Dat gebeurde 120 duizend jaar geleden
namelijk ook.
Smeltend ijs van Groenland kan de komende eeuw een meter extra zeespiegelstijging veroorzaken, vermoeden de onderzoekers.
De zeespiegelstijging is in het verleden nog wel sneller gegaan. Aan het einde van een ijstijd kon hij de vijf meter per eeuw halen. Dat is niet direct relevant voor de
zeeverwachting van de komende eeuw, omdat er nu veel minder landijs is dat kan smelten. Eelco Rohling, van het Britse National Oceanographic Centre, keek met een
aantal collega's naar een periode die wel lessen voor de toekomst zou kunnen opleveren. Zo'n 120 duizend jaar geleden, tussen twee ijstijden in, was het op Groenland drie
tot vijf graden warmer dan nu.
Uit grondboringen in de Rode Zee haalden de onderzoekers koraal en kalkskeletjes van eencellige diertjes, foraminiferen genaamd, die aan het wateroppervlak hebben
geleefd. De verhouding van zuurstofisotopen daarin verandert met de zeespiegel. Uit deze gegevens concluderen ze dat een stijging met anderhalve meter per eeuw optrad
toen de zee al hoger stond dan nu. Dat kwam deels door uitzetting van het warmer wordende water, maar moet ook door het afsmelten van ijs op Groenland zijn
veroorzaakt.
De verwachtingen van het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) moeten naar boven worden bijgesteld, vindt Rohling daarom. Tot nu toe is het afsmelten van landijs
helemaal niet in de berekeningen meegenomen, omdat nog niet duidelijk was of dat zou gebeuren. Inmiddels blijkt Groenland ieder jaar meer ijs te verliezen. Morgen komt
NASA naar buiten met de cijfers van de afgelopen zomer.
Elmar Veerman
http://news.bbc.co.uk/1/hi/sci/tech/7148137.stm
Iets warmere oceaan kan veel ijs hebben laten smelten
05 04 2007
Een iets hogere temperatuur kon de zeespiegel 4 tot 6 meter doen stijgen, 125 duizend jaar geleden.
Dat schrijven Franse paleoklimatologen en onder meer ook wetenschappers van de Vrije Universiteit in Amsterdam deze week in Science. Volgens hen was het
klimaat toen vergelijkbaar met dat van de komende eeuwen.
Uit isotopenonderzoek van de zeebodem maken de onderzoekers op dat de temperatuur van de diepe Noord-Atlantische Oceaan destijds ongeveer 0,4 graden warmer was
dan nu. Die warmte zou zijn getransporteerd naar de oppervlaktewateren van de Circumpolaire Zeestroom rond Antarctica, wat daar zou hebben geresulteerd in een
temperatuur die 0,1 tot 0,5 graden hoger was dan nu.
‘Hoewel bescheiden, moet deze opwarming niet worden onderschat’, schrijven Didier Roche (VU) en collega’s. Volgens hen kan het smelten van ijsplaten zijn versneld
door de iets hogere zeewatertemperatuur.
Door het wegvallen van die steun zou de West-Antarctische ijskap deels zijn ingestort. Dat zou een enkele meters hogere zeespiegel tot gevolg hebben gehad.
In een andere studie in Science bekeek een groot internationaal team van paleooceanografen allerlei data voor een reconstructie van de stromigen in de Atlantische
Oceaan tijdens de laatste grote ijstijd, die 21 duizend jaar geleden op zijn maximum was.
De onderzoekers, waaronder ook wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam , komen tot de conclusie dat de stromingen in die veel koudere periode niet veel
anders was dan tegenwoordig.
De zogeheten transportband, waarbij warm oppervlaktewater naar het noorden beweegt waarna het afgekoeld in de diepte weer naar het zuiden vloeit, was ook toen intact.
Dat systeem speelt een cruciale rol in het klimaat, met name in West-Europa.
Wel vinden de onderzoekers dat de watertemperatuur en de dichtheid van het zeewater destijds heel anders waren dan nu. Dat werpt vragen op over het mechanisme
van de transportband. Mogelijk, zeggen de onderzoekers in Science, werd die in de ijstijd anders aangedreven. Hoe is onduidelijk.
De studie van de oceaanstromingen is ook interessant omdat sommige onderzoekers nemen dat de huidige klimaatverandering de Warme Golfstroom abrupt zou
kunnen stilleggen.
In dat geval verandert koelt Europa af, tegen de opwarmende trend in. De meeste onderzoekers achten een dergelijk scenario overigens onwaarschijnlijk.
Beide studies verschijnen aan de vooravond van de tweede rapportage dit jaar van het klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties.
Vrijdag wordt in Brussel een IPCC-studie gepresenteerd, waarin wordt ingegaan op de gevolgen voor de natuur en de mens van de huidige opwarming van de aarde.
Met name Afrika krijgt volgens het rapport grote problemen, terwijl het slechts enkele procenten aan het klimaatprobleem bijdraagt, afgemeten naar de uitstoot van
broeikasgassen.
Groenlands ijsmeer loopt als badkuip leeg
Ben van Raaij
17 april 2008
Amerikaanse onderzoekers hebben op de Groenlandse ijskap een groot meer van smeltwater als een badkuip zien leeglopen. Het water stroomde binnen enkele uren weg
via breuken in de ijsmassa. Het is een aanwijzing voor de manier waarop het warmer wordende klimaat de ijskap beïnvloedt.
I
Jsmeer op de ijskap van Groenland, met een drainagekanaal waardoor het leegloopt. (Science)
De inhoud van het 5,6 vierkante kilometer grote meer stroomde weg naar de onderkant van de op die plek 980 meter dikke ijskap, met een maximale waterverplaatsing die
groter was dan de gemiddelde van de Niagara-watervallen, schrijven de glaciologen in het tijdschrift Science van 18 april.
De ijskap werd door de wegstromende watermassa zo instabiel dat ze verschoof. Op sommige plekken kwam het ijs meters omhoog, aldus de onderzoekers van het Woods
Hole Oceanografisch Instituut en de universiteit van Washington. De horizontale verplaatsing van de ijskap werd tweemaal zo groot als normaal.
Elke zomer vormen zich duizenden smeltwatermeren op de Groenlandse ijskap. Door de opwarming van de atmosfeer neemt dat proces toe. Uit satellietopnamen blijkt dat
zulke meren ineens binnen een dag kunnen verdwijnen, maar onduidelijk was waarom en hoe. Nu is voor het eerst waargenomen hoe het smeltwater zich van het oppervlak
dwars door de bevroren laag een weg baant naar de basis van de ijskap.
Volgens sommige glaciologen fungeert het smeltwater aan de onderkant van de ijskap als een glijmiddel dat de onderkant van de ijskap ‘smeert’ en zo de normale stroming
van het ijs versterkt. In theorie kan dat ertoe leiden dat aan de kust gletsjers sneller dan normaal in zee schuiven.
Op basis van meetgegevens over de westelijke rand van de Groenlandse ijskap concluderen de onderzoekers echter dat het zomerse smeltproces vooral effect heeft op de
dynamiek van de ijsmassa’s in het hart van de ijskap. De snelstromende gletsjers aan de kust worden er niet door beïnvloed.
"Noordpoolijs over 5 à 10 jaar gesmolten"
"Gezien de snelheid waarmee het Noordpoolijs smelt, moeten de voorspellingen over het volledig wegsmelten van dit ijs bijgesteld worden. Waar eerst
voorspeld werd dat dit pas tegen 2050 het geval zou zijn, houden sommigen er rekening mee dat dit al binnen 5 à 10 jaar in een augustusmaand het geval zal
zijn."
Dat heeft Serge de Gheldere gisterenavond op de industri챘le hogeschool Groep T in Leuven gezegd.
De Gheldere, klimaatambassadeur van Al Gore, zei dit bij de voorstelling van de superzuinige auto die door 25 universitaire teams wereldwijd voorbereid wordt, een project
dat hij mee begeleidt.
"Op 28 jaar tijd is dit Noordpoolijs voor meer dan de helft verdwenen en in 2007 werd een ongemeen scherpe dalende piek opgetekend",
aldus De Gheldere. Hij noemde dit een zeer verontrustende trend, want door het verdwijnen van het Noordpoolijs zal de opwarming van de aarde versnellen doordat de
aarde veel meer zonnewarmte zal absorberen dan thans nog teruggekaatst wordt. Ook tal van andere indicatoren wijzen erop dat de klimaatopwarming steeds sneller
verloopt.
Zo maakte de wereld het afgelopen decennium de 9 warmste jaren ooit mee. Van de 1000 gletsjers in de wereld zijn er slechts 3 die niet in een versneld tempo aan
het wegsmelten zijn. Als deze verdwenen zijn, zullen 3 miljard mensen met drinkwatertekort kampen. Ook het aantal droogtes en overstromingen neemt al sterk
toe.
"De samenleving reageert niet snel genoeg om zware problemen te kunnen voorkomen. Een superzuinige wagen zoals wij die nu ontwikkelen, had al lang door
de auto-industrie gefabriceerd moeten zijn",
aldus De Gheldere.
Ook de EU-doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 20 procent te verminderen vindt hij onvoldoende.
"In de EU wordt jaarlijks per persoon 10 ton uitgestoten. Om de klimaatopwarming nog te kunnen tegengaan, moet dat verminderd worden tot 1,2 ton".
(belga/sps)
Opwarming klimaat: alle artikels
Glijdend ijs
http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/39769300/
Sneeuwbaleffect Groenlandse ijskap valt mee
(Remy van den Brand)
Links




Weblog 'Groenland in vogelvlucht'
Weblog 'GPS & glijdende gletsjers'
Weblog 'Zonnestralen & sneeuwvlokjes'
Kijk voor meer nieuws over de Noord- en Zuidpool op de speciale poolwebsite van Noorderlicht.
Staak met GPS-apparatuur in het Groenlandse ijs
Satellietfoto van de Groenlandse ijskap
Soms is iets ingewikkelder dan het lijkt. Dat geldt in ieder geval voor de Groenlandse ijskap, ontdekten Utrechtse poolonderzoekers. Kort gezegd: de ijsmassa
smelt minder snel dan gedacht. Van een sneeuwbaleffect lijkt geen sprake.
De Groenlandse ijskap smelt. Nu is dat niet zo erg, want door sneeuwval groeit hij ook weer aan. Zo gaat dat, in de natuur. Het wordt pas vervelend – vooral voor lage
landen als het onze – als er meer ijs smelt dan erbij komt. Door de opwarming van de aarde zou dat wel eens kunnen gebeuren, zeggen wetenschappers. Met een stijgende
zeespiegel als resultaat.
Uiteindelijk zou het geheel zelfs in een stroomversnelling kunnen raken, doordat een toename van smeltwater zorgt voor een toename van de glijsnelheid van Groenlandse
gletsjers. Smeltwater dat van de bovenkant van een gletsjer naar de onderkant sijpelt, werkt daar als een glijmiddel voor de ijsmassa. Die beweegt daardoor sneller richting
lager gelegen delen, waar het warmer is en het ijs nog sneller smelt, vervolgens nog rapper glijdt en uiteindelijk in – voor gletsjerbegrippen – sneltreinvaart in zee belandt.
“Dat dachten we tenminste”, zegt Roderik van de Wal, werkzaam aan het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek Utrecht (IMAU) en eerste auteur van een artikel in
Science waaruit blijkt dat de dynamiek van de ijskap net iets ingewikkelder is.
IJs kan weliswaar sneller gaan glijden door een toename van smeltwater, maar op een gegeven moment stagneert de boel. Van de Wal: “De snelheid kan enorm fluctueren.
De ene week kan het ijs zich met een snelheid van 100 meter per jaar voortbewegen, de andere week is dat 400 meter per jaar. Dat is een factor vier verschil.”
Dat zit ‘m in de afvoer van het smeltwater, vertelt de Utrechtse onderzoeker. “Tot een bepaalde hoeveelheid sijpelt het via kleine afvoerkanalen in het ijs naar de bodem,
waar het druk opbouwt en de gletsjer als het ware optilt. De waterlaag zorgt er vervolgens voor dat het ijs zich sneller voortbeweegt. Maar op een gegeven moment is er
zoveel smeltwater, dat het niet meer onder de gletsjer blijft zitten. De glijsnelheid neemt daardoor weer af.”
Sterker nog, in de afgelopen vijftien jaar is de gemiddelde glijsnelheid van het Groenlandse ijs afgenomen, in plaats van toegenomen. En dat terwijl er meer ijs gesmolten is.
Dat weten de onderzoekers doordat ze al zo lang metingen aan de ijskap verrichten. Daarmee is het Utrechtse het langst durende onderzoeksproject rond de ijskap op
Groenland tot nu toe, weet Roderik van de Wal. “Sinds begin jaren negentig doen we al metingen. We gebruiken daarvoor lange stokken met zwarte schijven, die op
verschillen plaatsen in het ijs staan. In zo’n schijf zitten een gps-sensor en een datalogger, die ieder uur de positie van de stok registreren. Na een jaar halen we de
datalogger van de stok en laden de positiegegevens in de computer, zodat we de snelheden van de ijsmassa kunnen uitrekenen.”
En die vallen best mee, blijkt nu. “Ja, maar desalniettemin is er reden tot zorg, denk ik. De aarde warmt op – dat is nu wel duidelijk – en ijsmassa’s zullen daardoor harder
smelten dan eerst. Dat neemt alleen niet zo hand over hand toe als werd gedacht.”
Rand van de Groenlandse ijskap
West-Groenland, gefotografeerd vanuit de helikopter
R.S.W. van de Wal e.a.: ‘Large and rapid melt-induced velocity changes in the ablation zone of the Greenland ice sheet’, Science, 4 juli 2008
Science: extreme zeespiegelstijging niet waarschijnlijk
04 september 2008
- Een zeespiegelstijging van meer dan twee meter in 2100, zoals in sommige extreme klimaatscenario's wordt voorzien, is in feite ˜fysiek onmogelijk".
Dat schrijven glaciologen van de universiteiten van Colorado, Montana en Californie vrijdag in het weekblad Science, naar aanleiding van nieuwe modelberekeningen.
Ze reageren daarmee op studies van ondermeer de Duitse onderzoeker Stefan Ramsdorf, die de laatste jaren wijst op de mogelijkheid dat door het afsmelten van Groenland
en andere grote ijsmassa's en het uitzetten van warm zeewater vele meters zeespiegelstijging mogelijk zijn, wellicht nog deze eeuw.
Als heel Groenland smelt, stijgt de zee wereldwijd zes meter. Dat is overigens ook volgens Ramsdorf niet erg aannemelijk, zeker niet voor 2100.
De Amerikanen deden modelstudies en keken welke omstandigheden er nodig zijn om tot twee meter zeespiegelstijging te komen. In dat geval, berekenen ze, moeten alle
denkbare glaciologische extremen worden aangenomen. Landijs moet bijvoorbeeld zeer snel afvloeien naar zee en daar in relatief warm water ook snel smelten.
Dat allemaal samen is niet plausibel, aldus W.T. Pfeffer en collega's in hun artikel in Science. De meest waarschijnlijke waarde die ze zelf met hun modellen vinden, is
ongeveer 80 centimeter stijging in 2100.
Dat is wel hoger dan het VN-klimaatpanel IPCC vorig najaar nog schatte in de vierde rapportage: 18-59 centimeter, afhankelijk van het scenario van klimaatopwarming. Die
uitkomst was wat lager dan in eerdere IPCC-rapportages, maar ook harder, doordat de modelberekeningen in de tussentijd nauwkeuriger waren geworden.
Het Nederlandse KNMI berekende zelf een hogere stijging, van 85 centimeter maximaal. Bij die schatting waren recentere gegevens over het afsmelten van Groenlandse
gletsjers meegenomen. Aan de kust komt daar nog een bodemdaling van 10 centimeter in 2100 bovenop.
Kolossale ijsplaat Zuidpool verdwijnt in zee
UTRECHT - De Wilkinsplaat, een reusachtige Antarctische ijsplaat, staat op het punt te desintegreren en in zee te stromen, zeggen Britse en
Nederlandse onderzoekers.
21.01.2009
De ijsplaat heeft een oppervlak van duizenden vierkante kilometers en steekt als een platte berg 20 meter boven zeeniveau uit.
Op satellietbeelden is te zien dat de plaat inmiddels vol grote scheuren zit en enkel nog wordt bijeengehouden door een steeds smallere strook zee-ijs.
Deze 40 kilometer lange ijsdam, die 'als een kurk op een fles' de rest van de gebarsten ijsplaat fixeert, was in 1950 nog 100 kilometer breed.
Inmiddels rest volgens de British Antarctic Survey (BAS) niet meer dan een splinter stabiel ijs, slechts 500 meter breed. Zodra deze doorbroken wordt, zal ook de
achterliggende massa in zee stromen, verwachten de onderzoekers.
Nederlands onderzoek
Het kan nu elk moment gebeuren zegt David Vaughan, een glacioloog van BAS. We zijn hier getuige van de laatste momenten van de Wilkins-ijsplaat. Om de bewegingen
van het ijs te registreren heeft Vaughan een GPS-meter op de plaat gestationeerd. Deze verzamelt gegevens voor onderzoek van IMAO, het Instituut voor Atmosferisch en
Marien Onderzoek van de Universiteit Utrecht.
Deze ijsplaten zijn een soort gletsjers, die op hun plek worden gehouden door bijvoorbeeld eilandjes'', vertelt Michiel van den Broeke, van IMAO.
Het is zeer zorgwekkend dat ze nu zo snel verdwijnen. Het afbreken van de beschermende ijsplaten kan er volgens Van den Broeke voor zorgen dat ook de achterliggende
gletsjers sneller naar zee gaan stromen. Dit kan de zeespiegelstijging versterken.
Grote delen van de ijsplaat werden in maart vorig jaar, aan het einde van de Antarctische zomer, instabiel. In voorgaande jaren verdwenen al de 'Prince Gustav Channel',
'Larsen Inlet', 'Larsen A', 'Wordie', 'Muller' en de Jones-ijsplaat in zee.
Het meest geruchtmakend was het instorten van Larsen B in 2002. Deze omvangrijke ijsplaat verdween in 30 dagen volledig van de kaart. Uit sedimentonderzoek is
gebleken dat de ijsplaten in elk geval meer dan 10.000 jaar oud waren.
Massaverlies
"Het verdwijnen van deze ijsplaat en de negen andere is een direct gevolg van klimaatverandering", zegt Vaughan. Het Antarctisch schiereiland is daar relatief gevoelig voor,
omdat het ijs daar vrij ver in de omringende oceaan steekt. De gemiddelde temperatuur is er sinds 1950 al met drie graden gestegen.
Maar ook de West-Antarctische ijskap verliest de laatste jaren massa, blijkt uit satellietmetingen. En in tegenstelling tot de populaire theorie dat hogere temperaturen het ijs
op Antarctica zouden versterken met extra sneeuwval, blijkt zelfs de nog immer zeer koude Oost-Antarctische ijskap niet te groeien.
Vanwege de vele onzekerheden is in de officile voorspellingen voor zeespiegelstijging van het IPCC tot nog toe echter geen rekening gehouden met een mogelijk versneld
bewegen van gletsjers op Antarctica en Groenland.
ZIE OOK:

03/05/2008 Noordpool wordt warmer, Zuidpool kouder
Ook Zuidpool is snel warmer geworden
22 januari 2009
Het Zuidpoolgebied is de afgelopen vijftig jaar wel degelijk warmer geworden. De opwarming lag zelfs boven het mondiaal gemiddelde. Dit blijkt uit een nieuwe bewerking van oude
meetgegevens.
De opwarming is in lijn met de theorie van het broeikaseffect. Tot dusver werd Antarctica beschouwd als een gebied dat zich, enigszins raadselachtig, aan de mondiale opwarming onttrok. Het afwijkend gedrag is wel
toegeschreven aan het ‘gat’ in de stratosferische ozonlaag boven de Zuidpool. Alleen het Antarctisch schiereiland, het ‘aanhangsel’ dat richting Vuurland wijst, werd aantoonbaar warmer. De rest van het
Zuidpoolgebied leek niet te reageren of zelfs wat af te koelen.
Amerikaanse onderzoekers schrijven de valse indruk vandaag in Naturetoe aan gebrekkige waarnemingen. Op het reusachtige continent bevindt zich maar een veertigtal weerstations en die staan bijna allemaal aan de
kust. Hun metingen zijn niet representatief voor het binnenland.
Opwarming van Antarctica. Hoe roder, hoe warmer. Graphic Nasa
Met geavanceerde statistische techniek zijn aan de hand van de kustmetingen toch schattingen gemaakt voor het binnenland. De grote samenhang tussen de metingen maakte dit mogelijk. Dezelfde werkwijze werd
toegepast op waarnemingen van een satelliet van de Amerikaanse weerdienst NOAA. Het leverde praktisch dezelfde reconstructie op.
Het westelijk deel van Antarctica blijkt sinds 1957 met 0,17°C per decennium opgewarmd, het schiereiland 0,11°C en oostelijk Antarctica 0,10°C per decennium. Het mondiaal gemiddelde voor de hele eeuw is 0,07°C
per decennium. Antarctica blijkt dus in lijn met de rest van de wereld op te warmen. Onderzoek aan boorkernen uit het ijs bewees dat de opwarming van de Zuidpool al een eeuw gaande is.
Dat het gat in de ozonlaag van grote invloed is op de temperatuur van Antarctica is nu minder waarschijnlijk geworden. De onderzoekers zien eerder een belangrijke invloed van de temperatuur van het zeewater en de
omvang van de zeeijsbedekking
'Opwarming Antarctica begonnen'
januari 2009
Sinds de jaren 50 is de temperatuur rond de Zuidpool, waar 90 procent van 's werelds ijs ligt, met 0,5 graden gestegen, blijkt uit verzamelde gegevens van satellieten en
weerstations.
Twee dagen na het bericht over het desintegreren van een grote ijsplaat op het Antarctisch schiereiland komt een groep Amerikaanse wetenschappers met een overzicht
van alle beschikbare meetgegevens van het zuidelijke continent.
In tegenstelling tot het door klimaatsceptici frequent geproclameerde kouder worden en aangroeien van Antarctica, laat de wetenschappelijke realiteit geen enkele ruimte
meer voor ontkenning: Klimaatverandering heeft de Zuidpool bereikt. En zoals overal: sneller dan we verwachtten, stellen de onderzoekers.
Eric Steig
"Wat je continu hoort is dat Antarctica kouder wordt en dat is simpelweg niet het geval", zegt Eric Steig van de Universiteit van Washington in Seattle, hoofdauteur van de
studie die vandaag in Nature wordt gepubliceerd.
De gemiddelde temperatuurstijging is sterk vergelijkbaar met het mondiale gemiddelde, vertelt Steig. Klimaatsceptici stelden in het verleden dat Antarctica kouder zou
worden als bewijs dat de mondiale opwarming een mythe zou zijn.
De Amerikaanse onderzoeksgroep schrijft dat de gemeten Antarctische opwarming moeilijk te verklaren is zonder deze te koppelen aan de sterk toegenomen antropogene
uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk door grootschalig gebruik van fossiele brandstoffen.
West-Antarctische ijskap
Op het Britse onderzoeksstation Rothere, op het Antarctisch schiereiland, was het gisteren 2,6 graden boven nul. "Maar het gebied waar we de opwarming meten is veel
groter dan alleen het schiereiland. Ook de gehele West-Antarctische ijskap warmt op", zeggen de Amerikanen. "En de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van het hele
continent neemt toe", meldt de studie.
"West-Antarctica zal uiteindelijk smelten als deze opwarming zo doorzet", zegt Drew Shindell, een medeauteur van het NASA Goddard Institute for Space Studies.
Groenlandse ijskap
Daarvoor zou volgens hem een gemiddelde temperatuurstijging van 3 graden voor nodig zijn. Ook de Groenlandse ijskap zou bij een dergelijke temperatuurstijging niet
overleven.
Tezamen bevatten zij genoeg ijs voor een gemiddelde zeespiegelstijging van 14 meter. De ijsmassa op Oost-Antarctica bevat zelfs voldoende water om de zeespiegel
wereldwijd met nog eens 50 meter te laten stijgen. Deze ijskap is echter minder kwetsbaar voor de huidige opwarming.
"Maar zelfs wanneer slechts een fractie van Groenland en West-Antarctica smelt kunnen we deze eeuw nog meters zeespiegelstijging zien, met desastreuze gevolgen"
target="_blank", zegt Barry Brook, directeur van het onderzoeksprogramma naar klimaatverandering van de Universiteit van Adelaide.
Smeltend ijs
Vanwege de hoogte van het continent, gemiddeld 2800 meter, is het smelten van de zuidpool ijs alleen aan de kusten merkbaar.
Groenland, ijsland en noordpoolijs smelten
De noordpool smelt zelfs razendsnel en op Antarctica sneeuwt het wat meer door de invloed van de warmere omringende oceanen.
Toch is de situatie op het antarctisch continent desastreus, de zee-ijsplaten breken af en de gletschers op het vasteland krijgen dus de volle ruimte om af te glijden in de zee
en de zeespiegel te doen stijgen.
Als ijs veranderd in water kan het sneller opwarmer omdat water beweegt en omdat het zonlicht minder weerkaatst( albedo - ) Dit is een koppelmechanisme dat de afkalving
versnelt
* Een site die de ijs concentratie op de beide polen bijhoudt:
http://arctic.atmos.uiuc.edu/cryosphere/.
Daarbij moet vermeld worden dat het hier alleen maar gaat om het ijsoppervlakte en niet de dikte.
Daardoor lijkt het soms uit deze metingen alsof het met het ijs heel erg goed gesteld is.
Maar deze metingen houden niet rekening met het ijsdikte.
Heel veel meerjarig ijs is verdwenen en daarvoor in de plaatst is er veel meer 1jarig ijs gekomen, die elke seizoen nu wegsmelt.
Experts waarschuwen voor sterkere stijging zeespiegel
11 maart 2009
- De werkelijke stijging van de zeespiegel zal deze eeuw veel groter zijn dan het laatste IPCC-rapport voorspelt, zo zegt een grote groep
klimaatexperts.
Het VN-klimaatrapport uit 2007 geldt als leidraad voor de onderhandelingen naar het nieuwe klimaatverdrag, waarover in december dit jaar
tijdens de klimaattop in Kopenhagen overeenstemming moet worden bereikt.
Maar een groeiend aantal klimaatwetenschappers, waarvan er deze week tweeduizend deelnemen aan een congres, eveneens in Kopenhagen,
waarschuwt dat het IPCC-rapport te conservatief is en dat zowel voorspellingen als emissiedoelen moeten worden aangescherpt.
Zo is de door het IPCC voorspelde zeespiegelstijging van maximaal 59 centimeter in deze eeuw enkel gebaseerd op de verwachte 'thermische
expansie' van oceanen, het uitzetten van warmer water, en de smelt van kleinere gebergtegletsjers. Smelt van de grote ijskappen op Groenland
en Antarctica werden in 2007 nog buiten beschouwing gelaten.
Snellere smelting
Professor Konrad Steffen, die voor de Universiteit van Colorado reeds 35 jaar poolonderzoek verricht, vertelt op een persconferentie dat
meerdere nieuwe studies laten zien dat beide ijskappen versneld afsmelten. Hij voorziet daarom een zeespiegelstijging van een meter of meer
in 2100.
“Dat is tot drie keer meer dan de gemiddelde voorspelling van het IPCC”, aldus Kondrad. “Het is een enorme verandering die roept om actie.”
Sommige wetenschappers denken zelfs dat smelt van de reusachtige gletsjers zichzelf versneld, omdat de grote hoeveelheden smeltwater het
ijs sneller naar zee laten stromen. “Ik verwacht dat ook de zeespiegelstijging zal versnellen naarmate onze planeet warmer wordt”, zegt
professor Stefan Ramstorf van het Potsdam Instituut voor Klimaatonderzoek, eveneens aanwezig op het congres.
Slachtoffers
Tien procent van de wereldbevolking, meer dan 600 miljoen mensen, leeft in gebieden die door de voorspelde stijging bedreigd worden.
Het UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN, ziet in zeespiegelstijging een drijvende kracht voor massale stromen klimaatontheemden.
De organisatie verwacht dat in deze eeuw 332 miljoen mensen, vooral in laaggelegen rivierdelta's, door klimaatverandering hun huizen zullen
moeten verlaten. Ook het UNDP baseert zich daarbij echter op de lagere IPCC-voorspelling.
'Zeespiegel stijgt veel meer en sneller'
http://www.nu.nl/wetenschap/2505526/zeespiegel-stijgt-veel-meer-en-sneller.html
2 mei 2011
De zeespiegel stijgt meer en sneller dan tot nu toe werd aangenomen. Dat blijkt uit een rapport van de Arctische Raad dat dinsdag wordt verwacht, maar waar een krant in
Kopenhagen maandag al over bericht.
Tot het jaar 2100 moet rekening worden gehouden met een stijging van 0,9 tot 1,6 meter, vooral vanwege het steeds sneller smeltende poolijs.
Tussen 2003 en 2008 steeg de zeespiegel ongeveer 3 millimeter per jaar en smeltend poolijs droeg daar voor 40 procent aan bij, aldus de Arctische Raad die het milieu op
de Noordpool beschermt. Het internationale klimaatpanel IPCC voorzag in 2007 een zeespiegelstijging van 18 tot 59 centimeter.
Europees Commissaris Connie Hedegaard (Klimaat) hoopt dat dit nieuws een impuls kan zijn voor de stagnerende klimaatonderhandelingen: ''De cijfers geven aan dat het
de verkeerde kant opgaat''.
Opwarming al zes decennia ongebroken
'Stijging zeespiegel leidde koude periode in'
Zee warmt niet alleen op door broeikaseffect
'Aarde koelt niet af'
Download