De pensioenregeling voor werknemers

advertisement
De pensioenregeling voor
werknemers
11 oktober 2012
Inhoud
Pensioenpijlers
Wettelijke pensioenstelsels
Pensioenregeling voor werknemers (rustpensioen)












11 oktober 2012
Pensioenleeftijd
Loopbaanbreuk
Het begrip ‘gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling’
De berekening van het rustpensioen als werknemer
Gezin-alleenstaande
Lonen
Berekening van het fictief loon
Indeplaatsstelling
Het minimumjaarrecht
Herwaarderingscoëfficiënt
Beperking tot de eenheid van loopbaan
Gelijkgestelde perioden
Inhoud





Toegelaten beroepsactiviteit
Feitelijke scheiding en echtscheiding
Netto pensioenbedrag
gewaarborgd minimumpensioen
Pensioenbonus
11 oktober 2012
Pensioenpijlers
1.
Het wettelijk pensioenstelsel
•
•
•
2.
Werknemers
Zelfstandigen
Openbare sector
Het bovenwettelijk pensioenstelsel (groepsverzekering)
•
3.
Wet op de aanvullende pensioenen van 28/04/2003
(B.S. 15/05/2003)
Pensioensparen
11 oktober 2012
Wettelijke pensioenstelsels
1.
Werknemerspensioenen
•
•
•
•
•
2.
Rustpensioen
Overlevingspensioen
Rustpensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot
Rustpensioen als feitelijk gescheiden echtgenoot
Bevoegdheid RVP: toekennen en uitbetalen
Zelfstandige pensioenen
•
•
•
3.
Bevoegdheid RSVZ: toekennen
Bevoegdheid RVP: uitbetalen
Vanaf 1/01/2008: gezamenlijke kennisgeving door RVP (cfr.
programmawet d.d.27/12/2006)
Pensioendienst voor de Overheidssector
11 oktober 2012
De pensioenregeling voor
werknemers
~ Basis :
• K.B. nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
• K.B. van 23/12/1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels
• K.B. van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers
~ Voor wie?
• Werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst
• Betaling sociale zekerheidsbijdragen
- Arbeiders, bedienden
- Preferentiële stelsels :




11 oktober 2012
Mijnwerkers (ondergrond, bovengrond)
Zeevarenden
Beroepsjournalisten
Vliegend personeel van de burgerluchtvaart (cabinepersoneel, stuurpersoneel)
Pensioenleeftijd
~ Ingangsdatum van het pensioen uiterlijk 1 december 2012
• Normale pensioenleeftijd
−
Werknemers : arbeiders en bedienden
Mannen: 65 jaar
Vrouwen:
 61 vanaf 1/7/1997
 62 vanaf 1 januari 2000
 63 vanaf 1 januari 2003
 64 vanaf 1 januari 2006
 65 vanaf 1 januari 2009
11 oktober 2012
Pensioenleeftijd
• Vervroegde pensioenleeftijd


60 jaar
Afhankelijk van een tewerkstelling gedurende voldoende loopbaanjaren. Ieder
jaar moet overeenstemmen met minimum 1/3de van een voltijdse tewerkstelling.
• 20 jaar tewerkstelling voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 1997
• 22 jaar vanaf 1 januari 1998
• 24 jaar vanaf 1 januari 1999
• 26 jaar vanaf 1 januari 2000
• 28 jaar vanaf 1 januari 2001
• 30 jaar vanaf 1 januari 2002
• 32 jaar vanaf 1 januari 2003
• 34 jaar vanaf 1 januari 2004
• 35 jaar vanaf 1 januari 2005
 Zelfstandige (2 kwartalen), openbare dienst, buitenland tellen mee
 Regularisatie studieperiode in regeling werknemers telt niet mee


Perioden van kinderopvoeding: maximum drie jaar; nieuwe tewerkstelling voor
het einde van het 5de kalenderjaar na onderbreking
Opmerking: voltijds conventioneel bruggepensioneerden kunnen niet vervroegd
met pensioen.
11 oktober 2012
Pensioenleeftijd
~ Ingangsdatum van het pensioen vanaf 1 januari 2013
(wet houdende diverse bepalingen d.d. 28 december 2011)
• Normale pensioenleeftijd
- Werknemers: 65 jaar
11 oktober 2012
Pensioenleeftijd
• vervroegde pensioenleeftijd
~ Werknemers (arbeiders, bedienden)
jaar
Minimumleeftijd
Loopbaanvoorwaarde Uitzonderingen lange loopbanen
2012
60 jaar
35 loopbaanjaren
2013
60 jaar en 6 maanden 38 loopbaanjaren
60 jaar bij 40 loopbaanjaren
2014
61 jaar
39 loopbaanjaren
60 jaar bij 40 loopbaanjaren
2015
61 jaar en 6 maanden 40 loopbaanjaren
60 jaar bij 41 loopbaanjaren
2016
62 jaar
60 jaar bij 42 loopbaanjaren en 61 jaar bij 41
loopbaanjaren
40 loopbaanjaren
~ Voltijds conventioneel bruggepensioneerden kunnen niet
vervroegd op pensioen gaan.
11 oktober 2012
Speciale overgangsmaatregelen
Werknemers met een opzeg vóór 1 januari 2012 die
eindigt na 31 december 2012
Art. 2, KB 26 april 2012 (BS 30.04.2012)
De werknemer, die een vervroegd RP onder de oude
voorwaarden wil, moet een kopie van de
kennisgeving van opzegging, die het begin en de duur
van opzegging vermeldt, aan de RVP leveren.
Werknemers die buiten het kader van het
conventioneel brugpensioen vóór 28 november 2011
in onderling overleg met de werkgever een
overeenkomst van vervroegde uittreding op de
leeftijd van > = 60 jaar hebben afgesloten voor zover
deze werknemers op dat ogenblik een loopbaan van
35 jaren bewijzen
Art. 3, KB 26 april 2012 (BS 30.04.2012)
De werknemer, die een vervroegd RP onder de oude
voorwaarden wil, moet voorleggen:
• een kopie van de schriftelijke overeenkomst van
vervroegde uittreding en
• een kopie van het arbeidsreglement, van de CAO,
het pensioenreglement of de verwijzing naar (of
kopie van) de wettelijke of reglementaire
bepalingen waarbinnen de vervroegde uittreding
kadert.
Dat laatste punt heeft al aanleiding gegeven tot wat
discussie (Tijdskrediet van 50% of 20% voor 50+: is
dat een reglementair kader voor vervroegde
uittreding? Halftijds brugpensioen is dat een kader
voor vervroegde uittreding?)
11 oktober 2012
Speciale overgangsmaatregelen
Het behoud van de opening recht op een vervroegd
rustpensioen voor
~ personen die op 31 december 2012 voldoen aan de oude
leeftijds- en loopbaanvoorwaarden om een vervroegd
pensioen te verkrijgen, zij behouden dat recht levenslang
tegen de oude voorwaarden;
Voorbeeld: een persoon geboren in mei 1952 (= volle 60 jaar op 1 juni 2012) met een
loopbaan van net 35 jaar (met 1/3 intensiteit). Hij heeft opening recht in 2012, maar
wenst te wachten tot 2013 of 2014…. Maar dan voldoet hij schijnbaar niet meer aan de
voorwaarden. Daarom het principe van behoud.
~ personen die op een bepaald ogenblik na 2012 aan de
nieuwe voorwaarden voldoen om een vervroegd pensioen te
verkrijgen, zij behouden dat recht levenslang.
11 oktober 2012
Speciale overgangsmaatregelen
~ de eind 2012 “nabijzijnde pensioneringen” kunnen hun
ingangsdatum wel zien opschuiven maar met niet meer dan
24 maanden.
Reglementair omschreven:
De persoon, die vóór 1 januari 1956 is geboren en op 31 december
2012 een loopbaan van ten minste 32 jaren bewijst, kan, op zijn
aanvraag, zijn vervroegd pensioen opnemen ten vroegste op de
eerste dag van de maand volgend op deze tijdens dewelke hij de
leeftijd van 62 jaar bereikt voor zover hij een loopbaan van ten minste
37 jaren bewijst.
11 oktober 2012
Speciale overgangsmaatregelen
31 december 2012
Leeftijd vervroegd pensioen
Leeftijd
Loopbaan
Overgangsregeling
61
34
64
60
34
63
33
64
36
62
35
62
34
62
33
63
32
64
35
62
34
62
33
62
32
63
34
62
33
62
32
62
59
58
57
11 oktober 2012
Speciale overgangsmaatregelen
~ Voorbeeld
• Geboren in 1951 (61 jaar in 2012)
• 34 jaar loopbaan
• 35 jaar loopbaan in 2013; op dat ogenblik is de
loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen 38 jaar
• 38 jaar loopbaan in 2016 maar wordt dan 65 jaar
• Vervroegde pensioenleeftijd was volgens de oude
reglementering 62 jaar. Er was immers 35 jaar loopbaan in 2013.
• Nu is vervroegde pensioenleeftijd 64 jaar (+ maximum 2 jaar)
11 oktober 2012
Loopbaan die telt voor de loopbaanvoorwaarde vervroegd
pensioen (vanaf 1/01/2013)
~ Werknemers:
• zie bestaande regeling
11 oktober 2012
Het begrip ‘Gewoonlijke en hoofdzakelijke
tewerkstelling’
 De tewerkstelling als werknemer die per kalenderjaar
overeenkomt met minstens 1/3de van de prestaties van de
‘maatpersoon’.
In principe: 104 voltijdse dagequivalenten
 Voor de jaren gelegen vóór 1955: 185 dagen van 4 uren per
.
dag of 1480 uren per kalenderjaar
11 oktober 2012
De berekening van het rustpensioen als werknemer
~ Gezinspensioen: jaarlijkse brutolonen (werkelijke, fictieve, forfaitaire)
x herwaarderingscoëfficiënt x 75 % :noemer loopbaanbreuk
~ Alleenstaande: jaarlijkse brutolonen (werkelijke, fictieve, forfaitaire) x
herwaarderingscoëfficiënt x 60 % :noemer loopbaanbreuk
~ toelichting via ‘maximumpensioenberekening voor een bediende’
11 oktober 2012
Gezin-alleenstaande
~ Gezin: 75% van de geherwaardeerde lonen
• Voorwaarden:
gehuwd
Echtgenote geniet geen persoonlijk pensioen of sociale uitkeringen of oefent geen
niet-toegelaten activiteit uit
• Alleenstaande: 60% van de geherwaardeerde lonen
• Voorwaarden:
niet gehuwd of feitelijk gescheiden
Echtgenoot geniet sociale uitkeringen, eigen pensioen of oefent een niet-toegelaten
activiteit uit
• Bepaling voordeligste toestand (van ambtswege)
• Bijzondere situatie: pensioen echtgenoot andere regeling (kleiner dan het verschil
tussen 75% en 60%) waaraan niet kan worden verzaakt wordt afgetrokken van het
gezinspensioen werknemer van de echtgenoot
11 oktober 2012
Lonen
~ Werkelijke brutolonen (cfr. individuele pensioenrekening)
~ Forfaitaire lonen:
• Vóór 1955: gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling –
forfaitair jaarloon: 13 412,77 euro (index 130,80)
• Vóór 1956: zeevarenden
• Vóór 1964: burgerluchtvaart
• Vóór 1968: mijnwerkers
~ Fictieve lonen
• Voor 1955, 1956 en 1957: fictief dagloon bedienden (4 uur per
dag)
11 oktober 2012
Jaren
Lonen
1955
4,9517
1956
5,2747
1957
5,6376
• loonplafonds
 Bedienden 1958-1972: beperking tot
bijdrageplafond + 10%
 Bedienden 1973-1980:
beperking tot bijdrageplafond
 Vanaf 1/01/1981 beperking
tot berekeningsplafond
voor alle werknemers
11 oktober 2012
Fictief loon voor gelijkgestelde perioden
• Vóór 1968: wettelijk vastgesteld
• Na 1967: op basis van het gemiddelde dagloon van het
voorgaande kalenderjaar of bij ontstentenis het lopende jaar, of
nog, bij ontstentenis hiervan het dagelijks gemiddelde van de
lonen met betrekking tot het eerste jaar dat volgt op de periode
van inactiviteit en waarin arbeidsprestaties als werknemer
werden verricht. Zo alle voormelde refertegegevens ontbreken
wordt het fictief loon voor het jaar 1967 als dagelijks gemiddelde
voor de vaststelling van het fictief loon van het beschouwde jaar
in aanmerking genomen.
11 oktober 2012
Fictief loon voor gelijkgestelde perioden
~ Voorbeeld
Jaar
Loon
Arbeidsdagen Gelijkgestelde
dagen
2002 € 25 000
312
2003 € 12 500
156
2004
11 oktober 2012
Fictief loon
156
€ 12 500 = 25 000:312
x 156
312
€ 25 000 = ((12 500 +
12 500):312) x 312
Vervanging werkelijk loon door fictief loon
Principe:
het werkelijk verdiende brutoloon wordt vervangen door het fictief loon
Voor wie?
• Gerechtigden op een tegemoetkoming als mindervalide
gedurende minstens 185 dagen per kalenderjaar
• Slachtoffers van een arbeidsongeval of een beroepsziekte met
een arbeidsongeschiktheid van minstens 30 %
• Genot van ziekte- of invaliditeitsuitkering en uitoefening van een
activiteit met toelating van de adviserend geneesheer
• Uitoefening van een toegelaten activiteit in het kader van de
werkloosheidsreglementering
• Vergoeding van het Fonds voor sluiting van de ondernemingen
11 oktober 2012
Speciale maatregelen voor 50+
~ Indeplaatsstelling: vervanging werkelijk loon door fictief loon
~ vanaf 1 juli 2000:
• periode van voltijdse of deeltijdse tewerkstelling na werkloosheid of na
ziekte of invaliditeit
• of deeltijdse tewerkstelling met behoud van rechten
• of van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling overgegaan
ingevolge een door de minister van tewerkstelling en arbeid
goedgekeurd herstructureringsplan of in het kader van een bedrijfsplan
tot herverdeling van de arbeid
~ vanaf 1 januari 2004:
• werknemers die ontslagen worden en onmiddellijk nadien een voltijdse
of deeltijdse job beginnen die ten minste het equivalent is van hun
vorige tewerkstelling en waarvan het loon lager is dan het loon van hun
vorige tewerkstelling
~ Bijkomende voorwaarden : 50 jaar oud op het ogenblik dat de nieuwe
tewerkstelling aanvangt + bewijs van tewerkstelling gedurende 20 jaar als
werknemer, waarbij ieder jaar overeenstemt met minimum 1/3de van een
voltijdse tewerkstelling
11 oktober 2012
Speciale maatregelen 50+
• Voor pensioenen die ingaan ten vroegste op 1 januari 2005: periode
van gelijkstelling volgend op zelfstandige activiteit van maximum 9 jaar
voorwaarden:
- minimum 50 jaar oud bij begin zelfstandige activiteit
- de activiteit als zelfstandige bedraagt maximum 9 jaar
- minimum 20 jaar tewerkstelling van minstens 1/3de als werknemer
op het ogenblik dat de activiteit als zelfstandige aanvangt
- werkloosheidsperiode volgend op zelfstandige activiteit sluit direct aan
bij de zelfstandige activiteit
- fictief loon van het kalenderjaar waarin de werkloosheid eindigde (vóór
de activiteit als zelfstandige) wordt als basis genomen in plaats van
het fictief loon van het jaar 1967
11 oktober 2012
Het minimum jaarrecht
Principe:
~ Indien het loon van een loopbaanjaar lager is dan het gewaarborgd jaarinkomen
(€ 21 326,67) dan wordt het pensioen voor het betrokken loopbaanjaar,
berekend op dit bedrag.
Voorwaarden:
~ Een tewerkstelling als werknemer gedurende ten minste 15 jaar
(na eventuele toepassing artikel 10bis).
~ Ieder jaar stemt overeen met minstens 1/3de van een voltijdse tewerkstelling.
~ Minimumloon wordt geproratiseerd
~ Het pensioenbedrag mag evenwel niet hoger liggen dan € 17.515,43 (gezin) of
€ 14 012,34 (alleenstaande) tegen index 133,42
11 oktober 2012
De herwaarderingscoëfficiënt
~ Aanpassing aan de stijging van het indexcijfer der consumptieprijzen
11 oktober 2012
Beperking tot de eenheid van loopbaan
~ Interne beperking tot de eenheid van loopbaan: de minst voordelige
jaren worden verwijderd
~ Externe beperking tot de eenheid (artikel 10bis KB nr. 50):
• Algemene regel: som van de loopbaanbreuken van de verschillende
pensioenstelsels (uitgezonderd zelfstandigen) beperkt tot de eenheid
• Versoepeling van de algemene regel:
- Omgerekend bedrag < forfaitair bedrag: geen toepassing artikel 10 bis
- Omgerekend bedrag > forfaitair bedrag:
beperking verminderde jaren tot maximum:
omgerekend bedrag – forfaitair bedrag
10% van het forfaitair bedrag
• Maximum 15 jaar
11 oktober 2012
Het regeerakkoord en de beperking
tot de eenheid van loopbaan
“Het beginsel van eenheid van loopbaan zal in alle
stelsels geleidelijk aan worden afgeschaft: de gewerkte
jaren na 45 loopbaanjaren zullen recht geven op een
verhoogd pensioen, voor zover ze niet meer dan dertig
gelijkgestelde dagen per loopbaanjaar bevatten. “
11 oktober 2012
gelijkgestelde perioden
onvrijwillige werkloosheid
~ Huidige toestand
• Voorwaarde: genot van werkloosheidsuitkeringen
• Er wordt een fictief loon aan toegewezen dat normaal gebaseerd is op
het gemiddeld dagloon van het vorig jaar (van het totaal loon van het
vorig jaar, en met een aanpassing aan de index-evolutie).
~ Wet van 28 december 2011 (artikel 122)
Vanaf ingangen 2013 (voor RPW en “OPW niet gebaseerd op een reeds
ingegaan RPW”) zou voor de periode van onvrijwillige werkloosheid van de
derde periode en gelegen na 2011 een andere regeling gelden, maar die
regeling moet nog worden bepaald in een , in de ministerraad overlegd,
koninklijk besluit.
De werkloosheid van de derde periode zou conform het regeerakkoord
worden gevaloriseerd op basis van het minimumrecht per loopbaanjaar
(21 326,67 euro per jaar)
11 oktober 2012
Verloven Vlaamse Gemeenschap
~ Zie bijlage
11 oktober 2012
Thematische verloven
~ Palliatief verlof, verlof voor bijstand of verzorging van een
ziek familielid, ouderschapsverlof
• Regeerakkoord blz. 104: ontsnapt aan het maximum van slechts
één jaar valorisatie
• Wet van 28.12.2011
- art. 122: geen bijzondere machtiging Koning
- art. 123: wel machtiging tot definiëring (verwijzen naar bestaande
KB’s)
• behoud bestaande regels:
- onbeperkte gelijkstelling (wel omrekening naar voltijdse
dagequivalenten), op voorwaarde dat er onderbrekingsuitkeringen
werden genoten en dat de periode van onderbreking niet in
aanmerking komt voor een pensioentoekenning in een andere
pensioenregeling.
- Pensioenberekening op basis van fictief loon
11 oktober 2012
Loopbaanonderbreking (contractuele en
statutaire personeelsleden openbare sector)
Soort
RVA-reglementering
Volledige onderbreking door een voltijdse
werknemer (van 100% naar 0)
72 maanden
Wordt 60 maanden KB
28.12.2011 tot
wijziging van het
Gedeeltelijke onderbreking door een (quasi-) stelsel van de
voltijdse werknemer (van 100% naar 80%,
loopbaanonderbreking
75%, 66,66%, 50% of van minstens 75%
- BS 30.12.2011
naar 50%)
Volledige onderbreking door een deeltijdse
werknemer (van x% naar 0)
50+ Gedeeltelijke onderbreking door een
(quasi-) voltijdse werknemer (van ….)
Wordt 55+
11 oktober 2012
onbeperkt
loopbaanonderbreking
~ Regeerakkoord
• In 2012 zullen de voltijdse en de halftijdse loopbaanonderbreking, tot
maximum 60 maanden worden beperkt.
• Na deze eerste fase zal het loopbaanonderbrekingsstelsel geleidelijk
met dat van het tijdskrediet worden gelijkgeschakeld. Deze
gelijkschakeling moet in 2020 rond zijn. Deze wijzigingen zullen met de
deelstaten worden overlegd, rekening houdend met de overdracht van
deze bevoegdheid in het kader van de 6e staatshervorming.
• De Europese richtlijn over het ouderschapsverlof zal worden omgezet.
• Parallel hiermee zal de regering, in overleg met de sociale partners,
nagaan hoe op termijn de stelsels van tijdskrediet,
loopbaanonderbreking en de andere thematische verlofregelingen in
een individuele loopbaanrekening kunnen worden geïntegreerd.
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ Huidige gelijkstelling
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ Nieuwe bepalingen
• Regeerakkoord blz. 104
- De periodes van vrijwillige werkonderbreking … zullen bij de
pensioenberekening nog voor maximum een jaar gevaloriseerd
worden….. Deze maatregelen zullen voor de betrokken periodes vanaf
2012 in werking treden.
• Wet van 28.12.2011 houdende diverse bepalingen
- Art. 122. Voor de berekening van het pensioen als werknemer bepaalt
de Koning … bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad,
de nadere toekennings- en berekeningsregels voor de met
arbeidsperiodes gelijkgestelde tijdvakken die zijn gelegen vanaf 1
januari 2012 en betrekking hebben op : …
 5° de periodes van gehele of gedeeltelijke vrijwillige
loopbaanonderbreking…
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ Art. 124. Artikel 122 is niet van toepassing op de personen
die zich op 28 november 2011 in een periode bevinden …
van gehele of gedeeltelijke vrijwillige loopbaanonderbreking
…. noch op de personen die een aanvraag tot het bekomen
van een van deze periodes hebben ingediend voor 28
november 2011.
~ Art. 125. De bepalingen van artikelen 122 en 123 zijn van
toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de
eerste maal ten vroegste op 1 januari 2013 ingaan.
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ Er is een regeling in de maak die tracht aan te sluiten op de
oriënteringen in de regeling van het tijdskrediet.
• Op de lopende gevallen onder de oude RVA-reglementering
worden de oude gelijkstellingsbepalingen toegepast.
• In het “nieuwe stelsel jonger dan 55” is er gelijkstelling
gedurende de eerste 12 maanden van de uitoefening van het
recht (36 maanden bij kinderbijslag kind < 6 jaar). Bovendien
blijft er een regularisatie mogelijkheid tot in totaal 60 maanden
wordt bereikt. Voor de gedeeltelijke onderbrekingen van 100%
naar 80% is er echter hoe dan ook gelijkstelling gedurende 60
maanden van uitoefening van het recht (zonder nood aan
kinderbijslag of regularisatie). Nooit begrenzing van het fictief
loon.
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ In het “nieuwe stelsel gedeeltelijke onderbreking vanaf 55”:
• Altijd gelijkgesteld
• Voor de dagen in een aantal maanden gelijk aan de nog
beschikbare gelijkstelling in het stelsel “onderbreking jonger dan
55” (zonder kinderopvoeding) (= de nog beschikbare voorraad
onderbreking jonger dan 55), is er een normale fictieve beloning.
Dat aantal nog beschikbare maanden,uitgedrukt in de 12maanden optiek, wordt vermenigvuldigd met 5 als er nu 1/5
loopbaanvermindering wordt genomen.
• Voor de dagen in de overblijvende maanden
“loopbaanonderbreking einde loopbaan” vóór de volle leeftijd van
60 jaar is er een begrensde fictieve beloning.
11 oktober 2012
loopbaanonderbreking
~ Voor de dagen in de overblijvende maanden
“loopbaanonderbreking einde loopbaan” vanaf de volle
leeftijd van 60 jaar:
• In perioden van vermindering van de arbeidsprestaties: voor
slechts 312 VTE’s (dus gedurende 24 maanden (50% en 1/2) of
32 (?)maanden (37,5%) of 36 maanden (33,33%) of 48 maanden
(25%): normale fictieve beloning, daarna begrensde fictieve
beloning.
• Perioden van 1/5 loopbaanonderbreking (20%): 312 VTE’s (dus
gedurende 60 maanden) normale fictieve beloning.
~ Er is nog geen KB, maar dit is de basis van de ontwerpen en
is in overeenstemming met de resultaten van het sociaal
overleg.
11 oktober 2012
Andere perioden van gelijkstelling op voorwaarde dat
de wettelijk voorziene uitkeringen werden genoten
~ de perioden van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of
invaliditeit
~ de perioden van moederschapsbescherming en van
vaderschapsverlof;
11 oktober 2012
Perioden van gelijkstelling niet afhankelijk van het genot
van uitkeringen maar waarvoor voorafgaande
tewerkstelling of gelijkstelling als werknemer vereist is
• Arbeidsongeval: minimum 66% arbeidsongeschiktheid
• Tegemoetkoming mindervalide: arbeidsongeschiktheid van
minimum 65 %
• Periode van militaire dienst: ook gelijkstelling indien binnen de drie
jaar tewerkstelling als werknemer en aansluitend minimum 1 jaar
gewoonlijk en hoofdzakelijk tewerkgesteld
• de perioden van staking en perioden van lock-out;
• de perioden van voorlopige hechtenis ingevolge een feit waarvoor
de betrokkene geen veroordeling heeft opgelopen.
• de perioden van verblijf in een inrichting voor geesteszieken, van
sekwestratie ten huize of van internering in een inrichting voor
maatschappelijk verweer
11 oktober 2012
Toegelaten beroepsactiviteit
~ Aangifteplicht
• Voorafgaandelijk bij werkgever en bij RVP
• Uitzondering:
- vanaf 1/01/2006: geen aangifteplicht voor gepensioneerde werknemers die
de volle leeftijd van 65 jaar hebben bereikt op voorwaarde dat hun
pensioen reeds wordt uitbetaald
11 oktober 2012
Toegelaten beroepsactiviteit
~ Inkomensgrenzen: activiteit als werknemer.
11 oktober 2012
Toegelaten beroepsactiviteit
~ Inkomensgrenzen: activiteit als zelfstandige.
11 oktober 2012
Toegelaten beroepsactiviteit
~ Overschrijding van de toegelaten grenzen op jaarbasis
Tot 14,99%: procentuele vermindering van het pensioen
Vanaf 15%: schorsing
Bij gezinspensioen en activiteit echtgenoot: ongeacht
overschrijdingspercentage: 75% → 60%
Proratisering van de inkomensgrenzen bij ingangsjaar
Controle van de inkomsten (+ vakantiegeld, eindejaarspremie) en
sociale uitkeringen: eerstvolgende jaar
11 oktober 2012
Toegelaten beroepsactiviteit
~ Regeerakkoord
• Als men geen 42 loopbaanjaren telt (of jonger dan 65 is) :
- huidig stelsel van begrenzing maar bij overschrijding van de grens wordt
het overschrijdingspercentage toegepast als vermindering van het
pensioen (bijvoorbeeld: arbeidsinkomen = 150% van de grens, leidt tot
vermindering pensioen met 50%)
- de grens wordt wel geïndexeerd.
• Als men 42 loopbaanjaren telt en 65 jaar is:
- geen begrenzing meer
- in 2014 volgt een evaluatie om die loopbaanvoorwaarde eventueel te
verhogen
~ deze maatregelen zullen vanaf 2013 worden toegepast.
11 oktober 2012
Pensioen als feitelijk gescheiden of van tafel en bed
gescheiden echtgenoot (art. 74)
~ Voorwaarden:
• niet uit de ouderlijke macht ontzet zijn
• niet veroordeeld zijn om zijn echtgenoot naar het leven te
hebben gestaan
• elke niet-toegelaten activiteit hebben stopgezet en/of geen
sociale uitkeringen genieten
• geen pensioen genieten dat hoger ligt dan de helft van het
gezinsbedrag
11 oktober 2012
Pensioen als feitelijk gescheiden of van tafel
en bed gescheiden echtgenoot (art. 74)
~
Berekening
• Aanvrager geniet geen persoonlijke pensioenvoordelen
aanvrager en echtgenoot: ½ gezinspensioen echtgenoot
• RPZ en/of RPW aanvrager werd geschorst omdat gezinspensioen echtgenoot
voordeliger is
De aanvrager verzaakt aan zijn persoonlijke voordelen
aanvrager en echtgenoot: ½ gezinspensioen echtgenoot
• Aanvrager geniet persoonlijke voordelen (met uitsluiting RPW) waaraan hij niet kan
verzaken. Deze werden in mindering gebracht op gezinspensioen echtgenoot
de aanvrager ontvangt ½ gezinspensioen echtgenoot – persoonlijke voordelen; de
echtgenoot ontvangt ½ gezinspensioen
• Aanvrager geniet persoonlijke voordelen waarvan de som hoger is dan het verschil
tussen het gezinsbedrag (WN en Z) en het bedrag als alleenstaande (WN en Z) van de
echtgenoot.
De aanvrager ontvangt ½ gezinspensioen WN echtgenoot – persoonlijke voordelen; de
echtgenoot ontvangt pensioen alleenstaande WN – art. 74 aanvrager
11 oktober 2012
Pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot (art.75)
~ Voorwaarden
• Leeftijd: 65 jaar (man) - 64 jaar (vrouw) of loopbaanvoorwaarde vervroegd persoonlijk
rustpensioen vervuld
• Niet ontzet zijn uit de ouderlijke macht
• Niet veroordeeld zijn om de echtgenoot naar het leven te hebben gestaan
• Niet hertrouwd
~ Berekening
•
•
•
•
Loopbaan werknemer ex-echtgenoot
Huwelijksperiode
62,5% van de brutolonen per kalenderjaar
Verminderd met eigen brutoloon voor het desbetreffende kalenderjaar
~ Geen toekenning art. 75
• Pensioen RSVZ: vergelijking pensioenopbrengst nadelig voor art. 75
• Pensioenen andere sector: geen recht op art. 75
~ Ambtshalve onderzoek art. 75
• Bij genot van art. 74 op het ogenblik van de scheiding
11 oktober 2012
Netto pensioen
~ Brutopensioen verminderd met solidariteitbijdrage en
inhouding RIZIV leidt tot het netto belastbaar
pensioenbedrag.
~ Op het netto belastbaar pensioenbedrag worden de
schalen van de bedrijfsvoorheffing toegepast.
~ Bijlagen:
• Drempelwaarden voor de berekening van de solidariteitsbijdrage
• Inhouding op de pensioenen van de bijdrage aan het RIZIV
• Bedrijfsvoorheffing op de pensioenen- belastbare minima
11 oktober 2012
Gewaarborgd minimumpensioen
~ 2/3 loopbaanvoorwaarde
-
208 dagen
-
208 dagen gemengd werknemer en zelfstandige
-
156 dagen
-
156 dagen gemengd werknemer en zelfstandige
~ vaststelling gewaarborgd minimum
-
Gewaarborgd minimum X loopbaanbreuk
-
Gemengd gewaarborgd minimum x loopbaanbreuk
-
Gewaarborgd minimum X loopbaanbreuk
dagequivalenten : 312
-
Gemengd gewaarborgd minimum X loopbaanbreuk
dagequivalenten : 312
11 oktober 2012
teller = voltijdse
teller = voltijdse
Gewaarborgd minimumpensioen
~ Noot
• Vóór 1/10/2006: voorwaarde GMP
- 2/3 volledige loopbaan : 285 dagen van 6 uren per dag of 1710
uren per kalenderjaar
• Vanaf 1/04/2003: gemengd GMP
- 2/3 volledige loopbaan werknemer + zelfstandige
- Gewaarborgd minimumpensioen zelfstandige
11 oktober 2012
Gewaarborgd minimumpensioen
~ Voorbeeld
• Een vrouw heeft 42 jaar gewerkt, 25 jaar gedurende 312 VTE, 15 jaar
gedurende 187 VTE en 2 jaar gedurende 62 VTE Haar pensioen als
alleenstaande (42/44) bedraagt € 7.800 per jaar.
• Volgens de vroegere bepalingen is niet voldaan aan de voorwaarden
voor toegang tot het gewaarborgd minimum (2/3 van een loopbaan met
jaren van 285 dagen van zes uur of 1710 u/jaar).
• Volgens de nieuw voorgestelde bepalingen is wel voldaan aan de
voorwaarde voor toegang tot het gewaarborgd minimum (2/3 van een
loopbaan van 156 VTE) en wordt het pensioen berekend naar
verhouding van de totale loopbaanduur uitgedrukt in VTE.
• (25 x 312) + (15 x 187) + (2 x 62) = 10.729 VTE/312 = 34,387820
(« samengedrukte » teller).
• Berekening van het gewaarborgd bedrag (index 118,47) : 10.603,65
(volledig GMP als alleenstaande) x 34,387820/44 =
€ 8.287,19 € per
jaar .
11 oktober 2012
GEWAARBORGD MINIMUMPENSIOEN WERKNEMER
11 oktober 2012
~ Het gemengd gewaarborgd minimumpensioen
11 oktober 2012
GEWAARBORGD MINIMUMPENSIOEN ZELFSTANDIGE
11 oktober 2012
De pensioenbonus
~ Doelstelling:
• opnemen van het pensioen op latere leeftijd stimuleren
~ Voor wie?
• Voor de pensioenen die ten vroegste en voor de eerste maal daadwerkelijk ingaan op 1/01/2007
en uiterlijk op 1/12/2013
~ De bonus referteperiode
• Begint te lopen ten vroegste op 1/01/2006
• Leeftijdsgerichte referteperiode
 Vanaf 1 januari van het jaar van de 62ste verjaardag tot de dag vóór de eerste ingangsdatum, maar ten laatste
op de laatste dag van de maand van de 65ste verjaardag
~ Anciënniteitgerichte referteperiode (bij begin tewerkstelling vóór 19de verjaardag
 Vanaf 1 januari van het 44ste loopbaanjaar tot de dag vóór de eerste ingangsdatum ,maar ten laatste op de
laatste dag van de maand van de 65ste verjaardag
~
Indien men op voormelde data geen loopbaan van 45 jaar kan bewijzen, wordt de referteperiode
verlengd tot 31 december van het jaar waarin het 45ste loopbaanjaar bewezen wordt
~ De meest voordelige referteperiode wordt gekozen
~ Bedrag?
• 2 euro per voltijdse dagequivalent van werkelijke tewerkstelling
• 2 euro per gelijkgestelde dag, met een maximum van 30 gelijkgestelde dagen per kalenderjaar
mits minimum 1 arbeidsdag in dat jaar
• Bonus OLP gebaseerd op referteperiode RP
11 oktober 2012
De pensioenbonus
~ Voorbeelden
• Leeftijdsgerichte referteperiode
Betrokkene, geboren in december 1945 heeft gewerkt tot 65 jaar en
neemt zijn pensioen op met ingang van 01.01.2011. Op zijn individueel
uittreksel komen voor de kalenderjaren 2007 en 2008 enkel gewerkte
dagen voor. De bonus zal de periode januari 2007 tot december 2010
omvatten en bijgevolg gelijk zijn aan 312 x 4 x 2 euro = 2.496 euro. In
de veronderstelling dat hij een gezinspensioen geniet van 15.000 euro,
zal hij alles samen 17.496 euro ontvangen. Bij zijn overlijden zal het
gezinspensioen omgezet worden in een overlevingspensioen van
15.000 x 80 % = 12.000 euro + 2.496 euro als bonus of samen 14.496
euro.
11 oktober 2012
De pensioenbonus
Anciënniteitsgerichte referteperiode
Betrokkene,geboren in december 1945, neemt haar pensioen op
oktober 2009. In de loop van 2006 bereikt zij haar 44ste jaar
tewerkstelling (zij heeft aangevat in 1963, dit is in het jaar van haar
18de verjaardag).Tijdens het jaar 2006 totaliseert ze 1 arbeidsdag en
311 gelijkgestelde dagen. In het jaar 2007 totaliseert ze 20
arbeidsdagen en 292 gelijkgestelde dagen De bonus wordt
als volgt toegekend:
2006: 1 arbeidsdag en 30 gelijkgestelde dagen,
dus 31 bonusdagen;
2007: 50 bonusdagen;
2008: 50 bonusdagen;
2009: 9/12 x 50 bonusdagen, zijnde afgerond
38 bonusdagen.
Dit geeft in totaal 169 bonusdagen, wat leidt tot een
bonus van 338 euro.
11 oktober 2012
E. Nuttige links
~ Website RVP:
http://www.onprvp.fgov.be
~ Simulatie pensioen: http://www.kenuwpensioen.be
~ Groene lijn: 0800/50246 vervangen door 1765 vanaf 1 september 2012
~ Ramingen: 0800/50601
~ Persoonlijk dossier: www.mypension.be + www.pensioenaanvraag.be
~ Zitdagen Vlaams-Brabant
AARSCHOT
Stadhuis
Ten Drossaarde 1
ASSE
Gemeentehuis
Gemeenteplein 1
DIEST
Stadhuis
Grote Markt 1
DILBEEK
Heetveldelaan 8
GALMAARDEN
Gemeentehuis
Marktplein 1
HAACHT
Gemeentehuis
Wespelaarsesteenweg 85
11 oktober 2012
Laatste donderdag
09u00 tot 12u00
2de dinsdag
09u00 tot 12u00
1ste woensdag
09u00 tot 12u00
4de maandag
09u00 tot 12u00
3de dinsdag
9u00 tot 12u00
3de woensdag
14u00 tot 16u00
HALLE
Stadhuis
Oudstrijdersplein 18
LEUVEN
Provinciehuis
Provincielaan 1
OVERIJSE
Administratief Centrum
'De Vuurmolen' 3° verd.
Begijnhof 17
TIENEN
Stadhuis
Grote Markt 27
VILVOORDE
Campion
Leuvensestraat 117
3de donderdag
09u00 tot 12u00
1ste en 3de maandag
09u00 tot 12u00
13u30 tot 15u30
2de donderdag
09u00 tot 12u00
1ste dinsdag
09u00 tot 12u00
2de en 4de woensdag
09u00 tot 12u00
http://www.onprvp.fgov.be
11 oktober 2012
http://www.kenuwpensioen.be
11 oktober 2012
www.mypension.be
11 oktober 2012
www.pensioenaanvraag.be
11 oktober 2012
Rijksdienst voor Pensioenen
~
www.rvp.fgov.be
11 oktober 2012
Download