Elo en leermateriaal, inhoud en financiering Van

advertisement
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
Van vaststelling van schoolbeleid tot digitaal materiaal
Projectorganisatie en voor meer informatie:

Dit project maakt onderdeel uit van de activiteiten van het project Experimenten Leermiddelen
Onderbouw, www.onderbouw-vo.nl/leermiddelen

Vera Simon Thomas, Onderbouw Experimenten Leermiddelen, [email protected],
www.leermiddelenvo.nl

Lex Jussen, [email protected], www.kpcgroep.nl

Peter van Wijk, [email protected], www.aps.nl
Dit project is een vervolg op vergelijkbare projecten in 2006 en 2007 en maakt onderdeel uit van de activiteiten
van het project Experimenten Leermiddelen Onderbouw, www.onderbouw.nl/leermiddelen.
Een groot aantal scholen is op de één of andere manier aan het experimenteren met een elektronische
leeromgeving of werkt er al structureel mee. Een Elo heeft meerdere functies: er is o.a. ruimte voor leermateriaal
en toetsmateriaal, en docenten gebruiken de Elo bij het begeleiden van en communicatie met de leerlingen.
Tevens biedt een Elo een handige organisatiestructuur voor het arrangeren van leermateriaal.
Veel scholen zijn bezig met het formuleren van hun (meerjaren)beleid ten aanzien van de aanschaf en het
gebruik van Elo en digitaal leermateriaal. Als hulpmiddel daarvoor is in 2006 in het project het Stappenplan Elo en
leermateriaal, inhoud en financiering (http://www.leermiddelenvo.nl/tools) ontwikkeld o.a. op basis van gegevens
van een tiental scholen, die in verschillende mate van een Elo gebruikmaken. In 2007 is bij een aantal
proefscholen het gehele traject doorlopen van het bepalen van het beleid tot en met het plaatsen van het digitale
materiaal. In 2008 is daarop doorgegaan.
Het ging niet om een project waarvan de inhoud op voorhand vastligt. Op hoofdlijnen liggen het doel en de
resultaten vast. Het hoe en de inhoud is gezamenlijk met de scholen bepaald.
Hoofdlijnen doel en resultaten zijn:
-Bepaling van het programma van eisen per school voor digitaal leermateriaal in vakken en/of leergebieden
-Levering en gebruik van het leermateriaal, indien de school dat wenst.
-Inzicht in de productieketen van leermateriaal in een Elo , te beginnen bij de visie van de school en eindigend bij
het gebruik.
Inhoud:
1. SAMENVATTING CONCLUSIES
2. AANBEVELINGEN
3. OVERZICHT PROJECTEN ALGEMEEN
4. DEELNEMENDE SCHOLEN
SAMENVATTING VAN DE CONCLUSIES
Ook al betrof het bijna allemaal onderbouw projecten en ” iets met een Elo en digitaal leermateriaal willen”, was
de diversiteit in onderwerp, aanpak en doelstelling behoorlijk. De mogelijkheid om te veralgemeniseren is daarom
beperkt.
Tijd is alles bepalend
Er is echter boven alles één hele duidelijke conclusie: de docenten hebben een zeer groot tijdsprobleem. Dit
varieert van: te weinig tijd, of een conflict met de schoolleiding over toegezegde vermindering van contacturen, of
algemene onduidelijkheden over facilitering en of deze tijdsbesteding in het taakbeleid past of bij
deskundigheidsbevordering behoort.
Maar ook de cultuur van de tijdsbeleving, het omgaan met besluitvorming, het planmatig werken zijn aspecten die
het begrip “geen tijd” inhoud geven. Er is niet duidelijk één oorzaak of één oplossing aan te wijzen, het is meer
een spaghetti van oorzaken en gevolgen.
Er zijn twee onderzoeken gedaan het afgelopen jaar met vergelijkbare conclusies:
1. Behoeften/ ervaringen Elo en Content, Masterthesis van Mariëlle Jekel, juni 2008, Onderwijskunde, Universiteit Utrecht,
gebaseerd op een kwalitatief en kwantitatief onderzoek bij 60 scholen. Zij was als stagiaire betrokken bij het project in 2007.
2.Tijdsbesteding leraren voortgezet onderwijs, Regioplan, publicatienummer 1630, Amsterdam , december 2008.
Een beleidsonderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW, waarin bij een zeer groot aantal docenten de tijdsbesteding
gedurende een jaar is gevolgd
Inhoud
1. De structuur en didactiek wordt grotendeels bepaald door het boek en de methode. De meeste scholen
waren daar tevreden over. Digitaal leermateriaal in een Elo wordt meestal als aanvullend lesmateriaal
gebruikt. Ook geven alle scholen aan dat ze graag meer digitaal leermateriaal tot hun beschikking
zouden willen hebben.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
1
2.
Er is nog weinig ervaring en inzicht over keuze en gebruik van digitaal leermateriaal in een Elo. De vraag
is nog ongedifferentieerd. Kennis over wanneer welk soort materiaal - ook in combinatie met
foliomateriaal- in te zetten in het leerproces moet voor een deel nog ontwikkeld worden.
3.
Docenten zien voordeel van materiaal in een Elo. Ze verwachten dat leerlingen er meer door worden
gemotiveerd. Er wordt niet op gestructureerde wijze bekeken waaraan het materiaal zou moeten
voldoen. Dat is één van de redenen waarom het gebruik als incidenteel wordt ervaren en geen
structurele plek heeft.
4.
Er is sterke behoefte bij docenten om alleen het eigen materiaal geschikt te vinden. Materiaal van een
ander wordt niet snel goed genoeg bevonden. Daarmee is de overdraagbaarheid heel gering.
Organisatie
1. Er is beperkt contact en overleg tussen docenten en schoolleiding over de verdeling van taken en de
beschikbare tijd. Niet veel docenten hebben formeel een taak in het bedenken en organiseren van
digitaal materiaal .
2.
De infrastructuur en de hoeveelheid beschikbare computers is over het algemeen voldoende geweest
binnen het project.
3.
In de plancyclus: 1. waarom een project beginnen, 2. inventarisatie van interne en externe feiten, 3.
selectie en aanvulling van relevante gegevens, 4. het verzinnen en plannen maken, 5. en vervolgens de
uitvoering, ligt de meeste belangstelling bij fase 4 en 5.
Waarom? Wat is
de urgentie?
Onderzoek Interne en
externe feiten.
Feiten selecteren
en aanvullen
Verzinnen en
plannen maken
Doen
-
-
-
+/-
-
+
+
-
+/-
+
School 3
+
-
-
+
+
School 4
-
+
+
+
_
School 5
+
+
+
+
+
School 6
+
-
-
+
+
School 1
School 2
Financien
1. Door het regelmatig ontbreken van een duidelijk budget en financiële strategie is de financiële
verantwoordelijkheid onduidelijk en de kennis en inzicht daarover bij de sectie en/of docenten gering.
2 . AANBEVELINGEN
1. Bevorder kennisontwikkeling over een aantal onderwerpen:

over didactiek: wanneer welk soort materiaal - in combinatie met foliomateriaal - zinvol in te zetten is in
het leerproces.

over de voor de docenten wenselijke functie van een Elo en de verschillen tussen docenten daarin, over
het gebruik van digitaal materiaal en inrichting van de Elo.

over ervaringen van andere docenten en scholen met de tijdsbesteding aan het zoeken en het gebruiken
van digitaal materiaal.

hoe en wanneer het zinvol is samen te werken met andere scholen en leermiddelontwikkelaars.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
2
OVERZICHT PROJECTEN ALGEMEEN
Resultaten van het project.
Wat heeft deelname aan het project de scholen opgeleverd? Er is een begin gemaakt en er is bewustwording
opgetreden over de soort aanpak die gewenst zou zijn. Wil er een grotere vooruitgang geboekt worden, dan zal
de aanpak het incidentele karakter binnen de school moeten ontstijgen.
Van de 6 deelnemende scholen zijn op 2 scholen de projecten halverwege gestopt, omdat er geen tijd was of
omdat er meer urgente zaken in de school speelden.
Er is één school waar het digitale materiaal bij afronding van het project al geplaatst was in de Elo.
Motief voor deelname?
Alle deelnemende scholen wilden graag wat met een Elo en content doen. In de praktijk betekende dat dat een
Elo was aangeschaft en gedeeltelijk in gebruik was genomen, dat wil zeggen dat het technisch functioneerde.
Eén school was al veel langer bezig om digitaal materiaal te verzamelen bij de methode.
Inhoud van het (beoogde) leermateriaal
Na intake is voor elke school een basisvraag geformuleerd en een plan van aanpak gemaakt. Dat heeft geleid tot
de volgende casus:

Het vinden van een elo en geschikt digitaal materiaal, schoolbreed (gestopt)

Digitaal materiaal voor de net gestarte laptopklas in leerjaar 1, breed

Digitaal format voor boekverslag voor de moderne vreemde talen in de onderbouw, breed

Digitale minicursussen mens & natuur en wiskunde, leerjaar 2, bb en kb (gestopt)

Digitale materiaal voor wiskundemodules bij methode netwerk, leerjaar 2 en 3 vmbo

Digitale opdrachten voor leergebied mens en communicatie , leerjaar 1 vmbo
Beleid initiëren over gebruik van digitaal materiaal in een Elo
Concrete doelen voor het komende jaar zijn niet geformuleerd. Alle scholen spreken een grote behoefte uit om
dat wel te doen. Men hanteert de methode: met een kleine enthousiaste groep beginnen en daarna andere
docenten proberen mee te krijgen.
De meeste scholen verkeerden in een redelijk ongecoördineerde fase. De vraag is nog ongedifferentieerd. Kennis
over wanneer welk soort materiaal -ook in combinatie met foliomateriaal- in te zetten in het leerproces moet voor
een deel nog ontwikkeld worden
Didactiek van het digitale leermateriaal?
De vraag aan docenten welke materiaal ze digitaal waarom en op welk moment willen gebruiken is een nieuwe
vraag. Op sommige scholen is deze vraag niet uitgebreid aan de orde geweest, maar is bepaald dat het
leermateriaal voortaan digitaal zal zijn.
De docenten verwachten wel een duidelijk meerwaarde: vooral meer motiverend voor de leerling en de
mogelijkheid om meer gedifferentieerd te werken. De kwaliteit van digitaal leermateriaal was niet een prominent
aandachtspunt.
Digitaal materiaal zoeken en vinden
Docenten zijn niet gewend of hebben geen tijd om uitgebreid op zoek te gaan naar digitaal materiaal. Ze stellen
het op prijs als iemand anders dat voor ze doet en een soort voorselectie maakt.
Ze zoeken vooral op internet. Het bij de methode aangeboden digitale materiaal gaf in één geval technische
problemen met Apple. Eén school wilde alleen werken met eigen materiaal, ook al was er geschikt materiaal voor
handen bij een andere school. De docenten van de school die al een aantal jaren bezig is, zijn duidelijk veel
vaardiger.
Digitaal materiaal gebruiken
Er zijn nog geen gegevens over het feitelijke gebruik op de deelnemende scholen, behalve bij de school, die al
langer bezig is.
Digitaal materiaal financieren
De vraag naar structurele financiering is op een aantal scholen helemaal niet beantwoord, omdat men daar niet
aan toegekomen is. Er was geen animo om daar van te voren over na te denken en er is geen budget voor
vastgesteld. Er wordt gebruik gemaakt van gratis internetmateriaal. De docenten op deze scholen beginnen niet
aan een ontwikkeltraject, waarbij geld een rol speelt. Ze hebben niet overlegd met de schoolleiding over de
financiële bandbreedte. Een afweging over de prijs / tijd/ kwaliteitsverhouding wordt niet gemaakt. Ook speelt een
rol dat de verantwoordelijkheid bij aanschaf dan zwaarder weegt (“Maar als je geld krijgt,/ mag gebruiken
betekent het wel dat je erop afgerekend wordt”).
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
3
4. DEELNEMENDE SCHOLEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Het Beatrix College te Tilburg
Bonifatius Mavo te Emmeloord
CSW Van de Perre te Middelburg
Kempenhorst College te Oirschot.
Newman College te Breda
Nuborgh College Oostenlicht te Elburg
1.Het Beatrix College te Tilburg
Dit project op het Beatrix College is niet uitgevoerd binnen de projectperiode, omdat de ict-werkgroep te weinig
tijd had.
Karakteristiek
Het Beatrix College te Tilburg maakt deel uit van het Openbaar Onderwijs Tilburg samen met het Koning Willem II
College. De school heeft 1998 leerlingen en 193 personeelsleden.
Gebruik Elo en digitaal materiaal
Het inzetten van de Elo is een nieuwe fase bij het Beatrix College. De school heeft een breed samengestelde ictwerkgroep die aan de slag wil met de volgende vragen voor de hele school:

Wat is een geschikte Elo?

Waar vind je geschikte digitale content?

Is het moeilijk om content te vinden en te maken?

Hoe makkelijk kunnen docenten gemaakte content uitwisselen?

Is het mogelijk en makkelijk om digitale materiaal uit te wisselen met andere scholen?
Motief om deel te nemen?
De school wil een begin maken met het gebruiken van Ict in hun onderwijs.
Uitvoering
Men is gestart met het opstellen van een vragenlijst (over leverancier, hosting, implementatie, ervaringen van
docenten en het uitwisselen en plaatsen van digitaal materiaal) en het zoeken van een nieuwe Elo. Samen met
de ict-werkgroep wordt gekeken welke vakken behoefte hebben aan digitaal materiaal en op welke manier
docenten vaardig kunnen worden in het gebruik van de Elo. Naast het vinden van geschikte content moet er ook
gekeken worden naar hoe deze content ingezet wordt in het onderwijs.
Resultaat
Dit project op het Beatrix College is niet uitgevoerd binnen de projectperiode omdat de ict-werkgroep te weinig tijd
had. De school heeft ervoor gekozen om meer tijd uit te trekken om een geschikte Elo te kiezen. Er zijn teveel
personele problemen.
Conclusie
Er zijn andere belangrijkere vraagstukken op de school. De inschatting van de tijdsinvestering aan het begin van
het project is te laag geweest.
2.Bonifatius Mavo te Emmeloord
Karakteristiek
De Bonifatius Mavo te Emmeloord is een onderdeel van de samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet
onderwijs Noordoostpolder- Lemsterland.
Er zijn 250 leerlingen en 28 personeelsleden.
Gebruik Elo en digitaal leermateriaal
Meerdere docenten hebben op Moodle bruikbaar (extra) materiaal gezet waarmee leerlingen aan de slag kunnen
gaan. Zij gebruiken dit materiaal voor het voorbereiden op het examen. Er staan ook jaarlijkse projecten in.
Motief om deel te nemen?
De school vraagt zich af: hoe kunnen we het Ict gebruik in het onderwijs naar een hoger niveau brengen? Naast
het gebruik van Moodle zelf en het inzetten van smartboards is de digitale content van belang. Men wil een
nieuwe slag maken; meer docenten warm krijgen om content in Moodle te zetten. Maar waar vind je geschikte
content?
De vraag is ook hoe de school (inhoudelijk en financieel) om gaat met digitaal onderwijs, digitaal leermateriaal,
smartboard, Moodle, LVS Magister en het gebruik van de laptop?
De school begon in september 2008 met een laptopklas in leerjaar 1 voor drie vakken: Nederlands klas 1,
Wiskunde klas 1 en Levo klas 2 en t.z.t. het vak Engels in leerjaar 1 en 2.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
4
Ambities voor de laptopklas
vak
07-08 (gerealiseerd)
wiskunde
5% van de tijd inzet van digitale content/ leermiddelen
levo
0%
nederlands
5%
Er is gekozen voor gebruik van boek én digitale leermiddelen.
08-09
20%
20%
50%
Inhoud van het (beoogde) digitale leermateriaal
Nederlands
Voor de Methode Op Niveau is digitaal materiaal beschikbaar: schrijfvaardigheid, grammatica, spelling,
kijken/luisteren, fictieopdrachten, woordenboekoefeningen. Leerlingen moeten wel feilloos met Word kunnen
werken. De site is tot nu toe niet gebruiksvriendelijk voor de docent toen ze het probeerde, en voor de leerlingen.
Zelf opdrachten erop zetten lukt niet. Er is een conflict tussen de Apple-computers van de school, Firefox en de
methodesite. Het duurt lang voordat een account geactiveerd is. De betreffende docenten raakten ontmoedigd.
De docenten willen: materiaal dicht bij de methode Op Niveau, extra opgaven, invuloefeningen, niet alleen een
kopie van het boek digitaal. Daarnaast is er aanvullend gratis materiaal op internet gezocht. Men gaat ook op
zoek naar oefeningen van andere scholen. Voordeel van de digitale leermiddelen: betere motivatie leerlingen,
gevarieerde werkvorm, geen ordeproblemen meer in deze beginperiode. Docenten zouden ook digitaal willen
kunnen nakijken, reflectie geven en opdrachten zelf kunnen ontwerpen die bij de methode passen.
Wiskunde
De gebruikte methode is Getal en Ruimte, het digitale materiaal is op deze school niet geschikt voor Applecomputers. Geschikte onderwerpen voor digitale toepassing zijn: symmetrie, informatieverwerking, assenstelsel,
rekenen met negatieve getallen, ruimtemeetkunde. In klas 1 wordt 4 uur wiskunde gegeven, 3 uur wiskunde en 1
uur Excel. Hoofdstuk Getallen staat op Moodle met leermateriaal van internet. Hoofdstuk Grafieken is uit te
breiden richting Excel. Bij Hoofdstuk Negatieve Getallen gaan ze zelf digitale werkbladen maken. Met Excel
werken vinden leerlingen over het algemeen leuk. Sommige wiskundeonderwerpen lenen zich er niet voor om op
de computer te doen.
Levo (levensbeschouwelijke vorming)
Er zijn zoekopdrachten gegeven voor een aantal sites voor bijv. een powerpoint over Kerst. Alle leerlingen
worden betrokken en “moeten” wat doen , bijv. een onderdeel presenteren. Voor het vak levo is het gemakkelijk
om digitale content op internet te vinden voor elk onderwerp. Je hebt eigenlijk geen boek nodig. Er wordt veel
gewerkt met thema’s, films, godsdiensten en rituelen.
Laptopervaringen
De leerlingen zijn pas twee maanden aan het werk op de laptop, dus de ervaringen zijn kort.
De eerste ervaringen van de docenten:
Het boek wordt als leidraad gebruikt: je kunt digitale leermaterialen dan flexibeler inzetten.
Het is belangrijk een balans te zoeken als bij alle vakken laptops ingezet worden. En je blijft natuurlijk dingen
doen op papier. Grote bestanden lezen op computer is lastig, zeker met zoekopdrachten.
Er zit controle op wat leerlingen doen met laptops. De werkhouding is bij de eersteklassers goed achter de laptop,
maar er zijn altijd leerlingen die niet willen. De indruk bestaat dat er minder samenwerkend wordt geleerd. Door
het gebruik van een laptop mis je af en toe het gesprek, de interactie met de kinderen, maar of de leerlingen dit
ook missen?
De techniek rondom Moodle, Apple en smartboard moet het wel gewoon doen. Op school hebben leerlingen een
Apple, thuis vaak niet.
Ervaringen van de leerlingen: sommigen vinden het leuk, andere leerlingen werken liever met een boek. Soms
lopen ze vast bij de basisvaardigheden, “goede” leerlingen worden dan ingezet als hulp.
Een ander probleem is dat leerlingen hun usb-stick vergeten en de gegevens niet op kunnen slaan. De Applecomputer vinden sommige leerlingen lastig in combinatie met Moodle.
De groepjes bij elkaar gaan zelfstandig aan het werk. Er is minder lawaai, meer leergedruis. Thuis worden de
lessen voorbereid door de docent, je hebt dan meer effectieve tijd in de les. Antwoordbladen maken kost veel tijd,
dat zou handiger moeten kunnen. De theorie wordt af en toe naar leerlingen gemaild. De laptop nodigt uit tot
nieuwe vormen van onderwijs.
Uitvoering
De docenten hebben geen extra tijd gekregen om digitaal lesmateriaal voor de laptop klas te zoeken en te leren
gebruiken. De tijd komt uit de deskundigheidsbevordering, het aantal contacturen zijn gelijk gebleven. De
docenten ervaren dit als een te zware tijdsinvestering.
Resultaat
Het vinden van geschikt digitaal materiaal op internet voor de eerste maanden van leerjaar 1 is gelukt. De
beoogde omvang en kwaliteit voor de drie vakken wiskunde, levo (levensbeschouwelijke vorming) en nederlands
is gerealiseerd. De bij de methode behorende sites leverden tot nu toe technische problemen op in combinatie
met Apple en moodle.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
5
Conclusies
Conclusies over de laptopklas en digitaal materiaal kunnen natuurlijk pas na 1 of 2 jaar worden getrokken. Nu lijkt
vooral het tijdgebrek een doorslaggevende rol te gaan spelen. Docenten kunnen het er op deze manier moeilijk
bij hebben.
Voor de school zijn factoren voor succesvolle digitale content:

de techniek op school moet het gewoon doen.

graag digitale content die dicht aanzit tegen de methode die bij een vak gebruikt wordt (helaas
functioneerde de site niet, toen er geprobeerd werd)

graag wat onderricht krijgen hoe je zelf digitale content kunt ontwerpen.

ervaring opdoen in het vinden van interactief materiaal

de docenten kunnen wel geschikt materiaal vinden, maar het kost veel tijd.

zicht krijgen op wat het financieel betekent voor je organisatie als je digitaal materiaal gaat gebruiken.
3.CSW Van de Perre te Middelburg
Karakteristiek van de school
De CSW Van de Perre is een havo/vwo-school te Middelburg. De school heeft 1540 leerlingen, die verdeeld zijn
over zes teams: twee onderbouwteams (leerjaren 1 en 2), twee bovenbouwteams havo (leerjaren 3, 4 en 5) en
twee bovenbouwteams vwo (leerjaren 3, 4, 5 en 6). Verder heeft de school drie onderwijsontwikkelaars, een ictonderwijscoördinator, een directeur bedrijfsvoering en een sectordirecteur. Het sectormanagementteam bestaat
uit de zes teamleiders en de sectordirecteur. CSW stimuleert en begeleidt leerlingen om hun talenten te
ontwikkelen door verwerving van kennis, inzicht en vaardigheden. De school biedt betekenisvol, gedifferentieerd
en samenhangend onderwijs door zelfstandig en samenwerkend leren.
Gebruik Elo en digitaal materiaal
De Elo ( It’s Learning) wordt ingezet voor de organisatie van het onderwijs en de communicatie. Er is
studielesmateriaal via de Elo beschikbaar en ook links voor leerlingen om zichzelf te overhoren. De vakken
aardrijkskunde en biologie maken gebruik van bij de methode behorend digitaal materiaal. In het kader van
loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) zijn er studiebegeleidinglessen. Een aantal vakken heeft studiewijzers in
de Elo opgenomen. De vakgroep wiskunde heeft, net als een beperkt aantal andere vakgroepen, proefwerken in
de Elo gezet. Het onderdeel projecten, waarin leerlingen digitaal kunnen samenwerken,wordt redelijk veel
gebruikt.
Motief om deel te nemen?
CWS streeft naar voldoende aanbod van digitaal lesmateriaal in de onder- en de bovenbouw. Hieronder verstaat
men het aanbieden van gedeelten van methodes, zogenaamde arrangementen.
Men wil de Elo meer benutten. Met ingang van het schooljaar 2008-2009 wordt aan docenten gevraagd om
leerlingen zo veel mogelijk opdrachten digitaal te laten inleveren en de studiewijzers via de Elo aan te bieden.
Ook zullen de leerlingen alles over een bepaald vak in de Elo kunnen vinden.
Men wil het gebruik van digitale leermiddelen en van de Elo bevorderen.
Het digitale leermateriaal draagt bij aan gedifferentieerd en in samenhang leren en het oefenen van
vaardigheden. De Elo zal gebruikt worden door leerlingen en docenten.
Inhoud van het (beoogde)leermateriaal
Een digitaal format voor een boekverslag voor de vakken Nederlands en de moderne vreemde talen, waar alle
secties tevreden mee zijn en dat rekening houdt met de verschillende niveaus van de leerlingen. Met daarin
opgenomen verschillende leesstrategieën en opdrachten. Het is bestemd voor de leerlingen leerjaar 1 voor de
talen Nederlands, Frans en Engels en voor Duits leerjaar 2.
Het digitale leermateriaal levert een bijdrage aan een aantal leerdoelen:

Reflectie op een gelezen literaire tekst.

Reflectie op een zakelijke tekst (ter ondersteuning van de zaakvakken).

De opbouw van het leermateriaal leidt tot gestructureerd werken.

Het maakt verbanden tussen de talen duidelijk, o.a. door eenheid in de terminologie die de talen
hanteren.
Verdere voorwaarden:

Bereikbaarheid op elke moment voor leerlingen

De leerlingen moeten er zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan.

Een voorbeeldfilmpje wordt in het materiaal opgenomen
Waar komt het materiaal vandaan?
De projectgroep ziet de volgende mogelijkheden:

Zelf maken.

Zoeken en surfen op het internet.

Zelf materiaal verzamelen en dat aanpassen.

Methodesites die aan de Elo kunnen worden gelinkt.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
6
De projectgroep heeft besloten om zelf materiaal te ontwikkelen en is vanuit die gedachte niet op zoek gegaan
naar bestaande digitale content. Het beschikbare en geschikte digitale materiaal van een andere school is om die
reden niet gebruikt. De omvang is ongeveer 5 pagina’s A-4 in worddocument.
Uitvoering
Dit project is uitgevoerd door de projectgroep Elo en content (5 docenten en ict-coördinator).
Financiën
De facilitering van de inzet van de ict-onderwijscoördinator valt binnen zijn taakomschrijving.
De vier deelnemende docenten (Nederlands, Frans, Duits en Engels) ontvangen elk 25 klokuren in het kader van
hun jaartaak. De financiering van het leermateriaal wordt niet als een probleem ervaren, omdat de docenten het
zelf maken.
Resultaat
Het project is oktober 2008 afgerond en heeft het beoogde leermateriaal opgeleverd en tevens een vragenlijst,
die door de school gebruikt kan worden als er nieuwe vraag is naar digitaal leermateriaal.
Het plaatsen van concreet digitaal leermateriaal in de Elo is nog niet aan de orde en daarom kan over het gebruik
nog niet worden gerapporteerd.
Conclusie
Het project heeft als verbindend element gewerkt voor de docenten van de vier verschillende mvt-vakken. De
projectgroep heeft een eerste, belangrijke stap gezet door na te denken over samenhang binnen de diverse
vakken, door de rol die digitaal leermateriaal daarin kan spelen te onderzoeken en uiteindelijk tot feitelijke
ontwikkeling van digitaal materiaal over te gaan. Wat opvalt, is dat er bewust is gekozen om zelf te ontwikkelen,
en niet heel actief over te gaan tot het onderzoeken van wat er al elders is ontwikkeld. Dat heeft een positief
effect op het eigenaarschap dat de leden van de projectgroep ervaren.
4.Kempenhorst College te Oirschot.
Dit project van het Kempenhorst College is halverwege het kalenderjaar gestopt.
De facilitering van de deelnemende docenten ontbrak.
Karakteristiek school
Het Kempenhorst College is een Vmbo-school te Oirschot.
In het schooljaar 2006-2007 is een nieuw gebouw in gebruik genomen. Meerdere Orion-scholen (havo/vwo
scholen) hebben de Elo N@Tschool! in gebruik, hierdoor zijn de kosten lager en kan er gezamenlijk digitaal
leermateriaal worden aangeschaft en/of ontwikkeld, is de verwachting.
Gebruik Elo en digitaal leermateriaal
De Elo wordt ingezet voor:

Er is een schoolbreed LOB-portfolio. Leerlingen worden hierin aangestuurd door de mentoren.

Voor het vak wiskunde zijn integrale opdrachten (bijvoorbeeld het organiseren van een sportdag).

Bij het vak Nederlands wordt gewerkt met een beeldroman.

Binnen het domein mens & natuur wordt gewerkt met een aantal activerende opdrachten,, waarbij de
leerlingen een standaardformulier kunnen invullen.
De ervaringen met het gebruik van N@tschool! zijn divers. Het onderdeel LOB geeft een goed beeld van de
leerlingen. Het werken met de Elo is soms moeizaam: bekijken versus lokaal bewerken, extensies worden niet
automatisch toegevoegd en daardoor kun je fouten maken waardoor je niet meer weet om welk bestandstype het
gaat, het inloggen is problematisch. Voor mentoren is het een hele klus om te werken met N@tschool.
Motief om deel te nemen
Nu de infrastructuur in het nieuwe gebouw beter is dan in de oude situatie, wil de school werk maken van het
leren via de Elo. Als eerste wordt gekozen voor het aanschaffen en/of ontwikkelen van duurzame content die als
Minicursussen wordt omschreven.
Inhoud van het (beoogde) leermateriaal
Het digitale leermateriaal is bestemd voor leerlingen uit leerjaar 2, basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en het
leergebied “Mens & Natuur” en het vak wiskunde.
De inhoud omvat:

Omgaan met oppervlakte, inhoud, grootheid en eenheid.

In “Do-its” worden de stof en de opdrachten per sector aangeboden: Techniek, Zorg en Welzijn,
Economie en Groen. Een do-it is een praktische opdracht en onderdeel van een minicursus
De minicursussen ondersteunen het leerproces van de leerlingen en zijn op meerdere terreinen inzetbaar, in het
projectonderwijs, bij de beroepsvoorbereidende vakken of als extra ondersteuning . Leerlingen doorlopen in een
minicursus een aantal stappen: een onderdeel D-toets , waarin wordt gekeken of zij de stof al beheersen, een
onderdeel Bronnen waarin zij aanvullende informatie vinden, een onderdeel Kennis waarin de informatie staat die
de leerlingen nodig hebben, een onderdeel Do-it, waarin de praktische vaardigheden staan, en een onderdeel
Evaluatie waarin de leerlingen een zelfevaluatie invullen met als doel bewustwording en waarin eventueel ook
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
7
nog een eindtoets is opgenomen. Samen met de inhoud van de leerstof vormen deze stappen een Minicursus.De
duur van de minicursus bedraagt 20-40 minuten en bevat ongeveer 5 pagina’s.
Waar komt het leermateriaal vandaan?
De projectgroep geeft er de voorkeur aan om het nieuwe digitale leermateriaal zelf te ontwikkelen en wil daarbij in
beperkte mate gebruik maken van materiaal dat op internet is te vinden.
Uitvoering
De uitvoering ligt bij de projectgroep “Elo en content”. Deze bestaat uit docent Ict en coördinator Elo, docent mens
& natuur en docent wiskunde en applicatiebeheerder Elo.
Resultaat
Het project zou in 2008 afgerond zijn en heeft dan het volgende opgeleverd:

Een aantal Minicursussen voor het vak wiskunde en het domein mens & natuur, leerjaar 2.

Een gestructureerde aanpak voor het thema “content in onze Elo” die de school in de toekomst kan
volgen.
Helaas is dat door tijdgebrek nog niet gelukt.
Conclusie
Het digitale materiaal is niet gemaakt, omdat de er voor de betrokken docenten en de schoolleiding geen
duidelijkheid was over de beschikbare tijd.
5.Newman College te Breda
Karakteristiek
Het Newman College te Breda behoort bij de stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda (SKVOB). Het
aantal leerlingen is 1000 en er zijn 105 personeelsleden. De school heeft een 70 minutenrooster.
Gebruik Elo en digitaal leermateriaal
De school heeft al vijf jaar de Elo It’s Learning en deze wordt ingezet bij verschillende vakken.
Motief om deel te nemen
Bij wiskunde (Methode Netwerk) voor 4 klassen: Mavo 2 en 3
In de onderbouw is er behoefte aan meer digitaal materiaal en de stof aantrekkelijker en interactiever te maken
met behulp van internetsites, applets, webkwesties.
Verhouding tussen boekgebruik en digitale leermateriaal:
Mavo 2
40% It’s learning met digitale
60% boek
content
Mavo 3
40% It’s learning met digitale
60% boek
content
Mavo 4
0% ict
100% boek
Het digitale materiaal is bij wiskunde voor het grootste gedeelte bij elkaar gezocht via allerlei sites. Docenten zijn
over het algemeen ict-vaardig en gaan makkelijk met digitale content om. Op dit moment is de digitale content
vaak een klein onderdeel, het boek vormt de hoofdmoot.
Inhoud van het ( beoogde) leermateriaal
Huidige situatie:

De basis is niet hoofdstuk voor hoofdstuk, maar modulair werken. Er zijn vier modules: Rekenen,
verbanden, meetkunde, informatieverwerking en statistiek.

Boeken en antwoordenboekjes zijn op school beschikbaar , want leerlingen worden onzeker als ze geen
boek hebben.

Methode Netwerk is heel geschikt, de onderwerpen worden herhaald. De methode cd wordt niet gebruikt

Er is geen huiswerk, wel werkbladen en ander materiaal op It’s Learning, zodat thuiswerken wel kan.

Geen klassikale les, leerlingen werken in eigen tempo, map op school. Het is de gewoonte om een
proefwerk over 4 of 5 hoofdstukken te krijgen en vaardigheidstoetsen, zo vaak als nodig is.
Een belangrijke vraag was: wanneer en bij welke leeractiviteiten past het beste het boek of ict?

Ict is handig bij automatiseren en interactieve oefeningen.

Toetsen zijn weer bewust niet digitaal, dan kan de docent de tussenstappen zien.

Boek biedt opdrachten, gedeelte van de theorie, en maakt een verbinding met een eerder onderwerp

Een mix van verschillende media en modulair werken gaat goed

De structuur zit in de heldere instructies van de docent voor de leerlingen.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
8
Waar komt het materiaal vandaan?
De methode Netwerk ontwikkelt digitaal materiaal, zoals rekenvaardigheid. Er is contact met de uitgever om te
kijken wat de mogelijkheden zijn om digitaal materiaal te benutten.
De docenten zijn met een aantal vragen bezig geweest:
Wat is de planning van deze schooleigen modulaire methode?
Drie jaar geleden zijn de docenten begonnen, 3 van de 4 modules zijn afgerond. In jaar 1 ging het er vooral om
een structuur op te zetten, in jaar 2 om digitale content te zoeken.
Uitvoering
Het proces verloopt als volgt: Ze inventariseren digitale content , die reeds in gebruik is en onderzoeken bij welke
onderwerpen behoefte is aan interactief digitaal materiaal. Daarna ontwikkelen ze criteria voor aantrekkelijk
materiaal. Tot slot wordt het materiaal uitgeprobeerd en geëvalueerd door docenten.
Financiën
De docenten op deze school beginnen niet aan een ontwikkeltraject, waarbij geld een rol speelt.
Ze hebben niet overlegd met de schoolleiding over de financiële bandbreedte. Een afweging over de prijs
/kwaliteitsverhouding wordt niet gemaakt. Ook speelt een rol dat de verantwoordelijkheid bij aanschaf dan
zwaarder weegt (“Maar als je geld krijgt, mag gebruiken betekent het wel dat je erop afgerekend wordt”).
Resultaat
De docenten zijn heel vaardig in het vinden van digitale content
Module meetkunde is helemaal digitaal.
Module rekenen is aangepast met nog meer digitale content i.v.m. BB-examens en er is contact met de uitgever.
Module verbanden: hier is men nog op zoek naar geschikte software.
Module informatieverwerking en statistiek is digitaal volledig.
Belangrijke factoren voor succesvolle digitale content zijn goed weten wanneer je digitale content inzet ( bijv.
handig bij het leren automatiseren en interactieve oefeningen) en ervaren zijn in het vinden van interactief
materiaal.
Conclusie: Docenten en leerlingen werken graag met digitaal materiaal in combinatie met een methode. Het is
gratis digitaal materiaal via internet. Deze docenten zijn heel handig om materiaal te vinden, tijdgebrek is meer de
factor waar zij op stuk lopen.
6.Nuborgh College Oostenlicht te Elburg
Karakteristiek
Nuborgh College Oostenlicht, een Vmbo-school te Elburg heeft sinds begin 2008 een nieuw schoolgebouw. De
school wil daarmee ruimte geven aan eigentijds vmbo-onderwijs. Naast instructielokalen voor klassikale lessen
zijn er leerwerkruimten. Hier kunnen leerlingen individueel en/of in groepen werken. Elke leerwerkruimte is
voorzien van computers en biedt plaats aan zo’n 75 leerlingen. De school heeft 830 leerlingen, verdeeld over vier
teams. Er zijn teams voor leerjaar 1 (LWOO, BB/KB en TL), leerjaar 2 (LWOO, BB, KB en TL), leerjaar 3 en 4
(LWOO, BB en Leerwerktraject) en leerjaar 3 en 4 (KB, GL, TL). De locatiedirectie, bestaande uit de
locatiedirecteur en twee adjunct-directeuren, vormen samen met de teamleiders het Locatie Management Team.
De onderwijsvisie is het “Nuborgh-scenario”:
 Vakken zijn geïntegreerd tot grotere leergebieden.
 De leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig.
 De leerling leert samenwerken.
 Docenten werken samen in teams.
Gebruik Elo en digitaal leermateriaal
In het ict-beleidsplan is er aandacht voor scholing op vier thema’s: het gebruik van de Elo ( It’s Learning”),
smartboards, digitaal toetsen en digitaal portfolio.
De Elo wordt gebruikt voor: lesmateriaal, activerende didactiek, differentiatie, weekplanners, intekenen voor
instructieruimtes, interactief mentoraat, digitaal inleveren van opdrachten, plagiaatcontrole, enquêtes, digitaal
toetsen en weektaken. Tot nu toe zijn de ervaringen positief. Er is goede externe ondersteuning, de Elo is
gebruikersvriendelijk (“Als je er eenmaal mee werkt, is de kans groot dat je er mee blijft werken”), leerlingen
geven aan dat zij tevreden zijn over de Elo. Er is een werkgroep opgericht die o.a. als taak heeft om de Elo onder
de aandacht van de leerkrachten te houden. Alle teamleden gebruiken de Elo voor het invullen van
weekplanners, opdrachten, links en organisatie van het onderwijs.
Motief om deel te nemen?
De school wil meer digitaal leermateriaal, omdat de leerlingen dan verschillende bronnen gebruiken en het
gebruik kan bijdragen aan het realiseren van het Nuborgh-scenario.
Meer dan 80% van de docenten heeft aangegeven dat ze de Elo in de toekomst meer willen gaan gebruiken.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
9
Inhoud van het (beoogde) leermateriaal
De projectgroep wil meer samenhang in de opbouw van opdrachten binnen de diverse leerdomeinen. Het
leerdomein Mens & Communicatie wil materiaal verwerven voor de vaardigheden die in elke moderne taal
terugkeren: gespreksvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid. Het gaat om
opdrachten waarin thema’s via verschillende leerstijlen uitgevoerd kunnen worden. Het project is eind oktober
2008 afgerond en heeft dan het volgende opgeleverd:
Een aantal opdrachten die in de Elo zijn geplaatst met de kenmerken::

gebaseerd op het Nuborgh-scenario;

gericht op het leerdomein Mens & Communicatie in leerjaar 1;

leerlijnen waarbinnen verschillende leerstijlen en/of leerstrategieën worden aangeboden;

thema’s die zo veel mogelijk gebaseerd zijn op de leefwereld van de leerlingen, waarbij de eerste
insteek de directe leefomgeving van de leerlingen is die vervolgens steeds breder wordt uitgewerkt;

daartoe benodigde digitale content die zelf wordt ontwikkeld en/of extern aangeschaft;

binnen de taalvaardigheden gespreksvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en
leesvaardigheid.
Een draaiboek met criteria voor digitaal materiaal en opdrachten zijn opgenomen, dat binnen het leerdomein
Mens & Communicatie en de andere leerdomeinen gebruikt kan worden bij nieuwe vragen naar digitaal
leermateriaal.
Waar komt het digitale leermateriaal vandaan?
De ontwikkelgroep wil aan geschikt leermateriaal te komen door: Zelf zoeken, Youtube, Teleblik, TV-zenders. De
ontwikkelgroep heeft tijdens een bijeenkomst actief op internet gezocht naar materiaal dat past binnen de kaders
zoals die zijn geschetst. Ook na afloop van dit project gaat ze daarmee verder.
Uitvoering
De procesaansturing wordt uitgevoerd door de projectgroep Elo en content. De leden hiervan zijn: teamleider
onderbouw, docent Natuur & Gezondheid onderbouw en docent biologie bovenbouw, , docent Mens &
Communicatie (Engels) onderbouw en docent Mens & Maatschappij bovenbouw. Daarnaast is er een
ontwikkelgroep Elo en content NCO. Deze ontwikkelgroep bestaat uit. Een teamleider (reguliere taken) en vier
leerkrachten Mens en Communicatie (Nederlands, Frans, Duits, Engels), van het onderbouwteam leerjaar 1.
De ontwikkelgroep heeft zowel een denktank- als een uitvoerende functie. De projectgroep en de ontwikkelgroep
hebben ongeveer 7 besprekingen gevoerd (circa 20 klokuren per deelnemer, 120 klokuren totaal).
Financiën
Over de financiële kaders waarbinnen de eventuele aanschaf, ontwikkeling en het gebruik van de digitale content
moet voldoen, zijn vooraf geen afspraken gemaakt. De algemene indruk van de ontwikkelgroep is dat er in
overleg altijd ruimte is voor investeringen “die binnen de perken blijven”.
Over de financiering van de inzet van deze leerkrachten is op dit moment nog geen helderheid te verschaffen.
Een gedeelte van de geïnvesteerde tijd hoort bij de deskundigheidsbevordering.. De inzet van de ict-coördinator
wordt niet apart gefinancierd, maar past binnen zijn takenpakket.
Resultaat
Ten tijde van het samenstellen van deze eindrapportage was het plaatsen van concreet digitaal leermateriaal in
de Elo nog niet aan de orde en daarom kan hierover nog niet worden gerapporteerd.
Er is een ingevulde vragenlijst die de basis is voor het zelf ontwikkelen van het gewenste materiaal. Totale
omvang ongeveer 3 pagina’s.
Conclusie
Het is nog onduidelijk welk digitaal lesmateriaal gebruikt gaat worden. Het kost heel veel tijd om gezamenlijk vast
te stellen hoe het inzetten van digitaal leermateriaal het beste in het onderwijs toegepast kan worden. De
onduidelijkheid over het faciliteren van de docenten is belemmerend voor de realisatie.
Rapportage 2008
Elo en leermateriaal, inhoud en financiering
10
Download