Griffie Aan De raadscommissies Van Presidium Afschrift aan Memo Datum Onderwerp 25-10-2012 Afronding tussenbalans commissies Opsteller griffier Bijlage Het presidium heeft afgelopen zomer de resultaten van de tussenbalans besproken. Daarover zou nog een terugkoppeling plaatsvinden naar de commissies. Het presidium heeft die op 1 oktober jl. vastgesteld en is daarbij in het bijzonder op de volgende thema’s ingegaan: a) Vergader- en debatcultuur b) Sturen op de planning / initiëren en agenderen van kaderstellende discussies. c) Toezeggingen. Afgelopen voorjaar hebben alle commissies een tussenbalans opgemaakt met betrekking tot de eigen rol in het besluitvormingsproces van de afgelopen periode. Dat was een vervolg op de startnotitie die na de laatste verkiezingen in 2010 is besproken in alle commissies. Daarbij stonden twee vragen centraal: a) zijn er onderwerpen die de commissie in 2010-2011 met voorrang wil agenderen? b) zijn er onderwerpen waarbij de commissie aan het begin van het proces bij betrokken wil worden? Het doel van de tussenbalans was om na te gaan welke rol de commissie bij belangrijke dossiers heeft gespeeld in de afgelopen periode, en welke rol de commissie in de komende periode wil spelen bij welke dossiers. Samengevat stelt het presidium geen wezenlijke wijzigingen van de spelregels voor (met uitzondering van spreektijd in de commissievergaderingen), en gaan de suggesties over de wijze waarop commissieleden en commissies de spelregels toepassen. Ad a) Vergader- en debatcultuur Afgelopen februari is de raad gestart met de invoering van de spreektijden in de raad en aanvullende debatvormen in de commissies. Conform afspraak hebben het presidium en het fractievoorzittersoverleg deze zomer gesproken over de eerste ervaringen. 1 Vastgesteld is dat het introduceren van nieuwe debatvormen een kwestie van lange adem is. Afgesproken is om door te gaan met de nieuwe debatvormen en dat de commissievoorzitters bezien welke debatvorm bij welk onderwerp past. Verder hebben de fractievoorzitters besloten om ook in de commissie (overlegvergaderingen) spreektijden in te voeren en de griffie gevraagd dit concreet uit te werken. De griffie gaat nu de technische mogelijkheden verder onderzoeken en zal dit najaar een voorstel aan de fractievoorzitters voorleggen. Ad b) Sturen op de planning/ het initiëren en agenderen van kaderstellende discussies. Bij de tussenbalans hebben commissies aandacht gevraagd voor de proactieve, agenderende rol van de commissie. Verder wordt aangegeven dat het (nog) onvoldoende lukt om actief op de planning te sturen. Het presidium heeft verschillende mogelijkheden besproken om actiever te sturen en meer kaderstellend te opereren. In de commissie S&V en SVR zijn goede ervaringen opgedaan met een zogenaamd “spoorboekje” bij grotere onderwerpen. Dit instrument zou ook navolging kunnen krijgen in de andere commissies. Het presidium heeft verder geconstateerd dat de commissieagenda weliswaar deels wordt bepaald door de stukkenstroom vanuit het college maar dat de bestuurlijke logica (of die van de ambtelijke organisatie) een eigen planning van de commissie niet in de weg hoeft te staan. Met andere woorden, in veel gevallen kan een commissie zelf ook een discussie initiëren over zaken of ontwikkelingen die spelen in de stad en zich daar een mening over vormen. Dat zal bij kaderstellende discussies wat makkelijker gaan (‘waar willen we naartoe?’) dan bij controlerende discussies (‘wat is er gebeurt en hoe heeft het college daarin gehandeld?’), maar commissies kunnen vaker dan nu het geval is, zelf het voortouw nemen door zaken gewoon te agenderen - daarbij al dan niet ondersteund door de griffie. Als het gaat om oriënterende discussies met het college voordat beleidskaders worden vastgelegd, kunnen zogenaamde startnotities worden opgesteld (de vroegere “C-discussies” of meer recentelijk de benen-op-tafel sessies). De commissies zouden zich daarnaast ook assertiever op kunnen stellen en actiever kunnen vragen naar informatie over een onderwerp dat nog in de voorbereidende fase is. Ad c) Uitkomst discussie over toezeggingen Het presidium heeft met het college gesproken over de wijze waarop toezeggingen worden genoteerd en nagekomen. Afgesproken is dat bij het opsommen van de toezeggingen (in de commissievergadering) de voorzitter met name zal letten op de volgende kenmerken: 1. De SMART-heid van de formulering; 2. De termijn van afdoening. Het presidium geeft de commissieleden verder mee dat zij wat vaker dan nu het geval is voorafgaand aan een procedurevergadering bij de bestuursassistent of de griffie kunnen navragen wat de stand van zaken rondom een toezegging is. Dat bevordert de voortgang van de vergadering en maakt de vraag wat minder politiek – wat in veel gevallen ook niet aan de orde is. -o- 2/2