226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:38 Pagina 1 buiteNLand ak 3 havo WERKBOEK B tweede druk eerste oplage, 2009 Teunis Bloothoofd Moniek de Boer Adwin Bosschaart Harrie Mennen Huub Prinsen concept: Geert van den Berg redactie: Geert van den Berg ICT-redactie: Hub Stohr 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 2 © EPN Wereldbeeld Nederlands beeld Zie je dit icoon? Dan kun je deze paragraaf met de computer maken. Overleg met je docent of dat de bedoeling is. Je vindt de paragraaf op www.schoolwise.nl. Dit symbool betekent dat je je tekstboek nodig hebt. Als dit symbool bij de opdracht staat, heb je een atlas nodig. GB 42/GB 44 Grote Bosatlas 52e editie/Grote Bosatlas 53e editie 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 3 © EPN inhoud 03 brandhaarden Geen winnaars, alleen verliezers 1 Kindsoldaat of oorlogskind? 2 Conflictgebieden in de wereld 3 Gevolgen van gewelddadige conflicten Work it out 1 4 5 6 7 Israël en de Palestijnen De Kaukasus Regionalisme De rol van Nederland in conflicten Work it out 2 8 Praktische opdrachten 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 04 water Soms te veel, vaak te weinig 1 2 3 4 Te veel en te weinig! De blauwe planeet Soms te veel Vaak te weinig Work it out 1 5 6 7 8 Bangladesh: te veel Israël: te weinig Nederland: dreiging aan de voordeur De achterdeur lekt Work it out 2 9 Praktische opdrachten 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 51 05 PROJECT Ruimte: kiezen of delen 1 2 3 4 5 Jacob-Jan mag zijn huis niet meer in! De make-over van Nederland Ruimtelijke conflicten Het Groene Hart in de Randstad Projecten 56 58 60 62 64 Topografie Onderzoeksvaardigheden 68 72 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 4 © EPN 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 5 © EPN brandhaarden 5 03 brandhaarden Geen winnaars, alleen verliezers Als je dit hoofdstuk goed hebt bestudeerd, weet je: • • • • • • • • • • waar conflictgebieden op aarde voorkomen dat er twee soorten conflicten bestaan dat staat, volk en territorium de ingrediënten zijn van veel conflicten dat er vijf omstandigheden zijn die de kans op conflicten flink vergroten waarin regionalisme verschilt van nationalisme welke economische, sociale en demografische effecten conflicten hebben op welke manieren Nederland deelneemt aan vredesmissies dat er drie manieren zijn waarop regio’s worden begrensd welke drie conflicten in de EU nog altijd gewelddadig zijn welke problemen een vredesmissie kan ondervinden. begrijp je: • • • • • • • • • hoe burgeroorlogen zich over grenzen kunnen uitbreiden hoe ontwikkelingsfactoren samenhangen met conflicten waarom niet alle volkeren een staat krijgen dat in een land met vele volkeren niet altijd gewelddadige conflicten zijn waarom centralisering van de macht soms ‘eng’ gevonden wordt hoe de EU ook voor kleinere regio’s kansen kan bieden hoe het Bretonse regionalisme zich ontwikkelde de samenhang tussen welvaart en regionalisme en nationalisme waarom de EU geld uit de structuurfondsen aan regio’s besteedt. kun je: • • • • • • informatie vinden in de atlas samenhangen ontdekken in atlaskaarten samenhangen ontdekken tussen atlaskaarten en andere gegevens van een tabel een kaart maken uit een leeftijdsgrafiek informatie halen over oorlogsgebeurtenissen je mening beargumenteren. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 6 © EPN 6 hoofdstuk 3 1 Kindsoldaat of oorlogskind? 1 Lees paragraaf 1 en bekijk de bronnen. De foto op de openingspagina is genomen in Uganda. Lees de tekst die erbij staat. a Zijn dit kindsoldaten of slachtoffers van de oorlog? Of allebei? Geef argumenten voor je antwoord. 3 a In welk cultuurgebied woont Grace? ❍ Afrika ten zuiden van de Sahara ❍ Azië ❍ Latijns-Amerika ❍ islamitische wereld b Gebruik GB 147, 149 en 150/GB 162, 165 en 166 en vul de volgende zinnen aan of omcirkel de goede woorden. Dit zijn kindsoldaten, ze hebben geweren. Maar ze zijn ook slachtoffer: in plaats van naar school te gaan, moeten deze kinderen vechten. X b Wat vind je van de foto? Sudan, Rwanda, Kenia, Tanzania en de Democratische Republiek Kongo . Uganda telt ±23/±28 miljoen De vijf buurlanden van Uganda zijn Eigen antwoord inwoners. Als je door het land reist, vallen een paar dingen op. Overal kun je je uitstekend verstaanbaar maken in het 2 Engels Los de puzzel onder aan de pagina op. Op een van de verticale balken verschijnt het woord waar het in dit hoofdstuk om draait: koloniale verleden. Het is een prachtig land met bergen, meren en plateaus. De natuurlijke plantengroei is Conflicten vochtige savanne , naar het noorden toe wordt het droger. De natuur is rijk, maar de 1 de meest ontwikkelde landen 2 gekanteld staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de bevolking 3 grote, ongewenste verschillen in ontwikkelingsgraad binnen een land 4 alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te maken, bijvoorbeeld wegen en spoorlijnen 5 overzees gebiedsdeel waar een Europees land de dienst uitmaakte 6 eenwording van Europa 7 manier waarop een groep mensen (volk) samenleeft 8 land met een duidelijke grens en een eigen regering 9 de Europese Unie 10 welvaart wordt gemeten op basis van het ... per hoofd 1 B E V 3 R E G I O 4 I N 5 K O 2 6 7 8 S 9 10 figuur 1 . Dat komt door het B C O N F L I C T E N E L A R O N U A U P N K L A N T L A T I E S I E T T R U M N G S O N T R U E G R A U U R L P G C A I E T mensen verdienen gemiddeld maar 922/1457 euro per jaar. Dat is vergeleken met Nederland erg weinig/best redelijk/zeer veel. Maar vergeleken met de buurlanden is het erg weinig/best redelijk/zeer veel. Helaas is het ook een land met veel/weinig vluchtelingen. 4 a Grace heeft een moeilijk leven. Wat vind jij het ergst van de dingen die ze heeft meegemaakt? Waarom? Eigen antwoord N R L U T I E D A I U E N M I D E J K H E I D R b Waarom zijn de consequenties van een oorlog voor vrouwen en meisjes vaak ernstiger dan voor mannen? Zij worden vaak seksueel misbruikt. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 7 © EPN brandhaarden 7 c Hoe kwam Grace in het kamp aan voedsel? Ze stal het van mensen die ze bedreigde. d Door wie wordt Grace gered? Door de soldaten van het gewone leger. e Grace zal het nog moeilijk genoeg krijgen in haar nieuwe leven. Noem drie problemen. Geef ook aan hoe ze die kan oplossen. Probleem Oplossing psychologische problemen geldgebrek therapie bij pater familie verloren werken vrienden maken, trouwen f Grace heeft op sommige punten nog geluk gehad. Noem ten minste twee dingen. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: ze is niet in verwachting geraakt, ze heeft kunnen vluchten, ze wordt opgevangen bij een pater. 5 Waar of niet waar? Geef ook een argument voor je mening. a In Nederland mag je vanaf je 17e in het leger, dus wij kennen ook kindsoldaten. Niet waar, in Nederland ben je dan in opleiding en mag je nog niet meevechten. b Vrouwen zijn niet geschikt om aan een gewapend conflict mee te doen. Niet waar, in veel landen vechten vrouwen net zo hard mee! c De meeste slachtoffers in een oorlog zijn soldaten. Niet waar, oorlogen veroorzaken vaak meer burgerslachtoffers. d Gelukkig kennen wij in Europa geen brandhaarden. Niet waar, denk aan Baskenland, Kosovo, de Kaukasus. e Om een oorlog te kunnen voeren, moet je wel een rijk land zijn. Niet waar, arme landen voeren ook oorlog. Wel is het zo dat oorlogen veel geld kosten. f Er komen steeds meer brandhaarden die op gewapende conflicten uitlopen. Niet waar, juist vanaf 1989 is het aantal gewapende conflicten afgenomen. g Gewapende conflicten komen vaker voor in arme dan in rijke landen. Waar, juist in arme landen komen veel conflicten voor. 6 Overleg met je buur. Noteer in de tabel onder aan de pagina drie landen buiten Europa waarvan jij weet dat er op dit moment een gewapend conflict aan de gang is. Weet je ook wie tegen wie strijdt en waar het om gaat? Kijk eventueel in de krant voor meer informatie. 7 Enkele begrippen die je in vorige jaren hebt geleerd, komen in nu weer van pas. Zet achter elke betekenis het juiste begrip. • gekanteld staafdiagram waarin je per leeftijdgroep van vijf jaar, het aantal mannen of vrouwen kunt aflezen: bevolkingsgrafiek • samenwerkingsverband tussen 27 Europese landen om vrede, veiligheid en welvaart te bereiken: Europese Unie (EU) • het gemiddeld aantal geborenen/overledenen in een gebied per 1000 inwoners in een jaar: geboortecijfer/sterftecijfer • alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te maken, bijvoorbeeld wegen, spoorlijnen en havens, maar ook pijpleidingen en digitale verbindingen: Infrastructuur • landen die niet horen tot de rijke geïndustrialiseerde landen: Ontwikkelingslanden • migratie met als doel te vluchten voor oorlog, geweld of vervolging: politieke migratie Landen Wie vecht tegen wie? Waar gaat het om? eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord eigen antwoord tabel bij vraag 6 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 8 © EPN 8 hoofdstuk 3 2 Conflictgebieden in de wereld 4 Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen. 1 De mensenrechten worden geschonden (geen vrijheid van meningsuiting). Er zijn verschillende soorten conflicten. a Tot welke soort hoort de Tweede Wereldoorlog? b De voedselschaarste leidde tot een grote trek naar de steden. Internationaal conflict b Wat is een burgeroorlog? ❍ Een oorlog waarin vooral burgerslachtoffers vallen. ❍ Een oorlog waarin burgers tegen elkaar strijden. ❍ Een niet-gewelddadig conflict. ❍ Een conflict binnen een land. c Veel burgeroorlogen groeien uit tot een regionaal conflict. Wat betekent dat? X Dat ook partijen uit buurlanden bij het conflict betrokken raken. d Noem drie redenen waarom rebellengroepen vaak in grensregio’s zitten. Grensregio’s zijn afgelegen, vaak slecht bereikbaar, er is minder controle door de overheid, rebellen kunnen gemakkelijk de grens over vluchten en zijn dus minder goed te bestrijden. Welke stellingen zijn waar (zie bron 5)? ❍ Elk volk heeft een eigen territorium. ❍ Elk volk heeft een eigen staat. ❍ In elke staat woont één volk. ❍ De Friezen zijn een volk. ❍ Suriname is een staat. ❍ Er zijn meer staten dan volkeren. Zet achter elke zin een R voor regionalisme of een N voor nationalisme. • De Joodse staat Israël werd in 1948 gesticht. N • Sommige Basken strijden voor onafhankelijkheid. N • De Friezen voerden een felle strijd voor erkenning van hun R • De meeste Basken zijn tevreden met gedeeltelijke R • De Koerdische partij PKK streeft naar een eigen N • De Samen willen meer subsidie voor hun cultuur en economie. R Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden. d De VN-vredesmacht heeft de grootste moeite om de huurlingen te bewegen hun wapens in te leveren. Kort geleden heeft een ander gewelddadig conflict plaatsgevonden. e Voorafgaand aan de verkiezingen verklaarde de president de oppositiepartij onwettig. Ze zijn niet democratisch. 5 X X In gewelddadige gebieden is de levensverwachting lager. 3 Koerdistan. c Door de slachtpartijen die de rebellen aanrichtten, zijn honderdduizenden mensen op de vlucht geslagen naar het buurland. X X X onafhankelijkheid. Een groot deel van de bevolking heeft honger. a Bron 4 is een wereldkaart vol geweld. In welke drie grote regio’s komt veel geweld voor? ❍ Noord-Afrika ❍ islamitische wereld ❍ Sub-Sahara Afrika ❍ Verenigde Staten ❍ Zuidoost-Azië ❍ Europa b Vergelijk de volgende GB-kaarten met bron 4. Geef het verband aan tussen geweld en het thema van de GB-kaart. • GB 192A/GB 203A: 2 taal. Als een samenleving bepaalde kenmerken heeft, ontstaan er gemakkelijk gewelddadige conflicten. Noem voor de volgende situaties het juiste kenmerk uit het tekstboek. a Bron 6. • GB 193F/GB 206F: Landen waar veel conflicten zijn, krijgen veel ontwikkelingshulp. c Kies zelf ook twee kaarten waarmee je een verband kunt leggen met bron 4. Schrijf het kaartnummer en het verband op. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: GB 195A/ GB 213A: landen met conflicten hebben een lager bnp per hoofd; GB 196D/GB 208B: in landen met conflicten zijn de levensomstandigheden slecht tot zeer slecht. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 9 © EPN brandhaarden 9 d figuur 2 Regio met vluchtelingen en brandhaarden b Verbind elk land met de juiste omschrijving van de veiligheidssituatie. land a Er is een conflict dat mensen doet vluchten, ook vangt het vluchtelingen uit land a op Het ernstigste conflict, levert de meeste vluchtelingen, maar vangt ook een paar vluchtelingen op uit land c. Het veiligste land, zonder conflict. Vangt de meeste vluchtelingen op, maar is zelf ook niet helemaal rustig. land b land c land d 8 a Bekijk figuur 3 en vul de tekst aan met jaartallen. Het aantal onafhankelijkheidsconflicten in de wereld steeg vanaf 1956 1991 tot 1995 . Daarna daalde het aantal onafhankelijkheids- oorlogen. De periode waarin de meeste nieuwe conflicten oplaaiden was 1991-1995 7 Bekijk bron 6 en gebruik de atlas. a In welk deel van China ligt Tibet? Zuidwesten b Welke uitspraak of uitspraken zijn juist? ❍ Tibet is een staat. ❍ Tibet heeft een volk. ❍ Tibetanen hebben een eigen territorium. ❍ De welvaart in Tibet is een van de hoogste van het land. ❍ De welvaart in Tibet is minstens vijf keer zo laag als in Shanghai. ❍ Tibetanen hebben een totaal andere cultuur dan de Chinezen. ❍ Tibet heeft beperkt zelfbestuur. X X X X aantal en status 48 totaal aantal voortdurende conflicten 20 36 15 24 10 12 5 0 0 1971-1975 het absolute aantal vluchtelingen het grootst is. 1966-1970 2 In Sudan is het vluchtelingenprobleem het grootst omdat ... 1961-1965 het relatieve aantal vluchtelingen (als percentage van de bevolking) het hoogst is. . Het is dus weer een stuk Verschillende antwoorden mogelijk. In je antwoord moet je ingaan op het feit dat er meer volkeren dan staten zijn, dat er niet overal democratie is, dat er nog overal honger is en mensenrechtenschendingen zijn. Daarnaast zullen de vluchtelingen van nu en de conflicten van nu weer aanleiding zijn voor nieuwe conflicten. 1956-1960 d In de kaart wordt de ernst van het vluchtelingenprobleem in absolute en in relatieve cijfers weergegeven. Vul de twee zinnen aan. 1 In Guinee en Djibouti (GB 52) / Tsjaad (GB 53) is het vluchtelingenprobleem het grootst omdat ... 1975 rustiger in de wereld. b Hoe denk je dat de grafiek zich in de komende twintig jaar zal ontwikkelen? Geef argumenten gebaseerd op wat je in deze paragraaf hebt geleerd. voor 1956 Vluchtelingen die niet in kampen zitten en vluchtelingen die niet geholpen worden door humanitaire organisaties. . Dat had te maken met de val van het communisme. In het jaar 2006 waren er net zo veel conflicten als in c Lees de legenda van GB 149D/GB 165E. Welke vluchtelingen staan niet op de kaart? . Het grootste aantal was in 2001-2006 c De gebieden met autonomie liggen ver van Beijing af, in bergland, dus zijn moeilijker bereikbaar dan het vlakke gedeelte aan de kust. De gebieden hebben ook een andere religie en etniciteit. Dat maakt het moeilijk om ze vanuit Beijing te besturen. 1996-2000 brandhaard 1991-1995 b 1986-1990 a 1981-1985 In figuur 2 zie je een regio met brandhaarden en vluchtelingen. a Teken brandhaarden in de juiste landen. c Gebruik GB 136-137/GB 152-153. Waarom is het voor de centrale regering in de hoofdstad moeilijk om de autonome gebieden helemaal onder controle te houden? Gebruik in je antwoord zowel fysisch-geografische argumenten als sociaal-geografische. 1976-1980 6 aantal conflicten dat voortduurde aan het eind van de periode nieuw conflict staakt het vuren bijgelegd of gewonnen figuur 3 Gewapende onafhankelijkheidsoorlogen (1956-2006) 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 10 © EPN 10 hoofdstuk 3 3 Gevolgen van gewelddadige conflicten b Waarom vormen burgeroorlog en armoede een vicieuze cirkel? Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen. 1 a In de volgende zinnen worden gevolgen van een oorlog genoemd. Zet bij elke zin of het een economisch, sociaal en/of demografisch gevolg is. Soms moet je twee gevolgen noemen. • Yaël heeft haar twee broers verloren bij een zelfmoordaanslag in een bus. Sociaal • Ze durft nog steeds niet alleen op straat en haalt slechte cijfers op school. Sociaal • Hua Tai is in de oorlog gemarteld. Hij kan zijn rechterarm niet meer gebruiken. Sociaal • Daardoor liggen zijn akkers braak. Economisch • De brug wordt eerder gerepareerd dan de medische hulppost. Economisch en sociaal • Hierdoor is de zuigelingensterfte toegenomen. Sociaal, demografisch Omdat de oorlog armoede en geweld veroorzaakt, wat de kans op conflicten weer vergroot, waardoor weer armoede ontstaat enzovoort. c Kruis de drie redenen aan waarom een burgeroorlog vaak ook een negatief effect heeft op buurlanden. ❍ er ontstaat illegale handel om de oorlog te financieren ❍ hulporganisaties werken in meerdere landen ❍ veel vluchtelingen trekken naar buurlanden ❍ rebellen en leger overschrijden vaak de grens ❍ de infrastructuur in de hele regio gaat kapot X X X 3 a Noem een overeenkomst en een verschil tussen een ontheemde en een vluchteling. Beiden zijn gevlucht. De ontheemde is in zijn eigen land gebleven, de vluchteling ging naar een ander land. b Hoe groot is het aantal asielzoekers in Europa als percentage van het totaal aantal vluchtelingen in de wereld? 338 300 van 20 miljoen is minder dan 1,7% c Waarom vluchten niet meer mensen naar Europa? De meeste mensen in conflictgebieden zijn te arm om de reis te betalen. • Veel mensen zijn gevlucht naar het buurland. Demografisch • Je moet geen diamanten uit Liberia kopen. Anders financier je de oorlog daar. Economisch b Wat wordt bedoeld met psychische gevolgen? Geef ook een voorbeeld. Gevolgen voor de geestelijke gezondheid, bijvoorbeeld: depressief, angstig. 2 a Wat is een vicieuze cirkel? Een reeks handelingen of gebeurtenissen waardoor je steeds terugkeert bij het beginpunt. d Noem drie redenen waarom vluchten zo erg is. Bijvoorbeeld: je moet je eigendommen achterlaten, je kunt werk niet doen, je wordt angstig, je verliest familieleden uit het oog, je wordt afhankelijk van hulp, je toekomst is onzeker. 4 Bekijk bron 7. a Welke twee gevolgen van oorlog zie je? Zet erbij of het sociale, economische en/of demografische gevolgen betreft. Economisch gevolg: invalide kan zelf niet zo veel meer werken; sociaal gevolg: invalide moet verzorgd worden. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 11 © EPN brandhaarden 11 b Aan welke vier dingen zou je kunnen zien waar deze foto is gemaakt? Het landschap is bergachtig; het is een arm land, want de weg is niet bestraat; het uiterlijk van de mensen; het moet een oorlogsland zijn vanwege landmijnen. c Welk land is het? ❍ Marokko ❍ Afghanistan X ❍ Italië ❍ Liberia 5 Bekijk bron 8. a Welke dingen op de foto maken meteen duidelijk dat het een vluchtelingenkamp is en niet een dorp of krottenwijk? Oxfam-tent, veel kranen bij elkaar, geen bebouwing b Waar is dit? ❍ Tunesië ❍ Afghanistan ❍ Sudan X❍ Bolivia 6 Bekijk bron 9. a Zet de gegevens uit de tabel van bron 9 in een kaart in figuur 4. Gebruik je geodriehoek. b Wat vind jij de beste manier om gegevens over massamoorden weer te geven: een kaart of een tabel? Waarom? Eigen antwoord, bijvoorbeeld: een kaart, want die is duidelijker, dramatischer, je ziet meer figuur 4 Massamoorden in de 20e eeuw geevens in één oogopslag; maar een tabel is preciezer. 7 Bekijk bron 10. Hier zie je de leeftijdsopbouw van Cambodja. a Van welk jaar is deze bevolkingspiramide? 2008 b Welke leeftijdsbalk laat zien dat er in de periode van 1975-1979 minder kinderen werden geboren? 30-34 jaar, je moet terugrekenen vanaf 2008 tot 1975-1979 c In 2008 kun je ook nog het effect op het aantal geboorten uit die kinderen zien. Welke balk is dat en waarom? 5-14 jaar, dat is een kleiner aantal kinderen omdat de groep ouders ook klein is. d Aan welke balken kun je zien dat er veel slachtoffers waren in die periode? Aan de balken 45-55, die dat waren jonge mensen in Pol Pots dictatuur. Deze balken zijn veel smaller dan daaronder. e Aan welke balk kun je zien dat er een geboortegolf was na 1979? 25-29 jaar 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 12 © EPN Work it out 1 1 Extra opdracht: Nigeria Je gaat een onderzoekje uitvoeren naar interne problemen in Nigeria. Gebruik niet alleen de atlaskaart ‘Nigeria: één staat, 300 volken’ (GB 151/GB 167), maar ook enkele kaarten van heel Afrika. a Welke sociaal-culturele kenmerken heeft Nigeria volgens deze kaart? Verschillende godsdiensten, veel talen en volkeren. b Zijn er, volgens de GB, geweldsuitbarstingen in dit land? Noteer het kaartnummer. Nee, GB 149D/Ja, GB 165E c Welk land heerste er in de koloniale tijd over Nigeria? Gebruik de GB en noteer het kaartnummer. Verenigd Koninkrijk, GB 149B/GB 165B d Hoe komt het dat er veel volkeren in de staat Nigeria wonen? De grenzen van het land zijn in de koloniale tijd getrokken, daardoor kwamen (vijandige) volkeren bij elkaar in een staat te wonen. e Beschrijf met behulp van GB 151C/GB 167C wat er in Nigeria is gebeurd. Tussen 1960 en 1996/2006 werd Nigeria in steeds meer staten opgedeeld. l Op GB 151E en F/GB 167E en F wordt ingezoomd op een kleiner gebied. Wat wil men daarmee laten zien? Binnen één gebied zijn nog meer minderheden. m Heerst er honger of voedselschaarste in Nigeria? Zo ja, welke twee oorzaken daarvoor worden in de atlas genoemd? Ja; door afnemende productie van voedsel en toename van bevolking. n In 2004 braken hevige onlusten uit tussen christenen en moslims rond Plateau, een van de staten in Centraal Nigeria. Haal uit de atlaskaart over cultuurgebieden nog een oorzaak voor dat conflict. Verschil in taal (zie opmerking GB 151D/ GB 167D) o Formuleer een conclusie over de drie oorzaken van de conflicten in Nigeria. De oorzaken van de conflicten in Nigeria liggen in de grote welvaartsverschillen tussen noord en zuid, de grote groepen arme migranten en de bevolkingsgroei. Daardoor is er ook steeds meer honger, wat een oorzaak is van conflicten. f Is dat proces in 1996/2006 voltooid? Hoe weet je dat? Nee, in 1996/2006 werden er nog meer nieuwe staten gevormd. g Wat is daarvoor de reden? Steeds meer volkeren willen onafhankelijker zijn. Bekijk figuur 5 over de sharia (het islamitische rechtssysteem) in Nigeria. h Op welke atlaskaart kun je een verklaring vinden voor dit verschil tussen Noord- en Zuid-Nigeria? GB 151A/GB 167A i Welk deel van Nigeria is het rijkst: het zuiden of het noorden? Het zuiden j Licht je antwoord bij vraag i toe met informatie uit een van de kaarten. Noem ook het kaartnummer. GB 151B/GB 167B: het zuiden is rijk aan olie. k Hoe zullen migratiestromen lopen? Van noord naar zuid. figuur 5 2 Extra opdracht: Midden-Oosten Lees tekst A, B en C. a Over welk land in het Midden-Oosten gaat het in tekst A en B, denk je? Israël en de Palestijnse gebieden b Bespreek de verschillen tussen de twee teksten met je buur. A is negatief: oorlog blijft; B is positief: hoop op vrede. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 13 © EPN brandhaarden 13 c Welke tips van tekst C zijn gebruikt voor tekst B? 1, 5, 6 d Herschrijf het bericht in tekst D, zoals een vredesjournalist dat zou doen. Eigen antwoord A Wereldleiders pleiten voor verstand in brandhaard Midden-Oosten De vredeskansen in het Midden-Oosten liggen volledig in duigen na de meest gewelddadige dag in de bezette gebieden sinds de strijd twee weken geleden in alle hevigheid oplaaide. 3 Samenvattingsopdracht Werk samen met je buur. Hieronder staan acht rijtjes van drie begrippen. Beslis steeds welk begrip er niet in thuishoort, en schrijf op waarom niet. Vaak zijn meerdere antwoorden mogelijk. Belangrijk is je redenering. a nationalisme/burgeroorlog/regionalisme Bijvoorbeeld: regionalisme, dit is niet gewelddadig. b conflict/vredesmacht/onafhankelijkheid Onafhankelijkheid, dit is een eindstadium. De andere woorden duiden op strijd die nog niet is afgelopen. c separatisme/internationaal conflict/burgeroorlog Internationaal conflict, want de andere begrippen hebben met conflicten binnen een staat te maken. B ‘Vrede – nu meer dan ooit’, zeggen Arabieren en Joden terwijl het dodental stijgt Vredesactivisten in het Midden-Oosten versterken hun oproep tot dialoog, nadat geweld in de bezette gebieden vannacht weer leidde tot het verlies van twee levens. C Tips voor een vredesjournalist: 1 Geef niet alleen aandacht aan wat de partijen verdeelt, maar benadruk overeenkomsten en gemeenschappelijke doelen. 2 Leg niet eenzijdig de nadruk op geweld. Laat menselijke angsten zien om zo het geweld te begrijpen. 3 Wijs geen schuldige aan. Laat zien dat er iets gebeurt wat niemand wil. 4 Benadruk lijden, angst en wrok niet alleen van één partij. 5 Gebruik geen zielige of dramatische taal. 6 Gebruik geen vage of emotionele woorden bij het beschrijven van gebeurtenissen. D Religieus geweld Nigeria eist leven van 67 moslims De slachtoffers vielen bij een aanval van een christelijke militie van Tarok-boeren op islamitische Fulani-schaapherders in de stad Yelwa. Een wanhopige taxichauffeur uit Yelwa vertelt dat hij uit de stad was gevlucht nadat deze was aangevallen door gewapende Taroks. Volgens hem zijn vele onschuldige vrouwen en kinderen gestorven. Er zijn al maandenlang gevechten in de christelijke deelstaat Plateau. De gevechten gaan voornamelijk over moslimherders die hun kudden op het land van christenen willen laten grazen. Naar schatting zijn over en weer al meer dan 400 mensen vermoord. Duizenden christenen en moslims zijn op de vlucht geslagen voor de gewelddadigheden. d ontheemden/mannen/vluchtelingen Mannen, 80% van ontheemden en vluchtelingen zijn vrouwen en kinderen. e infrastructuur/diamant/olie Infrastructuur, met diamant en olie worden oorlogen vaak gefinancierd, infrastructuur wordt vernietigd. f genocide/babyboom/ondervoeding Ondervoeding, de eerste twee zijn een demografisch gevolg, de laatste is een sociaal gevolg. g macht/staat/volk Volk, dit heeft soms geen macht, een staat wel. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 14 © EPN Israël Palestijnen 4 Israël en de Palestijnen 4 1 a Zoek via het achterschutblad van de atlas de kaart van Israël op. De vier buurlanden zijn: Libanon, Jordanië, Syrië en Egypte. b Wat betekent het woord autonoom? zelfstandig, onafhankelijk c Welke drie dingen in de legenda van de overzichtskaart wijzen erop dat Israël een brandhaard is? De grenzen zijn van 1967, dus nu is er onenigheid over; de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever zijn Palestijns autonoom gebied; er is door Israël bezet gebied. d Welk gebied is meer ontwikkeld: Israël of de Palestijnse gebieden? Bekijk het kaartblad over de economie van Israël. Met welke drie gegevens kun je het verschil in ontwikkeling tussen Israël en de Palestijnse gebieden aantonen? Israël: want daar bevinden zich het bevloeide cultuurland, de industrie en mijnbouw grotendeels, dus dat gebied zal meer ontwikkeld zijn. De bronnen 11 tot en met 13 geven een historisch overzicht van de staat Israël. a Geef met een cijfer 1 t/m 6 voor de volgende zes zinnen aan wat de volgorde in de tijd moet zijn. 2 1 6 3 3 Bekijk bron 16. Let op: er zijn drie gebieden! De gegevens van Israël gaan niet over de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. a Bereken het aantal Palestijnen door het aantal niet-Joden in alle gebieden te nemen. Rond af op 100.000. 1,5 miljoen Westelijke Jordaanoever: 2,4 miljoen Israël: 24% van 7,1 miljoen = 1,7 miljoen Totaal: 5,6 miljoen • Gazastrook: • • • b Hoeveel Joden zijn er? Rond af op 100 000. 76,1% van 7,1 miljoen, plus 364 000 kolonisten, samen afgerond 5,8 miljoen c Waarom zullen er binnen enkele jaren meer Palestijnen dan Joden zijn? Het geboortecijfer van de Palestijnen is veel hoger. d Welk van de drie gebieden is het dichtstbevolkt? (Het is overigens ook het dichtstbevolkte gebied ter wereld!) Gazastrook: bijna 4200 inwoners per km2 2 5 De Arabische buurlanden vallen in 1967 de nieuwe staat Israël aan. Maar die is militair veel sterker. Israël bezet dan grote delen van de buurlanden uit veiligheidsoverwegingen. De Palestijnen voelen zich tweederangsburgers in Israël. Zij strijden voor een eigen staat en plegen aanslagen (de intifada). Koloniale situatie. De Engelsen heersen over Palestina. Er wonen nog niet veel Joden. Het Joodse volk werd verdreven uit Israël. Sindsdien zijn Joden overal vervolgd. Binnen Israël zijn aparte gebieden ontstaan waar Palestijnen zelfbeschikking over hebben. In die gebieden wonen ook Joodse kolonisten, die een ongedeeld Israël willen. Zij worden door de staat Israël militair beschermd (zie bron 13). Het Joodse volk heeft eeuwen geleden. Het ergst was de Tweede Wereldoorlog, met de Holocaust: er werden 6 miljoen Joden vermoord. Daarom hebben de Joden recht op een eigen land: Israël wordt gesticht. Ze gaan het land delen met de Palestijnen die er al eeuwen wonen (zie bron 12). 4 Bekijk bron 17 en 18. a Wie zijn er gevlucht? Arabieren, Palestijnen b Noem de vijf gebieden waar de mensen naar toe vluchtten. Gazastrook en Westelijke Jordaanoever, Jordanië, Libanon en Syrië c Waarom vluchtten de mensen? Ze waren bang voor het Israëlische leger. d Verklaar het grote verschil in aantallen vluchtelingen tussen de twee bronnen. Denk aan demografische factoren. Bron 17 is al oud, van 1948. De vluchtelingen hebben inmiddels (klein)kinderen gekregen. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 15 © EPN brandhaarden 15 e Het verschil in aantallen kan ook ontstaan zijn doordat de bron van de gegevens verschillend is. Welke bron – 17 of 18 – is het meest betrouwbaar? Licht je antwoord toe. Bron 18 is van de VN, dat is een onpartijdige bron. Burgeroorlog, binnen de staat Israël c Is er regionalisme of nationalisme? Nationalisme: Palestijnen willen zelfbeschikking. 5 Bekijk bron 19, 20 en 21. a Waardoor wordt de bevolkingsgroei in de Palestijnse gebieden verklaard? d Zijn er verschillen zijn in welvaart en politieke macht, en zo ja , welke? Ja, de Palestijnen zijn het armst en ze hebben geen eigen staat. Door een hoog geboortecijfer b En in Israël? e Ga na of er sprake is van de volgende vijf kenmerken: 1 Ze zijn niet democratisch. Door immigratie veel welvarender c Vul aan. Bron 20 laat zien dat Israël is dan de Palestijnse gebieden. d Vergelijk bron 19 en 20 met elkaar. Welk verband bestaat er tussen welvaart en het geboortecijfer? Maak een hoe-hoezin. Hoe armer een gebied, hoe hoger het geboortecijfer. De Palestijnen hebben geen kiesrecht in Israël. 2 De mensenrechten worden geschonden. Ja, er is vaak geweld bij de checkpoints. 3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger. Geen honger, maar wel armoede. 6 a Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: territorium – staat – nationalisme – volkeren. Israël is één b Wat voor soort conflict is het? Kies uit: internationaal – burgeroorlog – regionaal. staat met daarbinnen Palestijnse volkeren oneens zijn over de verdeling van het territorium autonome gebieden. Er zijn twee Nee die het . De Palestijnen willen een eigen staat, dit noemen we nationalisme 4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden. . b Bekijk bron 14. Wat vind je ervan dat deze man met een pistool schiet tijdens een demonstratie? ❍ Begrijpelijk, de Palestijnen zijn een onderdrukt volk. ❍ Geweld is nooit te rechtvaardigen. ❍ Gevaarlijk, kijk maar hoe angstig die vrouw is. ❍ Hij wil indruk maken, maar hij schiet in de lucht, dus het is niet serieus bedoeld. ❍ Eigen antwoord: 7 Door antwoord te geven op de volgende vragen, krijg je een korte samenvatting van het conflict tussen Israël en de Palestijnen. a Welke situatie uit bron 5 is van toepassing op het gebied? Situatie 2, omdat er Israëli’s en Palestijnen in Israël wonen. 5 Kort geleden heeft er een ander gewelddadig conflict plaatsgevonden. Ja, het is al jaren oorlog met af en toe vrede. f Beschrijf een economisch, sociaal en demografisch gevolg van dit conflict. Economisch: de Palestijnse economie zit in het slop door de blokkades, de militaire uitgaven van Israël zijn een grote belasting. Sociaal: demonstraties, onschuldige burgers worden gedood, vluchtelingen. Demografisch: groot aantal vluchtelingen na de Zesdaagse Oorlog. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 16 © EPN Kaukasus 5 De Kaukasus 1 3 a Vergelijk GB 116-117/GB 128-129 met GB 123C/GB 141B. In de Kaukasus wonen veel verschillende volkeren. Hoe zou dat komen? Geef zowel de oorzaak als het gevolg. Tip: denk aan de fysische omstandigheden. Gebruik bron 22 en 26. Omcirkel de goede woorden en vul de zinnen aan. a De welvaart van de (deel)staten in de Kaukasus lijkt Het is een bergachtig, weinig toegankelijk gebied. Daarom hadden de volkeren onderling weinig contact. Zo hebben zij zich allemaal verschillend ontwikkeld. b Bekijk GB 123C/GB 141B. In de Kaukasus heeft ook veel immigratie plaatsgevonden. Aan de spreiding van welke vier etnische groepen is dat goed te zien? Turkse volkeren, Mongoolse volkeren, Koerden, Grieken c Bekijk bron 22. In de legenda zie je landsgrens en deelrepubliek. Daaruit kun je opmaken dat ... ❍ er veel etnische verschillen zullen zijn. ❍ er veel economische problemen zullen zijn. ❍ er veel regionalisme en nationalisme zal zijn. ❍ er veel brandhaarden zullen zijn. X 2 Bekijk bron 22. a Welke (deel)republiek telt het grootste aantal volkeren? Dagestan b Bekijk bron 22 en lees bron 25. Waarom werkt juist dat grote aantal volkeren in die (deel)republiek remmend op het nationalisme? Omdat de volkeren erg op zichzelf gericht en zeer verdeeld zijn. c Hoe verklaar je het hoge percentage Russen in Tsjetsjenië? Om zijn macht te kunnen handhaven, stuurde Rusland altijd veel Russen naar die gebieden. sterk/niet op elkaar, want het bnp loopt sterk uiteen. b De etnische samenstelling van de (deel)staten in de Dagestan heeft heel veel verschillende volkeren, maar Armenië niet. Kaukasus lijkt sterk/niet op elkaar, want c De politieke staatsvorm van de (deel)staten in de Kaukasus Tsjetsjenië en Dagestan zijn niet onafhankelijk van Rusland, maar Armenië en Azerbeidzjan wel. lijkt sterk/niet op elkaar, want 4 Zoek in de atlas de kaarten op die over de voormalige SovjetUnie gaan. a Waarom spreekt men van de voormalige Sovjet-Unie? De Sovjet-Unie bestond uit een heleboel deelrepublieken. Na 1991 is een aantal daarvan onafhankelijk geworden. b (Deze opdracht maak je met de GB 52e druk.) Omcirkel de goede antwoorden. • De bevolkingsdichtheid van de Kaukasus is vrij hoog/laag vergeleken met Rusland. • Het bnp is sterker/minder sterk gedaald in de Kaukasus dan in Rusland. • Het percentage Russen in de Kaukasus is lager/hoger dan in de rest van de voormalige Sovjet-Unie. • De Kaukasus is dus een economisch en sociaal een modern/achtergebleven gebied. c Wat zijn in de Kaukasus de belangrijkste factoren die tot conflicten leiden? ❍ Het gebergte, dat werkt als een scheidingswand. ❍ Grote verschillen in welvaart. ❍ Grote verschillen in politieke macht. ❍ De uitgestrektheid van het land. ❍ De verschillende volkeren, talen en godsdiensten. X X X 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 17 © EPN brandhaarden 17 5 8 Bekijk bron 25 en 29. De genocide op het Tsjetsjeense volk en die op de Armeniërs zijn vergelijkbaar. a Wat is een genocide? Tip: kijk in de begrippenlijst. Door antwoord te geven op de volgende vragen, krijg je een korte samenvatting van de conflicten in de Kaukasus. a Welke situatie uit bron 5 is van toepassing op elk conflict? Vernietiging van een volk, een ras of een groep of een poging daartoe. b Noem twee overeenkomsten tussen deze twee genocides. Beide volkeren werden door hun eigen staat naar onherbergzame gebieden gedeporteerd. Velen stierven. Dit gebeurde in beide gevallen voor de Tweede Wereldoorlog. Situatie 2, alle gebieden hebben meerdere volkeren. b Wat voor soort conflict is het? Kies uit: internationaal – burgeroorlog – regionaal. Burgeroorlog: Tsjetsjenië wil een eigen territorium. Internationaal: het Armeense volk in de enclave in Azerbeidzjan wil bij de staat Armenië horen. c Is er regionalisme of nationalisme? 6 Alle conflicten zijn nationalistisch. Maak de volgende zinnen compleet. • Bron 25: De strijd verplaatst zich vanuit Tsjetsjenië naar het buurland Dagestan. • Bron 28: Deze strijder in deelrepubliek Tsjetsjenië islamitische godsdienst. Bron 30: De aanhoudende strijd in Tsjetsjenië zorgt ervoor dat de olie niet vervoerd kan worden via de lijn Bakoe-Novorossijsk. Daardoor blijft de armoede bestaan. Bron 27: Hoopvolle ontwikkelingen zijn er in Azerbeidzjan , doordat de olie-inkomsten is aanhanger van de • • zorgen voor meer welvaart. 7 Zet de juiste gebieden bij de omschrijvingen: • Dagestan : Er wonen veel volkeren binnen deze deelrepubliek van Rusland. Ze hebben geen eigen territorium, maar er is ook geen onafhankelijkheidsstrijd. • Tsjetsjenië : Er zijn veel volkeren binnen deze deelrepubliek. Ze hebben geen eigen territorium, geen eigen staat. Er is een serieuze onafhankelijkheidsstrijd. • Armenië : Er wonen hier weinig verschillende volkeren, maar er is wel een eigen staat, en ook is een stuk buurland bezet. • Azerbeidzjan : Hier wonen enkele verschillende volkeren die geen eigen staat vormen. Een gebied met veel Armeniërs is bezet door buurland Armenië. d Zijn er verschillen zijn in welvaart en politieke macht? Ja, er zijn grote verschillen in welvaart en politieke macht. e Ga na of er sprake is van de volgende vijf kenmerken: 1 Ze zijn niet democratisch. Rusland is wel democratisch. 2 De mensenrechten worden geschonden. Er is veel corruptie. 3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger. Honger is er niet, wel veel armoede. 4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden. Nee 5 Kort geleden heeft er een ander gewelddadig conflict plaatsgevonden. Ja, in alle gebieden. f Beschrijf een economisch, sociaal en demografisch gevolg van dit conflict. Economisch: vernietiging bezittingen; Tsjetsjenen raken bezittingen kwijt: grote armoede; armoede in Azerbeidzjan ondanks recente rijkdom door oliereserves; nog veel armoede. Sociaal: verdriet en angst, veel leed. Demografisch: grote aantallen Armeniërs in buitenland, grote sterfte onder oorlogsgeneratie Tsjetsjenen. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 18 © EPN 18 hoofdstuk 3 6 Regionalisme 2 Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen. 1 a Binnen Europa bestaan grote en ongewenste verschillen tussen rijke en arme regio’s. Wat zijn drie negatieve gevolgen van deze regionale ongelijkheid? 1 Bedrijven trekken weg uit arme regio’s. 2 Grote migratiestromen (leegloop en overvolle regio’s). Nationalisme/separatisme a Wat is een regio? Een gebied dat wordt afgebakend op grond van een bepaald kenmerk b Om welke regio (regio’s) gaat het in de volgende zinnen? Zet er ook bij op welke gronden de regio afgegrensd is. • het inleidend verhaaltje bij deze paragraaf in het tekstboek: Groningen (of het hele Noorden), omdat er niet wordt geïnvesteerd door de overheid • de tekst van het tweede voorbeeld uit ‘Brandhaarden in Europa’ in het tekstboek: Baskenland, een provincie van Spanje met een aparte taal, cultuur en geschiedenis • GB 54F/GB 58F De provincies van Nederland, samenstelling van de beroepsbevolking 3 b Hoe kan de EU de regionale ongelijkheid aanpakken? Arme regio’s krijgen structuurfondsen. c Streep het foute woord door: Het is goed/slecht voor de eenheid van de EU als mensen de centralisering van de macht willen tegenhouden. De bescherming van regionale specialiteiten is belangrijk om kleine/grote regio’s het gevoel te geven dat ze ertoe doen in de EU. 3 a Verdeel Europa globaal op grond van koopkracht. Zet achter de delen van Europa of de koopkracht hoog, laag of gemiddeld is. • Noorden: • GB 57A/GB 61A verzorgingsgebieden van centrale plaatsen, daar wonen de mensen die binnen het gebied van diensten gebruikmaken • GB 113B/GB 82E Kleine gebieden (gemeenten) binnen de deelrepublieken en autonome gebieden, etnische samenstelling van de bevolking • GB 109C/GB 117C toeristische gebieden in Spanje en Portugal, afgegrensd op basis van aanwezigheid van toeristische hotels en campings c Trek een conclusie door de zin af te maken. Regio’s zijn op verschillende manieren af te grenzen; het hangt af van: grenzen. het kenmerk dat je kiest om af te • Westen: • Zuiden: • Oosten: hoog hoog gemiddeld laag b Kies een (Oostblok)land dat recent tot de EU is toegetreden. Zoek daarna op GB 80-81/GB 88-89 drie kaarten op waarmee je kunt aantonen dat dit land achterloopt in ontwikkeling vergeleken met de rest van de EU. Bijvoorbeeld: GB 80C of I/GB 88C of I geen goed werkende markteconomie; GB 81E en F/GB 89E en F: er is een hoge zuigelingensterfte, er wordt minder geld aan gezondheidszorg besteed c Als je GB 80-81/GB 88-89 goed bestudeert, zie je ook enkele terreinen waarop de voormalige Oostbloklanden beter scoren dan de West-Europese landen. Noem twee kaartjes waaruit dat blijkt. GB 81D/GB 89D: inentingen; GB 81H/GB 89H: onderwijsuitgaven 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 19 © EPN brandhaarden 19 d In veel landen bestaan grote verschillen in koopkracht tussen de regio’s. Welke kaart in de atlas laat zien dat dat in Italië zo is? GB 111C/GB 119C e Neem de kaart over migratiestromen in Italië. Beschrijf hoe de verschillen in koopkracht leiden tot migratie in Italië. In gebieden met een lagere koopkracht is een negatief migratiesaldo. In gebieden met een hogere koopkracht is een positief migratiesaldo. b Bekijk bron 32. Bevordert het hek de vrede? Geef je mening en een argument. Verschillende antwoorden mogelijk. Ja: met het hek voorkom je dat het uit de hand loopt doordat enkele agressievelingen ’s avonds de boel opjutten. De meeste mensen willen immers vrede. Nee: het hek is een uiting van wantrouwen en de haat blijft bestaan. 6 f In Padania in Noord-Italië is een afscheidingsbeweging actief. Waarom zou een rijker gebied zich willen afscheiden van de rest van het land? Omdat ze hun welvaart niet willen delen met het arme deel van het land. 4 a Er is niet één eenvoudige verklaring voor de regionale verschillen in koopkracht in Europa. Maar een deel kun je verklaren met behulp van een factor uit de fysische dimensie (natuurlijke omstandigheden) en een deel met behulp van een factor uit de politieke dimensie. Welke factoren zijn dat? Fysisch: reliëfverschillen, verschillen in natuurlijke omstandigheden en ligging aan kust of binnenland, waardoor de bestaansmiddelen verschillend zijn. Politiek: de voormalige Oostbloklanden zijn nog niet zo lang bij de EU, die zijn nog niet zo welvarend. a Wat is de hoofdstad van Europa? Brussel b Wat betekent centralisering van de macht in Europa? b Ondanks de grote verschillen in koopkracht zijn er in de EU-landen toch niet veel gewelddadige conflicten. Eén deelverklaring daarvoor vind je in de politieke dimensie, een andere in de economische dimensie. Leg dit uit. Dat steeds meer macht in handen van maar enkele Europese instanties komt. c Wat is een goed voorbeeld van het opkomen voor de belangen van een regio? ❍ Meer geld voor het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. ❍ Een werkgelegenheidsprogramma in NoordoostGroningen. ❍ De technische eisen voor bierfabricage voor de EU gelijktrekken. ❍ Een snelweg naar een afgelegen gebied aanleggen. X X 5 Bij elk maatschappelijk probleem kun je verschillende aspecten onderscheiden. We noemen dat bij aardrijkskunde dimensies. Elk maatschappelijk probleem heeft een economische, sociaal-culturele en politieke dimensie. Zo ook brandhaarden. a Welke dimensie, naast de politieke, komt in de beschrijving van de drie gewelddadigste conflicten in Europa het meest naar voren? sociaal-cultureel Baskenland: sociaal-cultureel Kosovo en Bosnië: economisch • Noord-Ierland: • • Politiek: de landen zijn democratisch, er is persvrijheid en weinig corruptie. Economisch: de landen zijn toch tamelijk welvarend. Door structuurfondsen worden grote verschillen minder. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 20 © EPN 20 hoofdstuk 3 7 De rol van Nederland in conflicten 3 Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen. 1 a Welke drie redenen heeft Nederland om bij te dragen aan internationale vredesmissies? het veilig trainen van de troepen; de mogelijkheid om materieel up-to-date te houden; internationaal aanzien en invloed Afghanistan ligt ver van Nederland. a Meet in de GB hoe ver het is van Amsterdam naar Kandahar, Uruzgan. Op GB 170-171/GB 188-189 is het 8,5 cm, op een schaal van 1:60 000 000 betekent dat 5100 km. b Welke drie factoren bepalen de relatieve afstand naar Kandahar? Tijd, kosten en moeite c ‘New York ligt dichter bij Amsterdam dan Kandahar.’ Leg uit waarom deze stelling onjuist én juist is. Gebruik je antwoord bij b. b Een vredesmissie kan drie vormen aannemen. Zet achter elke vorm een steekwoord. • een vrede opleggen met militaire middelen: dwang. • een vrede handhaven door fysiek tussen de partijen te staan: handhaven • en vrede opbouwen door de wederopbouw te steunen: wederopbouw c Welke vorm is het gevaarlijkst voor de bevolking van een gebied? dwang d Welke vorm is het gevaarlijkst voor de vredestroepen? handhaven 2 a Bekijk bron 33. Het mandaat was: alleen geweld gebruiken bij zelfverdediging. Welke soort(en) vredesmissies vallen onder dat mandaat? Handhaven en wederopbouw b Nederland draagt het liefst bij aan wederopbouw. Waarom is dit ambitieus te noemen? Geef twee redenen. Omdat het langdurig en ingewikkeld is om je doel (vrede) te bereiken, bovendien is het een zware belasting voor de Nederlandse krijgsmacht. c Waarom wil Nederland het liefst bijdragen aan wederopbouw en niet aan dwang of handhaven? Omdat wederopbouw leidt tot meer ontwikkeling en zo de oorzaak van veel conflicten wegneemt. In kilometers ligt New York verder weg. Maar om in New York te komen kost minder tijd (frequente en directe verbinding), minder moeite (visum gemakkelijk verkrijgbaar) en minder geld (het is een populaire bestemming) dan naar Kandahar. 4 a Hieronder staan drie stukjes tekst over de situatie in Afghanistan. Schrijf bij elk stukje tekst over welk probleem het gaat. Kies uit: ligging en situatie – fysieke omstandigheden – maatschappelijke omstandigheden – relaties binnen het gebied. I De criminelen van de Noordelijke Alliantie heersen nu over het land. Onder het toeziend oog van de Amerikaanse troepen verkrachten zij de vrouwen en verdienen ze miljoenen in de heroïnehandel. relaties binnen het gebied II Afghanistan is de grootste opiumproducent van de wereld. De papavervelden worden door de Amerikanen vernietigd. Zo verliezen Afghaanse boeren hun enige bron van inkomsten. Daardoor is de steun aan de Taliban gegroeid. maatschappelijke omstandigheden III De gewapende strijd speelt zich vooral af in bergachtig gebied. Daar kunnen de moslimstrijders zich gemakkelijk verbergen. fysieke omstandigheden b Van welke van de vier soorten problemen bij vredesmissies is bron 34 een voorbeeld? Beargumenteer je antwoord. Bijvoorbeeld: ligging en situatie, het gebied ziet er slecht bereikbaar uit (op de brug na). Fysieke omstandigheden: een droog landschap. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 21 © EPN brandhaarden 21 c Hoe blijkt uit bron 35 dat de ‘inktvlek van de vrede’ (zie tekstboek) in Afghanistan zich moeizaam verspreidt? Het risico dat VN hulpverleners lopen is groter geworden. d Zoek in de GB informatie waarmee je de problemen van de vredesmissie in Afghanistan kunt beschrijven. Voor de informatie over ‘ligging’ en ‘situatie’ en ‘fysieke omstandigheden’ zijn kaarten heel geschikt. Voor de informatie over de maatschappij en relaties gebruik je statistische gegevens. • Ligging en situatie: GB 128-129/GB 138-139: landlocked, buurlanden: Iran, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, China en Pakistan. • Fysieke omstandigheden: GB 128-129/GB 138-139, hoogteligging: 200-5000m, mediterraan klimaat, steppe-, woestijn- en landklimaat. • Maatschappelijke omstandigheden: afhankelijk van druk GB: kijk in de statistiek bij bevolking/ontwikkeling, werken, ontwikkelingskenmerken en levensomstandigheden. • Relaties binnen een gebied en met andere gebieden: Bij GB 52e druk: gebruik de statistiek, bijvoorbeeld buitenlandse schulden, ontwikkelingshulp. In GB 53 ook 141E: gewapende conflicten en F: etnische groepen en godsdiensten. e Geef twee gegevens uit de GB waarmee je snel kunt aantonen of de wederopbouw lukt of niet. economische aspecten zoals bnp/hoofd of het aantal tv’s, levensomstandigheden: voedselvoorziening, zuigelingensterfte 5 Ga met Google Earth naar Kandahar en daarna naar Tarin Kowt (Afghanistan). Zet alle opties uit, behalve ‘Wegen’ en ‘Labels en randen’, bekijk de omgeving van beide plaatsen en enkele foto’s. a In welke richting stromen de rivieren bij Tarin Kowt en Kandahar? Naar het zuidwesten b Hoe ver is Tarin Kowt van Kandahar verwijderd? Ongeveer 116 km c Bekijk de weg van Tarin Kowt naar Kandahar. Schat hoe lang de reis per auto van Kandahar naar Tarin Kowt duurt. Leg je antwoord uit. Ongeveer 3-4 uur. De weg is onverhard, soms bochtig en loopt voor een deel door rivierbeddingen. d Bekijk de bergen in een straal van 50 km rond de steden. Hoe veel meter steken de bergen maximaal boven Tarin Kowt en Kandahar uit? Rond af op 50 m. Bij Tarin Kowt maximaal 800 m, bij Kandahar maximaal 500 m. e Welke van beide plaatsen is geschikter voor guerrillastrijders om zich te verbergen? Waarom denk je dat? Tarin Kowt, want er zijn meer bergen in de omgeving. 6 Ga met Google Earth naar Bukavu en daarna naar Goma. Hier draagt Nederland bij aan de VN-vredesmissie. Bekijk de omgeving van beide steden en vergelijk het landschap met de gebieden in Afghanistan die je net hebt bekeken. a Het conflictgebied wordt vaak het Grote Merengebied genoemd. In welk land liggen de beide steden? In de Democratische Republiek Kongo b In welke richting stroomt de rivier net voorbij Bukavu? Noordoost c Hoe hoog ligt maximaal de bebouwing in beide steden? Rond af op 50 m. Bukavu: 1850 m; Goma: 1600 m d Noem vier kenmerken van de natuurlijke omstandigheden in dit gebied en vergelijk die met Uruzgan in Afghanistan. Het reliëf is hier meer afgerond, de bergen minder steil. Er zijn vulkanen. Er is meer water. Er is meer begroeiing. Het ziet er minder onherbergzaam uit. e Onderzoek het gebied tot 100 km ten westen van het meer. Waarom is dit een goede plek voor guerrillastrijders om zich te verbergen? Het is vrijwel onbewoond, met bossen en reliëf. f Er loopt een belangrijke weg tussen Goma en Bukavu. Klik ‘Wegen’ uit en vind de echte weg. Wat valt je op? De snelweg is grotendeels onvindbaar, maar op sommige plaatsen vind je wel een brede kronkelige weg. g Er is geen verkeer op de weg te zien. Hoe reist men gewoonlijk tussen deze twee plaatsen? Via het meer, per boot 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 22 © EPN Work it out 2 1 Extra opdracht a Bekijk figuur 7. In welk land is dit? Frankrijk b Zet de cijfers van de onderstaande zinnen in de juiste volgorde in figuur 6. Begin met V. I Er ontstaat een generatie die haar kinderen geen Bretons meer leert. II Alleen in de westelijk gelegen regio’s heeft het verbod weinig kans van slagen. III De actiegroep Red het Bretons! wordt opgericht. IV De werkloosheid is groot, de nationale taal levert meer op bij het zoeken naar werk. V De Franse nationalistische politiek verenigt het gehele land. VI De EU financiert tweetalig onderwijs. VII Vissers en oude omaatjes worden omgeschoold tot leraren Bretons. VIII Het Bretons wordt verboden, kinderen krijgen op school straf als ze het spreken. IX Een nieuwe generatie Bretonssprekende kinderen ontstaat, maar Frans blijft de voertaal. c Waar past figuur 7 in de grafiek van figuur 6? In ieder geval na VI. percentage Bretonssprekenden figuur 7 100% V VIII II IX IV VII I III VI tijd figuur 6 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 23 © EPN brandhaarden 23 2 Extra opdracht a Lees de tekst en gebruik de GB. Welke stad, Folkstone of Hastings, is vanuit Londen het best te bereiken? Waarom? (Gebruik de begrippen relatieve en absolute afstand). De absolute afstand naar Folkstone is langer. De relatieve afstand naar Folkstone is korter, door een autosnelweg en een spoorweg. b Welke stad kan zich het best ontwikkelen? Waarom? Folkstone: dichter bij Londen en nabij het Kanaal en de verbindingen met Europa. c Met welke belangen houdt de EU volgens de tekst vooral rekening? Met de belangen van Londen: toeristen, forensen en bedrijven d Met welke belangen houdt de EU geen rekening? Met de belangen van de natuur en het milieu in Zuid-Engeland 3 Samenvattingsopdracht Leg met een voorbeeldzin uit wat de volgende begrippenparen met elkaar te maken hebben. a vredesmissie – maatschappelijke omstandigheden Maatschappelijke omstandigheden bemoeilijken vredesmissies. b taal – regionalisme Taal is vaak een oorzaak van regionalisme. c economische verschillen – gewelddadig conflict Economische verschillen kunnen aanleiding geven tot een gewelddadig conflict. d regionale belangen – centralisering Door de centralisering van de macht worden regionale belangen misschien niet goed verdedigd. e Het natuurgebied rond Hastings wordt door de EU aangewezen als Europese habitat (beschermde natuur). Er mag nu geen weg aangelegd worden. Voor wie is dit een dikke tegenvaller? Voor Londenaren en de wegenbouwers f Voor wie is dit positief? Voor SCAR en voor het milieu g Wat is tegenstrijdig aan de bemoeienis van de EU met de ontwikkeling van regio’s? De EU wil de aanleg van grote wegen financieren, maar houdt dat ook tegen omwille van het milieu. De tuin van Engeland noemt men het gebied. Het is een lieflijke omgeving met een bijzonder cultuurlandschap op korte afstand van Londen ... Met EU-fondsen wordt dit Zuid-Engeland ontsloten met nieuwe en bredere wegen. Zo kunnen de stadjes aan de zuidkust zich beter ontwikkelen. Londenaren kunnen erheen verhuizen en gaan forensen, bedrijven kunnen zich er vestigen en stedelingen kunnen er in het weekend een frisse neus halen. De actiegroep South Coast Against Roadbuilding (SCAR, litteken) vindt dat een dergelijke ontwikkeling het landschap beschadigt en dat er te veel vervuiling zal optreden. Dus: openbaar vervoer en fiets- en wandelroutes in plaats van autowegen! e conflictgebied – afscheidingsbeweging In de drie Europese conflictgebieden zijn afscheidingsbewegingen. f ontwikkeling – structuurfondsen Door geld uit de structuurfondsen van de EU kan een gebied zich ontwikkelen. g eenheid – verscheidenheid Ondanks de verschillen binnen de EU streeft men toch eenheid na. h regio – conflict Een conflict blijft zelden beperkt tot een regio. i Groningen – Bretagne Beide gebieden zijn perifeer gelegen in het eigen land en willen meer erkenning. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 24 © EPN 24 hoofdstuk 3 8 Praktische opdrachten 01 Heb jij nog geen geweer? In deze opdracht onderzoek je door middel van een webquest een aantal aspecten van wapenhandel. Je beantwoordt vragen hierover en geeft de minister van Defensie een advies over de rol van Nederland in de wapenhandel. Opdracht Begin je webquest met het YouTube-filmpje en beantwoord de vragen die erbij staan. Bezoek dan de andere sites en beantwoord de bijbehorende vragen. http://nl.youtube.com/watch?v=-P_2ENX9VOo (of zoek op naam het filmpje ‘Control Arms 2008: Support an Arms Trade Treaty’) Enkele begrippen vertaald: civilians – burgers bear the brunt – dragen de zwaarste lasten poorly regulated arms trade – slecht geregelde wapenhandel proliferation of weapons – sterke groei in het aantal wapens arms trade treaty – verdrag over wapenhandel 1 Wie heeft dit filmpje op YouTube geplaatst? 2 Welke landen komen in beeld met slachtoffers van wapens? 3 Hoeveel slachtoffers zijn er per jaar? 4 Welke producenten van wapens komen in beeld? www.ipsnews.be/index.php?id=35&no_cache=1&tx_uwne ws_pi4[art_id]=19321 5 Wat is voor vredesmissies het probleem van de huidige wapenhandel? 6 Om welke wapens gaat het? 7 Welk slachtofferaantal hanteren de VN? 8 Hoe omvangrijk (in geld) is de illegale wapenhandel? www.oxfamnovib.nl/id.html?id=8640 9 Welk aantal slachtoffers wordt in het filmpje ‘Portretten van slachtoffers van gewapend geweld’ genoemd? Reken het om naar een jaarcijfer. www.stopwapenhandel.org/actueel/indepers/Illegalewapenhandel.pdf 10 Wat is precies de Nederlandse rol in de wapenhandel? 11 Welk argument gebruiken tegenstanders van de regulering van de wapenhandel? www.vn.nl/Opinie/KoColijn/ArtikelKoColijn/WapenhandelVoorDeVrede.htm 12 Waarom is het geen optie om alle wapenhandel te verbieden? 13 Ko Colijn vindt de Nederlandse wapenhandel wel evenwichtig. Op grond waarvan komt hij tot dat oordeel? 14 Met welk aspect van de handel houdt hij geen rekening? www.sipri.org/contents/armstrad/at_db.html 15 Hier kun je zelf actuele tabellen maken over de wapenhandel. Hoeveel exporteerde Nederland vanaf 2000 en naar welke landen? Advies Vervolgens schrijf je een uitgebreid advies aan de minister van Defensie over de rol van Nederland in de wapenhandel. Verwerk in je advies aan de minister de volgende punten: 1 Welke partijen hebben te maken met de (illegale) wapenhandel? 2 Wat is de rol van Nederland in de wapenhandel? 3 Welke gevolgen heeft de handel in wapens voor de verschillende partijen die je hierboven hebt onderscheiden? 4 Wat is het doel van de Arms Trade Treaty? Maak onderscheid in soorten wapens en soorten wapenhandel. Gebruik voor dit advies nog een rapport van het ministerie van Justitie over illegale wapenhandel: www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/jv200804_illegale_wap enhandel.aspx?cp=44&cs=6797 Klik rechtsboven bij bijlagen op ‘volledige tekst’ en gebruik uit het artikel van Fijnaut bladzijde 9-13 en uit het artikel van Slijper bladzijde 29-35. Je mag natuurlijk ook nog andere websites over het onderwerp raadplegen. Vermeld dan wel de bron. Product De vragen die je zojuist hebt beantwoord vormen het eerste deel van je werkstuk. Gebruik voor de vragen een vet font en voor je antwoorden een normaal font. Het advies aan de minster van Defensie vormt het tweede deel van het werkstuk. In totaal wordt je werkstuk maximaal vier pagina’s lang, lettergrootte 10-12. Dit kan heel goed een digitaal werkstuk zijn, afhankelijk van jouw docent. In je werkstuk verwerk je ten minste één kaart, één foto en één tabel of grafiek. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 25 © EPN brandhaarden 25 02 Fragiele staten in Afrika In deze opdracht onderzoek je actuele statistische gegevens van vijf landen in Afrika die te boek staan als fragiele staten. Als je alle informatie verzameld hebt, trek je een conclusie over de mate van conflictgevoeligheid van deze staten. Opdracht Van vijf landen in Afrika – Burundi, Malawi, CentraalAfrikaanse Republiek, Ivoorkust en Kenia – zoek je uit of er gemakkelijk een gewapend conflict kan ontstaan. De omstandigheden waaronder dit gebeurt (zie paragraaf 2) zijn: 1 Ze zijn niet democratisch. 2 De mensenrechten worden geschonden (marteling, corruptie, geen persvrijheid). 3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger. 4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden. 5 Kort geleden heeft een ander gewelddadig conflict plaatsgevonden. Je gaat onderzoeken in hoeverre deze omstandigheden voor de genoemde landen gelden. Gebruik informatie van de volgende betrouwbare en actuele websites: • www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/docs/profileguide.html (snel te vinden met Google, met als zoekterm het land plus CIA) • www.unhcr.org (voer de landen (in het Engels!) in als zoekterm) • www.mo.be (voer het land als zoekterm in) Kenmerken van landen waar gewelddadige conflicten ontstaan 1 Ze zijn niet democratisch. 2 De mensenrechten worden geschonden (marteling, corruptie, geen persvrijheid). 3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger. 4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden. 5 Kort geleden heeft een ander gewelddadig conflict plaatsgevonden. Burundi Malawi Je kunt ook vrij zoeken op Google, voer dan de naam van het land en bijvoorbeeld honger of democratie in. Check de informatie dan wel met bovenstaande websites. Zet systematisch de gevonden gegevens in een tabel, zodat je de landen goed met elkaar kunt vergelijken. Maak de tabel zo groot mogelijk en horizontaal, dan heb je wat meer ruimte. Product Je eindproduct is een rapport over de mate van conflictgevoeligheid van elk land. Je trekt heldere conclusies over de mate van conflictgevoeligheid per land. Beargumenteer je oordeel met de gevonden gegevens. Zet de landen op volgorde, met het ‘conflictgevoeligste’ land eerst. Je zult zelf afwegingen moeten maken, maar leg dat dan goed uit. Zo maakt het natuurlijk groot verschil of er 500 000 vluchtelingen op een bevolking van 8 miljoen zijn dan wel op een bevolking van 50 miljoen. Voeg je tabel als bijlage bij het rapport. CentraalAfrikaanse Republiek Ivoorkust Kenia 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 26 © EPN 26 hoofdstuk 3 03 Arm rijk Kongo! In deze opdracht onderzoek je het conflict in een van de grootste landen van Afrika: de Democratische Republiek Kongo (ook wel geschreven als DR Kongo). Het conflict is ingewikkeld, dus zorg ervoor dat je de topografie van de regio kent. Het makkelijkst werkt het als je een lijstje aanlegt van de belangrijkste namen van volken en de gebieden waarin ze wonen, de presidenten en partijen. Opdracht Product Beantwoord de volgende vragen: • Sinds wanneer bestaat het conflict? • Welke partijen zijn betrokken bij het conflict? • Wat is de rol van grondstoffen (zoek op internet met de trefwoorden congo en rijkdommen) in dit conflict? • Waar woedt het conflict? Waarom daar? (Noem meerdere redenen!) • Wat was en is precies de rol van westerse landen? • Aan welke voorwaarden moet volgens jou voldaan worden om dit conflict te beëindigen? Je verzorgt een PowerPointpresentatie rond de vragen die in de opdracht gesteld zijn. Je voorziet het geheel van minimaal drie kaarten en zeven foto’s. Verder per vraag minimaal één dia. De laatste vraag is een meningsvraag, waarbij het belangrijk is dat je de juiste argumenten gebruikt. Gebruik voor je antwoorden onder andere de volgende websites: • http://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/22114de-oorzaken-van-het-conflict-in-de-dr-congo.html (hier vind je een heel duidelijk verhaal over de oorsprong van het conflict) • www.digischool.nl (zoek op coltan voor een les over een van de rijkdommen in DR Kongo) • www.mo.be (veel actueel nieuws) • www.broederlijkdelen.be 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 27 © EPN brandhaarden 27 04 In het nieuws In deze opdracht verwerk je de aandacht die kranten hebben voor conflictgebieden tot een kaart. Enige teken- en rekenvaardigheid is daarbij handig. Als de kaart klaar is, moet je verklaren waarom bepaalde gebieden groot op de kaart staan en meer in het nieuws waren dan andere, hoewel ze misschien weinig inwoners hebben of in oppervlakte klein zijn. Je leest de krantenartikelen en zoekt daarnaast informatie voor die verklaring op internet. Opdracht 1 Bekijk over een periode van twee weken een landelijke krant (de Volkskrant, NRC Handelsblad, Algemeen dagblad, Trouw, Telegraaf). 2 In die krant ga je op zoek naar artikelen over landen met een gewelddadig conflict. Telkens als het over een bepaald land gaat meet je in centimeters de lengte van de kolommen tekst die erover geschreven wordt (foto’s en koppen doen niet mee). 3 Maak een tabel met alle landen plus hun lengte aan tekst Vervolgens maak je een anamorfosekaart. Bij deze anamorfosekaart hebben de landen een omvang die correspondeert met het totaal aantal centimeters nieuws over dit land. Hoe meer centimeters tekst, hoe groter het land wordt getekend. Bij landen die wel in het nieuws zijn vermenigvuldig je de grootte in verhouding tot wat in de tabel staat. Een land dat niet in het nieuws is geweest, laat je weg. Vergeet titel en legenda niet. Schrijf een korte toelichting over de werkwijze (welke krant, welke week, manier van meten enzovoort). Je leest de artikelen van de drie grootste landen en verklaart (eventueel met aanvullende informatie van internet) waarom die landen zoveel in het nieuws waren. Ten slotte schrijf je een conclusie waarin je uitlegt waarom sommige gebieden groter op de kaart staan dan andere (dus waarom sommige conflicten meer in het nieuws zijn dan andere). Product Een anamorfosekaart van de wereld die laat zien welke conflictgebieden het meest in het nieuws waren gedurende twee weken. Bij de kaart een toelichting over werkwijze en een verklaring van het resultaat. 226714 WbB 3 HAVO 21-10-2009 13:39 Pagina 28 © EPN 28 hoofdstuk 3 Aantekeningen