WERKBOEK B

advertisement
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:38
Pagina 1
buiteNLand
ak 3 havo
WERKBOEK B
tweede druk
eerste oplage, 2009
Teunis Bloothoofd
Moniek de Boer
Adwin Bosschaart
Harrie Mennen
Huub Prinsen
concept:
Geert van den Berg
redactie:
Geert van den Berg
ICT-redactie:
Hub Stohr
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 2
© EPN
Wereldbeeld
Nederlands beeld
Zie je dit icoon? Dan kun je deze paragraaf
met de computer maken. Overleg met je
docent of dat de bedoeling is. Je vindt de
paragraaf op www.schoolwise.nl.
Dit symbool betekent dat je je tekstboek
nodig hebt.
Als dit symbool bij de opdracht staat, heb je
een atlas nodig.
GB 42/GB 44
Grote Bosatlas 52e editie/Grote Bosatlas
53e editie
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 3
© EPN
inhoud
03
brandhaarden
Geen winnaars, alleen verliezers
1 Kindsoldaat of oorlogskind?
2 Conflictgebieden in de wereld
3 Gevolgen van gewelddadige conflicten
Work it out 1
4
5
6
7
Israël en de Palestijnen
De Kaukasus
Regionalisme
De rol van Nederland in conflicten
Work it out 2
8 Praktische opdrachten
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
04
water
Soms te veel, vaak te weinig
1
2
3
4
Te veel en te weinig!
De blauwe planeet
Soms te veel
Vaak te weinig
Work it out 1
5
6
7
8
Bangladesh: te veel
Israël: te weinig
Nederland: dreiging aan de voordeur
De achterdeur lekt
Work it out 2
9 Praktische opdrachten
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
51
05
PROJECT Ruimte: kiezen of delen
1
2
3
4
5
Jacob-Jan mag zijn huis niet meer in!
De make-over van Nederland
Ruimtelijke conflicten
Het Groene Hart in de Randstad
Projecten
56
58
60
62
64
Topografie
Onderzoeksvaardigheden
68
72
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 4
© EPN
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 5
© EPN
brandhaarden 5
03
brandhaarden
Geen winnaars,
alleen verliezers
Als je dit hoofdstuk goed hebt bestudeerd,
weet je:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
waar conflictgebieden op aarde voorkomen
dat er twee soorten conflicten bestaan
dat staat, volk en territorium de ingrediënten zijn van veel conflicten
dat er vijf omstandigheden zijn die de kans op conflicten flink vergroten
waarin regionalisme verschilt van nationalisme
welke economische, sociale en demografische effecten conflicten hebben
op welke manieren Nederland deelneemt aan vredesmissies
dat er drie manieren zijn waarop regio’s worden begrensd
welke drie conflicten in de EU nog altijd gewelddadig zijn
welke problemen een vredesmissie kan ondervinden.
begrijp je:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
hoe burgeroorlogen zich over grenzen kunnen uitbreiden
hoe ontwikkelingsfactoren samenhangen met conflicten
waarom niet alle volkeren een staat krijgen
dat in een land met vele volkeren niet altijd gewelddadige conflicten zijn
waarom centralisering van de macht soms ‘eng’ gevonden wordt
hoe de EU ook voor kleinere regio’s kansen kan bieden
hoe het Bretonse regionalisme zich ontwikkelde
de samenhang tussen welvaart en regionalisme en nationalisme
waarom de EU geld uit de structuurfondsen aan regio’s besteedt.
kun je:
•
•
•
•
•
•
informatie vinden in de atlas
samenhangen ontdekken in atlaskaarten
samenhangen ontdekken tussen atlaskaarten en andere gegevens
van een tabel een kaart maken
uit een leeftijdsgrafiek informatie halen over oorlogsgebeurtenissen
je mening beargumenteren.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 6
© EPN
6 hoofdstuk 3
1 Kindsoldaat of oorlogskind?
1
Lees paragraaf 1 en bekijk de bronnen.
De foto op de openingspagina is genomen in Uganda.
Lees de tekst die erbij staat.
a Zijn dit kindsoldaten of slachtoffers van de oorlog?
Of allebei? Geef argumenten voor je antwoord.
3
a In welk cultuurgebied woont Grace?
❍ Afrika ten zuiden van de Sahara
❍ Azië
❍ Latijns-Amerika
❍ islamitische wereld
b Gebruik GB 147, 149 en 150/GB 162, 165 en 166 en vul de
volgende zinnen aan of omcirkel de goede woorden.
Dit zijn kindsoldaten, ze hebben geweren.
Maar ze zijn ook slachtoffer: in plaats van
naar school te gaan, moeten deze kinderen
vechten.
X
b Wat vind je van de foto?
Sudan, Rwanda,
Kenia, Tanzania en de Democratische
Republiek Kongo . Uganda telt ±23/±28 miljoen
De vijf buurlanden van Uganda zijn
Eigen antwoord
inwoners. Als je door het land reist, vallen een paar dingen
op. Overal kun je je uitstekend verstaanbaar maken in het
2
Engels
Los de puzzel onder aan de pagina op. Op een van de verticale balken verschijnt het woord waar het in dit hoofdstuk om
draait:
koloniale
verleden.
Het is een prachtig land met bergen, meren en plateaus. De
natuurlijke plantengroei is
Conflicten
vochtige savanne
, naar
het noorden toe wordt het droger. De natuur is rijk, maar de
1 de meest ontwikkelde landen
2 gekanteld staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de
bevolking
3 grote, ongewenste verschillen in ontwikkelingsgraad binnen
een land
4 alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te
maken, bijvoorbeeld wegen en spoorlijnen
5 overzees gebiedsdeel waar een Europees land de dienst
uitmaakte
6 eenwording van Europa
7 manier waarop een groep mensen (volk) samenleeft
8 land met een duidelijke grens en een eigen regering
9 de Europese Unie
10 welvaart wordt gemeten op basis van het ... per hoofd
1
B E V
3 R E G I O
4 I N
5 K O
2
6
7
8
S
9
10
figuur 1
. Dat komt door het
B
C
O
N
F
L
I
C
T
E
N
E
L
A
R
O
N
U
A
U
P
N
K
L
A
N
T
L
A
T
I
E
S
I
E
T
T
R U M
N G S
O N
T R U
E
G R A
U U R
L
P
G
C
A
I
E
T
mensen verdienen gemiddeld maar
922/1457 euro
per jaar. Dat is vergeleken met Nederland erg weinig/best
redelijk/zeer veel. Maar vergeleken met de buurlanden is het
erg weinig/best redelijk/zeer veel. Helaas is het ook een land
met veel/weinig vluchtelingen.
4
a Grace heeft een moeilijk leven. Wat vind jij het ergst van de
dingen die ze heeft meegemaakt? Waarom?
Eigen antwoord
N
R
L
U
T I E
D
A
I
U
E N
M I D E
J K H E I D
R
b Waarom zijn de
consequenties van een
oorlog voor vrouwen
en meisjes vaak ernstiger
dan voor mannen?
Zij worden vaak
seksueel misbruikt.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 7
© EPN
brandhaarden 7
c Hoe kwam Grace in het kamp aan voedsel?
Ze stal het van mensen die ze bedreigde.
d Door wie wordt Grace gered?
Door de soldaten van het gewone leger.
e Grace zal het nog moeilijk genoeg krijgen in haar nieuwe
leven. Noem drie problemen. Geef ook aan hoe ze die kan
oplossen.
Probleem
Oplossing
psychologische
problemen
geldgebrek
therapie bij pater
familie verloren
werken
vrienden maken,
trouwen
f Grace heeft op sommige punten nog geluk gehad. Noem
ten minste twee dingen.
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: ze is niet in
verwachting geraakt, ze heeft kunnen vluchten,
ze wordt opgevangen bij een pater.
5
Waar of niet waar? Geef ook een argument voor je mening.
a In Nederland mag je vanaf je 17e in het leger, dus wij kennen
ook kindsoldaten.
Niet waar, in Nederland ben je dan in
opleiding en mag je nog niet meevechten.
b Vrouwen zijn niet geschikt om aan een gewapend conflict
mee te doen.
Niet waar, in veel landen vechten vrouwen net
zo hard mee!
c De meeste slachtoffers in een oorlog zijn soldaten.
Niet waar, oorlogen veroorzaken vaak meer
burgerslachtoffers.
d Gelukkig kennen wij in Europa geen brandhaarden.
Niet waar, denk aan Baskenland, Kosovo,
de Kaukasus.
e Om een oorlog te kunnen voeren, moet je wel een rijk land
zijn.
Niet waar, arme landen voeren ook oorlog.
Wel is het zo dat oorlogen veel geld kosten.
f Er komen steeds meer brandhaarden die op gewapende
conflicten uitlopen.
Niet waar, juist vanaf 1989 is het aantal
gewapende conflicten afgenomen.
g Gewapende conflicten komen vaker voor in arme dan in rijke
landen.
Waar, juist in arme landen komen veel
conflicten voor.
6
Overleg met je buur. Noteer in de tabel onder aan de pagina
drie landen buiten Europa waarvan jij weet dat er op dit
moment een gewapend conflict aan de gang is. Weet je ook
wie tegen wie strijdt en waar het om gaat? Kijk eventueel in de
krant voor meer informatie.
7
Enkele begrippen die je in vorige jaren hebt geleerd, komen in
nu weer van pas. Zet achter elke betekenis het juiste begrip.
• gekanteld staafdiagram waarin je per leeftijdgroep van vijf
jaar, het aantal mannen of vrouwen kunt aflezen:
bevolkingsgrafiek
• samenwerkingsverband tussen 27 Europese landen om
vrede, veiligheid en welvaart te bereiken:
Europese Unie (EU)
• het gemiddeld aantal geborenen/overledenen in een gebied
per 1000 inwoners in een jaar:
geboortecijfer/sterftecijfer
• alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te
maken, bijvoorbeeld wegen, spoorlijnen en havens, maar
ook pijpleidingen en digitale verbindingen:
Infrastructuur
• landen die niet horen tot de rijke geïndustrialiseerde landen:
Ontwikkelingslanden
• migratie met als doel te vluchten voor oorlog, geweld of
vervolging:
politieke migratie
Landen
Wie vecht tegen wie?
Waar gaat het om?
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
eigen antwoord
tabel bij vraag 6
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 8
© EPN
8 hoofdstuk 3
2 Conflictgebieden in de
wereld
4
Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen.
1
De mensenrechten worden geschonden (geen
vrijheid van meningsuiting).
Er zijn verschillende soorten conflicten.
a Tot welke soort hoort de Tweede Wereldoorlog?
b De voedselschaarste leidde tot een grote trek naar de steden.
Internationaal conflict
b Wat is een burgeroorlog?
❍ Een oorlog waarin vooral burgerslachtoffers vallen.
❍ Een oorlog waarin burgers tegen elkaar strijden.
❍ Een niet-gewelddadig conflict.
❍ Een conflict binnen een land.
c Veel burgeroorlogen groeien uit tot een regionaal conflict.
Wat betekent dat?
X
Dat ook partijen uit buurlanden bij het
conflict betrokken raken.
d Noem drie redenen waarom rebellengroepen vaak in
grensregio’s zitten.
Grensregio’s zijn afgelegen, vaak slecht
bereikbaar, er is minder controle door de
overheid, rebellen kunnen gemakkelijk de grens
over vluchten en zijn dus minder goed te
bestrijden.
Welke stellingen zijn waar (zie bron 5)?
❍ Elk volk heeft een eigen territorium.
❍ Elk volk heeft een eigen staat.
❍ In elke staat woont één volk.
❍ De Friezen zijn een volk.
❍ Suriname is een staat.
❍ Er zijn meer staten dan volkeren.
Zet achter elke zin een R voor regionalisme of een N voor
nationalisme.
• De Joodse staat Israël werd in 1948 gesticht.
N
• Sommige Basken strijden voor onafhankelijkheid.
N
• De Friezen voerden een felle strijd voor erkenning van hun
R
• De meeste Basken zijn tevreden met gedeeltelijke
R
• De Koerdische partij PKK streeft naar een eigen
N
• De Samen willen meer subsidie voor hun cultuur en
economie.
R
Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit
buurlanden.
d De VN-vredesmacht heeft de grootste moeite om de
huurlingen te bewegen hun wapens in te leveren.
Kort geleden heeft een ander gewelddadig
conflict plaatsgevonden.
e Voorafgaand aan de verkiezingen verklaarde de president
de oppositiepartij onwettig.
Ze zijn niet democratisch.
5
X
X
In gewelddadige gebieden is de
levensverwachting lager.
3
Koerdistan.
c Door de slachtpartijen die de rebellen aanrichtten, zijn
honderdduizenden mensen op de vlucht geslagen naar het
buurland.
X
X
X
onafhankelijkheid.
Een groot deel van de bevolking heeft honger.
a Bron 4 is een wereldkaart vol geweld. In welke drie grote
regio’s komt veel geweld voor?
❍ Noord-Afrika
❍ islamitische wereld
❍ Sub-Sahara Afrika
❍ Verenigde Staten
❍ Zuidoost-Azië
❍ Europa
b Vergelijk de volgende GB-kaarten met bron 4. Geef het
verband aan tussen geweld en het thema van de GB-kaart.
• GB 192A/GB 203A:
2
taal.
Als een samenleving bepaalde kenmerken heeft, ontstaan er
gemakkelijk gewelddadige conflicten. Noem voor de volgende
situaties het juiste kenmerk uit het tekstboek.
a Bron 6.
• GB 193F/GB 206F:
Landen waar veel conflicten zijn, krijgen
veel ontwikkelingshulp.
c Kies zelf ook twee kaarten waarmee je een verband kunt
leggen met bron 4. Schrijf het kaartnummer en het verband
op.
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: GB 195A/
GB 213A: landen met conflicten hebben een
lager bnp per hoofd; GB 196D/GB 208B:
in landen met conflicten zijn de levensomstandigheden slecht tot zeer slecht.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 9
© EPN
brandhaarden 9
d
figuur 2 Regio met vluchtelingen en brandhaarden
b Verbind elk land met de juiste omschrijving van de
veiligheidssituatie.
land a
Er is een conflict dat mensen doet
vluchten, ook vangt het vluchtelingen uit
land a op
Het ernstigste conflict, levert de meeste
vluchtelingen, maar vangt ook een paar
vluchtelingen op uit land c.
Het veiligste land, zonder conflict.
Vangt de meeste vluchtelingen op, maar
is zelf ook niet helemaal rustig.
land b
land c
land d
8
a Bekijk figuur 3 en vul de tekst aan met jaartallen.
Het aantal onafhankelijkheidsconflicten in de wereld steeg
vanaf
1956
1991
tot
1995
. Daarna daalde het aantal onafhankelijkheids-
oorlogen. De periode waarin de meeste nieuwe conflicten
oplaaiden was
1991-1995
7
Bekijk bron 6 en gebruik de atlas.
a In welk deel van China ligt Tibet?
Zuidwesten
b Welke uitspraak of uitspraken zijn juist?
❍ Tibet is een staat.
❍ Tibet heeft een volk.
❍ Tibetanen hebben een eigen territorium.
❍ De welvaart in Tibet is een van de hoogste van het land.
❍ De welvaart in Tibet is minstens vijf keer zo laag als in
Shanghai.
❍ Tibetanen hebben een totaal andere cultuur dan de
Chinezen.
❍ Tibet heeft beperkt zelfbestuur.
X
X
X
X
aantal en status
48
totaal aantal voortdurende conflicten
20
36
15
24
10
12
5
0
0
1971-1975
het absolute aantal vluchtelingen het grootst is.
1966-1970
2 In Sudan is het vluchtelingenprobleem het grootst
omdat ...
1961-1965
het relatieve aantal vluchtelingen (als
percentage van de bevolking) het hoogst is.
. Het is dus weer een stuk
Verschillende antwoorden mogelijk. In je
antwoord moet je ingaan op het feit dat er
meer volkeren dan staten zijn, dat er niet
overal democratie is, dat er nog overal
honger is en mensenrechtenschendingen zijn.
Daarnaast zullen de vluchtelingen van nu en
de conflicten van nu weer aanleiding zijn voor
nieuwe conflicten.
1956-1960
d In de kaart wordt de ernst van het vluchtelingenprobleem in
absolute en in relatieve cijfers weergegeven. Vul de twee
zinnen aan.
1 In Guinee en Djibouti (GB 52) / Tsjaad (GB 53) is het
vluchtelingenprobleem het grootst omdat ...
1975
rustiger in de wereld.
b Hoe denk je dat de grafiek zich in de komende twintig jaar
zal ontwikkelen? Geef argumenten gebaseerd op wat je in
deze paragraaf hebt geleerd.
voor 1956
Vluchtelingen die niet in kampen zitten en
vluchtelingen die niet geholpen worden door
humanitaire organisaties.
. Dat had te maken met de
val van het communisme. In het jaar 2006 waren er net zo
veel conflicten als in
c Lees de legenda van GB 149D/GB 165E. Welke
vluchtelingen staan niet op de kaart?
. Het grootste aantal was in
2001-2006
c
De gebieden met autonomie liggen ver van
Beijing af, in bergland, dus zijn moeilijker
bereikbaar dan het vlakke gedeelte aan de
kust. De gebieden hebben ook een andere
religie en etniciteit. Dat maakt het moeilijk om
ze vanuit Beijing te besturen.
1996-2000
brandhaard
1991-1995
b
1986-1990
a
1981-1985
In figuur 2 zie je een regio met brandhaarden en vluchtelingen.
a Teken brandhaarden in de juiste landen.
c Gebruik GB 136-137/GB 152-153. Waarom is het voor de
centrale regering in de hoofdstad moeilijk om de autonome
gebieden helemaal onder controle te houden? Gebruik in je
antwoord zowel fysisch-geografische argumenten als
sociaal-geografische.
1976-1980
6
aantal conflicten dat voortduurde aan het eind van de periode
nieuw conflict
staakt het vuren
bijgelegd of gewonnen
figuur 3 Gewapende onafhankelijkheidsoorlogen (1956-2006)
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 10
© EPN
10 hoofdstuk 3
3 Gevolgen van
gewelddadige conflicten
b Waarom vormen burgeroorlog en armoede een vicieuze
cirkel?
Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen.
1
a In de volgende zinnen worden gevolgen van een oorlog
genoemd. Zet bij elke zin of het een economisch, sociaal
en/of demografisch gevolg is. Soms moet je twee gevolgen
noemen.
• Yaël heeft haar twee broers verloren bij een zelfmoordaanslag in een bus.
Sociaal
• Ze durft nog steeds niet alleen op straat en haalt slechte
cijfers op school.
Sociaal
• Hua Tai is in de oorlog gemarteld. Hij kan zijn rechterarm
niet meer gebruiken.
Sociaal
• Daardoor liggen zijn akkers braak.
Economisch
• De brug wordt eerder gerepareerd dan de medische
hulppost.
Economisch en sociaal
• Hierdoor is de zuigelingensterfte toegenomen.
Sociaal, demografisch
Omdat de oorlog armoede en geweld
veroorzaakt, wat de kans op conflicten weer
vergroot, waardoor weer armoede ontstaat
enzovoort.
c Kruis de drie redenen aan waarom een burgeroorlog vaak
ook een negatief effect heeft op buurlanden.
❍ er ontstaat illegale handel om de oorlog te financieren
❍ hulporganisaties werken in meerdere landen
❍ veel vluchtelingen trekken naar buurlanden
❍ rebellen en leger overschrijden vaak de grens
❍ de infrastructuur in de hele regio gaat kapot
X
X
X
3
a Noem een overeenkomst en een verschil tussen een
ontheemde en een vluchteling.
Beiden zijn gevlucht. De ontheemde is in zijn
eigen land gebleven, de vluchteling ging naar
een ander land.
b Hoe groot is het aantal asielzoekers in Europa als
percentage van het totaal aantal vluchtelingen in de wereld?
338 300 van 20 miljoen is minder dan 1,7%
c Waarom vluchten niet meer mensen naar Europa?
De meeste mensen in conflictgebieden zijn te
arm om de reis te betalen.
• Veel mensen zijn gevlucht naar het buurland.
Demografisch
• Je moet geen diamanten uit Liberia kopen. Anders
financier je de oorlog daar.
Economisch
b Wat wordt bedoeld met psychische gevolgen? Geef ook
een voorbeeld.
Gevolgen voor de geestelijke gezondheid,
bijvoorbeeld: depressief, angstig.
2
a Wat is een vicieuze cirkel?
Een reeks handelingen of gebeurtenissen
waardoor je steeds terugkeert bij het
beginpunt.
d Noem drie redenen waarom vluchten zo erg is.
Bijvoorbeeld: je moet je eigendommen
achterlaten, je kunt werk niet doen, je wordt
angstig, je verliest familieleden uit het oog,
je wordt afhankelijk van hulp, je toekomst is
onzeker.
4
Bekijk bron 7.
a Welke twee gevolgen van oorlog zie je? Zet erbij of het
sociale, economische en/of demografische gevolgen betreft.
Economisch gevolg: invalide kan zelf niet zo
veel meer werken; sociaal gevolg: invalide
moet verzorgd worden.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 11
© EPN
brandhaarden 11
b Aan welke vier dingen zou je kunnen zien waar deze foto is
gemaakt?
Het landschap is bergachtig; het is een arm
land, want de weg is niet bestraat; het uiterlijk
van de mensen; het moet een oorlogsland zijn
vanwege landmijnen.
c Welk land is het?
❍ Marokko ❍ Afghanistan
X ❍ Italië ❍ Liberia
5
Bekijk bron 8.
a Welke dingen op de foto maken meteen duidelijk dat het een
vluchtelingenkamp is en niet een dorp of krottenwijk?
Oxfam-tent, veel kranen bij elkaar, geen
bebouwing
b Waar is dit?
❍ Tunesië
❍
Afghanistan
❍
Sudan
X❍ Bolivia
6
Bekijk bron 9.
a Zet de gegevens uit de tabel van bron 9 in een kaart in
figuur 4. Gebruik je geodriehoek.
b Wat vind jij de beste manier om gegevens over massamoorden weer te geven: een kaart of een tabel? Waarom?
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: een kaart, want
die is duidelijker, dramatischer, je ziet meer
figuur 4 Massamoorden in de 20e eeuw
geevens in één oogopslag; maar een tabel is
preciezer.
7
Bekijk bron 10. Hier zie je de leeftijdsopbouw van Cambodja.
a Van welk jaar is deze bevolkingspiramide?
2008
b Welke leeftijdsbalk laat zien dat er in de periode van
1975-1979 minder kinderen werden geboren?
30-34 jaar, je moet terugrekenen vanaf 2008
tot 1975-1979
c In 2008 kun je ook nog het effect op het aantal geboorten
uit die kinderen zien. Welke balk is dat en waarom?
5-14 jaar, dat is een kleiner aantal kinderen
omdat de groep ouders ook klein is.
d Aan welke balken kun je zien dat er veel slachtoffers waren
in die periode?
Aan de balken 45-55, die dat waren jonge
mensen in Pol Pots dictatuur. Deze balken zijn
veel smaller dan daaronder.
e Aan welke balk kun je zien dat er een geboortegolf was na
1979?
25-29 jaar
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 12
© EPN
Work it out 1
1 Extra opdracht: Nigeria
Je gaat een onderzoekje uitvoeren naar interne problemen in
Nigeria. Gebruik niet alleen de atlaskaart ‘Nigeria: één staat,
300 volken’ (GB 151/GB 167), maar ook enkele kaarten van
heel Afrika.
a Welke sociaal-culturele kenmerken heeft Nigeria volgens
deze kaart?
Verschillende godsdiensten, veel talen en
volkeren.
b Zijn er, volgens de GB, geweldsuitbarstingen in dit land?
Noteer het kaartnummer.
Nee, GB 149D/Ja, GB 165E
c Welk land heerste er in de koloniale tijd over Nigeria?
Gebruik de GB en noteer het kaartnummer.
Verenigd Koninkrijk, GB 149B/GB 165B
d Hoe komt het dat er veel volkeren in de staat Nigeria
wonen?
De grenzen van het land zijn in de koloniale
tijd getrokken, daardoor kwamen (vijandige)
volkeren bij elkaar in een staat te wonen.
e Beschrijf met behulp van GB 151C/GB 167C wat er in
Nigeria is gebeurd.
Tussen 1960 en 1996/2006 werd Nigeria in
steeds meer staten opgedeeld.
l Op GB 151E en F/GB 167E en F wordt ingezoomd op een
kleiner gebied. Wat wil men daarmee laten zien?
Binnen één gebied zijn nog meer minderheden.
m Heerst er honger of voedselschaarste in Nigeria? Zo ja,
welke twee oorzaken daarvoor worden in de atlas
genoemd?
Ja; door afnemende productie van voedsel
en toename van bevolking.
n In 2004 braken hevige onlusten uit tussen christenen en
moslims rond Plateau, een van de staten in Centraal
Nigeria. Haal uit de atlaskaart over cultuurgebieden nog
een oorzaak voor dat conflict.
Verschil in taal (zie opmerking GB 151D/
GB 167D)
o Formuleer een conclusie over de drie oorzaken van de
conflicten in Nigeria.
De oorzaken van de conflicten in Nigeria
liggen in de grote welvaartsverschillen
tussen noord en zuid, de grote groepen arme
migranten en de bevolkingsgroei. Daardoor
is er ook steeds meer honger, wat een
oorzaak is van conflicten.
f Is dat proces in 1996/2006 voltooid? Hoe weet je dat?
Nee, in 1996/2006 werden er nog meer
nieuwe staten gevormd.
g Wat is daarvoor de reden?
Steeds meer volkeren willen onafhankelijker zijn.
Bekijk figuur 5 over de sharia (het islamitische rechtssysteem) in Nigeria.
h Op welke atlaskaart kun je een verklaring vinden voor dit
verschil tussen Noord- en Zuid-Nigeria?
GB 151A/GB 167A
i Welk deel van Nigeria is het rijkst: het zuiden of het
noorden?
Het zuiden
j Licht je antwoord bij vraag i toe met informatie uit een
van de kaarten. Noem ook het kaartnummer.
GB 151B/GB 167B: het zuiden is rijk aan
olie.
k Hoe zullen migratiestromen lopen?
Van noord naar zuid.
figuur 5
2 Extra opdracht: Midden-Oosten
Lees tekst A, B en C.
a Over welk land in het Midden-Oosten gaat het in tekst A
en B, denk je?
Israël en de Palestijnse gebieden
b Bespreek de verschillen tussen de twee teksten met je buur.
A is negatief: oorlog blijft; B is positief:
hoop op vrede.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 13
© EPN
brandhaarden 13
c Welke tips van tekst C zijn gebruikt voor tekst B?
1, 5, 6
d Herschrijf het bericht in tekst D, zoals een vredesjournalist
dat zou doen.
Eigen antwoord
A
Wereldleiders pleiten voor verstand in brandhaard
Midden-Oosten
De vredeskansen in het Midden-Oosten liggen volledig in
duigen na de meest gewelddadige dag in de bezette
gebieden sinds de strijd twee weken geleden in alle
hevigheid oplaaide.
3 Samenvattingsopdracht
Werk samen met je buur. Hieronder staan acht rijtjes van drie
begrippen. Beslis steeds welk begrip er niet in thuishoort, en
schrijf op waarom niet. Vaak zijn meerdere antwoorden
mogelijk. Belangrijk is je redenering.
a nationalisme/burgeroorlog/regionalisme
Bijvoorbeeld: regionalisme, dit is niet
gewelddadig.
b conflict/vredesmacht/onafhankelijkheid
Onafhankelijkheid, dit is een eindstadium.
De andere woorden duiden op strijd die nog
niet is afgelopen.
c separatisme/internationaal conflict/burgeroorlog
Internationaal conflict, want de andere
begrippen hebben met conflicten binnen een
staat te maken.
B
‘Vrede – nu meer dan ooit’, zeggen Arabieren en Joden
terwijl het dodental stijgt
Vredesactivisten in het Midden-Oosten versterken hun
oproep tot dialoog, nadat geweld in de bezette gebieden
vannacht weer leidde tot het verlies van twee levens.
C
Tips voor een vredesjournalist:
1 Geef niet alleen aandacht aan wat de partijen verdeelt,
maar benadruk overeenkomsten en gemeenschappelijke
doelen.
2 Leg niet eenzijdig de nadruk op geweld. Laat menselijke
angsten zien om zo het geweld te begrijpen.
3 Wijs geen schuldige aan. Laat zien dat er iets gebeurt
wat niemand wil.
4 Benadruk lijden, angst en wrok niet alleen van één partij.
5 Gebruik geen zielige of dramatische taal.
6 Gebruik geen vage of emotionele woorden bij het
beschrijven van gebeurtenissen.
D
Religieus geweld Nigeria eist leven van 67 moslims
De slachtoffers vielen bij een aanval van een christelijke
militie van Tarok-boeren op islamitische Fulani-schaapherders in de stad Yelwa. Een wanhopige taxichauffeur uit
Yelwa vertelt dat hij uit de stad was gevlucht nadat deze was
aangevallen door gewapende Taroks. Volgens hem zijn vele
onschuldige vrouwen en kinderen gestorven. Er zijn al
maandenlang gevechten in de christelijke deelstaat Plateau.
De gevechten gaan voornamelijk over moslimherders die
hun kudden op het land van christenen willen laten grazen.
Naar schatting zijn over en weer al meer dan 400 mensen
vermoord. Duizenden christenen en moslims zijn op de
vlucht geslagen voor de gewelddadigheden.
d ontheemden/mannen/vluchtelingen
Mannen, 80% van ontheemden en
vluchtelingen zijn vrouwen en kinderen.
e infrastructuur/diamant/olie
Infrastructuur, met diamant en olie worden
oorlogen vaak gefinancierd, infrastructuur
wordt vernietigd.
f genocide/babyboom/ondervoeding
Ondervoeding, de eerste twee zijn een
demografisch gevolg, de laatste is een
sociaal gevolg.
g macht/staat/volk
Volk, dit heeft soms geen macht, een staat
wel.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 14
© EPN
Israël
Palestijnen
4 Israël en de Palestijnen
4
1
a Zoek via het achterschutblad van de atlas de kaart van
Israël op. De vier buurlanden zijn:
Libanon, Jordanië,
Syrië en Egypte.
b Wat betekent het woord autonoom?
zelfstandig, onafhankelijk
c Welke drie dingen in de legenda van de overzichtskaart
wijzen erop dat Israël een brandhaard is?
De grenzen zijn van 1967, dus nu is er
onenigheid over; de Gazastrook en de
Westelijke Jordaanoever zijn Palestijns
autonoom gebied; er is door Israël bezet
gebied.
d Welk gebied is meer ontwikkeld: Israël of de Palestijnse
gebieden? Bekijk het kaartblad over de economie van Israël.
Met welke drie gegevens kun je het verschil in ontwikkeling
tussen Israël en de Palestijnse gebieden aantonen?
Israël: want daar bevinden zich het bevloeide
cultuurland, de industrie en mijnbouw
grotendeels, dus dat gebied zal meer
ontwikkeld zijn.
De bronnen 11 tot en met 13 geven een historisch overzicht
van de staat Israël.
a Geef met een cijfer 1 t/m 6 voor de volgende zes zinnen aan
wat de volgorde in de tijd moet zijn.
2
1
6
3
3
Bekijk bron 16. Let op: er zijn drie gebieden! De gegevens van
Israël gaan niet over de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.
a Bereken het aantal Palestijnen door het aantal niet-Joden in
alle gebieden te nemen. Rond af op 100.000.
1,5 miljoen
Westelijke Jordaanoever: 2,4 miljoen
Israël: 24% van 7,1 miljoen = 1,7 miljoen
Totaal: 5,6 miljoen
• Gazastrook:
•
•
•
b Hoeveel Joden zijn er? Rond af op 100 000.
76,1% van 7,1 miljoen, plus 364 000
kolonisten, samen afgerond 5,8 miljoen
c Waarom zullen er binnen enkele jaren meer Palestijnen dan
Joden zijn?
Het geboortecijfer van de Palestijnen is veel
hoger.
d Welk van de drie gebieden is het dichtstbevolkt? (Het is
overigens ook het dichtstbevolkte gebied ter wereld!)
Gazastrook: bijna 4200 inwoners per km2
2
5
De Arabische buurlanden vallen in 1967 de nieuwe
staat Israël aan. Maar die is militair veel sterker. Israël
bezet dan grote delen van de buurlanden uit
veiligheidsoverwegingen.
De Palestijnen voelen zich tweederangsburgers in
Israël. Zij strijden voor een eigen staat en plegen
aanslagen (de intifada).
Koloniale situatie. De Engelsen heersen over
Palestina. Er wonen nog niet veel Joden.
Het Joodse volk werd verdreven uit Israël. Sindsdien
zijn Joden overal vervolgd.
Binnen Israël zijn aparte gebieden ontstaan waar
Palestijnen zelfbeschikking over hebben. In die
gebieden wonen ook Joodse kolonisten, die een
ongedeeld Israël willen. Zij worden door de staat
Israël militair beschermd (zie bron 13).
Het Joodse volk heeft eeuwen geleden. Het ergst
was de Tweede Wereldoorlog, met de Holocaust: er
werden 6 miljoen Joden vermoord. Daarom hebben
de Joden recht op een eigen land: Israël wordt
gesticht. Ze gaan het land delen met de Palestijnen
die er al eeuwen wonen (zie bron 12).
4
Bekijk bron 17 en 18.
a Wie zijn er gevlucht?
Arabieren, Palestijnen
b Noem de vijf gebieden waar de mensen naar toe vluchtten.
Gazastrook en Westelijke Jordaanoever,
Jordanië, Libanon en Syrië
c Waarom vluchtten de mensen?
Ze waren bang voor het Israëlische leger.
d Verklaar het grote verschil in aantallen vluchtelingen tussen
de twee bronnen. Denk aan demografische factoren.
Bron 17 is al oud, van 1948. De
vluchtelingen hebben inmiddels (klein)kinderen
gekregen.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 15
© EPN
brandhaarden 15
e Het verschil in aantallen kan ook ontstaan zijn doordat de
bron van de gegevens verschillend is. Welke bron – 17 of 18 –
is het meest betrouwbaar? Licht je antwoord toe.
Bron 18 is van de VN, dat is een
onpartijdige bron.
Burgeroorlog, binnen de staat Israël
c Is er regionalisme of nationalisme?
Nationalisme: Palestijnen willen
zelfbeschikking.
5
Bekijk bron 19, 20 en 21.
a Waardoor wordt de bevolkingsgroei in de Palestijnse
gebieden verklaard?
d Zijn er verschillen zijn in welvaart en politieke macht, en zo
ja , welke?
Ja, de Palestijnen zijn het armst en ze hebben
geen eigen staat.
Door een hoog geboortecijfer
b En in Israël?
e Ga na of er sprake is van de volgende vijf kenmerken:
1 Ze zijn niet democratisch.
Door immigratie
veel welvarender
c Vul aan. Bron 20 laat zien dat Israël
is dan de Palestijnse gebieden.
d Vergelijk bron 19 en 20 met elkaar. Welk verband bestaat er
tussen welvaart en het geboortecijfer? Maak een hoe-hoezin.
Hoe armer een gebied, hoe hoger het
geboortecijfer.
De Palestijnen hebben geen kiesrecht in
Israël.
2 De mensenrechten worden geschonden.
Ja, er is vaak geweld bij de checkpoints.
3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger.
Geen honger, maar wel armoede.
6
a Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: territorium – staat –
nationalisme – volkeren.
Israël is één
b Wat voor soort conflict is het? Kies uit: internationaal –
burgeroorlog – regionaal.
staat
met daarbinnen Palestijnse
volkeren
oneens zijn over de verdeling van het territorium
autonome gebieden. Er zijn twee
Nee
die het
.
De Palestijnen willen een eigen staat, dit noemen we
nationalisme
4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden.
.
b Bekijk bron 14. Wat vind je ervan dat deze man met een
pistool schiet tijdens een demonstratie?
❍ Begrijpelijk, de Palestijnen zijn een onderdrukt volk.
❍ Geweld is nooit te rechtvaardigen.
❍ Gevaarlijk, kijk maar hoe angstig die vrouw is.
❍ Hij wil indruk maken, maar hij schiet in de lucht, dus het
is niet serieus bedoeld.
❍ Eigen antwoord:
7
Door antwoord te geven op de volgende vragen, krijg je
een korte samenvatting van het conflict tussen Israël en de
Palestijnen.
a Welke situatie uit bron 5 is van toepassing op het gebied?
Situatie 2, omdat er Israëli’s en Palestijnen
in Israël wonen.
5 Kort geleden heeft er een ander gewelddadig conflict
plaatsgevonden.
Ja, het is al jaren oorlog met af en toe
vrede.
f Beschrijf een economisch, sociaal en demografisch gevolg
van dit conflict.
Economisch: de Palestijnse economie zit in
het slop door de blokkades, de militaire
uitgaven van Israël zijn een grote belasting.
Sociaal: demonstraties, onschuldige burgers
worden gedood, vluchtelingen.
Demografisch: groot aantal vluchtelingen na
de Zesdaagse Oorlog.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 16
© EPN
Kaukasus
5 De Kaukasus
1
3
a Vergelijk GB 116-117/GB 128-129 met GB 123C/GB 141B.
In de Kaukasus wonen veel verschillende volkeren. Hoe zou
dat komen? Geef zowel de oorzaak als het gevolg. Tip: denk
aan de fysische omstandigheden.
Gebruik bron 22 en 26. Omcirkel de goede woorden en vul de
zinnen aan.
a De welvaart van de (deel)staten in de Kaukasus lijkt
Het is een bergachtig, weinig toegankelijk
gebied. Daarom hadden de volkeren onderling
weinig contact. Zo hebben zij zich allemaal
verschillend ontwikkeld.
b Bekijk GB 123C/GB 141B. In de Kaukasus heeft ook veel
immigratie plaatsgevonden. Aan de spreiding van welke vier
etnische groepen is dat goed te zien?
Turkse volkeren, Mongoolse volkeren,
Koerden, Grieken
c Bekijk bron 22. In de legenda zie je landsgrens en
deelrepubliek. Daaruit kun je opmaken dat ...
❍ er veel etnische verschillen zullen zijn.
❍ er veel economische problemen zullen zijn.
❍ er veel regionalisme en nationalisme zal zijn.
❍ er veel brandhaarden zullen zijn.
X
2
Bekijk bron 22.
a Welke (deel)republiek telt het grootste aantal volkeren?
Dagestan
b Bekijk bron 22 en lees bron 25. Waarom werkt juist dat
grote aantal volkeren in die (deel)republiek remmend op het
nationalisme?
Omdat de volkeren erg op zichzelf gericht en
zeer verdeeld zijn.
c Hoe verklaar je het hoge percentage Russen in Tsjetsjenië?
Om zijn macht te kunnen handhaven, stuurde
Rusland altijd veel Russen naar die gebieden.
sterk/niet op elkaar, want
het bnp loopt sterk uiteen.
b De etnische samenstelling van de (deel)staten in de
Dagestan
heeft heel veel verschillende volkeren, maar
Armenië niet.
Kaukasus lijkt sterk/niet op elkaar, want
c De politieke staatsvorm van de (deel)staten in de Kaukasus
Tsjetsjenië en Dagestan
zijn niet onafhankelijk van Rusland, maar
Armenië en Azerbeidzjan wel.
lijkt sterk/niet op elkaar, want
4
Zoek in de atlas de kaarten op die over de voormalige SovjetUnie gaan.
a Waarom spreekt men van de voormalige Sovjet-Unie?
De Sovjet-Unie bestond uit een heleboel
deelrepublieken. Na 1991 is een aantal
daarvan onafhankelijk geworden.
b (Deze opdracht maak je met de GB 52e druk.) Omcirkel de
goede antwoorden.
• De bevolkingsdichtheid van de Kaukasus is vrij hoog/laag
vergeleken met Rusland.
• Het bnp is sterker/minder sterk gedaald in de Kaukasus
dan in Rusland.
• Het percentage Russen in de Kaukasus is lager/hoger dan
in de rest van de voormalige Sovjet-Unie.
• De Kaukasus is dus een economisch en sociaal een
modern/achtergebleven gebied.
c Wat zijn in de Kaukasus de belangrijkste factoren die tot
conflicten leiden?
❍ Het gebergte, dat werkt als een scheidingswand.
❍ Grote verschillen in welvaart.
❍ Grote verschillen in politieke macht.
❍ De uitgestrektheid van het land.
❍ De verschillende volkeren, talen en godsdiensten.
X
X
X
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 17
© EPN
brandhaarden 17
5
8
Bekijk bron 25 en 29. De genocide op het Tsjetsjeense volk en
die op de Armeniërs zijn vergelijkbaar.
a Wat is een genocide? Tip: kijk in de begrippenlijst.
Door antwoord te geven op de volgende vragen, krijg je een
korte samenvatting van de conflicten in de Kaukasus.
a Welke situatie uit bron 5 is van toepassing op elk conflict?
Vernietiging van een volk, een ras of een
groep of een poging daartoe.
b Noem twee overeenkomsten tussen deze twee genocides.
Beide volkeren werden door hun eigen staat
naar onherbergzame gebieden gedeporteerd.
Velen stierven. Dit gebeurde in beide gevallen
voor de Tweede Wereldoorlog.
Situatie 2, alle gebieden hebben meerdere
volkeren.
b Wat voor soort conflict is het? Kies uit: internationaal –
burgeroorlog – regionaal.
Burgeroorlog: Tsjetsjenië wil een eigen
territorium. Internationaal: het Armeense volk
in de enclave in Azerbeidzjan wil bij de staat
Armenië horen.
c Is er regionalisme of nationalisme?
6
Alle conflicten zijn nationalistisch.
Maak de volgende zinnen compleet.
• Bron 25: De strijd verplaatst zich vanuit Tsjetsjenië naar
het buurland Dagestan.
• Bron 28: Deze strijder in deelrepubliek
Tsjetsjenië
islamitische
godsdienst.
Bron 30: De aanhoudende strijd in Tsjetsjenië
zorgt
ervoor dat de olie niet vervoerd kan worden
via de lijn Bakoe-Novorossijsk. Daardoor blijft de
armoede bestaan.
Bron 27: Hoopvolle ontwikkelingen zijn er in Azerbeidzjan , doordat de olie-inkomsten
is aanhanger van de
•
•
zorgen voor meer welvaart.
7
Zet de juiste gebieden bij de omschrijvingen:
•
Dagestan
: Er wonen veel volkeren binnen deze
deelrepubliek van Rusland. Ze hebben geen eigen
territorium, maar er is ook geen onafhankelijkheidsstrijd.
•
Tsjetsjenië
: Er zijn veel volkeren binnen deze
deelrepubliek. Ze hebben geen eigen territorium, geen eigen
staat. Er is een serieuze onafhankelijkheidsstrijd.
•
Armenië
: Er wonen hier weinig verschillende
volkeren, maar er is wel een eigen staat, en ook is een stuk
buurland bezet.
•
Azerbeidzjan : Hier wonen enkele verschillende volkeren
die geen eigen staat vormen. Een gebied met veel
Armeniërs is bezet door buurland Armenië.
d Zijn er verschillen zijn in welvaart en politieke macht?
Ja, er zijn grote verschillen in welvaart en
politieke macht.
e Ga na of er sprake is van de volgende vijf kenmerken:
1 Ze zijn niet democratisch.
Rusland is wel democratisch.
2 De mensenrechten worden geschonden.
Er is veel corruptie.
3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger.
Honger is er niet, wel veel armoede.
4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden.
Nee
5 Kort geleden heeft er een ander gewelddadig conflict
plaatsgevonden.
Ja, in alle gebieden.
f Beschrijf een economisch, sociaal en demografisch gevolg
van dit conflict.
Economisch: vernietiging bezittingen; Tsjetsjenen
raken bezittingen kwijt: grote armoede; armoede
in Azerbeidzjan ondanks recente rijkdom door
oliereserves; nog veel armoede.
Sociaal: verdriet en angst, veel leed.
Demografisch: grote aantallen Armeniërs in
buitenland, grote sterfte onder
oorlogsgeneratie Tsjetsjenen.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 18
© EPN
18 hoofdstuk 3
6 Regionalisme
2
Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen.
1
a Binnen Europa bestaan grote en ongewenste verschillen
tussen rijke en arme regio’s. Wat zijn drie negatieve
gevolgen van deze regionale ongelijkheid?
1
Bedrijven trekken weg uit arme regio’s.
2
Grote migratiestromen (leegloop en
overvolle regio’s).
Nationalisme/separatisme
a Wat is een regio?
Een gebied dat wordt afgebakend op grond
van een bepaald kenmerk
b Om welke regio (regio’s) gaat het in de volgende zinnen?
Zet er ook bij op welke gronden de regio afgegrensd is.
• het inleidend verhaaltje bij deze paragraaf in het tekstboek:
Groningen (of het hele Noorden), omdat er
niet wordt geïnvesteerd door de overheid
• de tekst van het tweede voorbeeld uit ‘Brandhaarden in
Europa’ in het tekstboek:
Baskenland, een provincie van Spanje met
een aparte taal, cultuur en geschiedenis
• GB 54F/GB 58F
De provincies van Nederland, samenstelling
van de beroepsbevolking
3
b Hoe kan de EU de regionale ongelijkheid aanpakken?
Arme regio’s krijgen structuurfondsen.
c Streep het foute woord door:
Het is goed/slecht voor de eenheid van de EU als mensen
de centralisering van de macht willen tegenhouden.
De bescherming van regionale specialiteiten is belangrijk om
kleine/grote regio’s het gevoel te geven dat ze ertoe doen in
de EU.
3
a Verdeel Europa globaal op grond van koopkracht. Zet achter
de delen van Europa of de koopkracht hoog, laag of
gemiddeld is.
• Noorden:
• GB 57A/GB 61A
verzorgingsgebieden van centrale plaatsen,
daar wonen de mensen die binnen het gebied
van diensten gebruikmaken
• GB 113B/GB 82E
Kleine gebieden (gemeenten) binnen de
deelrepublieken en autonome gebieden,
etnische samenstelling van de bevolking
• GB 109C/GB 117C
toeristische gebieden in Spanje en Portugal,
afgegrensd op basis van aanwezigheid van
toeristische hotels en campings
c Trek een conclusie door de zin af te maken.
Regio’s zijn op verschillende manieren af te grenzen; het
hangt af van:
grenzen.
het kenmerk dat je kiest om af te
• Westen:
• Zuiden:
• Oosten:
hoog
hoog
gemiddeld
laag
b Kies een (Oostblok)land dat recent tot de EU is toegetreden.
Zoek daarna op GB 80-81/GB 88-89 drie kaarten op
waarmee je kunt aantonen dat dit land achterloopt in
ontwikkeling vergeleken met de rest van de EU.
Bijvoorbeeld: GB 80C of I/GB 88C of I
geen goed werkende markteconomie; GB 81E
en F/GB 89E en F: er is een hoge
zuigelingensterfte, er wordt minder geld aan
gezondheidszorg besteed
c Als je GB 80-81/GB 88-89 goed bestudeert, zie je ook
enkele terreinen waarop de voormalige Oostbloklanden
beter scoren dan de West-Europese landen. Noem twee
kaartjes waaruit dat blijkt.
GB 81D/GB 89D: inentingen; GB 81H/GB
89H: onderwijsuitgaven
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 19
© EPN
brandhaarden 19
d In veel landen bestaan grote verschillen in koopkracht
tussen de regio’s. Welke kaart in de atlas laat zien dat dat in
Italië zo is?
GB 111C/GB 119C
e Neem de kaart over migratiestromen in Italië. Beschrijf hoe
de verschillen in koopkracht leiden tot migratie in Italië.
In gebieden met een lagere koopkracht is een
negatief migratiesaldo. In gebieden met een
hogere koopkracht is een positief
migratiesaldo.
b Bekijk bron 32. Bevordert het hek de vrede? Geef je mening
en een argument.
Verschillende antwoorden mogelijk. Ja: met
het hek voorkom je dat het uit de hand loopt
doordat enkele agressievelingen ’s avonds de
boel opjutten. De meeste mensen willen immers
vrede. Nee: het hek is een uiting van
wantrouwen en de haat blijft bestaan.
6
f In Padania in Noord-Italië is een afscheidingsbeweging
actief. Waarom zou een rijker gebied zich willen afscheiden
van de rest van het land?
Omdat ze hun welvaart niet willen delen met
het arme deel van het land.
4
a Er is niet één eenvoudige verklaring voor de regionale
verschillen in koopkracht in Europa. Maar een deel kun je
verklaren met behulp van een factor uit de fysische dimensie
(natuurlijke omstandigheden) en een deel met behulp van
een factor uit de politieke dimensie. Welke factoren zijn dat?
Fysisch: reliëfverschillen, verschillen in
natuurlijke omstandigheden en ligging aan kust
of binnenland, waardoor de bestaansmiddelen
verschillend zijn. Politiek: de voormalige
Oostbloklanden zijn nog niet zo lang bij de
EU, die zijn nog niet zo welvarend.
a Wat is de hoofdstad van Europa?
Brussel
b Wat betekent centralisering van de macht in Europa?
b Ondanks de grote verschillen in koopkracht zijn er in de
EU-landen toch niet veel gewelddadige conflicten. Eén
deelverklaring daarvoor vind je in de politieke dimensie, een
andere in de economische dimensie. Leg dit uit.
Dat steeds meer macht in handen van maar
enkele Europese instanties komt.
c Wat is een goed voorbeeld van het opkomen voor de
belangen van een regio?
❍ Meer geld voor het Academisch Ziekenhuis in Utrecht.
❍ Een werkgelegenheidsprogramma in NoordoostGroningen.
❍ De technische eisen voor bierfabricage voor de EU
gelijktrekken.
❍ Een snelweg naar een afgelegen gebied aanleggen.
X
X
5
Bij elk maatschappelijk probleem kun je verschillende
aspecten onderscheiden. We noemen dat bij aardrijkskunde
dimensies. Elk maatschappelijk probleem heeft een economische, sociaal-culturele en politieke dimensie. Zo ook brandhaarden.
a Welke dimensie, naast de politieke, komt in de beschrijving
van de drie gewelddadigste conflicten in Europa het meest
naar voren?
sociaal-cultureel
Baskenland: sociaal-cultureel
Kosovo en Bosnië: economisch
• Noord-Ierland:
•
•
Politiek: de landen zijn democratisch, er is
persvrijheid en weinig corruptie. Economisch:
de landen zijn toch tamelijk welvarend. Door
structuurfondsen worden grote verschillen
minder.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 20
© EPN
20 hoofdstuk 3
7 De rol van Nederland in
conflicten
3
Lees de hele paragraaf en bekijk de bronnen.
1
a Welke drie redenen heeft Nederland om bij te dragen aan
internationale vredesmissies?
het veilig trainen van de troepen; de
mogelijkheid om materieel up-to-date te houden;
internationaal aanzien en invloed
Afghanistan ligt ver van Nederland.
a Meet in de GB hoe ver het is van Amsterdam naar Kandahar,
Uruzgan.
Op GB 170-171/GB 188-189 is het 8,5 cm,
op een schaal van 1:60 000 000 betekent
dat 5100 km.
b Welke drie factoren bepalen de relatieve afstand naar
Kandahar?
Tijd, kosten en moeite
c ‘New York ligt dichter bij Amsterdam dan Kandahar.’ Leg uit
waarom deze stelling onjuist én juist is. Gebruik je antwoord
bij b.
b Een vredesmissie kan drie vormen aannemen. Zet achter
elke vorm een steekwoord.
• een vrede opleggen met militaire middelen:
dwang.
• een vrede handhaven door fysiek tussen de partijen te
staan:
handhaven
• en vrede opbouwen door de wederopbouw te steunen:
wederopbouw
c Welke vorm is het gevaarlijkst voor de bevolking van een
gebied?
dwang
d Welke vorm is het gevaarlijkst voor de vredestroepen?
handhaven
2
a Bekijk bron 33. Het mandaat was: alleen geweld gebruiken
bij zelfverdediging. Welke soort(en) vredesmissies vallen
onder dat mandaat?
Handhaven en wederopbouw
b Nederland draagt het liefst bij aan wederopbouw. Waarom is
dit ambitieus te noemen? Geef twee redenen.
Omdat het langdurig en ingewikkeld is om je
doel (vrede) te bereiken, bovendien is het een
zware belasting voor de Nederlandse
krijgsmacht.
c Waarom wil Nederland het liefst bijdragen aan wederopbouw
en niet aan dwang of handhaven?
Omdat wederopbouw leidt tot meer
ontwikkeling en zo de oorzaak van veel
conflicten wegneemt.
In kilometers ligt New York verder weg. Maar
om in New York te komen kost minder tijd
(frequente en directe verbinding), minder
moeite (visum gemakkelijk verkrijgbaar) en
minder geld (het is een populaire bestemming)
dan naar Kandahar.
4
a Hieronder staan drie stukjes tekst over de situatie in
Afghanistan. Schrijf bij elk stukje tekst over welk probleem
het gaat. Kies uit: ligging en situatie – fysieke
omstandigheden – maatschappelijke omstandigheden –
relaties binnen het gebied.
I De criminelen van de Noordelijke Alliantie heersen nu over
het land. Onder het toeziend oog van de Amerikaanse
troepen verkrachten zij de vrouwen en verdienen ze
miljoenen in de heroïnehandel.
relaties binnen het gebied
II Afghanistan is de grootste opiumproducent van de wereld.
De papavervelden worden door de Amerikanen vernietigd.
Zo verliezen Afghaanse boeren hun enige bron van inkomsten. Daardoor is de steun aan de Taliban gegroeid.
maatschappelijke omstandigheden
III De gewapende strijd speelt zich vooral af in bergachtig
gebied. Daar kunnen de moslimstrijders zich gemakkelijk
verbergen.
fysieke omstandigheden
b Van welke van de vier soorten problemen bij vredesmissies
is bron 34 een voorbeeld? Beargumenteer je antwoord.
Bijvoorbeeld: ligging en situatie, het gebied
ziet er slecht bereikbaar uit (op de brug na).
Fysieke omstandigheden: een droog
landschap.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 21
© EPN
brandhaarden 21
c Hoe blijkt uit bron 35 dat de ‘inktvlek van de vrede’ (zie
tekstboek) in Afghanistan zich moeizaam verspreidt?
Het risico dat VN hulpverleners lopen is
groter geworden.
d Zoek in de GB informatie waarmee je de problemen van de
vredesmissie in Afghanistan kunt beschrijven. Voor de
informatie over ‘ligging’ en ‘situatie’ en ‘fysieke omstandigheden’ zijn kaarten heel geschikt. Voor de informatie over de
maatschappij en relaties gebruik je statistische gegevens.
• Ligging en situatie:
GB 128-129/GB 138-139: landlocked,
buurlanden: Iran, Turkmenistan, Oezbekistan,
Tadzjikistan, China en Pakistan.
• Fysieke omstandigheden:
GB 128-129/GB 138-139, hoogteligging:
200-5000m, mediterraan klimaat, steppe-,
woestijn- en landklimaat.
• Maatschappelijke omstandigheden:
afhankelijk van druk GB: kijk in de
statistiek bij bevolking/ontwikkeling, werken,
ontwikkelingskenmerken en
levensomstandigheden.
• Relaties binnen een gebied en met andere gebieden:
Bij GB 52e druk: gebruik de statistiek,
bijvoorbeeld buitenlandse schulden,
ontwikkelingshulp. In GB 53 ook 141E:
gewapende conflicten en F: etnische groepen
en godsdiensten.
e Geef twee gegevens uit de GB waarmee je snel kunt
aantonen of de wederopbouw lukt of niet.
economische aspecten zoals bnp/hoofd of het
aantal tv’s, levensomstandigheden:
voedselvoorziening, zuigelingensterfte
5
Ga met Google Earth naar Kandahar en daarna naar Tarin
Kowt (Afghanistan).
Zet alle opties uit, behalve ‘Wegen’ en ‘Labels en randen’,
bekijk de omgeving van beide plaatsen en enkele foto’s.
a In welke richting stromen de rivieren bij Tarin Kowt en
Kandahar?
Naar het zuidwesten
b Hoe ver is Tarin Kowt van Kandahar verwijderd?
Ongeveer 116 km
c Bekijk de weg van Tarin Kowt naar Kandahar. Schat hoe
lang de reis per auto van Kandahar naar Tarin Kowt duurt.
Leg je antwoord uit.
Ongeveer 3-4 uur. De weg is onverhard, soms
bochtig en loopt voor een deel door
rivierbeddingen.
d Bekijk de bergen in een straal van 50 km rond de steden.
Hoe veel meter steken de bergen maximaal boven Tarin
Kowt en Kandahar uit? Rond af op 50 m.
Bij Tarin Kowt maximaal 800 m, bij Kandahar
maximaal 500 m.
e Welke van beide plaatsen is geschikter voor guerrillastrijders
om zich te verbergen? Waarom denk je dat?
Tarin Kowt, want er zijn meer bergen in de
omgeving.
6
Ga met Google Earth naar Bukavu en daarna naar Goma. Hier
draagt Nederland bij aan de VN-vredesmissie. Bekijk de omgeving van beide steden en vergelijk het landschap met de
gebieden in Afghanistan die je net hebt bekeken.
a Het conflictgebied wordt vaak het Grote Merengebied
genoemd. In welk land liggen de beide steden?
In de Democratische Republiek Kongo
b In welke richting stroomt de rivier net voorbij Bukavu?
Noordoost
c Hoe hoog ligt maximaal de bebouwing in beide steden?
Rond af op 50 m.
Bukavu: 1850 m; Goma: 1600 m
d Noem vier kenmerken van de natuurlijke omstandigheden in
dit gebied en vergelijk die met Uruzgan in Afghanistan.
Het reliëf is hier meer afgerond, de bergen
minder steil. Er zijn vulkanen. Er is meer
water. Er is meer begroeiing. Het ziet er minder
onherbergzaam uit.
e Onderzoek het gebied tot 100 km ten westen van het meer.
Waarom is dit een goede plek voor guerrillastrijders om zich
te verbergen?
Het is vrijwel onbewoond, met bossen en
reliëf.
f Er loopt een belangrijke weg tussen Goma en Bukavu. Klik
‘Wegen’ uit en vind de echte weg. Wat valt je op?
De snelweg is grotendeels onvindbaar, maar
op sommige plaatsen vind je wel een brede
kronkelige weg.
g Er is geen verkeer op de weg te zien. Hoe reist men
gewoonlijk tussen deze twee plaatsen?
Via het meer, per boot
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 22
© EPN
Work it out 2
1 Extra opdracht
a Bekijk figuur 7. In welk land is dit?
Frankrijk
b Zet de cijfers van de onderstaande zinnen in de juiste
volgorde in figuur 6. Begin met V.
I Er ontstaat een generatie die haar kinderen geen
Bretons meer leert.
II Alleen in de westelijk gelegen regio’s heeft het verbod
weinig kans van slagen.
III De actiegroep Red het Bretons! wordt opgericht.
IV De werkloosheid is groot, de nationale taal levert meer
op bij het zoeken naar werk.
V De Franse nationalistische politiek verenigt het gehele
land.
VI De EU financiert tweetalig onderwijs.
VII Vissers en oude omaatjes worden omgeschoold tot
leraren Bretons.
VIII Het Bretons wordt verboden, kinderen krijgen op
school straf als ze het spreken.
IX Een nieuwe generatie Bretonssprekende kinderen
ontstaat, maar Frans blijft de voertaal.
c Waar past figuur 7 in de grafiek van figuur 6?
In ieder geval na VI.
percentage Bretonssprekenden
figuur 7
100%
V
VIII
II
IX
IV
VII
I
III
VI
tijd
figuur 6
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 23
© EPN
brandhaarden 23
2 Extra opdracht
a Lees de tekst en gebruik de GB. Welke stad, Folkstone of
Hastings, is vanuit Londen het best te bereiken?
Waarom? (Gebruik de begrippen relatieve en absolute
afstand).
De absolute afstand naar Folkstone is
langer. De relatieve afstand naar
Folkstone is korter, door een autosnelweg
en een spoorweg.
b Welke stad kan zich het best ontwikkelen? Waarom?
Folkstone: dichter bij Londen en nabij het
Kanaal en de verbindingen met Europa.
c Met welke belangen houdt de EU volgens de tekst vooral
rekening?
Met de belangen van Londen: toeristen,
forensen en bedrijven
d Met welke belangen houdt de EU geen rekening?
Met de belangen van de natuur en het milieu
in Zuid-Engeland
3 Samenvattingsopdracht
Leg met een voorbeeldzin uit wat de volgende begrippenparen met elkaar te maken hebben.
a vredesmissie – maatschappelijke omstandigheden
Maatschappelijke omstandigheden
bemoeilijken vredesmissies.
b taal – regionalisme
Taal is vaak een oorzaak van regionalisme.
c economische verschillen – gewelddadig conflict
Economische verschillen kunnen aanleiding
geven tot een gewelddadig conflict.
d regionale belangen – centralisering
Door de centralisering van de macht worden
regionale belangen misschien niet goed verdedigd.
e Het natuurgebied rond Hastings wordt door de EU
aangewezen als Europese habitat (beschermde natuur). Er
mag nu geen weg aangelegd worden. Voor wie is dit een
dikke tegenvaller?
Voor Londenaren en de wegenbouwers
f Voor wie is dit positief?
Voor SCAR en voor het milieu
g Wat is tegenstrijdig aan de bemoeienis van de EU met de
ontwikkeling van regio’s?
De EU wil de aanleg van grote wegen
financieren, maar houdt dat ook tegen
omwille van het milieu.
De tuin van Engeland noemt men het gebied. Het is een
lieflijke omgeving met een bijzonder cultuurlandschap op
korte afstand van Londen ... Met EU-fondsen wordt dit
Zuid-Engeland ontsloten met nieuwe en bredere wegen.
Zo kunnen de stadjes aan de zuidkust zich beter
ontwikkelen. Londenaren kunnen erheen verhuizen en
gaan forensen, bedrijven kunnen zich er vestigen en
stedelingen kunnen er in het weekend een frisse neus
halen. De actiegroep South Coast Against Roadbuilding
(SCAR, litteken) vindt dat een dergelijke ontwikkeling het
landschap beschadigt en dat er te veel vervuiling zal
optreden. Dus: openbaar vervoer en fiets- en wandelroutes
in plaats van autowegen!
e conflictgebied – afscheidingsbeweging
In de drie Europese conflictgebieden zijn
afscheidingsbewegingen.
f ontwikkeling – structuurfondsen
Door geld uit de structuurfondsen van de
EU kan een gebied zich ontwikkelen.
g eenheid – verscheidenheid
Ondanks de verschillen binnen de EU streeft
men toch eenheid na.
h regio – conflict
Een conflict blijft zelden beperkt tot een
regio.
i Groningen – Bretagne
Beide gebieden zijn perifeer gelegen in het
eigen land en willen meer erkenning.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 24
© EPN
24 hoofdstuk 3
8 Praktische opdrachten
01
Heb jij nog geen geweer?
In deze opdracht onderzoek je door middel van een webquest een aantal aspecten van wapenhandel.
Je beantwoordt vragen hierover en geeft de minister van Defensie een advies over de rol van Nederland
in de wapenhandel.
Opdracht
Begin je webquest met het YouTube-filmpje en beantwoord de vragen die erbij staan. Bezoek dan de andere
sites en beantwoord de bijbehorende vragen.
http://nl.youtube.com/watch?v=-P_2ENX9VOo (of zoek op
naam het filmpje ‘Control Arms 2008: Support an Arms
Trade Treaty’)
Enkele begrippen vertaald:
civilians – burgers
bear the brunt – dragen de zwaarste lasten
poorly regulated arms trade – slecht geregelde wapenhandel
proliferation of weapons – sterke groei in het aantal
wapens
arms trade treaty – verdrag over wapenhandel
1 Wie heeft dit filmpje op YouTube geplaatst?
2 Welke landen komen in beeld met slachtoffers van
wapens?
3 Hoeveel slachtoffers zijn er per jaar?
4 Welke producenten van wapens komen in beeld?
www.ipsnews.be/index.php?id=35&no_cache=1&tx_uwne
ws_pi4[art_id]=19321
5 Wat is voor vredesmissies het probleem van de huidige
wapenhandel?
6 Om welke wapens gaat het?
7 Welk slachtofferaantal hanteren de VN?
8 Hoe omvangrijk (in geld) is de illegale wapenhandel?
www.oxfamnovib.nl/id.html?id=8640
9 Welk aantal slachtoffers wordt in het filmpje ‘Portretten
van slachtoffers van gewapend geweld’ genoemd? Reken
het om naar een jaarcijfer.
www.stopwapenhandel.org/actueel/indepers/Illegalewapenhandel.pdf
10 Wat is precies de Nederlandse rol in de wapenhandel?
11 Welk argument gebruiken tegenstanders van de regulering van de wapenhandel?
www.vn.nl/Opinie/KoColijn/ArtikelKoColijn/WapenhandelVoorDeVrede.htm
12 Waarom is het geen optie om alle wapenhandel te
verbieden?
13 Ko Colijn vindt de Nederlandse wapenhandel wel evenwichtig. Op grond waarvan komt hij tot dat oordeel?
14 Met welk aspect van de handel houdt hij geen rekening?
www.sipri.org/contents/armstrad/at_db.html
15 Hier kun je zelf actuele tabellen maken over de wapenhandel. Hoeveel exporteerde Nederland vanaf 2000 en
naar welke landen?
Advies
Vervolgens schrijf je een uitgebreid advies aan de minister
van Defensie over de rol van Nederland in de wapenhandel.
Verwerk in je advies aan de minister de volgende punten:
1 Welke partijen hebben te maken met de (illegale) wapenhandel?
2 Wat is de rol van Nederland in de wapenhandel?
3 Welke gevolgen heeft de handel in wapens voor de
verschillende partijen die je hierboven hebt onderscheiden?
4 Wat is het doel van de Arms Trade Treaty? Maak onderscheid in soorten wapens en soorten wapenhandel.
Gebruik voor dit advies nog een rapport van het ministerie
van Justitie over illegale wapenhandel:
www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/jv200804_illegale_wap
enhandel.aspx?cp=44&cs=6797
Klik rechtsboven bij bijlagen op ‘volledige tekst’ en
gebruik uit het artikel van Fijnaut bladzijde 9-13 en uit het
artikel van Slijper bladzijde 29-35.
Je mag natuurlijk ook nog andere websites over het
onderwerp raadplegen. Vermeld dan wel de bron.
Product
De vragen die je zojuist hebt beantwoord vormen het
eerste deel van je werkstuk. Gebruik voor de vragen een
vet font en voor je antwoorden een normaal font. Het
advies aan de minster van Defensie vormt het tweede deel
van het werkstuk.
In totaal wordt je werkstuk maximaal vier pagina’s lang,
lettergrootte 10-12. Dit kan heel goed een digitaal werkstuk zijn, afhankelijk van jouw docent. In je werkstuk
verwerk je ten minste één kaart, één foto en één tabel of
grafiek.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 25
© EPN
brandhaarden 25
02
Fragiele staten in Afrika
In deze opdracht onderzoek je actuele statistische gegevens van vijf landen in Afrika die te boek staan
als fragiele staten. Als je alle informatie verzameld hebt, trek je een conclusie over de mate van
conflictgevoeligheid van deze staten.
Opdracht
Van vijf landen in Afrika – Burundi, Malawi, CentraalAfrikaanse Republiek, Ivoorkust en Kenia – zoek je uit of er
gemakkelijk een gewapend conflict kan ontstaan. De
omstandigheden waaronder dit gebeurt (zie paragraaf 2) zijn:
1 Ze zijn niet democratisch.
2 De mensenrechten worden geschonden (marteling,
corruptie, geen persvrijheid).
3 Een groot deel van de bevolking lijdt honger.
4 Er zijn meer dan 500 000 vluchtelingen uit buurlanden.
5 Kort geleden heeft een ander gewelddadig conflict
plaatsgevonden.
Je gaat onderzoeken in hoeverre deze omstandigheden
voor de genoemde landen gelden.
Gebruik informatie van de volgende betrouwbare en
actuele websites:
• www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/docs/profileguide.html (snel te vinden met
Google, met als zoekterm het land plus CIA)
• www.unhcr.org (voer de landen (in het Engels!) in als
zoekterm)
• www.mo.be (voer het land als zoekterm in)
Kenmerken van landen waar
gewelddadige conflicten ontstaan
1 Ze zijn niet democratisch.
2 De mensenrechten worden
geschonden (marteling,
corruptie, geen persvrijheid).
3 Een groot deel van de bevolking
lijdt honger.
4 Er zijn meer dan 500 000
vluchtelingen uit buurlanden.
5 Kort geleden heeft een ander
gewelddadig conflict
plaatsgevonden.
Burundi
Malawi
Je kunt ook vrij zoeken op Google, voer dan de naam van
het land en bijvoorbeeld honger of democratie in. Check
de informatie dan wel met bovenstaande websites.
Zet systematisch de gevonden gegevens in een tabel,
zodat je de landen goed met elkaar kunt vergelijken. Maak
de tabel zo groot mogelijk en horizontaal, dan heb je wat
meer ruimte.
Product
Je eindproduct is een rapport over de mate van conflictgevoeligheid van elk land.
Je trekt heldere conclusies over de mate van conflictgevoeligheid per land. Beargumenteer je oordeel met de
gevonden gegevens. Zet de landen op volgorde, met het
‘conflictgevoeligste’ land eerst. Je zult zelf afwegingen
moeten maken, maar leg dat dan goed uit. Zo maakt het
natuurlijk groot verschil of er 500 000 vluchtelingen op een
bevolking van 8 miljoen zijn dan wel op een bevolking van
50 miljoen. Voeg je tabel als bijlage bij het rapport.
CentraalAfrikaanse
Republiek
Ivoorkust
Kenia
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 26
© EPN
26 hoofdstuk 3
03
Arm rijk Kongo!
In deze opdracht onderzoek je het conflict in een van de grootste landen van Afrika: de Democratische
Republiek Kongo (ook wel geschreven als DR Kongo). Het conflict is ingewikkeld, dus zorg ervoor dat
je de topografie van de regio kent. Het makkelijkst werkt het als je een lijstje aanlegt van de belangrijkste namen van volken en de gebieden waarin ze wonen, de presidenten en partijen.
Opdracht
Product
Beantwoord de volgende vragen:
• Sinds wanneer bestaat het conflict?
• Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?
• Wat is de rol van grondstoffen (zoek op internet met de
trefwoorden congo en rijkdommen) in dit conflict?
• Waar woedt het conflict? Waarom daar? (Noem
meerdere redenen!)
• Wat was en is precies de rol van westerse landen?
• Aan welke voorwaarden moet volgens jou voldaan
worden om dit conflict te beëindigen?
Je verzorgt een PowerPointpresentatie rond de vragen die
in de opdracht gesteld zijn. Je voorziet het geheel van
minimaal drie kaarten en zeven foto’s. Verder per vraag
minimaal één dia. De laatste vraag is een meningsvraag,
waarbij het belangrijk is dat je de juiste argumenten
gebruikt.
Gebruik voor je antwoorden onder andere de volgende
websites:
• http://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/22114de-oorzaken-van-het-conflict-in-de-dr-congo.html
(hier vind je een heel duidelijk verhaal over de
oorsprong van het conflict)
• www.digischool.nl (zoek op coltan voor een les over
een van de rijkdommen in DR Kongo)
• www.mo.be (veel actueel nieuws)
• www.broederlijkdelen.be
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 27
© EPN
brandhaarden 27
04
In het nieuws
In deze opdracht verwerk je de aandacht die kranten hebben voor conflictgebieden tot een kaart.
Enige teken- en rekenvaardigheid is daarbij handig. Als de kaart klaar is, moet je verklaren waarom
bepaalde gebieden groot op de kaart staan en meer in het nieuws waren dan andere, hoewel ze
misschien weinig inwoners hebben of in oppervlakte klein zijn. Je leest de krantenartikelen en zoekt
daarnaast informatie voor die verklaring op internet.
Opdracht
1 Bekijk over een periode van twee weken een landelijke
krant (de Volkskrant, NRC Handelsblad, Algemeen
dagblad, Trouw, Telegraaf).
2 In die krant ga je op zoek naar artikelen over landen met
een gewelddadig conflict. Telkens als het over een
bepaald land gaat meet je in centimeters de lengte van
de kolommen tekst die erover geschreven wordt (foto’s
en koppen doen niet mee).
3 Maak een tabel met alle landen plus hun lengte aan tekst
Vervolgens maak je een anamorfosekaart. Bij deze anamorfosekaart hebben de landen een omvang die correspondeert met het totaal aantal centimeters nieuws over dit land.
Hoe meer centimeters tekst, hoe groter het land wordt
getekend. Bij landen die wel in het nieuws zijn vermenigvuldig je de grootte in verhouding tot wat in de tabel staat.
Een land dat niet in het nieuws is geweest, laat je weg.
Vergeet titel en legenda niet. Schrijf een korte toelichting
over de werkwijze (welke krant, welke week, manier van
meten enzovoort).
Je leest de artikelen van de drie grootste landen en
verklaart (eventueel met aanvullende informatie van
internet) waarom die landen zoveel in het nieuws waren.
Ten slotte schrijf je een conclusie waarin je uitlegt waarom
sommige gebieden groter op de kaart staan dan andere
(dus waarom sommige conflicten meer in het nieuws zijn
dan andere).
Product
Een anamorfosekaart van de wereld die laat zien welke
conflictgebieden het meest in het nieuws waren gedurende twee weken. Bij de kaart een toelichting over werkwijze en een verklaring van het resultaat.
226714 WbB 3 HAVO
21-10-2009
13:39
Pagina 28
© EPN
28 hoofdstuk 3
Aantekeningen
Download