Cijferend optellen t/m 10 000 Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die cijferend optellen en aftrekken onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Reken zeker bouwt het cijferend optellen geleidelijk op. Let op! Controleer of de leerlingen nog weten wat duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden zijn. Dit kunt u doen aan de hand van de eerste opdracht van de verkorte leerlijn cijferend optellen. Cijferend optellen • Zet de getallen boven elkaar. Zet het grootste getal bovenaan, het kleinste getal komt onderaan. • Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links: Tel eerst de eenheden bij elkaar op. Tel dan de tientallen bij elkaar op. Tel tot slot de honderdtallen bij elkaar op. Laat de leerlingen de onthoudgetallen boven de som schrijven. Mochten de leerlingen het cijferend optellen niet voldoende beheersen, laat hen dan het overstapprogramma Cijferend optellen – groep 6 maken. In dit overstapprogramma beginnen de leerlingen bij de basis: het cijferend optellen van eenheden. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Cijferend aftrekken t/m 10 000 Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend aftrekken groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die cijferend aftrekken onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Reken zeker bouwt het cijferend optellen geleidelijk op. Let op! Controleer of de leerlingen nog weten wat duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden zijn. Dit kunt u doen aan de hand van de eerste opdracht van de verkorte leerlijn cijferend optellen. Bij het cijferend aftrekken beginnen we bij de eenheden. We werken van rechts naar links: • Trek eerst de eenheden van elkaar af • Trek dan de tientallen van elkaar af • Trek tot slot de honderdtallen, duizendtallen en tienduizendtallen van elkaar af. Laat de leerlingen de leengetallen boven de som schrijven. Mochten de leerlingen het cijferend aftrekken niet voldoende beheersen, laat hen dan het overstapprogramma Cijferend aftrekken – groep 6 maken. In dit overstapprogramma beginnen de leerlingen bij de basis: het cijferend aftrekken van eenheden. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Cijferend delen Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend delen groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die cijferend delen onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Herhaal de notatie van de staartdeling: deler / deeltal \ antwoord Delen door eenheden en tientallen Leg de staartdeling op het bord in twee stappen uit. 3/117\39 9 __ 27 27 __ 0 Stap 1: Kijk wat de eerste deling is die je kunt maken. Dat is 11 : 3. Dat gaat 3 keer. Je houdt 2 over. Stap 2 Haal nu de 7 naar beneden. Met de 7 erbij krijg je 27. 27 : 3 = 9. Er is geen rest. Het antwoord is 39. Als er wel rest is, schrijf je dit achter het antwoord: rest ... Deze instructie kunt u uitbreiden met delen door een tiental: 15/165\ Stap 1 Het eerste getal in het deeltal dat je kunt delen door 15 is 16. Dat gaat 1 keer. Je schrijft 15 onder de 16 en trekt af. Er blijft 1 over. Stap 2 Haal nu de 5 naar beneden. Dan staat er 15. 15 : 15 = 1. Schrijf 1 bij het antwoord op, en 15 onder 15 in de staartdeling. Er is geen rest. Als er wel rest is, schrijf je dit achter het antwoord: rest ... Delen door tientallen, waar je bij de eerste stap drie cijfers van het deeltal gebruikt 13/104\ ... • We delen het getal in één keer. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Cijferend vermenigvuldigen Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend vermenigvuldigen groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die cijferend vermenigvuldigen onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Cijferend vermenigvuldigen met eenheden Volg bij het uitrekenen van cijferend vermenigvuldigen met eenheden de volgende stappen. Neem als voorbeeldsom: 486 2 ___ × Stap 1 Je doet eerst eenheden × eenheden. 2 × 6 = 12. Het onthoudgetal 1 schrijf je klein boven de 8. Stap 2 Dan doe je eenheden × tientallen. 2 × 8 = 16, met het onthoudgetal erbij: 17. Je moet 1 honderdtal onthouden, die schrijf je klein boven de 4. Stap 3 Tot slot doe je eenheden × honderdtallen. 2 × 4 = 8, met het onthoudgetal erbij: 9. Cijferend vermenigvuldigen met een tiental/ronde getallen Volg bij het uitrekenen van cijferend vermenigvuldigen met eenheden de volgende stappen. Neem de volgende voorbeelden: 37 20 ___× Stap 1 Schrijf de 0 op voor de eenheden. Stap 2 Reken verder met het tiental, 2 × 37. Stap 3 Tel de getallen bij elkaar op. 36 43 __× Stap 1 Reken eerst 3 × 36 uit. Stap 2 Reken dan 40 × 36 uit. Schrijf eerst de 0 op en reken dan 4 × 36 uit. Stap 3 Tel de getallen bij elkaar op. Mochten de leerlingen het cijferend vermenigvuldigen niet voldoende beheersen, laat hen dan het overstapprogramma Cijferend vermenigvuldigen – groep 6 maken. In dit overstapprogramma beginnen de leerlingen bij de basis: het cijferend vermenigvuldigen van eenheden. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Breuken Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn breuken groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die breuken onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Teller, noemer en breukstreep Schrijf enkele breuken op het bord. • Herhaal dat je telt met het bovenste cijfer van de breuk. Dat is de teller. • Het onderste cijfer blijft gelijk. Dat is de noemer of de naam van de breuk. • Het streepje tussen de teller en de noemer heet breukstreep. Uitspraak Herhaal de uitspraak van breuken. Laat zien hoe een hele kan worden verdeeld in delen. Wijs de delen steeds aan en benoem de delen: • 2/2 = twee tweeden; één deel is 1/2 of een halve, twee delen zijn 2/2 of twee keer een halve. • 3/3 = drie derden; één deel is 1/3, twee delen zijn 2/3, 3 delen zijn 3/3. Getallenlijn van 0 t/m 1 met breuken. Teken de getallenlijnen op het bord en verdeel de lijnen op het bord. Oefen met de leerlingen: • 2/2 = twee tweeden; één deel is 1/2 of een halve, twee delen zijn 2/2 of twee keer een halve. • 3/3 = drie derden; een deel is 1/3, twee delen zijn 2/3, 3 delen zijn 3/3. • Enzovoort. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Tijd, meten, geld, vormen Inleiding Voor u ligt de verkorte leerlijn tijd, meten, geld en vormen groep 6 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 7 en voor de leerlingen die tijd, meten, geld en vormen onvoldoende geautomatiseerd hebben om in groep 7 goed te kunnen werken met Reken zeker. Geld • Herhaal de schrijfwijze van een aantal munten en briefjes met het euroteken. Wijs de leerlingen op het noteren van hele euro’s met komma en nullen, bijvoorbeeld: € 5,00 of met een streepje: € 5,-. • Veilig schatten met eenvoudige geldbedragen. Je rondt de geldbedragen altijd naar boven af op hele euro’s. Oefen het schatten met bedragen op het bord. Noteer hele euro’s achter het ≈-teken en laat de leerlingen bedragen uit het hoofd bij elkaar optellen. Laat de leerlingen daarna geldbedragen met kommagetallen cijferend optellen. Wijs de leerlingen erop dat de komma’s recht boven elkaar staan. Laat de leerlingen tot slot het verschil tussen schatting en berekening uitrekenen. Meten • Herhaal de begrippen kilo, hecto en deca en de lengtemaat decameter. • Herhaal km – hm – dam – m – dm – cm – mm. • Oppervlakte en het begrip vierkante cm (cm²) en vierkante meter (m²). Een vierkantje van 1 cm bij 1 cm noemen we een vierkante centimeter. Dat kun je kort opschrijven: cm². Om de oppervlakte in cm² van een figuur uit te rekenen tel je het aantal vlakjes van 1 cm bij 1 cm in een figuur. Een vierkante meter is 1 m lang en 1 m breed. Dat kun je kort opschrijven: m². Tijd • Herhaal de 24-uursklok en digitale tijden. Een (analoge) klok gaat twee keer per etmaal rond. • Minuten bij de digitale tijd: 12:26 = 4 minuten voor half 1 21:12 = twaalf minuten over 9 17:49 = 11 minuten voor 6 06:35 = 5 over half zeven • Seconden: herhaal dat in 1 minuut 60 seconden gaan. U kunt samen met een of meer leerlingen deze verkorte leerlijn doornemen. Het is niet noodzakelijk dat u alle opdrachten met de kinderen maakt. Afhankelijk van het niveau en de kennis van de leerling kunt u kiezen voor verschillende opdrachten. In deze verkorte leerlijn maakt de leerling kennis met de verschillende opdrachtvormen en instructievormen die in Reken zeker gehanteerd worden. De leerling leert hierdoor de opdrachtsoorten kennen. U kunt deze verkorte leerlijn doorlopen met één leerling of een groepje leerlingen, al naargelang de vraag en de achterstand uit de klas. • Werk aan de instructietafel en neem (een deel van) de sommen stap voor stap door. • De oefeningen kunnen na een instructie ook als huiswerk meegenomen worden. Toepassend rekenen Voor u ligt een oefenles toepassend rekenen uit groep 6. De leerlingen kunnen hiermee kennismaken met toepassen rekenen in Reken zeker. Leren rekenen in contexten gaat in meerdere fases: • het herkennen van de situatie (de taal/context doorgronden); • het herkennen van de getallen in die situatie; • het herkennen van het probleem in die situatie en daarmee het rekenprobleem; • het rekenprobleem omzetten naar een algoritme; • het uitrekenen van het rekenprobleem (uitvoeren van het algoritme). Door de contexten goed begeleid, stapsgewijs en gedoseerd aan te bieden, zijn de kinderen goed voorbereid op de Cito-toetsen.