Intensieve zoetwaterteelt De vijvers worden zo onderhouden dat de ontwikkeling van waterfauna hierin sterker wordt gestimuleerd dan in het natuurlijke ecosysteem. De dichtheid is beperkt en de vissen worden langs natuurlijke weg gevoed. Sommige producenten bieden tevens een voedselcomplement. Deze vijvers spelen een belangrijke, positieve rol in het landschap, het waterbeheer en de biodiversiteit. Voorbeelden – Karper, in gemengde teelt met andere soorten (houting, snoekbaars, snoek, meerval enz.). Aquacultuur van zoutwatersoorten in landinstallaties De teelt van zoutwatervissen (in het bijzonder platvissen) is ook mogelijk in kunstmatige bekkens aan land, zolang deze maar gevuld worden met zeewater. Recirculatie van het kweekwater, met het oog op een gesloten, gecontroleerde omgeving, is nodig voor een optimale productie in de broedbanken en kinderkamers van zoutwatervissen. Voorbeelden – Tarbot, tong, Senegalese tong, zeebaars, goudbrasem. Extensieve aquacultuur in brak water De dieren (die meestal worden aangevoerd op de zeestroming) worden in speciaal ingerichte lagunes (bv.: Italiaanse „vallicoltura”, Spaanse „esteros”) gehouden. De introductie van pootvis uit de broedbank en de toevoeging van voedselcomplementen versterken het semi-extensieve karakter van deze teelt. Deze vorm van aquacultuur speelt een belangrijke rol in de instandhouding van het natuurlijk kusterfgoed. Voorbeelden – Zeebaars, paling, tong, Senegalese tong, zeebrasem, harder, steur, garnalen en schaal- en schelpdieren. 6 Intensieve zoetwaterteelt In de intensieve systemen worden de vissen gekweekt in bekkens totdat ze een commerciële afmeting hebben bereikt. Er zijn twee technieken: continue doorstroming (de bekkens worden stroomopwaarts gevoed door water uit de rivier en stroomafwaarts wordt dit water weer teruggegeven) en recirculatie (het water blijft in een gesloten circuit en wordt gerecycleerd teneinde opnieuw in de bekkens te kunnen circuleren). De recirculatiesystemen zijn duurder (energie), maar hierbij kunnen de kweekomstandigheden (temperatuur, zuurstof) en de watertemperatuur wel beter worden beheerst. Voorbeelden – Regenboogforel, paling, meerval, steur, nijltilapia enz. Mariene aquacultuur in kooien De vissen worden gehouden in kooien die op de bodem zijn verankerd en die aan de oppervlakte worden gehouden door een drijvend kunststof kader. Deze vorm van kweken vindt vooral plaats in de beschutte zones in de buurt van de kust, maar met behulp van meer geavanceerdere technieken (dompelkooien, bewaking op afstand, automatische voeding enz.) zouden ze ook verder weg moeten kunnen worden ontwikkeld. Voorbeelden – Zalm, zeebaars, goudbrasem, ombervis enz. Teelt van schaal- en schelpdieren Het kweken van schaal- en schelpdieren steunt op de verzameling van wild zaad of zaad uit de broedbank, dat zich voedt met nutriënten die natuurlijk in het milieu aanwezig zijn (filtrerende dieren). De oester- en mosselteelt vertegenwoordigen 90 % van de Europese productie, met gebruik van zeer uiteenlopende technieken: op de bodem, op tafels, op houten palen, op touwen enz. Voorbeelden – Oesters (oesterteelt), mosselen (mosselteelt), tapijtschelpen, zeeoren. 7