Verantwoording Uit: Het evangelie van Lukas, vertaald en van aantekeningen voorzien door Huub Oosterhuis en Alex van Heusden, uitgeverij Skandalon 2007 Het evangelie van Lukas is een verhaal over Jezus van Nazaret en over de messiaanse beweging die hij begonnen is. Het speelt zich af in het joodse land onder Romeinse bezetting, in de eerste dertig jaar van de gangbare jaartelling. Het is vermoedelijk geschreven omstreeks het jaar 80 of later door een schrijver die geen tijdgenoot was van Jezus en dus ook geen ooggetuige. Toen hij zijn relaas schreef, zo’n vijftig jaar na de dood van Jezus, had een grote catastrofe het joodse volk getroffen. In het jaar 70, na vier jaar opstand, werd Jeruzalem, stad en heiligdom, door Romeinse legioenen verwoest. Rondom Jeruzalem, stad en heiligdom, is het evangelie van Lukas opgebouwd in een indrukwekkend scenario dat opent met de priesterlijke dienst van Zacharias in ‘het Heilige’ en besluit met de terugkeer van Jezus’ leerlingen naar Jeruzalem, waar zij zonder ophouden in ‘het Heilige’ waren; doorgaans wordt het Griekse woord hiëron vertaald met ‘tempel’. De hier aangeboden tekst van het evangelie van Lukas is een poging de Griekse grondtekst met zijn eigen idioom en kenmerkende stijlfiguren zo adequaat mogelijk in het Nederlands te vertalen - niet in kerkelijk of theologisch Nederlands, maar ook niet in zogenaamd alledaags Nederlands. Lukas schreef in hebraïserend Grieks, in de trant van de Septuaginta, de Griekse vertaling van de joodse Schrift. Hebraïserende zegswijzen, zoals ‘En het geschiedde’, worden in de vertaling niet geschuwd. De vertaling is niet idiolect, als men daaronder verstaat dat een Grieks woord of een afleiding daarvan telkens met een en hetzelfde Nederlandse woord moet worden weergegeven. Een strikt idiolecte vertaalstrategie zou op veel plaatsen leiden tot onbegrijpelijk Nederlands. De vertaling kan men wel idiolect noemen in zoverre zij poogt het idion, het eigene van de grondtekst, zoals literaire verbanden en elementen van herhaling, zo veel mogelijk te behouden en zichtbaar te maken. Citaten uit de joodse Schrift zijn in de vertaling tussen aanhalingstekens geplaatst. Alle poëtische teksten zijn cursief gezet. De vertaling, bedoeld om voor te lezen, is kolometrisch gedrukt, waarbij indien mogelijk de Griekse zinsbouw is gevolgd. De kolometrie is niet alleen een hulp bij het voorlezen, maar geeft ook inzicht in de literaire opbouw van de tekst. Vertalen gebeurt altijd vergelijkenderwijs. Bij het vertaalwerk lagen andere vertalingen geopend naast de Griekse tekst. Dat waren de Willibrordvertaling (KBS 1995), de Nieuwe Bijbelvertaling (NBG/KBS 2004) en De Naardense Bijbel van Pieter Oussoren (Skandalon 2004). Ook de vertaling van Ben Hemelsoet en Dirk Monshouwer, Lucas: lezen naar de gewoonte van Pasen, uit 1997 werd regelmatig geraadpleegd. En één Franse vertaling, La Bible van André Chouraqui (Desclée de Brouwer 1989). 1 Bij de vertaling zijn verklarende aantekeningen geplaatst. Deze aantekeningen hebben verschillende functies. Zij vragen aandacht voor taalkundige en literaire aspecten van de tekst; zij dienen ter verantwoording van gemaakte keuzes in de vertaling; vaak ook bieden zij commentaar en uitleg. Niet alleen inzichten van de moderne bijbelwetenschap zijn in de uitleg verwerkt, ook oude rabbijnse en andere joodse bronnen komen aan het woord. Alle vertalingen van citaten uit de joodse Schrift die in de aantekeningen zijn opgenomen, zijn van onze hand. Griekse, Arameese en Hebreeuwse woorden en uitdrukkingen zijn weergegeven in een eenvoudige fonetische transcriptie. Ten slotte. Bij elke bijbelvertaling speelt de kwestie hoe de Hebreeuwse Godsnaam, JHWH, het tetragrammaton weer te geven. Joden spreken deze naam niet uit. Zij lezen met hun ogen JHWH (vier medeklinkers zonder klinkers), maar hardop zeggen zij adonai, ‘heer’, of ha’sjeem, ‘de naam’. Zo maken zij in deze oeroude traditie onderscheid tussen wat zij lezen en wat zij uitspreken. Adonai is in het Grieks kurios, ‘heer’. In de Griekse tekst van Lukas staat, als hij citeert uit de joodse Schrift, overal kurios waar het Hebreeuws het tetragrammaton heeft. In deze vertaling is ervoor gekozen de Hebreeuwse vierletternaam getranscribeerd weer te geven, dus JHWH in klein kapitaal, niet alleen als Lukas de joodse Schrift aanhaalt, maar ook als in de eigen tekst met kurios Israëls God bedoeld wordt, de God van Mozes en de Profeten. Het eerste voorbeeld daarvan is te vinden in Lukas 1:6: ‘Zij gingen volmaakt in alle opdrachten en voorschriften van JHWH.’ Er zijn enkele oude handschriften bewaard gebleven van de Septuaginta, de Griekse vertaling van de joodse Schrift, waarin tussen het Grieks de naam JHWH geschreven staat in het Hebreeuws. Hiëronymus, bijbelvertaler van eind vierde eeuw, schreef in zijn Prologus galeatus: ‘De naam van de heer met vier letters vinden we in sommige Griekse rollen tot op vandaag met oude letters uitgedrukt.’ Waarschijnlijk doelde Hiëronymus op boekrollen van de Septuaginta. In sommige gevallen werden ook Griekse letters gebruikt om de vierletternaam weer te geven. Het is daarom goed mogelijk dat Lukas evenals de andere schrijvers van nieuwtestamentische geschriften - dit gebruik heeft overgenomen. 2