Kinesitherapeut in het woonzorgcentrum en centrum voor

advertisement
Kinesitherapeut in het woonzorgcentrum en centrum voor dagverzorging
BV1 – BV2 – BV3
Functiebeschrijving
1. Plaats in de organisatie
 Staat onder de leiding van de zorgcoördinator en directeur bejaardenzorg
 Werkt samen met het team welzijn
 Functioneert in samenwerking met de hoofdverpleegkundige van de dienst / coördinator
van centrum voor dagverzorging waar hij/zij werkzaam is.
 Heeft als werkterrein : de verzorgingsbehoevende bewoner in het woonzorgcentrum of
centrum voor dagverzorging
2. Taakomschrijving

U heeft als opdracht in onderlinge samenwerking met andere disciplines de
zorgbehoevende bewoners alle kansen te bieden om hun psychische, fysische en sociale
mogelijkheden zo veel mogelijk te behouden of te optimaliseren en deze ook actief te
gebruiken.
2.1 Algemeen:






De kinesitherapeut verleent verstrekkingen, voorgeschreven door de behandelende
geneesheer
Werkt samen met het multidisciplinair team om de mobiliteit en de zelfredzaamheid van de
bewoners te optimaliseren
Organiseert aangepaste groeps- en/of individuele activiteiten
Helpt mee aan de uitbouw en realiseren van de zorg binnen het team welzijn
Verleent curatieve en preventieve behandeling aan de bezoeker
Biedt ondersteuning en comfortzorg
2.2 Overleg - samenwerking- rapportering








Geeft advies en ondersteuning aan het team wat betreft het belang van zelfredzaamheid,
stimuleren tot zelfstandig uitvoeren van ADL, positioneren, gebruik van hulpmiddelen,
handelingsproblemen bij specifieke pathologie, animatieve grondhouding
Geeft advies aan bewoner en familie wat betreft het gebruik /aankoop van hulpmiddelen,
rolwagen,. .
Leert tiltechnieken aan en verschaft advies omtrent de tilproblematiek
Neemt deel aan de teamvergaderingen; maakt afspraken omtrent het behandelings - en
zorgtraject met daarin het aandeel van kinesitherapie
Is bereid om samen te werken met het team welzijn
Onderhoudt contacten met interne en externe zorgverleners
Organiseert of neemt deel aan werkgroepen (kwaliteitszorg, palliatieve zorg,…)
Helpt bij de uitbouw van een leefgroep werking
2.3 Administratie/beheer



Staat in voor het ontwerp en bijhouden van de individuele kine dossiers
Levert zijn bijdrage tot een administratieve opvolging van RIZIV administratie
Staat in voor het beheer van het materiaal en hulpmiddelen

Vult de kiné gegevens in het algemeen zorgdossier
3. Competenties:
3.1. Generieke competenties:





Integriteit
Leeft bestaande waarden en normen na.
 Toont respect voor de mensen waarmee hij/zij samenwerkt.
 Spreekt zich ten aanzien van anderen niet uit over fouten en falen van anderen, bijv.
collega's.
 Gaat discreet om met vertrouwelijke en gevoelige informatie.
 Reageert op niet integer gedrag.
Samenwerken en open communicatie
Werkt constructief samen met anderen.
 Deelt alle belangrijke of bruikbare informatie met anderen.
 Vraagt naar ideeën en standpunten van anderen.
 Doet toegevingen om als team een stap verder te komen.
 Helpt anderen bij de uitvoering van hun taak, ook al valt de taak niet onder de eigen
bevoegdheid.
 Bespreekt meningsverschillen met collega's op een sensitieve wijze.
Flexibiliteit
Speelt soepel in op veranderingen.
 Reageert kalm bij plotse wijzigingen in de planning, bij nieuwe gegevens.
 Accepteert nieuwe informatie en integreert deze in de eigen planning.
Klantgerichtheid
Geeft gehoor aan en reageert adequaat op vragen van klanten.
 Waarborgt een snelle en grondige dienstverlening aan klanten.
 Toont begrip voor klanten, is vriendelijk en heeft een verzorgd voorkomen.
 Onderzoekt actief de wensen en noden van klanten. Speelt hierop in en werkt
samen met de klant om problemen op te lossen.
Praktische ingesteldheid
Kan goed functioneren bij het oplossen van dagelijkse problemen.
 Vindingrijk, kan snel implementeren.
3.2. Specifieke competenties


Empathie
Heeft inzicht in sociaalmenselijke aspecten
 Heeft in zijn/haar aanpak aandacht voor sociaalmenselijke aspecten, behoeften en
verwachtingen.
 Houdt rekening met de omstandigheden waarin andere verkeren.
Toont begrip.
 Communiceert begrip voor de gevoelens, behoeften en belangen van de anderen.
Gaat actief in op gevoelens van anderen en is in staat om hier gepast op te reageren.
 Onderneemt concrete acties om aan specifieke behoeften en verwachtingen van
anderen tegemoet te komen.
 Vraagt de ander naar zijn/haar gevoelens , gedachten met betrekking tot een
gegeven problematiek.
 Houdt rekening met het effect van het eigen optreden en de eigen houding op
anderen.
Leergierigheid en open geest
Is bereid om zich open te stellen voor veranderingen en andere invalshoeken.
 Sluit de eigen werkwijze aan op de behoeften van de omgeving.
Speelt soepel en adequaat in op veranderingen, nieuwe informatie en nieuwe situaties.
 Integreert voorstellen en informatie van anderen in zijn/haar eigen ideeën en/of
aanpak.
 Integreert een onverwacht en dringend probleem in zijn/haar planning.
 Formuleert alternatieve oplossingen wanneer een eerste aanpak niet lukt.
 Blijft doelmatig handelen in situaties waar de eigen kennis en ervaring ontoereikend
is.
 Speelt soepel in op veranderingen in de organisatie, sector of maatschappij.
 Formuleert voorstellen voor vernieuwing en verandering.
 Sociale vlotheid
Maakt een vlotte, spontane en ontspannen indruk in het rechtstreeks contact.
 Komt natuurlijk en spontaan over.
Legt en onderhoudt gemakkelijk contacten met anderen
 Legt en/of onderhoudt gemakkelijk contacten in uiteenlopende situaties.
 Legt vlot contacten in een nieuwe situatie, met onbekenden.
 Past zijn/haar gedrags- en communicatiestijl aan de gegeven situatie aan.
 Plannen en organiseren
Plant taken en opdrachten die onafhankelijk zijn van anderen en weinig beïnvloedbaar zijn door
externe factoren.
 Bepaalt prioriteiten.
 Organiseert zich op een zodanige wijze dat hij/zij een overzicht kan bewaren.
 Komt voorbereid op afspraken.
 Pakt de zaken efficiënt aan , rekening houdend met deadlines, uitvoeringstermijn
 Houdt rekening met onvoorziene omstandigheden
 Legt concrete afspraken vast.
 Innovativiteit
Toont openheid, stelt in vraag.
 Stelt zich open voor nieuwe technologieën, werkmethodes.
 Aanvaardt nieuwe uitdagingen.
 Kan relativeren, houdt niet halsstarrig vast aan een situatie.
Gaat uitdagingen aan en implementeert vernieuwing.
 Komt zelf met nieuwe, niet-standaard oplossingen voor de dag.

4. Kennis


Beschikken over de nodige technische kennis.
De kennis kunnen aanpassen aan o.a. dementerende en palliatieve bewoners
5. Diplomavereiste
Houder zijn van een bachelor /master in de kinesitherapie
Weddenschaal: BV1 – BV2 – BV3
Download