AVMS Adverteerders geven advies voor de herziening van de Europese AVMS (Audio Visual Media Services) richtlijn. Wat is AVMS? De AVMS richtlijn heeft als doel om binnen Europa een gelijk speelveld tot stand te brengen voor omroepdiensten en audiovisuele mediadiensten. Hierin staan de vereisten voor onder meer commerciële communicatie (kwantitatieve en kwalitatieve regels, specifieke regels voor o.a. sponsoring en product placement en voor specifieke sectoren zoals alcohol, voeding en frisdranken). Daarnaast beoogt deze richtlijn het behoud van culturele diversiteit, bescherming van kinderen en consumenten, vrijwaring van het pluralisme van de media en bestrijding van religieuze- en rassenhaat. België vertaalt deze Europese regels naar regionale mediadecreten voor de drie taalgemeenschappen. De in Brussel gevestigde audiovisuele mediadiensten die niet in het Frans of in het Nederlands plaatsvinden, vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid. Waarom wordt AVMS door Europa herzien? De richtlijn is ondertussen achterhaald door de snelle technologische evolutie en de evolutie van de sector. Het onderscheid tussen lineaire diensten en niet-lineaire diensten is ook totaal achterhaald. Daardoor zijn er een groot aantal hiaten en grijze zones in de richtlijn. Wat is het standpunt van de adverteerders? De digitale economie en de audiovisuele mediadiensten evolueren zeer snel. Een wetgevend kader hinkt steeds achter op de realiteit. De klassieke definities zijn achterhaald. Eerder dan te streven naar een complexe wetgeving met extra definities en extra regels zijn wij voorstander van een evolutie naar meer algemene principes: Adverteerders bepleiten een gelijkschakeling van de kwalitatieve regels (zoals deze die vermeld staan in Artikel 9 van de huidige richtlijn) voor alle lineaire, niet-lineaire, en hybride audiovisuele mediadiensten. Adverteerders vragen echter geen aanpassing van de kwantitatieve 12 minuten-regel waarbij er een maximum is van 20% reclame per uur. Wel is een meer flexibele invulling van de kwantitatieve regels welkom waarbij o.a. kortere onderbrekingen mogelijk worden. Adverteerders onderschrijven het principe dat audiovisuele commerciële reclame herkenbaar moet zijn, dat deze door de consument kan worden onderscheiden van redactionele inhoud en dat de afzender van commerciële boodschappen duidelijk moet zijn. Dit principe is trouwens van toepassing op alle media. Wel vragen zij een meer flexibele aanpak in de ondertussen achterhaalde regels van de ‘fysieke’ scheiding tussen reclame en redactionele inhoud (de zogenaamde ‘bumpers’) zodanig dat nieuwe innovatieve reclametechnieken beter kunnen gebruikt worden. Tenslotte zien adverteerders een belangrijke rol weggelegd voor een versterking van zelfregulering, die complementair kan zijn met wetgeving en veel flexibeler kan inspelen op een snel evoluerende omgeving. Wat commerciële reclame en sponsoring betreft beschikt België reeds over een goed werkend orgaan voor zelfregulering: de JEP (Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame) binnen de Raad voor de Reclame. De internationale ICC code die door de Jury wordt toegepast blijft een excellente basis voor de zelfregulering van reclame in België. Deze code bevat reeds alle elementen voor de regulering van reclame van een aantal producten, zoals tabak en geneesmiddelen op voorschrift, de bescherming van minderjarigen en consument, de bestrijding van discriminatie en racisme, enzovoort. Wat de vertaling betreft van de Europese richtlijn naar de regionale Belgische mediadecreten vragen adverteerders om een uniforme regelgeving inzake commerciële communicatie in de verschillende gemeenschappen, die weinig of niet afwijkt van de Europese richtlijn. Voor meer informatie: Chris Van Roey Februari 2016 UBA Position Paper: AVMS Richtlijnen page 1/1