Euro De euro 1992: Verdrag van Maastricht: gemeenschappelijke munt binnen Europa 1997: Voorwaarden tot invoering euro in groei- en stabiliteitspact 1999: Invoering van de euro 2002: invoering euromunten en biljetten De euro Stabiliteitspact Het begrotingstekort mag niet meer dan drie procent bedragen. De overheidsschulden mogen niet meer dan 60% van het BBP bedragen. Stabiliteitspact Van bij de start te streng voor een aantal landen Deze landen moesten zo snel mogelijk de normen halen Staatsschuld van België Welk land houdt zich eigenlijk aan het stabiliteitspact? Gemiddeld begrotingstekort binnen de Europese Unie Gemiddelde overheidsschuld binnen Europese Unie Het Griekse probleem 2009: nieuwe Griekse regering maakt bekend dat de vorige regeringen systematisch de cijfers vervalsten Het begrotingstekort bedraagt 12,7 % in plaats van de vermeende 3,7 % Het Griekse probleem Eerdere Griekse regeringen konden tien jaar lang deze cijfers vervalsen omdat het statistische bureau van de EU, Eurostat, niet ter plekke mocht controleren. Cijfers die Eurostat in november 2010 publiceerde lieten zien dat het begrotingstekort in 2009 zelfs nog hoger was dan 12,7 procent, namelijk 15,4 procent. Gevolgen voor Griekenland… 15 januari 2010: Om de problemen aan te pakken diende de Griekse regering van premier Giorgos Papandreouop een plan in bij de Europese Commissie. Volgens dat plan moest het begrotingstekort van Griekenland in 2012 weer zijn teruggebracht tot onder de norm van drie procent uit het Stabiliteits- en groeipact. Daarvoor waren zware bezuinigingen en belastingverhogingen nodig. De accijnzen op alcohol en brandstof werden verhoogd, de pensioenleeftijd moest worden opgeschroefd en er moest flink worden gesneden in het ambtenarenapparaat. Daarnaast beloofde de regering van Papandreou ook belastingontduiking strikt aan te pakken. 2010: Stakingen in Griekenland En Europa? De geruchten dat Duitsland en Frankrijk achter de schermen werkten aan een reddingsplan voor Griekenland werden in februari en maart 2010 sterker. Formeel gezien was het onder het stabiliteitspact niet mogelijk voor de eurozone als geheel om bij te springen. Volgens de geruchten bespraken ze de mogelijkheid dat vooral Duitse en Franse staatsbanken Griekse staatsobligaties zouden kopen. Eurolanden waren overigens terughoudend om financieel bij te springen. Als ze veel geld in Griekenland zouden steken, zouden ze er een volgende keer dat een euroland in de problemen zou komen, niet onderuit komen om ook daar bij te springen. Vooral Frankrijk wilde dat Europese landen zelf (en niet het IMF) een helpende hand bieden aan Griekenland. De eurozone moest laten zien in staat te zijn problemen op te lossen, om zo het vertrouwen in de euro te vergroten. De cijfers: staatsschuld Blijft het beperkt tot Griekenland? Evolutie van het begrotingstekort Duitsland: historische context 1918: Duitsland wordt veroordeeld tot herstelbetalingen aan Frankrijk 1923: Duitsland kan deze betalingen niet meer uitvoeren Er worden marken bijgedrukt, wat een enorme devaluatie veroorzaakt De toekomst van de euro Duitsland speelt cruciale rol Is de grootste donor binnen de Europese Unie Duitsland: Devaluatie mark Posttarieven Duitsland 1923 Maand Prijsindex juli 1914 100 jan. 1919 260 juli 1919 340 jan. 1920 1.260 jan. 1921 1.440 juli 1921 1.430 jan. 1922 3.670 juli 1922 10.060 jan. 1923 278.500 juli 1923 19.400.000 nov. 1923 72.600.000.000.000 Het prijsindexcijfer van de groothandels-prijzen (1914=100) laat de explosieve stijging zien die in 1923 optrad Nadruk op stabiele munt 1948: herinvoering Duitse mark Munt moest stabiel blijven Invoering euro: Duitsland voorstander van stabiliteitspakt Landen met financieel wanbeleid moeten uit de Eurozone worden geweerd. Wat nu? 18/10/2010: Topoverleg SarkozyMerkel 18/10/2010: Topoverleg SarkozyMerkel De Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy kwamen overeen het Verdrag van Lissabon open te breken, dat wordt gezien als de EU-grondwet. Zij doen dit om landen die in een crisis zoals die in Griekeland terechtkomen, failliet te kunnen verklaren en hun stemrechten in EU-raden te kunnen opschorten. Sarkozy toe aan de Duitse druk om het Verdrag te wijzigen in ruil voor de Berlijnse toezegging dat fiscale zondaren in de eurozone niet langer automatisch gestraft zullen worden. December 2010: Europese top Aan artikel 136 van het verdrag werden de twee volgende zinnen toegevoegd: De lidstaten wiens munteenheid de euro is, kunnen een stabiliteitsmechanisme (European Stability Mechanism) oprichten dat geactiveerd wordt wanneer dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de gehele eurozone te vrijwaren. Het toekennen van alle vereiste financiële hulp onder het nieuwe mechanisme zal aan strikte voorwaarden onderworpen worden. Bondskanselier Angela Merkel slaagde er in om in het verdrag te laten opnemen dat een land slechts steun kan krijgen als het absoluut noodzakelijk of onontbeerlijk is. Het gericht aangegane engagement werd verduidelijkt met de woorden alle vereiste financiële hulp. Europees Stabiliteits Mechanisme Een permanent noodfonds van 750 miljard euro waar Europese staten enkel in geval van nood en onder strikte voorwaarden geld kunnen lenen. Is dit in overeenstemming met het verdrag van Lissabon? Van waar komt de 750 miljard euro? Verspreid over een periode van vier jaar zal België een bedrag van 2,8 miljard euro moeten bijdragen voor de financiering van het European Stability Mechanism. Dat vormt een onderdeel van een akkoord dat de ministers van financiën van de eurolanden hebben bereikt. Afgesproken werd dat het fonds over een kapitaal van 700 miljard euro, waarbij de eurolanden kapitaal en garanties leveren. Federaal minister van financiën Didier Reynders zegt dat het geld ontleend zal worden op de financiële markten en vervolgens uitgeleend zal worden aan het European Stability Mechanism. De operatie zal een impact van ongeveer 1 procent hebben op de staatsschuld, maar heeft geen weerslag op de begroting. Mogelijk levert de operatie een meerwaarde op, aangezien landen die aankloppen bij het fonds een hogere rente moeten betalen.