Laat zien wie je bent - Partij voor de Dieren

advertisement
Lezing Partij voor de Dieren dierenwelzijnsconferentie gemeente Alphen aan den Rijn
20 januari 2010
Kapitalisme en duurzaamheid: is er evenwicht mogelijk tussen economische en
ecologische belangen?
Dames en heren,
Sinds maart 2007 ben ik als statenlid voor de Partij voor de Dieren actief in de provincie
Zuid-Holland.
Veel partijen zagen mij in het begin als een vreemde eend in de bijt en wisten niet wat ze
aan mij hadden. Ze dachten: zeker zo’n ‘geitenwollensokken figuur’. Maar het werd die
partijen al snel duidelijk dat dit niet het geval was en dat ze serieus rekening moesten
houden met de invloed die onze partij heeft, onder meer via de media.
Mijn partij bevindt zich in de maatschappelijke voorhoede. Feitelijk zijn we een
emancipatiebeweging. Daardoor
heb je altijd te maken met weerstand, net zoals
emancipatiebewegingen die destijds de slavernij wilden afschaffen, of de kinderarbeid, of
juist opkwamen voor het vrouwenkiesrecht. Daar moet je rekening mee houden in de politiek.
Het boeken van resultaten gaat soms tergend langzaam. Het politieke veld is weerbarstig.
Toch hebben we al veel bereikt. Ik kom daar zo nog op terug.
Ook in gemeenten gebeurt het nodige aan verbetering van dierenwelzijn. Veel lof voor het
diervriendelijke beleid in de gemeente Alphen aan den Rijn en voor wethouder Blom, die zich
enorm inzet om dierenwelzijn te verbeteren, zoals het verbod van circussen met wilde
dieren. De gemeente heeft dan ook in 2008 van de Partij voor de Dieren een oorkonde
ontvangen vanwege haar diervriendelijke beleid.
Ook de provincie heeft belangrijke dierenwelzijnstaken, met name de zorg voor en de
bescherming van in het wild levende dieren op basis van o.a. de Flora- en faunawet en de
Natuurbeschermingswet. In alle provincies maken we ons sterk voor een andere manier van
omgaan met dieren, ook dieren die soms schade veroorzaken en het dierenleed als gevolg
van het massaal doden van dieren, zoals ganzen en muskusratten
En we hebben, zoals gezegd, al de nodige resultaten geboekt. Een paar voorbeelden: het
huidige provinciale beleid wordt getoetst op duurzaamheid, meer inzet voor het verwerven
van nieuwe natuur; visvriendelijke gemalen en stuwen, het promoten van biologische
streekproducten, stopzetting van verdrinkingsvallen voor muskusratten en minder
ontheffingen voor het afschieten van dieren.
Het zijn allemaal voorbeelden van een andere manier van denken over en omgaan met
dieren, wat leidt tot meer bewustzijn en daardoor minder dierenmishandeling. Daar wil ik in de
rest van mijn bijdrage graag een aantal dingen over zeggen. Ik wil u laten zien dat er veel
tegenstrijdigs zit in de manier waarop wij met dieren omgaan. En ook hoe we dat kunnen
veranderen, moéten veranderen. Want op dezelfde voet doorgaan is niet alleen
onverantwoord uit oogpunt van dierenwelzijn, maar ook uit oogpunt van het klimaat, de natuur
en het milieu. Uiteindelijk graven wij hiermee ook ons eigen graf.
Er wordt vaak gezegd: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Wat kunnen wij zelf ondernemen?
In onze omgang met dieren kunnen we ervaringen opdoen met een bijzondere deugd: de
deugd van de medeschepselijkheid.
In de ethiek staat de mens centraal, het dier telt niet mee. Alles richt zich op de medemens.
Met zoveel verschillende soorten dieren, variërend van dieren in de bio-industrie, ook wel
productiedieren genoemd, tot en met onze huisdieren is deze beperkte ethiek niet vol te
houden. We zullen verder moeten kijken dan alleen de menselijke belangen. Dieren zijn onze
medeschepselen. Zij hebben net als wij, mensen, recht op leven en welzijn. Daarom wordt het
tijd dat we onze blik verruimen en ons bewust worden van tegenstrijdigheden. Aan de ene
kant zetten we dieren op een voetstuk en is heel Nederland verontwaardigd als er een hond
wordt mishandeld of als er paarden verdrinken in buitendijks gebied. Aan de andere kant
bekommeren wij ons in het geheel niet om wat er op ons bord ligt en wat daar aan dierenleed
aan vooraf is gegaan. Dat is de paradox waarin we leven.
Inmiddels is éénvijfde tot een kwart van alle broeikasgasuitstoot afkomstig van de veeteelt.
Veel meer dan de 13 % waarvoor verkeer en vervoer zorgen. We kappen het tropisch
regenwoud om er veevoer te laten verbouwen (een halve hectare per vleeseter per jaar) en
maken de aarde onleefbaar. Voor elke kilo rundvlees moeten we 7 tot 9 kilo prima plantaardig
voedsel in een dier stoppen en ook nog eens duizenden liters water.
Dat kan niet doorgaan op de schaal waarop we dat nu doen. Zeker niet in een wereld waar de
ene helft van de bevolking lijdt aan ondervoeding en de andere helft aan overgewicht.
Duurzaamheid en mededogen, twee van de belangrijkste uitgangspunten van mijn partij, zijn
hier ver te zoeken. Veel mensen beseffen niet eens meer waar het stukje vlees op hun bord
vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Het is van belang dat mensen zich hiervan
bewust worden en daarom geen dierenleed meer eten, zoals vlees uit de bio-industrie,
ganzenleverpastei en vlees van dieren die onverdoofd zijn geslacht. Dan heb ik het nog niet
eens over de vreselijke dierexperimenten, waarvoor heel veel dieren speciaal worden gefokt
en gedood. Vaak hebben zij hebben hun leven geleefd en geofferd, zonder zelfs voor deze
experimenten te zijn gebruikt, dus voor werkelijk niets. Als je hier goed over nadenkt, kun je
niet anders dan je hiertegen verzetten.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Eén verklaring is: dieren hebben geen morele status. Er
kan van alles met ze gebeuren, en er gebeurt dan ook van alles met ze. Je kunt er de meest
onwaardige experimenten mee doen, bijvoorbeeld levende varkens bewerken met
vlammenwerpers in defensieproeven voor nieuw wapentuig, je kunt varkens levend onder de
sneeuw begraven om te kijken hoe lang het duurt voor ze stikken, zoals zeer recent in
Oostenrijk, je kunt ze onderwerpen aan de hel van de bio-industrie, waar hun enige gewicht
dat ze in de waagschaal leggen hun slachtgewicht is, je kunt dieren laten opdraven in de
amusementsindustrie, je kunt ze op allerlei manieren lichamelijk en geestelijk mishandelen,
vernederen en beroven van hun identiteit.
Dat alles onder het motto: een dier is tenslotte maar een dier. Vooral wanneer het gebruik van
dieren een commercieel doel dient lijkt alles, werkelijk alles, geoorloofd. We offeren miljoenen
gezonde dieren op het altaar van de economie om dierziekten, die we over onszelf afroepen,
het hoofd te bieden. Een recent voorbeeld is de ruiming van vele duizenden onschuldige,
gezonde geiten. Daarbij is het middel van ruiming dodelijker dan de kwaal ooit had kunnen
zijn als we ’m hadden laten uitwoeden en tijdig een fokverbod was ingesteld. Maar onze
economische belangen verzetten zich daar nu eenmaal tegen. Geld is belangrijker dan een
dierenleven. Alleen maar oog hebben voor economische belangen zonder oog te hebben voor
onze leefomgeving en dieren is misdadig.
Het wordt tijd dat we de ethiek van de medemenselijkheid laten uitmonden in de de ethiek van
eerbied voor de aarde en eerbied voor het leven. Via onze dieren en zorg voor deze aarde
kunnen we ons mooi in deze ethiek oefenen.
Met dierenwelzijn bedoel ik de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een dier. Elk dier,
dat niet in zijn natuurlijke omgeving leeft, probeert zich aan te passen aan zijn leefomgeving.
Een dier voelt zich het best in een omgeving waarin hij zijn natuurlijk gedrag kan vertonen en
die hem geen chronische stress, pijn of angst bezorgt. Een omgeving ook waarin hij vrij is van
dorst, honger en onjuiste voeding en van fysiek en fysiologisch ongerief. Vaak, maar ook lang
niet altijd, worden onze huisdieren vertroeteld, soms bijna vermenselijkt. Maar hoe staat het
gesteld met het welzijn van de vele miljoenen productiedieren en proefdieren?
Leonardo da Vinci had eeuwen geleden al een vooruitziende blik toen hij zei: “De dieren
lijden en hun gejammer vervult de lucht. De bossen vallen ten prooi aan vernietiging. De
bergen worden opengescheurd voor de metalen die in hun aderen groeien. En de mens looft
en prijst degenen die aan de natuur en aan de mensheid de grootste schade berokkenen.”
Einde citaat. Nu kunnen we zeggen dat wijsheid achteraf vele malen groter is dan een
vooruitziende blik, maar wat hebben we met deze wijsheid achteraf gedaan?
Er wordt in onze samenleving gelukkig een onderstroom zichtbaar van mensen die wel oog
hebben voor hoe we met dieren, de natuur en het milieu omgaan. Er is hoop, want deze
onderstroom zwelt aan. Deze onderstroom kan omgevormd worden tot bovenstroom, waarbij
de economische en ecologische belangen werkelijk in evenwicht komen, we geen roofbouw
meer plegen op onze aarde en respectvol met dieren omgaan
Die onderstroom van mensen die de nieuwe waarden aanhangen, uitdragen en in de praktijk
brengen, is nu nog een relatief kleine groep. Het gros van de mensen zit nog in een
waardepatroon waarbij economische belangen ver boven de ecologische belangen verheven
zijn. Ik hoop dat die onderstroom uiteindelijk de bovenstroom wordt. Die omkering begint bij
persoonlijke ontwikkeling, bij onszelf. Als we dit omkeringprincipe in de praktijk brengen, is dat
van grote invloed op hoe we leven, werken, zakendoen en politiek bedrijven.
We zullen leren minder vanuit systemen te denken, maar veel meer vanuit waarden,
verbinding en echtheid te handelen. In het marktdenken zal aanbodgedreven marketing
plaatsmaken voor het leveren van echte toegevoegde waarde op basis van duurzaamheid en
evenwicht tussen ecologie en economie. De omkering zal ook van heel grote invloed zijn op
onze omgang met dieren, de natuur en ons milieu.
Paulien Assink, trainer van duurzame leiderschapsontwikkeling, verwoordde het als volgt:
“Kan het kapitalisme een kracht worden die een bijdrage levert aan een andere duurzame
wereld en een nieuw soort bewustzijn? Het gaat uiteindelijk om het (zelf)bewustzijn van
mensen en de keuzen die zij maken als consument en afnemer van goederen en diensten, als
lezer van kranten, kijker van tv, opvoeder van kinderen, leider van hun eigen leven. Het gaat
dus om u en ik.”
U en ik kunnen samen al het verschil maken door zelf waar mogelijk het goede voorbeeld te
geven en dit kenbaar te maken aan onze omgeving. Hoe meer mensen we bewustzijn en
daarmee verandering kunnen bijbrengen, hoe groter de olievlekwerking. Verandering begint
bij dit bewustzijn. Verandering begint bij jezelf.
Dank u wel.
Download