Document

advertisement
Water en waterbeheer
Atmosfeer (klimaat)

Lithosfeer (gesteente & reliëf)

Hydrosfeer (oppervlaktewater & grondwater)

Biosfeer (vegetatie & fauna)

Noösfeer (mens)
Overheersende invloed

Afnemende invloed vd mens
Hiërarchie in sferen
Landschapsecologie:
niveaus
Water / watersystemen
Wat zijn belangrijke perspectieven:

Kwantitatieve kenmerken

Kwalitatieve kenmerken

Hellende systemen

Vlakke systemen

Relaties: regionaal, lokaal, standplaats
Watersysteem
Definitie:
Door stroming samenhangend geheel van grond- en
oppervlaktewater, levensgemeenschappen en processen
en relaties met omgeving
Stroomgebied
Stroomgebied Rijn
Stroomgebied regionaal
Watersysteem abstract
Landschap-water
Is het genoeg?
A. Hoeveel is er nodig?
•
In Nederland is de neerslag groter dan de
verdamping (750 mm/jr resp. 500 mm/jr)
•
Door de verdeling over het jaar is er toch in
de zomer tekort van 150 m
B. Komt dat beschikbaar?
•
in een grondwaterprofiel wel
•
in een hangwaterprofiel afhankelijk van de
grondsoort en de bewortelingsdiepte
Hydrologische kringloop
Landschap-water
Water in de grond
Grondwater: zit onder
de grondwaterspiegel,
kan vrij stromen
daarboven zit ook
water:
Bodemvocht: capillair gebonden aan de
gronddeeltjes
Hoe meer de grond uitdroogt, des te
kleiner zijn de poriën die nog gevuld zijn en des
te sterker zit de rest van het water gebonden.
Schaalniveaus

Standplaats
= kleinste, homogene omgeving van de plant

Lokaal

Regionaal

Nationaal
Landschap-water
Beschikbaar water voor de plant
1. Planten halen hun water met hun wortels uit
het bodemvocht
2. Als het grondwater hoog genoeg staat kan
door capillaire opstijging genoeg worden
nageleverd
grondwaterprofiel
3. Staat het grondwater te diep, dan moet de
plant het doen met het water dat blijft hangen
na regen
hangwaterprofiel
4. Soms is er een tussenvorm, want het
grondwater zakt in de loop van de zomer.
Eerst nalevering uit grondwater, later niet
meer
contactprofiel
Schaalniveaus
Kwel
Hellende systemen

Stroming tgv zwaartekracht

Infiltratie- en kwelgebieden

Lokale kwel

Regionale kwel

Verblijftijd
Vlakke systemen

Stagnatie

Voedselrijke omstandigheden indien laaggelegen

Voedselarm indien hooggelegen (hoogveen: atmotroof)
Laagveen
Hoogveen
Laagveen→ hoogveen
Grondwaterregime &
vochtlevering

Grondwatertrappen:

GHG en GLG

Kwel / wegzijging

Duurlijnen

Textuur

Capillaire opstijging
Landschap-water
Grondwaterstanden
Grondwaterspiegel staat
zelden waterpas
Bij neerslagoverschot: bol,
bij
verdampingsoverschot:
hol
Stroomgebieden: hellende gebieden, afvoer via
beken. Beinvloeding door stuwen of tijdelijke
bergingsgebieden.
Watersystemen
Polders: geen / onvoldoende
natuurlijke afwatering, dus
bemalen. Waterlopenstelsel
gericht op gemaal/pomp/molen.
Als het niet direct op het
buitenwater kan: via een stelsel
van boezemwateren dat op zijn
beurt weer wordt bemalen naar
het buitenwater
Waterkwaliteit

Grondwater
(verblijftijd / rijping)

Regenwater

Oppervlaktewater

Zeewater
Waterschappen

Taken
Veilig water
 Schoon water
 Voldoende water
 Recreatief water


Bestuur


Waterschapswet: verkiezingen bestuur
Ontwikkelingen
Taakverbreding
 Flora- en faunawet
 Gedragscode flora en fauna

Functies: landbouw

Aanvoer: bij droogte (neerslagtekort in groeizeizoen)

Afvoer: in voorjaar bij neerslagoverschot tbv
draagkracht en eerder gebruik land

Probleem:

veelal tegengesteld aan natuurbelangen

Verrijking met voedingsstoffen
Functies: recreatie

Kwaliteit (blauwalgen etc)

Diepte

Stroming

toegankelijkheid
Functies: veiligheid

Relatieve (!) zeespiegelstijging

Daling landoppervlakte
Water en veiligheid
Download