bijlage 2 – gedragscode contractant

advertisement
ALGEMEEN BESTEK
BEPLANTINGSWERKEN
EN
GROENONDERHOUD
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
1
INHOUD
HOOFDSTUK 1 - ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN......................................................... 4
1.1 OPDRACHTGEVER ......................................................................................................... 4
1.2 ONDERWERP ................................................................................................................ 5
1.3 DUUR VAN DE OVEREENKOMST ...................................................................................... 5
1.4 PROCEDURE (ARTIKEL 23 ARTIKEL 26 VAN DE WET VAN 15/06/2006) ............................... 5
1.5 CONTACTPERSOON EN COMMUNICATIE ........................................................................... 5
1.5.1 Taal (artikel 53 van het K.B. van 15/07/2011) ....................................................... 5
1.5.2 Stellen/ beantwoorden vragen (artikel 83 van het K.B. van 15/07/2011) ............... 5
1.6 TERMIJNEN ................................................................................................................... 6
1.6.1 Verbintenistermijn (artikel 57 van het K.B. van 15/07/2011) .................................. 6
1.7 UITSLUITINGSCRITERIA & SELECTIECRITERIA ................................................................... 6
1.7.1 Uitsluitingscriteria (artikels 62-63 van het K.B. van 15/07/2011) ........................... 6
1.7.2 Selectiecriteria (artikels 67-79 van het K.B. van 15/07/2011) ................................ 6
HOOFDSTUK 2 - OFFERTE ................................................................................................. 6
2.1 VORM VAN DE OFFERTE (ARTIKEL 80 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) ............................... 6
2.2 BESCHEIDEN (ARTIKEL 81 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) ............................................... 7
2.3 VERPLICHTE, FACULTATIEVE EN VRIJE VARIANTEN (ARTIKEL 9 VAN HET K.B. VAN
15/07/2011) ....................................................................................................................... 7
2.4 VERPLICHTE EN VRIJE OPTIES (ARTIKEL 10 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) ...................... 7
2.5 INDIENEN VAN DE OFFERTE (ARTIKEL 90 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) .......................... 7
HOOFDSTUK 3 - PRIJS EN ECONOMISCHE ASPECTEN ................................................. 8
3.1 ELEMENTEN IN DE PRIJS BEGREPEN (ARTIKEL 19 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) .............. 8
3.2 PRIJSBEPALING (ARTIKEL 13 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) ........................................... 9
3.3 PLAATSBEZOEK ............................................................................................................. 9
3.4 FACTOREN IN DE AANNEMINGSSOMMEN INBEGREPEN ...................................................... 9
3.4.1 Allerlei heffingen en kosten (artikel 16 van het K.B. van 15/07/2011) ................... 9
3.4.2 Eenheidsprijzen (artikel 88 van het K.B. van 15/07/2011) ..................................... 9
3.5 PRIJSHERZIENING (ARTIKEL 20 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) ...................................... 10
3.6 GUNNINGSCRITERIA .................................................................................................... 10
HOOFDSTUK 4 - UITVOERINGSMODALITEITEN (ARTIKELS 146-147 VAN HET K.B.
VAN 14/01/2013) ................................................................................................................ 10
4.1 ALGEMEEN (ARTIKEL 7 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011).................................................. 10
4.2 LEIDEND AMBTENAAR (ARTIKEL 11 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) ................................ 11
4.3 ONDERAANNEMING (ARTIKEL 12 VAN HET K.B. VAN 15/07/2011) .................................... 11
4.4 PLANNEN, DETAIL- EN WERKTEKENINGEN (ART. 35 EN 36 VAN K.B. VAN 14/02/2013) ...... 11
4.5 BETALINGEN (ARTIKELS 150-160 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) .................................. 12
4.6 KLACHTEN EN VERZOEKEN (ARTIKELS 52, 53, 54 EN 56 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) .. 14
4.7 AANSPRAKELIJKHEID (ARTIKEL 84 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) ................................. 14
4.8 VERZEKERINGEN (ARTIKEL 24 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) ....................................... 14
4.9 GEDRAGSCODE CONTRACTANT .................................................................................... 15
4.10 REGELING VAN GESCHILLEN – TOEPASSELIJK RECHT (ARTIKEL 73 VAN HET K.B. VAN
14/01/2013) ..................................................................................................................... 15
4.11 TERMIJNEN ............................................................................................................... 16
4.12 COMBINEREN/OPSPLITSEN VAN WERKEN/LEVERINGEN/DIENSTEN.................................. 17
4.13 VERLOVEN, SLUITINGEN EN ONDERBREKINGEN ............................................................ 17
4.14 W IJZIGING IN DE AANNEMING EN HERZIENING VAN DE EENHEIDSPRIJZEN (ARTIKEL 80 VAN
HET K.B. VAN 14/01/2013) ................................................................................................ 17
4.15 DAGBOEK DER WERKEN EN BESCHEIDEN VOOR HET BEHOUDEN DER KOSTENREKENING
(ARTIKEL 83 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013)....................................................................... 17
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
2
4.16 VOORLOPIGE OPLEVERING VAN DE AANLEG VAN DE GROENVOORZIENINGEN (ARTIKEL 92
VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) ......................................................................................... 18
HOOFDSTUK 5 - BORGTOCHT ........................................................................................ 18
5.1 BORGTOCHT (ARTIKEL 25 EN 26 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) .................................... 18
5.2 VERZUIM VAN BORGSTELLING (ARTIKEL 29 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013)..................... 18
5.3 VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT (ARTIKEL 33 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013)................... 19
HOOFDSTUK 6 - EVALUATIES EN BOETES ................................................................... 19
6.1 EVALUATIE (ARTIKEL 64-65 VAN HET K.B. VAN 14/01/2013) ........................................... 19
6.2 BOETES EN STRAFFEN ................................................................................................. 19
6.2.1 Middelen van optreden (artikel 44 van het K.B. van 14/01/2013) ........................ 19
6.2.2 Straffen (artikel 45 van het K.B. van 14/01/2013) ............................................... 20
6.2.3 Boetes laattijdige dienstverlening/uitvoering (artikel 46 van het K.B. van
14/01/2013) ................................................................................................................. 20
HOOFDSTUK 7 - TECHNISCHE BEPALINGEN ................................................................ 20
7.1 ALGEMEEN .............................................................................................................. 20
7.2 VERWERKEN VAN MATERIALEN EN PRODUKTEN VOOR GROENAANLEG EN
GROENONDERHOUD.................................................................................................... 21
7.2.1 Fytofarmaceutische produkten............................................................................ 21
7.2.2 Meststoffen ......................................................................................................... 21
7.2.3 Grondverbetering ............................................................................................... 21
7.3 GRASMATTEN ......................................................................................................... 22
7.4 AANPLANTEN VAN HOUTACHTIGE GEWASSEN ................................................... 24
7.5 WERKEN TIJDENS WAARBORGPERIODE ............................................................. 28
7.6 TUSSENSEIZOEN .................................................................................................... 28
7.7 ONDERHOUDEN WEGENISSEN ............................................................................. 28
7.8 AFRIJDEN GRASMATTEN ....................................................................................... 29
7.9 AFRIJDEN RUW GRAS ............................................................................................. 29
7.10 SNOEIWERK STRUIKEN ........................................................................................ 30
7.11 SNOEIWERK BOMEN ............................................................................................. 30
7.12 SCHEREN HAGEN ................................................................................................. 30
7.13 ONKRUIDVRIJ HOUDEN BEPLANTING ................................................................. 31
7.14 ONDERHOUDEN BOS............................................................................................ 31
7.15 ONDERHOUDEN OMHEINING ............................................................................... 31
7.16 ONDERHOUDEN SLIBVELDEN ............................................................................. 31
7.17 ONDERHOUDEN RIETVELDEN ............................................................................. 32
7.18 MAAIEN BLOEMENWEIDE ..................................................................................... 32
7.19 MAAIEN VOLGENS BERMDECREET ..................................................................... 32
BIJLAGE 1 ......................................................................................................................... 33
BIJLAGE 2 – GEDRAGSCODE CONTRACTANT ............................................................. 35
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
3
HOOFDSTUK 1 - ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
De hiernavolgende wetten en reglementen zijn van conforme toepassing op deze opdracht
met uitsluiting van de algemene en bijzondere voorwaarden van de inschrijver:
Toepasselijke reglementering
1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.
2. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke
sectoren, en latere wijzigingen.
3. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van
de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.
4. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
5. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex
over het welzijn op het werk.
6. Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers
van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
Elke verwijzing in de bovengenoemde wetgeving evenals in de teksten van de bestekken
naar het Bestuur, de vergunnende overheid of ambtenaren daarvan moet gelezen worden
als een verwijzing naar Aquafin NV, haar personeelsleden of gemachtigden.
Pro memorie, conform artikel 9 van het K.B. van 14/01/2013, opgave van de bepalingen
waarin afgeweken wordt van de algemene uitvoeringsregels:
-
HOOFDSTUK 5 - BORGTOCHT
-
4.16 - Wijziging in de aanneming en herziening van de eenheidsprijzen (artikel 80
van het K.B. van 14/01/2013)
-
5.1 – Borgtocht (artikel 25 van het K.B. van 14/01/2013
-
6.2.1 - Middelen van optreden (artikel 44 van het K.B. van 14/01/2013)
-
6.2.2 - Straffen (artikel 45 van het K.B. van 14/01/2013)
Enkel afwijkende of aanvullende voorschriften t.o.v. de hierboven genoemde wetten en
reglementen, worden hierna uitdrukkelijk vermeld.
1.1 Opdrachtgever
Aquafin NV
Dijkstraat 8
2630 Aartselaar
Aquafin is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met zetel te Dijkstraat 8, 2630
Aartselaar en geregistreerd in het rechtspersonenregister van Antwerpen onder het
ondernemingsnummer 0440.691.388.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
4
1.2 Onderwerp
Het voorwerp van de opdracht is:
Beplantingswerken en groenonderhoud op de installaties beheerd door Aquafin NV
1.3 Duur van de overeenkomst
De uitvoeringstermijn voor groenonderhoud bedraagt 3 onderhoudsseizoenen. Een
onderhoudsseizoen loopt steeds van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar.
Aquafin behoudt het recht het contract op te zeggen vanaf de 6de maand, mits het
respecteren van een opzegperiode van 3 maanden, en dit door middel van een
aangetekend schrijven.
Voor beplantingswerken loopt de uitvoeringstermijn tot 3 seizoenen na de aanplanting.
1.4 Procedure (Artikel 23 artikel 26 van de wet van 15/06/2006)
De opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding.
1.5 Contactpersoon en communicatie
1.5.1 Taal (artikel 53 van het K.B. van 15/07/2011)
Alle overeenkomsten, briefwisseling en andere communicatie tussen de opdrachtgever
en de contractant dienen te gebeuren in het Nederlands. Indien zulks niet mogelijk is
voor brochures en/of tekeningen, mag een Frans-, Duits- of Engelstalig document
worden bijgevoegd, maar staat de contractant in voor de eventuele vertalingen en
draagt hij hier ook de kosten van.
1.5.2 Stellen/ beantwoorden vragen (artikel 83 van het K.B. van 15/07/2011)
Inlichtingen in verband met dit bestek kunnen schriftelijk (per e-mail, maar uitsluitend
op onderstaande contactgegevens) overgemaakt worden t.a.v.:
Aquafin NV
t.a.v. Guido Cuyckens
e-mail: [email protected]
De inschrijver zal tijdig (tot 10 kalenderdagen voor de opening van de offertes) de
vragen stellen die hij nodig acht om het bestek correct te interpreteren en een
volledige offerte te kunnen opmaken. Vragen zullen door de inschrijver schriftelijk (per
e-mail) ingediend worden op bovenstaand e-mail adres. Indien onvolkomenheden of
onduidelijkheden worden vastgesteld in het bestek, kunnen deze op dezelfde manier
kenbaar gemaakt worden. Enkel vragen die ons tijdig bereiken kunnen op deze manier
behandeld worden. Het staat de opdrachtgever echter vrij bepaalde vragen niet te
beantwoorden wanneer hij deze niet relevant acht. De inschrijver zal tevens geen
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
5
informatie krijgen welke het gelijkheidsbeginsel van de eventuele inschrijvers kan
schenden.
De opdrachtgever zal een overzichtsdocument opstellen van alle binnengekomen
vragen (zonder vermelding van de gegevens van de vraagsteller) met bijhorende
antwoorden en dit document vervolgens toevoegen aan het publicatiebericht van de
opdracht ten laatste 7 kalenderdagen voor datum ontvangst offertes (zie verder
hoofdstuk 1.6).
1.6 Termijnen
1.6.1 Verbintenistermijn (artikel 57 van het K.B. van 15/07/2011)
De verbintenistermijn bedraagt 120 kalenderdagen, ingaande op de dag na de
openingszitting.
1.7 Uitsluitingscriteria & selectiecriteria
1.7.1 Uitsluitingscriteria (artikels 62-63 van het K.B. van 15/07/2011)
Met uitzondering van de Belgische inschrijvers, voor wie RSZ-gegevens langs
elektronische weg kunnen bekomen worden, zullen alle inschrijvers bij hun inschrijving
een attest voegen, verstrekt door de in hun staat bevoegde instellingen, dat bewijst dat
zij voldaan hebben aan hun verplichtingen inzake de sociale zekerheid van hun
werknemers.
1.7.2 Selectiecriteria (artikels 67-79 van het K.B. van 15/07/2011)
Voor beplantingswerken een bewijs van erkenning, indien het ramingsbedrag van
deze beplantingswerken boven de 50.000 Euro ligt.
De inschrijver dient in dat geval erkend te zijn in de categorie G3. De gegevens in
verband hiermee moeten op het inschrijvingsbiljet worden vermeld. Aquafin behoudt
zich het recht voor deze te controleren op hun echtheid.
HOOFDSTUK 2 - OFFERTE
2.1 Vorm van de offerte (artikel 80 van het K.B. van 15/07/2011)
De inschrijving voor de specifieke dossiers worden opgemaakt op het daartoe bestemde
inschrijvingsbiljet.
Elke inschrijving die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige
verantwoordelijkheid van de inschrijver.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
6
2.2 Bescheiden (artikel 81 van het K.B. van 15/07/2011)
De inschrijver dient alle in het bestek gevraagde bescheiden aangevuld met de juiste
gegevens/informatie bij zijn inschrijving te voegen.
2.3 Verplichte, facultatieve en vrije varianten (artikel 9 van het K.B. van 15/07/2011)
Vrije varianten worden niet toegestaan.
Er zijn geen verplichte of facultatieve varianten voorzien.
2.4 Verplichte en vrije opties (artikel 10 van het K.B. van 15/07/2011)
Er zijn geen verplichte noch vrije opties toegestaan
2.5 Indienen van de offerte (artikel 90 van het K.B. van 15/07/2011)
De offertes worden elektronisch ingediend via de e-Tendering website. De met elektronische
middelen opgestelde offertes moeten in overeenstemming met de geldende wettelijke
voorschriften worden opgesteld.
De bestanden dienen de volgende naamgeving te volgen:
XXX - <NAAM LEVERANCIER> - DEEL1 - <NAAM DOCUMENT>.xls/doc/pdf
XXX
:
volgnummer (001, 002 enz.)
<NAAM LEVERANCIER>
:
naam van de inschrijver
DEEL 1
:
deel van de offerte volgens Hoofdstuk 8
Bijvoorbeeld : 001-Aquafin-DEEL1-Inschrijvingsbiljet.doc
De offertes moeten worden ingediend via de e-Tendering internetsite
https://eten.publicprocurement.be.
Meer info kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de eProcurement helpdesk op het nummer +32-2-790 52 00. Een handleiding voor het
elektronisch indienen van de offerte bevindt zich eveneens op deze website.
De procedure beschreven in de handleiding dient strikt gevolgd te worden. Verzending van
een offerte per elektronische mail is NIET toegestaan; deze offerte wordt beschouwd als een
onregelmatige offerte.
Bij een offerte dienen de volgende documenten te worden gevoegd:
1. de samenvattende opmetingstaat (artikel 83);
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
7
2. de documenten die vereist zijn voor de kwalitatieve selectie (zie artikels 58 en
volgende);
3. de bewijzen dat de personen, die de offerte ondertekenden, statutair of bij volmacht
bevoegd zijn om de bedrijven geldig in en buiten rechte te vertegenwoordigen (artikel
82§3). Dit gebeurt naargelang de rechtsvorm van de bedrijven door het bijvoegen
van één of meerdere van de volgende documenten :
a) uittreksel of kopie van de statutaire clausule i.v.m. de algemene
vertegenwoordigingsbevoegdheid en een kopie van de akte of afschrift van de
notulen van de algemene vergadering, zoals verschenen in het BS, omtrent de
meest recente benoeming van de bestuurder(s)/zaakvoerder(s);
b) volmacht om het bedrijf te vertegenwoordigen of om bevoegdheid door te geven
aan een ander persoon;
c) andere documenten ter staving van de bevoegdheid.”
Praktisch betekent dit:
-
dat het ondertekenen van offertes nooit een daad van dagelijks bestuur kan zijn;
dat offertes geldig ondertekend worden door:
o 2 bestuurders (NV) of de zaakvoerder(s) (BVBA)
of
o een door de raad van bestuur bijzonder gevolmachtigde (met vermelding van
hoedanigheid van bijzonder gevolmachtigde)
of
o wanneer de gedelegeerd bestuurder (NV) in de statuten en duidelijk buiten
het dagelijks bestuur om wordt aangeduid als de persoon die de firma alleen
kan binden.
HOOFDSTUK 3 - PRIJS EN ECONOMISCHE ASPECTEN
3.1 Elementen in de prijs begrepen (artikel 19 van het K.B. van 15/07/2011)
De inschrijver wordt geacht zowel in zijn eenheidsprijzen als in zijn globale prijzen alle
kosten en heffingen die op de dienstverlening wegen te hebben inbegrepen, met
uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde.
In de prijzen zijn onder meer ingerekend:
1.
2.
3.
4.
de administratie- en secretariaatskosten;
de verplaatsings -, vervoers- en verzekeringskosten;
de kosten van het gebruikte materieel en de producten bij de dienstverlening;
de kosten voor de documentatie die eventueel door de opdrachtgever wordt geëist
betreffende de dienstverlening;
5. de keurings- en opleveringskosten.
Elke contractant moet op eigen kosten het water en de elektriciteit aanschaffen die nodig zijn
voor het uitvoeren van de opdracht.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
8
Het wegnemen, afvoeren en storten van puin, groenafval, maaisel en onbruikbare materialen
van het terrein van Aquafin, als het volkomen in goede staat herstellen en schoonmaken van
de lokalen, wegenis en plaatsen die gebruikt werden voor de uitvoering van de opdracht, zijn
inbegrepen in de prijszetting
3.2 Prijsbepaling (artikel 13 van het K.B. van 15/07/2011)
De onderhavige overeenkomst wordt beschouwd als een gemengde opdracht.
3.3 Plaatsbezoek
Groenonderhoud:
De inschrijver wordt geacht rekening te houden met al de details van de uit te voeren opdracht,
zelfs van die details, welke in het bestek niet uitdrukkelijk zouden vermeld zijn of niet op de
tekeningen zouden voorkomen, en de verwezenlijking ervan te hebben inbegrepen in zijn
prijzen.
Hij wordt geacht er zich vooraf te hebben van overtuigd de opdracht met goed gevolg te
kunnen uitvoeren. Hiervoor dient geen plaatsbezoek worden afgetekend door onze
medewerkers ter plaatse.
Beplantingswerken:
Een bezoek ter plaatse is enkel verplicht op de nieuw aan te planten RWZI’ s van Aquafin. Op
de installatie, dient de inschrijver het bewijs van plaatsbezoek door een personeelslid van
Aquafin te laten invullen en ondertekenen.
Het document dient bij de inschrijving bijgevoegd te worden. Indien dit origineel document niet
bij de inschrijving aanwezig is, wordt de inschrijving als zijnde nietig worden beschouwd.
3.4 Factoren in de aannemingssommen inbegrepen
3.4.1 Allerlei heffingen en kosten (artikel 16 van het K.B. van 15/07/2011)
In zoverre daartoe geen aparte posten ingeschreven zijn, omvatten de in de prijslijst
voorkomende eenheidsprijzen om het even welke kosten, alsmede de eventuele
rechten, taksen en alle heffingen andere dan de BTW.
3.4.2 Eenheidsprijzen (artikel 88 van het K.B. van 15/07/2011)
De eenheidsprijzen worden in de offerte in euro opgegeven en worden afgerond op
één eurocent.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
9
3.5 Prijsherziening (artikel 20 van het K.B. van 15/07/2011)
Voor de beplantingswerken én het groenonderhoud, gebeurt de prijsherziening jaarlijks
adhv onderstaande formule, waarvan de basisindex S = index van de laatst gepubliceerde
maand voor de openingszitting en de nieuwe index s = maand voorafgaand aan startdatum
onderhoudsseizoen (nl. maart 20xx).
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=7390
index van de conventionele lonen (tabel ICL 03 – voorheen 442)
s


Pn  P0   0.80  0.20 
S


3.6 Gunningscriteria
Prijs is het enige gunningscriterium. De aanbestedende overheid kiest de laagste
regelmatige offerte.
HOOFDSTUK 4 - UITVOERINGSMODALITEITEN (ARTIKELS 146-147
VAN HET K.B. VAN 14/01/2013)
4.1 Algemeen (artikel 7 van het K.B. van 15/07/2011)
De volgende bepalingen en voorwaarden zijn van toepassing op de uitvoering van deze
overeenkomst:
 De kennisgeving van goedkeuring opgesteld door de opdrachtgever.
 De berichten en rechtzettingen tijdig en op dezelfde wijze als de aanbesteding
aangekondigd.
 De bepalingen van onderhavig bestek.
 ARAB en AREI.
 De “Codex over Welzijn op het Werk”.
 Algemeen veiligheidsreglement voor opdrachten in naam en voor rekening van Aquafin (te
raadplegen op www.aquafin.be onder Partners/Veiligheid ofwel per e-mail of per brief
opvragen bij Aquafin).
 Inschrijvingen ingediend door de inschrijver, in zoverre ze werden goedgekeurd door de
opdrachtgever.
De genoemde documenten dienen geïnterpreteerd te worden het ene in functie van het
andere. In geval van tegenstrijdigheid tussen verschillende documenten heeft het
eerstgenoemde voorrang op het volgende en dit volgens de volgorde van de bovenstaande
lijst, evenwel rekening houdend met wat volgt.
De verschillende documenten die het bestek uitmaken, vullen elkaar onderling aan.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
10
Indien bepaalde elementen in één of sommige van deze documenten, maar niet in alle, als
deel uitmakend van de aanneming aangeduid zijn, betekent dit niet dat er een
tegenstrijdigheid bestaat en is de inschrijver in geen geval van de verplichting ontslagen ze
te voorzien. Alle vermelde bijlagen maken deel uit van de overeenkomst.
4.2 Leidend ambtenaar (artikel 11 van het K.B. van 14/01/2013)
De leiding van en het toezicht op de uitvoering worden toevertrouwd aan volgende
personen:
Voor de contractuele opvolging en commerciële aspecten:
Guido Cuyckens
Dijkstraat 8
2630 Aartselaar
Tel.: +32 3 450 45 40
e-mail: [email protected]
Voor de technische aspecten, het toezicht tijdens de uitvoering en dagdagelijkse opvolging
van de operationele aspecten:
Marc Vanhullebusch
Tel.: +32 486 13 32 02
e-mail: [email protected]
4.3 Onderaanneming (artikel 12 van het K.B. van 15/07/2011)
Voor de praktische uitvoering van de opdracht kan beroep gedaan worden op
onderaanneming met derden. Ondanks het feit dat het geheel of een gedeelte van de
verbintenis aan derden wordt toevertrouwd, blijft de contractant volledig verantwoordelijk
t.o.v. de opdrachtgever.
4.4 Plannen, detail- en werktekeningen (art. 35 en 36 van K.B. van 14/02/2013)
Door de opdrachtgever ter beschikking gestelde documenten/plannen:
De contractant kan voor de uitvoering van zijn opdracht beschikken over alle documenten en
tekeningen die in het kader van het betrokken project en uitvoering worden opgesteld. De
documenten kunnen door de betrokken contractant slechts als uitvoeringsdocumenten
worden gebruikt indien de betrokken documenten expliciet als dusdanig werden aangeduid
door Aquafin of haar gemachtigde.
Door de contractant ter beschikking te stellen documenten/plannen:
Voor de beplantingswerken stuurt de contractant binnen de 14 dagen na de sluiting een
algemene planning in overeenstemming met de bepalingen voor de verschillende termijnen
der werken. Deze planning dient twee dagen voor het uitvoeren van de geplande werken
nogmaals bevestigd te worden.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
11
In deze planning dient minimaal te staan :
de start- en einddatum van de grondwerken
de start- en einddatum van het inwerken van de bemesting
de start- en einddatum van het inzaaien van de grasmatten
de datum van controle van de planten bij de leverancier
de start- en einddatum van het planten
de start- en einddatum van het jaarlijks verlof en hoe de permanentie gebeurt.
Twee maanden voor de geplande aanvang van het planten stuurt de contractant de adressen
van de leveranciers van de plantsoenen waar voorafgaandelijk keuring van het plantgoed kan
gebeuren.
Voor het groenonderhoud stuurt de contractant binnen de 14 dagen na de sluiting per
installatie in welke week de onderhoudsbeurten plaats vinden, opgesplitst per post, de starten einddatum van het jaarlijks verlof en hoe de permanentie gebeurt.
4.5 Betalingen (artikels 150-160 van het K.B. van 14/01/2013)
Betaling van de beplantingswerken:
De contractant maakt voor de 15e van elke maand per contract een factuurvoorstel over voor
de in de voorbije maand uitgevoerde werken.
Het factuurvoorstel wordt verzonden per e-mail naar Aquafin, ter attentie van:
[email protected]
Na nazicht van de door u ingediende Excelsheet, zal u per mail geïnformeerd worden wat er
mag gefactureerd worden en wat er betwist zal worden.
Na goedkeuring van het factuurvoorstel kan de contractant het voorstel omzetten in een
definitieve factuur en die ter betaling voorleggen
Betaling van groenonderhoudswerken:
De contractant ontvangt vooraf van Aquafin een Excelsheet met daarop de verschillende
posten en de vermoedelijke hoeveelheid voor het desbetreffende jaar met de
overeenkomstige (geïndexeerde) eenheidsprijzen.
Dit ingevuld document wordt elke 15de van de maand waarop jullie activiteiten hebben
uitgevoerd doorgestuurd per mail. Enkel prestaties die effectief uitgevoerd werden, komen in
aanmerking voor facturatie. De elektronische documenten worden enkel verstuurd naar
volgend mailadres:
[email protected]
Na nazicht van de door u ingediende Excelsheet , zal u per mail geïnformeerd worden wat er
mag gefactureerd worden en wat er betwist zal worden.
Betwistingen zullen digitaal overgemaakt worden.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
12
Aquafin zal deze gegevens importeren in een overzicht waarin alle uitgevoerde beurten staan
van het respectievelijk jaar/contract. Op deze manier is controle op de voorziene beurten per
seizoen/contract mogelijk (niet te overschrijden) en of ze eventueel op verkeerde tijdstippen
werden uitgevoerd.
Aquafin behoudt zich het recht voor deze manier van werken aan te passen of te
vereenvoudigen.
De opdrachtgever beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen om de diensten na te
zien, de contractant schriftelijk te melden welke diensten voor betaling in aanmerking komen
(dit geldt als voorlopige oplevering) alsook de contractant schriftelijk te verzoeken binnen de
5 dagen een factuur in te dienen.
De verificatietermijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de diensten geleverd zijn voor
zover de opdrachtgever beschikt over een prestatiebon.
De verificatietermijn wordt verlengd naar rato van het aantal dagen waarmee de termijn van
5 dagen, die wordt verleend om de factuur in te dienen, wordt overschreden.
De betaling van het aan de contractant verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de 30
dagen te rekenen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn.
Op alle facturen komt steeds de vermelding van de referentie van de open aanbesteding, de
naam van de installatie en de kostenplaats, zoals vermeld in het bijzonder bestek. Tevens zal
Aquafin na gunning een bestelbonnummer doorgeven welke eventueel ook dient vermeld te
worden op de desbetreffende factuur.
Alle facturen dienen opgemaakt met de volgende vermelding:
BTW verlegd, KB 19 december 2012 gepubliceerd tot wijziging van het KB nr. 1 van
29 december 1992 m.b.t de regeling voor voldoening van de BTW)..
De facturen worden ofwel op papier gestuurd naar:
Aquafin NV,
t.a.v. de financiële dienst–leveranciersboekhouding
Dijkstraat 8
2630 Aartselaar
Ofwel elektronisch via de Email-lite toepassing.
De factuur wordt opgesteld in euro (€).
In geval van overdracht van schuldvordering, dienen de voorwaarden van artikel 43 van de
wet van 15/06/2006 gerespecteerd te worden.
De overdracht van schuldvordering dient samen met de nodige bewijsstukken betekend te
worden aan de Juridische Dienst van de opdrachtgever van de desbetreffende afroep.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
13
4.6 Klachten en verzoeken (artikels 52, 53, 54 en 56 van het K.B. van 14/01/2013)
Onverminderd de in de wet voorziene sancties, zal de contractant bij zeer belangrijke en
onvoorzienbare omstandigheden waarbij niet voldaan kan worden aan de standaard
uitvoeringstermijn, dit schriftelijk mededelen van zodra deze omstandigheden hem bekend
zijn. Indien de contractant niet in staat is om te voldoen aan de door de opdrachtgever
verzonden bestelorders moet dit binnen de 24 uur na ontvangst ervan door de contractant
gemeld worden per e-mail.
Deze melding moet gericht zijn aan [email protected] met een verklaring
van de reden en eventueel alternatief dat kan voorgesteld worden.
4.7 Aansprakelijkheid (artikel 84 van het K.B. van 14/01/2013)
1. De contractant zal het nodige personeel inzetten, evenals de benodigde materialen,
uitrusting en middelen aanwenden voor de uitvoering van de overeenkomst en de
overeenkomst uitvoeren volgens de regels van de kunst.
2. De contractant verbindt zich ertoe alle activiteiten die in het kader van deze overeenkomst
uitgevoerd worden, uit te voeren in overeenstemming met de desbetreffende wetgeving
betreffende gezondheid, veiligheid en milieu, zoals onder meer uiteengezet in A.R.A.B.,
Codex, A.R.E.I. en Vlarem II.
3. De contractant verklaart dat hij kennis heeft genomen van en akkoord gaat met het
algemeen reglement voor opdrachten in naam en voor rekening van de opdrachtgever.
De contractant kan het reglement raadplegen op www.aquafin.be onder Infrastructuur en
Milieu/technische Partners/Veiligheid ofwel opvragen bij de opdrachtgever. De geldende
versie is steeds de meest recente.
De contractant zal alle maatregelen nemen die nodig zijn om te verzekeren dat
voornoemde voorschriften worden nageleefd. De contractant verbindt zich er toe deze
voorschriften bekend te maken voor de aanvang van de opdracht bij zijn werknemers en
zijn aangestelden.
4. De contractant is verantwoordelijk ten aanzien van de opdrachtgever en derden en
vrijwaart de opdrachtgever voor alle fouten en/of nalatigheden begaan door de contractant
zelf en door zijn aangestelden.
Deze vrijwaringverplichting strekt zich uit over alle schade die deze fouten en/of
nalatigheden veroorzaken aan de opdrachtgever en/of aan derden.
4.8 Verzekeringen (artikel 24 van het K.B. van 14/01/2013)
De contractant verzekert zich voor:
1. zijn burgerlijke aansprakelijkheid ‘uitbating’ (art. 1382 tot en met 1386 BW) voor schade
aan Aquafin en/of derden met als bijzondere voorwaarden:
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
14
 afstand van verhaal van de verzekeraar t.o.v. Aquafin en haar
opdrachtgevers;
 voorziene vrijstelling: max. 2.500 euro per schadegeval;
 voorziene kapitaal lichamelijke, materiële en immateriële gevolgschade
vermengd: min. 1.250.000 euro per schadegeval;
 voorziene kapitaal accidentele milieuschade: min. 500.000 euro per
schadegeval.
2. Alle verzekeringen moeten voldoen aan de wet op de landverzekeringsovereenkomst van
25 juni 1992 en haar aanvullingen en aan de wet van 5 april 2014 betreffende de
verzekeringen.
3. De contractant staat zelf in voor schade beneden de vrijstelling, de vrijstellingen en de
niet-verzekerde risico’s en doet hierbij afstand van verhaal t.o.v. Aquafin en haar
opdrachtgevers.
4.9 Gedragscode contractant
De contractant zal bij de uitvoering van deze overeenkomst rekening houden en handelen
volgens de in BIJLAGE 2 vermelde gedragscode voornamelijk maar niet beperkt tot nietdiscriminatie van werknemers, bestrijding van omkoperij, bescherming van de mensenrechten
en verantwoordelijkheid voor het milieu. De contractant erkent dat een overtreding van deze
gedragscode als een zware fout beschouwd wordt door de opdrachtgever en tot de beëindigen
van de overeenkomst kan leiden.
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor te allen tijde een verzoek tot zelfbeoordeling
met betrekking tot de naleving van de gedragscode aan de contractant te vragen. De
contractant zal deze zelfbeoordeling aan de opdrachtgever binnen de 5 Werkdagen na het
verzoek door de opdrachtgever, aan de opdrachtgever bezorgen.
De contractant erkent en gaat akkoord dat de opdrachtgever, indien zij die nodig acht, een
inspectie uitvoert (door de opdrachtgever of door een externe partij) teneinde de naleving
van de gedragscode te verifiëren. Een inspectie zal alleen na schriftelijke melding
geschieden, tijdens normale kantooruren en in overeenstemming met de geldende
rechtsregels; een inspectie zal de bedrijfsactiviteiten van de contractant niet op onredelijke
wijze verstoren en niet in strijd zijn met bestaande overeenkomsten met derden. De
contractant gaat akkoord met een redelijke samenwerking om een inspectie mogelijk te
maken en is bereid de eigen kosten hiervoor te dragen; de opdrachtgever zal haar eigen
kosten dragen.
4.10 Regeling van geschillen – toepasselijk recht (artikel 73 van het K.B. van
14/01/2013)
Op verzoek van de meest gerede partij wordt een betwisting met betrekking tot de uitvoering
van de opdracht ter beoordeling en oplossing voorgelegd aan de respectievelijk aangestelde
contractverantwoordelijken.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
15
Indien naar aanleiding van de procedure voorzien hierboven geen akkoord kan worden
bereikt zal de betwisting worden beslecht door de rechtbanken van Antwerpen.
De opdracht wordt beheerst door, en geïnterpreteerd overeenkomstig, het Belgische recht.
4.11 Termijnen
0. Algemeen
Aquafin behoudt het recht het contract op te zeggen vanaf de 6de maand, mits het
respecteren van een opzegperiode van 3 maanden, en dit door middel van een
aangetekend schrijven.
1. Order tot uitvoering en leiding van de werken
1. Beplantingswerken
De beplantingswerken worden uitgevoerd volgens de goedgekeurde planning volgens punt
5.5. Voor aanleg van de groenvoorzieningen loopt de uitvoeringsperiode tot 3 seizoenen na
de aanplanting.
2. Groenonderhoud
De onderhoudswerken zoals beschreven in de Technische Bepalingen worden ieder jaar
uitgevoerd in de periode van 1 april tot 31 oktober, tenzij anders vermeld. De
uitvoeringstermijn voor groenonderhoud bedraagt 3 onderhoudsseizoenen.
2. Gelijktijdige werken
Er wordt op gewezen dat andere contracten actief kunnen zijn op het terrein van de
zuiveringsinstallatie. De contractanten dienen onderling de nodige schikkingen te treffen om
elkaar niet te hinderen. Indien de contractanten onderling geen akkoord bereiken, schikt de
contractant zich in laatste instantie naar de bevelen die hem door de leidende ingenieur
gegeven worden. De contractant moet in ieder geval de verantwoordelijke van Aquafin zonder
uitstel kennis geven van al wat, door toedoen van andere opdrachten, de goede uitvoering
van zijn werken kan belemmeren. Indien hij aan die verplichting niet voldoet, is hij
verantwoordelijk voor de weerslag hiervan op zijn eigen opdracht en zal hij er ook de geldelijke
gevolgen van dragen.
De verschillende contractanten moeten zich onderling akkoord stellen over de fasen van
uitvoering om de goede uitvoering van de werken te verzekeren.
De contractanten mogen zich niet verzetten, noch bezwaren maken wegens de doorgang of
het tijdelijk in gebruik nemen van terreinen of lokalen, binnen de grenzen hunner
bouwplaatsen door andere uitvoerende contractanten of derden, voor zover Aquafin zulks
toelaat of beveelt.
De contractant mag geen bezwaar maken indien de opdrachtgever door andere contracten,
niet alleen tijdens de uitvoering van zijn opdracht, maar ook tijdens de waarborgtermijn,
werken doet uitvoeren binnen de grenzen van onderhavige opdracht.
3. Plaats van uitvoering van de opdracht.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
16
De opdrachten worden uitgevoerd op de verschillende plaatsen zoals beschreven in het
bijzonder bestek.
4. Formaliteiten betreffende de uitvoering van de werken.
Voor Beplantingswerken (inclusief 3 jaar onderhoud) dient samen met het factuurvoorstel de
leveringsbewijzen van de gebruikte groencompost, meststoffen, startbemesting en teelaarde
samen ingediend te worden. Deze leveringsbewijzen, waar duidelijk de hoeveelheden van de
gebruikte producten op vermeld staat, dienen door een personeelslid van Aquafin te worden
ondertekend bij aflevering.
4.12 Combineren/opsplitsen van werken/leveringen/diensten
De dienstverlening moet(en) correct worden uitgevoerd conform de vooraf bepaalde
afspraken. De contractant mag niet afwijken door op eigen initiatief over te gaan tot
combinatie of opsplitsing van bepaalde diensten, tenzij voorafgaandelijk het akkoord van de
opdrachtgever werd bekomen.
4.13 Verloven, sluitingen en onderbrekingen
De contractant neemt alle maatregelen om de dienstverlening aan de opdrachtgever te
garanderen. De contractant zal alle maatregelen treffen om deze continuïteit te garanderen
gedurende de verlofperiode.
4.14 Wijziging in de aanneming en herziening van de eenheidsprijzen (artikel 80 van
het K.B. van 14/01/2013)
De uitvoering van werken behorende tot de "Niet voorziene werken" en "Maaien ruw gras
tijdens tussenseizoen" zal afhangen van de plaatselijke omstandigheden. Aquafin zal de
contractant tijdig inlichten of deze werken dienen uitgevoerd te worden. Het niet uitvoeren van
deze post kan geen aanleiding zijn tot het eisen van enige schadevergoeding of
prijsherziening.
Motivering: het uitvoeren van deze post is afhankelijk van het tijdstip in het groenseizoen
waarop met de werken wordt gestart. Tussentijds maaien is enkel van toepassing bij “niet
aangelegde installaties” en geeft daarom geen aanleiding tot schadevergoeding.
De kans bestaat dat Aquafin opdracht geeft rietvelden te maaien. Wanneer dit gebeurt zal
door Aquafin bepaald worden hoeveel riet er gemaaid wordt.
4.15 Dagboek der werken en bescheiden voor het behouden der kostenrekening
(artikel 83 van het K.B. van 14/01/2013)
De contractant schrijft iedere activiteit op in het groenregister dat zich op de installatie bevindt.
Indien de activiteit meerdere dagen in beslag neemt, wordt de einddatum opgetekend. De
groenregisters zullen gebruikt worden bij controles van de activiteiten door onze medewerkers
ter plaatse. Elke activiteit wordt opgetekend in het register dat zich op de installatie bevindt.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
17
4.16 Voorlopige oplevering van de aanleg van de groenvoorzieningen (artikel 92 van
het K.B. van 14/01/2013)
De beplantingswerken worden voorlopig opgeleverd in de eerste maand september/oktober
volgend op de beplantingswerkzaamheden. Aquafin behoudt zich het recht voor deze
voorlopige oplevering te schuiven i.k.v. interne opleveringen van dossiers. Indien de
voorlopige oplevering op een ander tijdstip gebeurt, zal de PV van voorlopige oplevering welke
normaal plaatsvindt in september vervangen worden door extra PV van plantgoedcontrole.
Aquafin zal dit melden in het PV van voorlopige oplevering.
De waarborgtermijn bedraagt 2 jaar vanaf de voorlopige oplevering of van plaatsvervangende
PV van plantgoedcontrole.
Er dient m.a.w. steeds 3x ingeboet te worden door de contractant.
In ieder jaar van de waarborgtermijn wordt in de maand september in aanwezigheid van de
contractant een proces-verbaal opgemaakt tot vaststelling van de inboetingen en
aanvullingen. Deze worden op zijn kosten uitgevoerd in de eerstvolgende plantperiode.
Het groenonderhoud wordt opgeleverd op het einde van het contract
HOOFDSTUK 5 - BORGTOCHT
5.1 Borgtocht (artikel 25 en 26 van het K.B. van 14/01/2013)
Voor een inschrijvingsbedrag kleiner of gelijk aan 12.500 EURO excl. BTW wordt GEEN
borgtocht opgevraagd.
Voor een inschrijvingsbedrag groter dan 12.500 EURO excl. BTW bedraagt de borgtocht
5%, met een minimum van 1.240 EURO.
De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de
sluiting van de opdracht bij aangetekend schrijven. Het bewijs van borgstelling moet
overgemaakt worden aan Aquafin t.a.v. de contractueel verantwoordelijke (zie hiervoor 5.2
“leidend ambtenaar”).
Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan
gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 6 § 1-2 van de
algemene aannemingsvoorwaarden.
5.2 Verzuim van borgstelling (artikel 29 van het K.B. van 14/01/2013)
Indien het bewijs van borgstelling niet binnen de 30 kalenderdagen wordt overgelegd, kan
de aanbestedende overheid, na ingebrekestelling, een boete toepassen.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
18
5.3 Vrijgave van de borgtocht (artikel 33 van het K.B. van 14/01/2013)
Voor het groenonderhoud wordt de borgtocht volledig vrijgegeven na afloop van het contract
dat het voorwerp van dit bestek uitmaakt, na aftrek van de sommen die de contractant
eventueel aan Aquafin verschuldigd is.
Voor de beplantingsopdrachten wordt de borgtocht bij helften vrijgegeven, de eerste helft 1
maand na afloop van de beplantingswerken (na opmaak PV van voorlopige oplevering), de
tweede helft op 1 oktober volgend op de afloop van het contract dat het voorwerp van dit
bestek uitmaakt (na opmaak van PV van definitieve oplevering), na controle van het aanslaan
van de beplanting en na aftrek van de sommen die de contractant eventueel aan Aquafin NV
verschuldigd is.
De vrijgave van de borgtocht gebeurt automatisch.
HOOFDSTUK 6 - EVALUATIES EN BOETES
6.1 Evaluatie (artikel 64-65 van het K.B. van 14/01/2013)
De prestaties van de contractant zullen gedurende de looptijd van het contract door de
opdrachtgever opgevolgd worden aan de hand van een leveranciersevaluatie.
De opdrachtgever zal periodiek een rapport opstellen waarin een overzicht wordt gegeven
van het reële niveau van dienstverlening en de indicatoren welke de prestaties van de
contractant meten. Een exemplaar van dit rapport wordt aan de contractant overgemaakt.
De voorziene periodiciteit voor meting en rapportering zal in een latere fase bepaald worden.
Afhankelijk van het behaalde resultaat, kan de opdrachtgever overgaan tot volgende acties:
 bij gunstige evaluatie, de opdracht verlengen. Indien de opdrachtgever niet overgaat tot de
verlenging van de overeenkomst, is de opdrachtgever geen schadevergoeding
verschuldigd aan de contractant
 bij ongunstige evaluatie, de opdracht beperken of - afhankelijk van de behaalde score - de
samenwerking met de contractant opzeggen.
6.2 Boetes en straffen
6.2.1 Middelen van optreden (artikel 44 van het K.B. van 14/01/2013)
De contractant wordt in verband met de uitvoering van de opdracht onder meer geacht
in gebreke te zijn:
-
wanneer de prestaties niet geheel voltooid zijn binnen de contractuele
bedongen uitvoeringstermijn of op de verschillende voor de gedeeltelijke
voltooiingen vastgestelde data;
-
ongeacht het ogenblik, wanneer de prestaties niet zodanig vorderen dat zij op
de vastgestelde data volledig kunnen worden voltooid;
-
wanneer de geldig gegeven schriftelijke bevelen van Aquafin niet worden
nageleefd;
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
19
-
wanneer de diensten niet uitgevoerd worden volgens de voorschriften bepaald
in de opdracht.
Onverminderd hetgeen hoger is bepaald en onverminderd de bepalingen in de
wetgeving, behoudt de opdrachtgever zich het recht voor om de overeenkomst te
beëindigen in onder meer de volgende gevallen (niet limitatief):

ingevolge faillissement of soortgelijke toestand;

wegens het niet behalen van de gewenste resultaten i.h.k.van. de
(leveranciers)evaluatie;

wegens het niet naleven van de gedragscode zoals beschreven in BIJLAGE 1;

ingevolge de definitieve ingebrekestelling.
6.2.2 Straffen (artikel 45 van het K.B. van 14/01/2013)
De enige straf wordt op 250 euro gebracht.
6.2.3 Boetes laattijdige dienstverlening/uitvoering (artikel 46 van het K.B. van
14/01/2013)
De boete wegens laattijdig leveren wordt gesteld op 0.1 % per kalenderdag vertraging
per dienstverlening op afroep, met een maximum van 7,5% van de totale waarde die
tot eenzelfde dienstverlening op afroep behoort. De boete kan zonder voorafgaande
ingebrekestelling van de rekening afgetrokken worden.
HOOFDSTUK 7 - TECHNISCHE BEPALINGEN
7.1 ALGEMEEN
Aquafin zal ervoor zorgen dat de contractant in staat is zijn opdracht uit te voeren. Wel moet
de contractant ermee rekening houden dat er werken kunnen uitgevoerd worden aan de
installaties.
De contractant mag geen meerkost in rekening brengen indien de tijdsduur van zijn
werkzaamheden hierdoor verlengd of gehinderd worden, of indien de werkzaamheden
hierdoor een grotere moeilijkheidsgraad kennen.
De contractant zal grasvelden, struiken en bomen aanplanten zoals aangeduid op de respectievelijke plannen en ze onderhouden gedurende een periode van 3 opeenvolgende jaren.
De contractant dient er rekening mee te houden dat allerhande leidingen en kabels in de
ondergrond aanwezig zijn. Vooraleer de opdracht aan te vangen zal het tracé van de leidingen
en kabels aan de contractant meegedeeld worden op een grondplan. Eventuele
beschadigingen van leidingen of kabels zijn de verantwoordelijkheid van de contractant
plantwerken en worden op zijn kosten hersteld.
De op de meetstaat vermelde hoeveelheden zijn indicatief. De contractant dient ter plekke de
installaties te komen inschatten.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
20
De beplantingswerken worden uitgevoerd zoals beschreven in het Standaardbestek 250,
hoofdstuk XI, het Algemeen Bestek en het Bijzonder Bestek. Er worden GEEN
Fytofarmaceutische produkten gebruikt.
Het groenonderhoud wordt uitgevoerd zoals beschreven wordt in het Standaardbestek 250,
hoofdstuk XI, het Algemeen Bestek en het Bijzonder Bestek. Er worden GEEN
Fytofarmaceutische produkten gebruikt.
7.2 VERWERKEN VAN MATERIALEN EN PRODUKTEN VOOR GROENAANLEG EN
GROENONDERHOUD.
7.2.1 Fytofarmaceutische produkten
Voor de groenaanleg en onderhoudswerken worden GEEN sproeistoffen meer gebruikt.
7.2.2 Meststoffen
Organische startbemesting
Organische startbemesting wordt aangebracht in volgende hoeveelheden :
Voor de beplanting en voor de inzaai van de grasmatten wordt een hoeveelheid organische
startbemesting 6/7/8 van 10 kg per are gebruikt indien vermeld in het Bijzonder Bestek.
7.2.3 Grondverbetering
Groenkompost
Vóór het aanplanten van bosgoed en het inzaaien van grasmatten wordt normalerwijze 80 ton
groenkompost per ha aangebracht.
Groenkompost voldoet aan de volgende beschrijving (Ministerie van Landbouw, 1993) :
Product bekomen door een gecontroleerde aërobe compostering van groenafval (bestaande
hoofdzakelijk uit snoeihout met een diameter van max. 10 cm, planten (resten),
haagscheersel, bladeren, gazon- en wegbermmaaisel) tot volledige rijping, voorafgegaan of
gevolgd door bepaalde mechanische behandelingen (verkleining, zeving, ...).
Het product moet tijdens de fabricage een natuurlijke verhitting van de volledige massa
hebben ondergaan aan een temperatuur van 60°C of meer, gedurende ten minste 4 dagen.
Indien het product ten minste 22 % organische stof bevat mag de kwalificatie : "rijk aan
organische stof" aan de benaming worden toegevoegd.
Tevens moet groenkompost aan de volgende vereisten voldoen (Ministerie van Landbouw,
1993):
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
21
- ten minste 55 % droge stof;
- ten minste 16 % organische stof;
- ten hoogste 300 mg/kg azijnzuur;
- pH(H2O) : tussen 6,5 en 8,5;
- ten minste 99 % doorgang door een zeef van 40 mm;
- verontreinigingen (glas, plastiek, metaal) : maximum 0,5 % groter dan 2 mm;
- stenen : maximaal 2 % groter dan 5 mm;
- ten hoogste de volgende gehaltes aan zware metalen bevatten (uitgedrukt in mg/kg in de droge stof) :
Cadmium
1
Chroom
70
Koper
90
Kwik
1
Lood
120
Nikkel
20
Zink
280
- vrij van kiemkrachtige zaden.
De aangewende methodes voor het bepalen van de chemische samenstelling van groenkompost staan beschreven in "Aangenomen methoden voor bemonstering en analyse van
substraten, organische bodemverbeteringsmiddelen en voor de beoordeling van composteringsprocessen" (Ministerie van Landbouw, 1993).
De contractant moet de naam van de producent van groenkompost meedelen aan Aquafin of
haar gemachtigde. Deze producent moet aangesloten zijn bij VLACO (Vlaamse Organisatie
ter bevordering van de Afzet van GFT- en groencompost, Kan. De Deckerstraat 22-26, 2800
Mechelen).
7.3 GRASMATTEN
1. Materialen
1.1.Grassamenstelling
Het grasmengsel is samengesteld uit de volgende soorten :
40% Veldbeemdgras compact : conni
20% Roodzwenkgras aniset : capriccio
35% Engels raaigras margarita / nikolin
5% Witte klaver pirouette
De dosis per oppervlakte-eenheid bedraagt 300 kg/ha.
1.2.Meststoffen
Groenkompost en organische meststoffen voldoen aan de beschrijving van art 1.2. en 1.3. in
hoofdstuk I.
De eigenlijke werkzaamheden
1. Voorbereidende werken
1.a. Alle terreinen buiten taluds en bermen
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
22
De grond mechanische bewerkingen van de bodem, voorafgaand aan de inzaaiing, en in
chronologische volgorde zijn :
-
het ploegen of spitfrezen tot een diepte van 30 cm
het verkruimelen van de grond tot op een diepte van 5 cm zodanig dat geen kluiten
groter dan 40 mm meer voorkomen
het rollen.
Het rollen gebeurt met een gladde rol van " 150 kg per meter breedte.
1.b.Taluds en bermen
De grond mechanische bewerkingen van de bodem, voorafgaand aan de inzaaiing, en in
chronologische volgorde zijn :
-
het eggen of rakelen tot een diepte van 15 cm
het verkruimelen van de grond tot op een diepte van 5 cm zodanig dat geen kluiten
groter dan 40 mm meer voorkomen
het rollen.
Het rollen gebeurt met een gladde rol van " 150 kg per meter breedte.
2.
Het aanbrengen van meststoffen
Na de voorbereidende werken volgens art.1.2.1. wordt de bodem bedekt met een laagje
groenkompost. Deze wordt ingewerkt tijdens de verdere grondbehandelingen.
3.
Zaaitijdstip
De bezaaiingen worden uitgevoerd tussen 15 augustus en 30 september of tussen 15 maart
en 15 mei. De contractant voert de werken uit tijdens de eerste periode volgend op het
aanvangsbevel.
4.
Zaaiwerkzaamheden
Na het rollen van de bodem wordt :
- de bovenlaag oppervlakkig losgemaakt tot max. 4 cm diepte
- het graszaad gelijkmatig verdeeld
- het graszaad ingewerkt tot op 1,5 cm diepte
- vastgerold.
Het rollen gebeurt met een gladde rol van 150 kg per meter breedte.
Het zaaien gebeurt ten laatste 15 kalenderdagen na het verkruimelen. Al het graszaad wordt
uiterlijk de dag na het zaaien ingewerkt. Onmiddellijk daarna wordt het oppervlak gerold.
Ten laatste 30 kalenderdagen na het inzaaien dient een normale regelmatige opkomst van
het gras merkbaar te zijn. Onder regelmatige opkomst wordt verstaan dat op twee of meer
willekeurig gekozen gelijke oppervlaktes eenzelfde aantal kiemplanten aanwezig is, telkens
gelijkmatig verdeeld over de volledige oppervlakte. Een normale opkomst betekent dat de
aanwezige kiemplanten tenminste 1 blad gevormd hebben.
Op plaatsen waar niet voldaan is aan één van beide eisen moet de contractant overgaan tot
een herbezaaiing met hetzelfde mengsel. Dit gebeurt op zijn kosten.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
23
Grondbewerkingen mogen niet uitgevoerd worden bij neerslag of bij vorst, noch bij overmatige
vochtigheid van de grond. In geen geval mag gerold worden wanneer de grond aan de rol blijft
kleven.
7.4 AANPLANTEN VAN HOUTACHTIGE GEWASSEN
1. Materialen
1.1. Plantsoenen
Er wordt alleen gewerkt met bosplantgoed. Dit moet voldoen aan de bepalingen van het
Standaardbestek 250.
De onderdelen van de plantsoenen moeten goed gevormd en krachtig zijn. De planten moeten
gezond en fris zijn; zij moeten talrijke, gelijkmatig verdeelde en overvloedig behaarde wortels
hebben, die minstens 20 cm lang zijn.
De stam is stevig, goed stijf, recht en regelmatig, niet gaffelvormig en/of gerimpeld.
De kroon is normaal en regelmatig vertakt, de jonge takken zijn krachtig, goed evenwichtig en
in verhouding met de ouderdom van de plant. De spil vormt het natuurlijk verlengsel van de
stam en is krachtig en goed volgroeid.
De planten hebben een goed gevormde eindknop en een goed ontwikkelde stambasis, zodat
een goede verhouding tussen de totale hoogte en de diameter aan de basis bestaat.
De plantsoenen moeten in frisse toestand geleverd worden, zonder enig spoor van
verdrogingsverschijnselen.
De planten van eenzelfde lot moeten gelijkvormig zijn.
Het plantsoen moet bestaan uit planten van 2 tot 4 jaar, volgens de aangegeven maten.
De planten moeten voorzien zijn van naametiketten en een bewijs van soortechtheid en
herkomst.
Aquafin of haar gemachtigde moeten de kans krijgen, zoveel als zij nodig achten, om de
bomen in de kwekerij te gaan bezichtigen.
Samengevat : de plantsoenen moeten van uitstekende kwaliteit zijn. Zij moeten op voorhand
door de leidende ingenieur goedgekeurd worden.
Een overzicht van de beplanting wordt gegeven in het bijzonder bestek.
1.2. Meststoffen
Groenkompost en minerale meststoffen voldoen aan de beschrijving van art 1.2. en 1.3. in
hoofdstuk I.
1.3. Wild afwerende middelen
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
24
Als wild afwerende middelen worden wild afweernetjes gebruikt, tenzij anders vermeld in het
bijzonder bestek. Ze moeten grijs of zwart van kleur zijn en minstens 50 cm lengte hebben.
1.4. Boompalen
Alle gebruikte boompalen moeten van een degelijke kwaliteit zijn. Ze zijn 2.5 à 3 meter lang
en worden voor één derde in de grond (dus 0.8 à 1 meter) ingegraven.
1.5. Algemene bepaling
Een kopij van de leveringsbons van alle materialen moet aan de leidende ingenieur bezorgd
worden.
2. De eigenlijke werkzaamheden
2.1. Voorbereidende werken
Hinderende vegetatie moet verwijderd worden volgens een wijze die in overeenstemming is
met de aard van de vegetatie. Grassen en andere kruidachtige vegetatie moeten gemaaid
worden.
Rekening houdend met de uitgangstoestand van het terrein, wordt het diepwoelen van de
grond als voornaamste maatregel voorgeschreven.
Op elk deel van het terrein waar geplant zal worden, moet de bodem tweemaal grondig
diepgewoeld worden tot een diepte van 70 cm. Afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden kan Aquafin beslissen het diepwoelen slechts 1 maal uit te voeren.
De contractant is vrij bij het kiezen van de werkwijze, maar deze moet door de leidende
ingenieur goedgekeurd worden. Achteraf moet nog geploegd worden.
De bewerkingen moeten in gunstige weersomstandigheden gebeuren. Het tijdstip waarop de
bewerkingen zullen doorgaan moet op voorhand ter goedkeuring voorgelegd worden aan de
leidende ingenieur.
Indien het terrein vrij is en de weersomstandigheden gunstig, moet de eerste grondbewerking
bij voorkeur tussen 1 september en 1 oktober, voorafgaand aan de beplanting, gebeuren.
De tweede bewerking moet minstens 14 dagen na de eerste gebeuren en ten laatste 14 dagen
vóór de beplanting.
Voorafgaand aan de tweede bewerking moet de voorgeschreven hoeveelheid compost, nl. 80
ton/ha, gelijkmatig verdeeld worden. De oppervlakkige verwerking ervan gebeurt tijdens de
tweede grondbewerking.
Indien slechts 1 diepe grondbewerking wordt toegepast zal deze 14 dagen voor het planten
gebeuren en wordt de groenkompost tijdens deze bewerking ingewerkt.
Indien door omstandigheden bovenstaande termijnen niet kunnen nageleefd worden, moet de
contractant een geschikt alternatief laten goedkeuren door de leidende ingenieur.
Tenslotte wordt de grond geëgaliseerd.
2.2. Planttijdstip
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
25
De planting gebeurt tussen 1 november en 30 maart.
De aanplanting mag enkel uitgevoerd worden op dagen dat het niet vriest en/of de grond niet
bevroren is. Er mag niet geplant worden bij een sterk uitdrogende oostenwind en ook niet als
het terrein te nat ligt.
Aquafin of haar gemachtigde moet minstens 7 werkdagen op voorhand in kennis gesteld
worden van het begin van de aanplanting, zodat de nodige controles uitgevoerd kunnen
worden.
2.3. Vervoer van de planten
De tijd die verloopt tussen het rooien in de boomkwekerij en het planten of het inkuilen, moet
zo kort mogelijk zijn en mag in geen geval 6 dagen overschrijden.
Het verzenden van de planten geschiedt op met zeil overdekte wagens of in gesloten
vrachtwagens, daarbij zorg dragend dat elke verwonding van de schors alsmede het breken
van takken vermeden wordt.
Aquafin of haar gemachtigde wordt 48 uren voor de aankomst op de werf door de contractant
verwittigd van het rooien en verzenden der gewassen.
2.4. Inkuilen
Indien de planten niet onmiddellijk na aankomst op het werk kunnen worden geplant, worden
zij op een geschikte plaats ingekuild in een losse specie die de wortelvorming bevordert,
volgens de voorschriften van de leidende ingenieur.
De planten worden naargelang de noodwendigheden uit de kuil gehaald. Deze die voor het
einde van de dag niet kunnen geplant worden, worden opnieuw ingekuild.
De plaats wordt na het verwijderen van de planten in haar oorspronkelijke staat hersteld.
2.5. Graven van de kuilen
De kuilen zijn groot en diep genoeg om de wortels gemakkelijk te kunnen openleggen. Ze
worden steeds met verticale wanden gegraven.
De kuilen hebben minstens 25 x 25 x 25 cm als afmetingen voor het bosgoed, 70 x 70 x 60
(diepte) cm voor de bomen.
De wijze waarop de kuilen gemaakt worden, mag vrij door de contractant gekozen worden. Zij
moet evenwel aan Aquafin of haar gemachtigde voorgesteld en goedgekeurd worden.
2.6. Behandeling van de wortels
Bij de planting worden zo nodig de einden van de wortels met het snoeimes afgeschuind
zodanig dat het wondvlak op de grond rust. De gebroken of geschonden wortels worden tot
aan een gaaf deel ingekort.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
26
Bij laattijdig planten (na 15 maart) van bladverliezende planten met bloot wortelgestel, moet
het wortelgestel, op het ogenblik van de planting, gedompeld worden in een vloeibare brij,
bestaande uit klei en koedrek.
2.7. Het planten
De plantsoenen worden op een eenvoudige wijze geplant. Er wordt geen gebruik gemaakt
van teelaarde of van een bijkomende individuele bemesting.
De plantkuilen worden op de goedgekeurde wijze gemaakt en opgevuld met de aarde uit de
kuil. Voor het volledig opvullen van de plantkuil wordt aangerijkte grond uit de omgeving
gebruikt.
Zo nodig worden na de planting, op advies van Aquafin of haar gemachtigde, de planten
ingesnoeid en worden de dubbele toppen weggenomen. Dit kan vooral voor de struikachtige
heester van belang zijn.
2.8. Aanbrengen van kunstmeststoffen
Daar alleen bosplantsoen wordt geplant, worden de meststoffen oppervlakkig toegediend,
verspreid over de gehele te bebossen oppervlakte. Ze worden niet ingewerkt. Ze moeten
voldoen aan de bepalingen van art.1.2. van hoofdstuk I. Enkel indien vermeld in het bijzonder
bestek.
Ze worden toegediend omstreeks 1 maart (hetzij vóór, hetzij na het planten).
Het strooien van meststoffen is verboden bij zeer droog en warm weer. Het strooien van nietkorrelige meststoffen is ook verboden bij een windkracht van meer dan 4 beaufort.
2.9. Bescherming tegen het wild
De wildafweermiddelen moeten minstens 5 cm en maximaal 8 cm in de grond gedreven
worden, zodat ze niet kunnen opgeheven worden door konijnen.
Regelmatige controle en herstel is nodig.
2.10 Onderhoudswerken
De contractant zal ervoor zorgen dat geen bodemverwildering tot stand komt.
Verder draagt de contractant er zorg voor dat de plantsoenplanten nooit langer dan 14 dagen
scheef staan en dat de boomspiralen in een goede staat blijven.
3. Algemeen beplantingsmodel
Het model van de beplanting wordt voorgesteld in 5 schema's (zie schema's 1a, 1b, 2, 3a en
3b in BIJLAGE 1).
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
27
7.5 WERKEN TIJDENS WAARBORGPERIODE
De contractant is gehouden gedurende de waarborgperiode de afgestorven en onvoldoende
vitale planten in te boeten of aan te vullen, evenals het herzaaien van de niet doorgekomen
grasmatten.
Hiertoe wordt telkens in de maand september volgend op de planting en tot aan de definitieve
oplevering, in aanwezigheid van de contractant of zijn vertegenwoordiger een proces verbaal
opgemaakt, tot vaststelling van de herzaaiingen, inboetingen en aanvullingen. Deze worden
door de contractant op zijn kosten uitgevoerd in de eerstvolgende zaai- en plantperiode.
Voor het herzaaien dient hetzelfde mengsel te worden gebruikt.
Voor inboeten en aanvullen moeten plantsoenplanten worden gebruikt, die identiek zijn met
deze die voor de oorspronkelijke planting waren voorzien. Ook de aanplanting moet identiek
gebeuren.
Alle planten moeten vervangen worden die slecht geplant, dood, of sterk beschadigd zijn, of
zeer slecht groeien. In twijfelgevallen wordt door de leidende ingenieur beslist.
Verder zal de contractant tijdens de waarborgperiode en op zijn kosten ervoor zorgen dat alle
planten tijdig worden rechtgezet (ze mogen in elk geval niet langer dan 14 dagen scheef staan)
en dat de wildafwering in goede staat wordt gehouden.
7.6 TUSSENSEIZOEN
In afwachting van de aanplantingen in het voorjaar dient het gras 2 maal per jaar gemaaid te
worden. Ook de wegenissen en omheining dienen onderhouden te worden.
7.7 ONDERHOUDEN WEGENISSEN
De klinkers, dallen, boordstenen, afvoergoten, voegen en/of spleten worden 6 keer per
seizoen geborsteld met staalborstels. Alle onkruid, aarde en afval wordt verwijderd. Ook uit
de afvoergoten! DEZE GOTEN UITSCHEPPEN MET SCHOP OF ZUIVER BORSTELEN.
De grint- en dolomietverhardingen op pompstations en BEK’ s worden 6 keer per seizoen kort
afgemaaid. De eerste beurt tussen 15 en 30 april. De laatste beurt tussen 15 en 30 oktober.
De rest van de beurten gelijkmatig verdelen tussen deze 2 beurten.
Dolomiet- en grintverhardingen op RWZI’ s zijn mee opgenomen in de meetstaat van afrijden
grasmatten en worden iedere maaibeurt mee afgemaaid. Rond dienstgebouwen en parkings
schoffelen, branden of stomen.
Indien er zich op de RWZI een gezoneerd gebied voordoet, het onkruid altijd manueel
verwijderen. Info hierover bij de Operatoren.
Bij onderhoud van parkings steeds de datum vooraf afspreken met de operatoren om schade
aan wagens te voorkomen. De wagens kunnen dan tegen die dag verplaatst worden.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
28
7.8 AFRIJDEN GRASMATTEN
De onderhoudsperiode loopt van 1 april tot 31 oktober.
Het maaien van de grasmatten behelst in volgende orde :
a-Het slechten van molshopen.
b-Het inkorten van het gras zodanig dat voor de hele grasmat een gelijkmatige hoogte van
min. 4 cm. wordt verkregen zonder dat de grasmat en de erin voorkomende bomen, struiken,
palen, enz. worden beschadigd.
c-Het verwijderen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoeren en
het wegbrengen van alle afgemaaide plantendelen uiterlijk de dag na het maaien.
De grasmatten worden enkel gemaaid met opvang.
Het vrijmaken van de voetpaden en wegen op de desbetreffende installaties van grasmaaisel
en plantendelen van iedere maaibeurt. Het maaisel dient, uiterlijk 24 uur na de
werkzaamheden, van de installatie te worden verwijderd. De verwerkingskosten hiervan zijn
een kost van de opdracht.
Het afranden van de grasmatten met een bosmaaier dient iedere beurt te gebeuren. Het
gras dat hierbij op de wegenissen terecht komt dient opgekuist te worden.
Alle dolomiet- en grintverhardingen worden iedere beurt mee afgemaaid. Rond
dienstgebouwen en parkings, de paden schoffelen, branden of stomen.
Het gebruik van groeiremmers is verboden. Het aantal maaibeurten wordt vastgesteld op een
tussenperiode van 14 dagen, tenzij anders vermeld. Bij sterke groei van het gras kan na
schriftelijk akkoord van Aquafin voor een beperkte periode de tussenperiode verkort worden
tot 10 dagen. Na 31 oktober mag er zonder schriftelijk akkoord van Aquafin niet meer gemaaid
worden.
Op de RWZI’ s worden er 14 beurten gemaaid (tenzij anders vermeld) per onderhoudsseizoen.
Op alle pompstations worden er 7 beurten gemaaid (tenzij anders vermeld), telkens halfweg
de bovenvermelde maanden.
7.9 AFRIJDEN RUW GRAS
Onder ruw gras verstaat men weidevegetatie die door zijn ligging op de installatie geen egale
grasmat vormt en minder frequent dient te worden gemaaid.
Het inkorten van het ruw gras zal geschieden met de bosmaaier of met maaitoestellen door
Aquafin goed te keuren, dit om beschadiging van het grasoppervlak te vermijden. Er zal voor
gezorgd worden dat de distels worden gemaaid voor ze in zaad komen.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
29
Het aantal maaibeurten voor ruw gras wordt vastgesteld op 3 (drie) per jaar. De eerste
maaibeurt dient te vallen tussen 10 mei en 30 mei, de tweede tussen 10 juli en 30 juli en de
derde tussen 15 september en 5 oktober, tenzij anders vermeld.
Het ruw gras van de taluds en bermen wordt op de zelfde manier afgemaaid als hierboven
vermeld indien ze niet afzonderlijk vermeld staan.
Het verwijderen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoeren en
wegbrengen buiten het domein van alle afgemaaide plantendelen dient uitgevoerd.
7.10 SNOEIWERK STRUIKEN
Het snoeien zal gebeuren op het gepaste tijdstip, als de weersomstandigheden het toelaten
en volgens de regels van de kunst.
De snoei van de struiken gedurende de onderhoudsperiode is erop gericht de hoogtegroei der
planten te beperken en zo een vertakte, breed gevormde beplanting te krijgen. Binnenwaarts
groeiend, dood en kwijnend hout, overtollige takken en wilde scheuten dienen weggeknipt. Op
vraag in het bijzonder bestek kan er ook hakhoutbeheer worden toegepast.
Alle snoeihout dient ofwel verwijderd te worden ofwel versnipperd te worden tussen de
beplanting.
Bij nieuwe beplantingswerken dient één maal een snoeibeurt te worden uitgevoerd, namelijk
op het einde van het laatste onderhoudsseizoen
7.11 SNOEIWERK BOMEN
In het najaar zullen de bomen een vormsnoei krijgen. Steeds dient op een naar buiten gericht
oog gesnoeid te worden en zal het onderliggend oog worden weggebroken. Het snoeien heeft
tot doel de bomen een evenwichtige en regelmatige vertakte kruin te doen bekomen. Alle
wonden, groter dan 20 mm ontstaan door het snoeien of door beschadiging zullen, nadat ze
met een scherp mes zuiver en glad zijn bijgesneden, onmiddellijk worden afgedekt met een
door Aquafin vooraf goed te keuren wondafdekmiddel.
Boompalen en boombindsels worden gecontroleerd en eventueel verruimd, of terug
aangespannen, of vernieuwd waar nodig.
Alle snoeihout dient ofwel verwijderd te worden ofwel versnipperd te worden tussen de
beplanting.
Bij nieuwe beplantingswerken dient één maal een snoeibeurt te worden uitgevoerd, namelijk
op het einde van het laatste onderhoudsseizoen.
7.12 SCHEREN HAGEN
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
30
De hagen worden éénmaal per jaar geschoren in de maand augustus, tenzij anders vermeld.
Het verwijderen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoeren en
wegbrengen van het scheersel dient uiterlijk de dag na het scheren te gebeuren.
Alle snoeihout dient verwijderd te worden.
Bij nieuwe beplantingswerken dient de haag één maal geschoren te worden, namelijk op het
einde van het laatste onderhoudsseizoen.
7.13 ONKRUIDVRIJ HOUDEN BEPLANTING
Gedurende het onderhoud van de beplanting zal indien de weersomstandigheden het toelaten
en de onkruidgroei het vereist de gepaste behandeling gebeuren.
Tussen de beplanting dient de opkomende vegetatie 3 (drie) maal per jaar te worden gemaaid.
De eerste maaibeurt dient te vallen tussen 10 mei en 30 mei, de tweede tussen 10 juli en 30
juli en de derde tussen 15 september en 5 oktober tenzij anders vermeld.
Voor bodembedekkers en heesters worden 3 hakbeurten voorzien.
7.14 ONDERHOUDEN BOS
Onder onderhoud bos wordt verstaan het inperken van de bosuitgroei naar de rest van de
installatie toe. De randen van het bos dienen onkruid- en braamvrij te worden gehouden
d.m.v. maaien. Takken die uit de bosrand uitgroeien dienen gesnoeid te worden. Uitgewaaide
bomen en takken dienen afgevoerd of versnipperd te worden.
7.15 ONDERHOUDEN OMHEINING
De omheining dient ten allen tijde vrij gehouden te worden van onkruid en gras.
Aan beide kanten van de omheining dient een doorgang van 0.5 m vrijgehouden te worden,
door middel van maaien.
Het hoge onkruid in de omheining dient manueel verwijderd te worden.
Het aantal onderhoudsbeurten voor het verwijderen van gras en onkruid wordt vastgesteld op
3 (drie) per jaar. De eerste beurt dient te vallen tussen 10 mei en 30 mei, de tweede tussen
10 juli en 30 juli en de derde tussen 15 september en 5 oktober tenzij anders vermeld.
Voor sommige installaties dient eenmaal per jaar (periode : 1 november – 30 maart) de
omheining te worden vrijgemaakt van takken en struiken 0.5m aan de binnen- en buitenzijde
van de omheining (zie samenvattende meetstaat).
7.16 ONDERHOUDEN SLIBVELDEN
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
31
Het voorkomen van plantengroei in de niet in gebruik zijnde slibvelden gebeurt door het
maaien en verwijderen van de planten. De onderhoudsbeurt gebeurt in samenspraak met de
verantwoordelijke van de installatie.
Het aantal beurten wordt vastgesteld op 2, één in het voorjaar en één in het najaar.
Het verwijderen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoeren en
wegbrengen buiten het domein van alle afgemaaide plantendelen.
7.17 ONDERHOUDEN RIETVELDEN
Maaien net boven het wateroppervlak. Alle gemaaide plantendelen, inclusief organisch
materiaal op de bodem, dienen verwijderd, opgenomen en vervoerd te worden.
Het riet mag pas gemaaid worden nadat hiertoe schriftelijk opdracht is gegeven door Aquafin.
Er moet steeds worden afgesproken met de verantwoordelijke van desbetreffende installatie.
Er mag geen gebruik gemaakt worden van tractor of kraan voor uitvoeren van de maaiwerken.
7.18 MAAIEN BLOEMENWEIDE
In september wordt de bloemenweide gemaaid met opvang, tenzij anders vermeld in het
bijzonder bestek. Het maaisel wordt afgevoerd. Het inkorten van de bloemenweide zal
geschieden met de bosmaaier of met maaitoestellen die door Aquafin dienen worden
goedgekeurd, dit om beschadiging van de vegetatie te vermijden.
In juni is er een post voorzien om, op afroep, eventuele distels individueel te maaien in de
bloemenweide (tenzij anders vermeld in het bijzonder bestek).
7.19 MAAIEN VOLGENS BERMDECREET
Dit behelst het maaien in de tweede helft van juni en de tweede helft van september met
opvang. Het maaisel dient afgevoerd te worden binnen de 10 dagen na het maaien.
De maaihoogte bedraagt 8 à 10 cm boven het maaiveld.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
32
BIJLAGE 1
ALGEMEEN PLANTSCHEMA
O = boom
X = struik
Ten opzichte van constructies of obstakels worden de volgende minimum afstanden
gerespecteerd :
- t.o.v. afsluiting en dienstgebouw :
2 meter
- t.o.v. wegenis, kunstwerken, verlichtingspalen, grachten, enz. : 1,5 meter
Schema 1 : Boomsoort gemengd met struiken
a) Het plantverband van de bomen bedraagt 3 m x 1,5 m, d.w.z. 3 m in de rij en 1,5 m tussen
de rijen. De struiken volgen hetzelfde plantschema; in de rij krijgen we dus een afwisseling
van boom - struik - boom enz. De bomen staan bovendien geschrankt t.o.v. elkaar.
Schema 1a
O
X
X
O
O
O
X
X
X
X
O
O
O
O
X
X
O
O
b) Dit schema verschilt van 1a enkel in het feit dat de bomen niet geschrankt staan t.o.v. elkaar.
Schema 1b
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
33
Schema 2 : Struikengordel
De struiken worden aangeplant in vierkantsverband van 1,5 m x 1,5 m.
Schema 2
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Schema 3 : Boomsoort zonder menging van struiken
a) De plantafstand in een rij bedraagt 1,5 m, die tussen de rijen 1 m. De bomen staan
bovendien geschrankt t.o.v. elkaar ingeplant.
Schema 3a
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
b) De bomen worden aangeplant in vierkantsverband van 1,5 m x 1,5 m.
Schema 3b
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
34
BIJLAGE 2 – GEDRAGSCODE CONTRACTANT
Deze gedragscode omschrijft de basiseisen waaraan de contractant van de opdrachtgever
dienen te voldoen met betrekking tot hun verantwoordelijkheid voor stakeholders en het
milieu.
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor de eisen van deze gedragscode op basis van
redelijkheid aan te passen. De opdrachtgever verwacht van haar contractant dat zij dergelijke
redelijke aanpassingen accepteren.
De opdrachtgever verwacht van haar contractant:
1. Naleving van de wet: handelen overeenkomstig de wetten van het (de) toepasselijke
rechtssyste(e)m(en).
2. Verbod op corruptie en omkoping: niet-tolereren van, noch het zich inlaten met enigerlei
vorm van corruptie of omkoping, daaronder begrepen elke betaling of andere vorm van
bevoordeling van overheidsambtenaren met als doel de beïnvloeding van de besluitvorming
door overtreding van de wet.
3. Respect voor elementaire mensenrechten van werknemers:
-
-
-
bevorderen van gelijke kansen voor werknemers, ongeacht huidskleur, ras,
nationaliteit, sociale achtergrond, eventuele handicap, seksuele geaardheid,
politieke of religieuze overtuiging, geslacht of leeftijd;
respecteren van de persoonlijke waardigheid/integriteit, privacy en rechten van elk
individu;
weigeren mensen tegen hun wil in dienst te nemen of aan het werk te zetten;
weigeren onaanvaardbare behandeling van werknemers te tolereren, zoals
geestelijke mishandeling, seksuele intimidatie of discriminatie;
verbieden van seksueel getint gedrag of gedrag dat gepaard gaat met dwang,
bedreiging, misbruik of uitbuiting, daaronder begrepen gebaren, taalgebruik en
lichamelijk contact;
bieden van een eerlijke verloning en het garanderen van het wettelijk
minimumloon;
naleven van het maximum aantal arbeidsuren zoals bepaald in de geldende
wetgeving;
voor zover de wet dit toestaat, erkennen van het recht van werknemers op vrijheid
van vreedzame samenkomst en vereniging en het niet bevoordelen of
discrimineren van leden van werknemersorganisaties of vakbonden.
4. Verbod op kinderarbeid: geen werknemers aanstellen beneden de leeftijd van 15 jaar of
– in ontwikkelingslanden die onder de uitzondering van de ILO Conventie 138 vallen –
beneden de leeftijd van 14 jaar.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
35
5. Gezondheid en veiligheid van werknemers:
-
verantwoordelijkheid nemen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers;
beheersen van risico's en het treffen van zo goed mogelijke
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot ongevallen en beroepsziekten;
aanbieden van training en ervoor zorgen dat werknemers worden geïnstrueerd ten
aanzien van gezondheid en veiligheid;
opzetten of toepassen van een aanvaardbaar managementsysteem op het gebied
van gezondheid en veiligheid.
6. Bescherming van het milieu:
-
handelen in overeenstemming met de geldende wettelijke en internationale
normen op het gebied van milieubescherming;
minimaliseren van milieuvervuiling en het continu verbeteren van
milieubescherming;
opzetten of toepassen van een aanvaardbaar milieumanagementsysteem.
7. Leveringsketen:
-
zich inspannen om de naleving van deze gedragscode door de eigen leveranciers
te stimuleren;
naleven van de principes van non-discriminatie met betrekking tot de keuze en
behandeling van de eigen leveranciers.
CA/GCU/GROEN_2017_Bis
36
Download