ptosis - AZ Sint-Jan

advertisement
DIENST OOGZIEKTEN
Campus Brugge
STAFLEDEN
Dr. Dewachter Anne
Dr. Pollet Luc
Dr. Lafaut Bart
Dr. Vandelanotte Sylvie
Dr. Reyniers Rudolf
Dr. Van de Veire Sara
MEDEWERKERS
Dr. Miroir Claire
Dr. Kempeneers Anne
PTOSIS BOVENOOGLEDEN
AFHANGENDE BOVENOOGLEDEN
t: 050 45 33 55
f: 050 45 38 42
[email protected]
Oorzaak
Afhangende oogleden ontstaan wanneer de spier (levatorspier) die het ooglid optilt, minder goed
gaat werken. Doordat het ooglid afhangt zal het de pupil bedekken, dewelke een verminderd zicht
geeft. Wanneer men het ooglid optilt en men ziet beter, dan is een correctie zinvol.
Beiderzijds afhangende oogleden.
De levatorspier is volledig losgekomen van zijn aanhechting,
er is geen ooglidplooi meer te zien.
De meest frequente oorzaak van ptosis is het loskomen en verschuiven van de spier ten opzichte van
zijn aanhechtingsplaats. Hierbij komt de natuurlijke ooglidplooi hoger te liggen of soms is deze zelfs
helemaal verdwenen.
Een andere oorzaak voor afhangen van het ooglid is een verlamming van de levatorspier ten gevolge
van een zenuwbeschadiging. Ptosis door verlamming kan recupereren, maar dit duurt soms maanden.
Behandeling: PTOSISCORRECTIE
Tijdens deze ingreep wordt de levatorspier terug op zijn oorspronkelijke aanhechtingsplaats vastgezet
Deze correctie vindt plaats onder lokale verdoving omdat men tijdens de ingreep af en toe actief de
ogen moet kunnen openen zodat de juiste positie van de oogleden kan bepaald worden.
Folder OP_Ptosis
Versie dd 11/06/2013 OOG-0057
Afhangend bovenooglid links
4 weken na ptosiscorrectie links
Vanaf 2 weken voor de operatie
Geen bloedverdunnende medicatie innemen, of ermee stoppen uitsluitend onder begeleiding van de
huisarts of specialist die het voorschreef.
Het betreft alle medicatie met Acetylsalicylzuur (Aspirine, Aspegic, Aspro, Acenterine, Asaflow,
Afebryl, Cardioaspirine, Dispril, Dolviran, Persantine, Sedergine….), met Coumarine (Marcoumar,
Sintrom, Marevan …) en deze met Thienopyridines (Plavix, Ticlid…)
Dag voor de operatie
De operatieplanning wordt de dag ervoor vastgelegd. Patiënten die in de namiddag geopereerd
worden, mogen later binnenkomen. Tijdens dit telefonisch contact, wordt u ook meegedeeld of u al
dan niet een ontbijt mag nemen.
Het is best dat u ons belt 050 45 33 55 om het juiste opname uur te weten.
Dag van de operatie
U neemt uw medicatie nog in zoals gewoonlijk (behalve bloedverdunners).
Geen make-up opdoen.
Tijdens de ingreep
Eerst wordt met een viltstift op de huid de incisielijn getekend. Deze incisie komt meestal in de
natuurlijke ooglidplooi te liggen.
Daarna wordt het hele gezicht ontsmet met isobetadine jodium en worden er steriele doeken als een
tulband rond het hoofd geplaatst. Er worden geen doeken geplaatst over de mond en neus; deze
blijven vrij waardoor u gemakkelijk kan ademen.
Hierna worden injecties gegeven onder de huid (lidocaine 2% met 1:100 000 adrenaline). Deze
injecties zijn vergelijkbaar met injecties bij de tandarts. De verdoving werkt onmiddellijk en duurt
ongeveer 1 uur.
Tijdens de ingreep kan het zijn dat u een keer rechtop gezet, omdat men zo het effect van de
operatie beter kan beoordelen.
Hechtingen worden geplaatst in ooglidplooi.
Na de operatie
Zwelling
Bij het thuiskomen is het goed als u de oogleden afkoelt met diepgevroren erwtjes of ijsblokjes gehuld
in een plastieken zak met een handdoek errond. Dit mag u een paar keer herhalen de dag zelf en de
volgende dag.
Ooglidzwelling en blauwe verkleuring zijn de eerste dagen het ergst (vooral de 2 e en 3e dag). Deze
nemen af in de volgende 2 weken.
Een korst op de wonde en dichtgeplakte wimpers ’s ochtends zijn normaal. U kan dit schoonmaken
door te deppen met een vochtig oorstokje
Pijn
In geval van pijn, Daphalgan of Perdolan mono innemen.
Druppels na de ingreep
Er zullen oog bevochtigende druppels worden voorgeschreven in geval van droogte. Deze brengt U
aan in het geopereerde oog.
Bloedverdunners
Bloedverdunnende medicatie mag opgestart worden vanaf dag na de operatie.
Litteken
Zolang het litteken rood is (gemiddeld 2 à 3 maanden), blootstelling van het litteken aan de zon
vermijden.
1 week na de operatie
Hechtingen worden verwijderd ofwel hier ofwel door de huisarts. Daarna mag er gestart worden met
zalf ter hoogte van de huidwonde.
Volgende controle
Het secretariaat zal u contacteren om de volgende afspraak vast te leggen.
Bijwerkingen en complicaties
Evenals bij andere operaties kunnen een aantal bijwerkingen en complicaties zich voordoen.
Uitdroging van het hoornvlies
Doordat het ooglid nu hoger geplaatst is, kan het zijn dat het hoornvlies in het begin wat gaat
uitdrogen. Daarom is het goed om ’s avonds een zalf in het oog te doen en overdag wat
beschermende kunsttranen te gebruiken.
Ondercorrectie of overcorrectie
Tijdens de ingreep wordt de stand van het ooglid zo goed mogelijk gebracht, maar soms blijkt het dat
het achteraf nog iets te laag of te hoog staat. Het resultaat kan men maar beoordelen na 3 maanden.
Littekens
Littekens zijn niet alleen het gevolg van de operatietechniek, ze zijn ook het resultaat van de reactie
van de huid op de operatie. Om de genezing van littekens te bevorderen is het aangeraden om niet
met het litteken in de zon te komen.
Zwelling van de oogleden en ongevoeligheid van de huid
De ooglidcorrectie kan leiden tot tijdelijke verslechtering van de lymfeafvoer van de oogleden
waardoor het in het begin meer gezwollen is. Tijdens de ingreep worden ook een aantal
gevoelszenuwen doorgesneden, waardoor er tijdelijk een ongevoeligheid van het huidgebied kan zijn.
Deze zenuwen herstellen zich over een aantal maanden.
Cysten
Bij de plek waar met de hechtnaald door de huid is gestoken kunnen kleine gele cystjes ontstaan.
Meestal verdwijnen deze spontaan na een paar maanden.
Een nabloeding
Zelden kan na de operatie een nabloeding ontstaan waardoor alle weefsels onder spanning komen te
staan. Indien zich dit voordoet dient u snel contact op te nemen met de behandelende oogarts.
INDIEN ER HEVIGE BLOEDINGEN ONTSTAAN , KUNT U MIJ CONTACTEREN OFWEL:
week: via de consultatie Oogziekten: 050 45 23 40 of 050 45 33 55
weekend: via de dienst Spoedgevallen: 050 45 20 00
Download