Nieuwsbrief Jaargang 10 | September 2014 BORSTKANKER ONDERZOEK GROEP Klankbordgroep ‘kostenbeheersing’ gestart Patiënten geven advies Neoadjuvante resultaten uit TEAM IIa, INTENS en NEOZOTAC Pink Ribbon partner van de BOOG Inhoudsopgave Voorwoord 3 Nieuws 4 Interview met dr. Ruud Pijnappel Nieuw BOOG-bestuurslid 7 Werkgroep (neo)adjuvante behandeling - Open studies - Studies in follow-up - Studies in opstart 8 9 10 15 Stichting Pink Ribbon vraagt aandacht voor borstkanker. Stichting Pink Ribbon financiert wetenschappelijk onderzoek en projecten op het gebied van behandeling, nazorg en langetermijneffecten van borstkanker met als doel de juiste behandeling en optimale begeleiding én een beter en langer leven voor iedere borstkankerpatiënt. De Borstkanker Onderzoek Groep ontvangt gedurende vier jaar (2012-2015) een structurele financiële ondersteuning voor het coördineren, initiëren en faciliteren van wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast biedt Pink Ribbon financiële ondersteuning aan diverse projecten, zoals Werkgroep locoregionale behandeling - Open studies - Studies in follow-up - Studies in opstart 16 Overzicht van open BOOG-studies 22 Overzicht van geplande BOOG-studies 23 Interview met Susan Veenhoff Directeur Pink Ribbon 24 Werkgroep gemetastaseerde behandeling - Open studies - Studies in follow-up 25 Werkgroep biomarkers - Open studies - Studies in follow-up - Studies in opstart 33 Interview met Janne de Jonge Lid patiëntenadviesgroep 38 Verpleegkundig adviesgroep 39 Resultaten BOOG-studies 40 Recente publicaties 44 17 19 20 bijvoorbeeld een onderzoek naar borstkanker bij mannen. Ook is er dit jaar samen met Borstkankervereniging Nederland een patiëntenspecial georganiseerd rondom triple-negatieve borstkanker. 27 31 34 36 36 Voorwoord Geachte lezer, Met deze uitgave van BOOG in Beeld informeren wij u over de actuele ontwikkelingen binnen de BOOG en de status van de diverse BOOG-studies. Het is verheugend om te zien dat na de inclusie- en follow-upfase er in een groot aantal studies reeds mooie resultaten zijn behaald! BOOG-bestuurslid prof. dr. Marc van de Vijver, patholoog bij het AMC, heeft per 1 juli afscheid genomen van het BOOG-bestuur. Hij is negen jaar actief geweest als bestuurslid met als aandachtsgebied de werkgroep Biomarkers en als penningmeester. In deze jaren zijn er grote ontwikkelingen geweest, zoals het oprichten van de BOOG BV waarin alle studieactiviteiten zijn ondergebracht. Dr. John Maduro heeft de taken van het penningmeesterschap overgenomen. Het bestuur is verheugd met de toetreding van dr. Ruud Pijnappel, radioloog bij het UMC Utrecht. Hij zal binnen het bestuur onder andere de portefeuille voor de werkgroep Biomarkers invullen en contacten daarvoor onderhouden, zie ook het interview met hem op pagina 7. We verwelkomen hem van harte. U heeft eind 2013 uw input kunnen geven op de strategie en activiteiten van de BOOG en diverse punten daaruit zijn opgepakt in (nieuwe) activiteiten binnen de BOOG. Zo ontvangt een deel van u deze BOOG in Beeld alleen in digitaal formaat met handige hyperlinks naar extra informatie op onze website. Dank voor het meedenken! Het in 2013 gestarte bestuurlijk overleg met andere multidisciplinaire (onderzoeks)groepen als DCCG, HOVON, SONCOS en DICA is geïntensiveerd. Er wordt gezamenlijk opgetrokken en meegedacht bij onder andere de ontwikkeling van NKR+, doelmatigheidsregisters en aangeschoven bij beleidsmatig overleg bij KWF om mee te denken over de financiering en infrastructuur voor het uitvoeren van klinisch en translationeel onderzoek. Er is een Klankbordgroep ‘kostenbeheersing bij onderzoekersgeïnitieerde studies’ opgericht om budgetgerelateerde problemen bij de uitvoering van onderzoekersgeïnitieerde studies aan te pakken, waarvoor ook de andere Nederlandse onderzoeksgroepen zijn uitgenodigd. In opvolging van de EU directive uit 2001 is op 2 april 2014 de Europese verordening (European Regulation on Clinical trials on Medicinal Products for Human Use) aangenomen. De verordening is ontworpen om het goedkeuringsproces voor geneesmiddelenonderzoek in de Europese Unie te harmoniseren en te vereenvoudigen. Doel is het stimuleren van grensoverschrijdend geneesmiddelenonderzoek. De BOOG houdt de eventuele implicaties van deze verordening voor de Nederlandse wetgeving nauwlettend in de gaten en zal deze tijdig implementeren in de trialprocessen. De BOOG is zeer actief in het kennisdelen. Op 17 april van dit jaar heeft het NABON-BOOG-symposium weer plaatsgevonden met een grote opkomst van ruim 300 deelnemers en een goede evaluatie. Kleinschalige meetings zoals de Young investigators meeting, waarin ervaren en startende promovendi tips & tricks met elkaar uitwisselden, en de GCP-opfriscursus op maat worden hoog gewaardeerd. Patiëntensymposia zoals over triple-negatieve borstkanker op 19 juni jl. worden in nauwe samenwerking met Pink Ribbon en BVN georganiseerd. Onderzoekers die geïnteresseerd zijn om te participeren in BOOG-studies zijn van harte welkom zich aan te melden en ook om de plenaire BOOG-bijeenkomsten bij te wonen. De eerstvolgende bijeenkomst zal op dinsdag 28 oktober 2014 plaatsvinden in het Beatrixgebouw te Utrecht. Uitgebreide informatie per studie treft u aan op onze website: www.boogstudycenter.nl onder het Studieoverzicht. Veel leesplezier! Met vriendelijke groet, namens het voltallige BOOG-bestuur en BOOG Study Center, dr. A.E. van Leeuwen-Stok, directeur Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 3 Nieuws De medewerkers van het BOOG Study Center met v.l.n.r. Erica Diemeer, Jorine Kuilman, Elise van Leeuwen-Stok, Ellen Hienken, Jeany Rademaker-Lakhai, Suzanne Reitsma, Nizet Dijkstra en Meia Broekmans Nieuwe medewerkers BOOG Study Center Patiëntenparticipatie De pilot ‘Implementatie van patiëntenervaringskennis in Jeany Rademaker-Lakhai klinische en translationele studies voor borstkanker’, een Jeany Rademaker-Lakhai is van oorsprong medisch bioloog. samenwerkingsproject tussen de BOOG en Borstkanker- Na haar studie heeft zij haar promotieonderzoek afgerond vereniging Nederland (BVN), is begin 2014 officieel van start op de afdeling Medische Oncologische Disciplines in het gegaan. De doelstelling van dit project is het structureel im- Antoni van Leeuwenhoek met als titel ‘Clinical pharmaco- plementeren van een patiëntenadviesgroep. In januari is logy of metal-based and marine-derived anticancer agents’. deze patiëntenadviesgroep (PAG) samengesteld en na de Afgelopen jaren was zij werkzaam als Clinical Research twee scholingsdagen in maart is de PAG in mei van start Associate bij Quintiles en als Medical Advisor Oncology bij gegaan met advies geven op protocollen, synopsissen en Merck en Excerpta Medica. Vervolgens is zij aan de slag ge- patiënteninformatiebrieven. Zij geven hun adviezen door het gaan als Trialmanager op de afdeling Kinderoncologie in het invullen van een beoordelingsformulier, waarop ook ruimte AMC. Jeany werkt sinds mei 2014 bij het BOOG Study Center is voor de onderzoeker om te reageren op deze adviezen als Clinical Study Manager. Zij zal zich onder meer gaan richten (zie ook het interview met Janne de Jonge op pagina 42). op de studies voor gemetastaseerd mammacarcinoom. Zo willen we inzichtelijk maken wat er met de adviezen van de PAG gebeurt. Ellen Hienkens De adviezen die tot nu toe zijn gegeven, zijn goed ontvangen Na haar studie Medische Biologie heeft Ellen Hienkens ver- door de onderzoekers. Het is de bedoeling voor alle nieuwe schillende rollen vervuld binnen de farmaceutische industrie. BOOG-studies advies te vragen bij de PAG en het verzoek is In haar laatste rol als Manager Clinical Research Services bij hiermee rekening te houden bij het aanbieden van nieuwe Amgen was zij verantwoordelijk voor de ondersteuning van studies. Graag benadrukken wij dat een lekensamenvatting alle klinische studies (zoals METC-indieningen en het afslui- zowel bij protocollen als bij studievoorstellen gewenst is. ten van contracten met ziekenhuizen). Tevens heeft zij met De evaluatie van dit project wordt gedaan door Stichting Tools Nefarma samengewerkt aan de ontwikkeling van de model- en het project zal in ieder geval lopen tot eind februari 2015. contracten (STZ en NFU). Ellen is sinds 1 juni 2014 werkzaam bij het BOOG Study Center als Clinical Research Services Manager. Eén van haar belangrijkste taken is het starten en coördineren van de klankbordgroep ‘Kostenbeheersing bij onderzoekersgeïnitieerde studies’. 4 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Coördinator: Jorine Kuilman Contact via [email protected] en voor verdere informatie www.boogstudycenter.nl. Patiëntenspecial Triple-negatieve borstkanker gesprek om te laten zien hoe zo’n gesprek kan verlopen. Op 20 juni 2014 heeft in de Eenhoorn in Amersfoort de pa- De dag is door de ruim 50 aanwezige deelnemers als positief tiëntenspecial Triple-negatieve borstkanker (TNBC) plaats- ervaren en gemiddeld beoordeeld met een 7,7. Aan de hand gevonden. Deze middag, georganiseerd door BVN, de BOOG van deze bijeenkomst is een kennisdocument over triple- en Pink Ribbon, had als belangrijkste doel het verstrekken van negatieve borstkanker voor patiënten gemaakt dat te lezen informatie over TNBC en het presenteren van de nieuwste is op http://pinkribbon.nl/over-borstkanker/patientenspecial- wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied. 2014.html. Patiëntencongres 2015 Naar aanleiding van het drukbezochte patiëntencongres van 19 juni 2013 wordt er op 16 januari 2015 een volgend patiëntencongres georganiseerd. Door het congres in januari te houden, kunnen de nieuwste ontwikkelingen zoals gepresenteerd op het San Antonio Breast Cancer Symposium (SABCS) in december 2014 heet van de naald worden gepresenteerd. Inge Konings, Rianne Oosterkamp en Monica Botter Klankbordgroep Binnen de BOOG ervaren we steeds vaker budgetgerelateerde problemen bij het opstarten van onderzoekersgeïnitieerde De middag werd geopend door dagvoorzitter Inge Konings, studies. Omdat de problematiek ingewikkeld en uitgebreid medisch oncoloog bij het VU medisch centrum. Vervolgens lijkt te zijn, is vanuit de BOOG de klankbordgroep ‘Kosten- sprak Monica Botter over haar ervaringen als patiënt met TNBC beheersing bij onderzoekersgeïnitieerde studies’ opgericht. en was er ruimte voor het publiek om ervaringen uit te wis- De BOOG wil met dit initiatief faciliterend zijn voor alle selen. Hierna ging Inge Konings verder in op de achtergrond BOOG-onderzoekers, overige onderzoeksgroepen en be- van TNBC en de behandeling hiervan. trokken ondersteunende specialismen, om zo samen tot een beter onderzoeksklimaat te komen. Het doel van deze klankbordgroep is om binnen zes maanden inzicht te krijgen in oplossingen voor de budgetteringsproblematiek bij onderzoekersgeïnitieerde studies. Dinsdag 8 juli 2014 heeft de eerste bijeenkomst plaatsgevonden. Een aantal BOOG-onderzoekers en researchmedewerkers was hierbij aanwezig en we hebben de eerste knelpunten en eventuele oplossingen in kaart kunnen brengen. Voorbeelden van mogelijke oplossingen die werden aangedragen zijn: trialparticipatie opnemen in de DOT-systematiek, onderzoekersgeïnitieerde studies (meer) meenemen in het ziekenhuisbeleid, ontwikkelen van standaardtarieven voor alle studiehandelingen, inclusief handelingen van de ondersteunende specialismen (apotheek, laboratorium, radiologie enz.). Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog bij het Medisch Acties in vervolg hierop zijn: Centrum Haaglanden, presenteerde vervolgens de nieuw- • Inventarisatie door middel van een oncologie NL-brede ste wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied. Als enquête vanalle (budgetgerelateerde) knelpunten rond afsluiting was er aandacht voor shared decision making. Ri- onderzoekersgeïnitieerde studies (aug-sept). anne Oosterkamp en Monica Botter gingen met elkaar in • Op 2 oktober wordt een bijeenkomst georganiseerd Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 5 voor BOOG-onderzoekers, andere onderzoeksgroepen, afgevaardigden van zo veel mogelijk betrokken beroeps- Oproep aanmelding kandidaten J.W.R. Nortier lecture groepen (o.a. SONCOS, NVVP, NVZA en NVvR) met als uitgangspunt de knelpunteninventarisatie. • Uiteindelijk zal er vanuit de klankbordgroep een advies komen voor het oplossen van de problematiek rond de Ter gelegenheid van het aftreden van prof. dr. J.W.R. Nortier als onderzoekersgeïnitieerde studies. voorzitter van de Borstkanker Onderzoek Groep is de J.W.R. Wanneer u een knelpunt op dit gebied ervaart, vernemen we Nortier lecture ingesteld. Jonge, getalenteerde onderzoekers dat graag van u via een e-mail aan: [email protected]. krijgen de kans om een lecture te geven tijdens het NABONBOOG-symposium. Winnaar J.W.R. Nortier lecture 2014 Dit jaar is de Nortier Lecture gewonnen door dr. Esther Lips (NKI-AvL). Zij heeft op 17 april een lezing gehouden met de titel: ‘Voorspelling van respons op neoadjuvante chemotherapie met moleculaire markers’. Procedure Deze onderzoeker zal door prof. Nortier persoonlijk worden geselecteerd op basis van excellent werk, blijkend uit zijn of haar proefschrift of publicaties in het voorgaande jaar. Bij deze keuze zal prof. Nortier worden geholpen door een driekoppige jury. De kandidaat mag niet ouder zijn dan 35 jaar, kan een (pre)clinicus of epidemioloog zijn en houdt zich bezig met wetenschappelijk onderzoek op het gebied van borstkanker. Kandidaten dienen door hun supervisor te worden voorgedragen vóór 1 januari 2015. Dit kan door een aanbevelingsbrief met CV en publicatielijst van de kandidaat te sturen naar: BOOG Study Center, Postbus 9236, 1006 AE Amsterdam of per e-mail: [email protected], o.v.v. kandidaat Nortier lecture. Begin maart 2015 zal de winnende kandidaat hierover worden ingelicht. De kandidaat dient in de gelegenheid te zijn om tijdens het NABON-BOOG-symposium in april 2015 de lezing te verzorgen. Naast de eer van het geven van deze lezing krijgt de winnaar een certificaat uitgereikt en het bijbehorende beeldje met inscriptie. Uitreiking van de J.W.R. Nortier lecture 2014 door prof. dr. Hans Nortier aan dr. Esther Lips. 6 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Interview Nieuw BOOG-bestuurslid dr. Ruud Pijnappel: “De behandeling van borstkanker is teamwork” Beeldvorming speelt een belangrijke rol bij de diagnostiek, behandeling en monitoring van borstkanker. Aanleiding voor de BOOG om radioloog dr. Ruud Pijnappel uit het UMC Utrecht te benaderen om toe te treden tot het bestuur. “Ik vind het een eer dat ik hiervoor ben gevraagd en hoop met mijn inbreng nog meer aandacht te krijgen voor radiologie in klinische studies naar borstkanker.” Dr. Ruud Pijnappel De keuze van de BOOG om een radioloog toe te voegen zou willen, is dat in het beginstadium van een studie naar aan het bestuur ligt in het verlengde van de rol van de radio- beeldvorming bij borstkanker door radiologen contact wordt loog in het multidisciplinaire team rond de behandeling van gelegd met de BOOG. De BOOG kan dan meedenken over borstkanker. “In bijna elk onderzoek naar borstkanker wordt zowel de studieopzet, de haalbaarheid in Nederland als de immers in meerdere of mindere mate gebruikgemaakt financiering van de studie.” van beeldvorming, of het nu gaat om primaire of gemetastaseerde borstkanker”, zegt Pijnappel. “Beeldvorming is vaak richtinggevend voor het continueren of veranderen van de Drijfveer therapie. De rol van beeldvorming bij borstkanker is zowel Een studie naar de meerwaarde van MRI bij vrouwen met in de initiële fase als tijdens de behandeling en follow-up dicht borstklierweefsel zou volgens Pijnappel goed kunnen van eminent belang.” passen binnen de BOOG. “Een dergelijke studie wordt nu in meerdere centra uitgevoerd bij vrouwen bij wie het screeningsmammogram in het kader van het Bevolkings- Radiologie bij borstkanker onderzoek op Borstkanker geen afwijkingen laat zien. De Pijnappel vindt de BOOG een belangrijke organisatie, waarbij hypothese van de studie is dat bij dicht klierweefsel, waar- de inbreng van een radioloog van toegevoegde waarde kan van bekend is dat afwijkingen soms moeilijker zichtbaar zijn zijn. “Vroeger zaten radiologen altijd in een ondersteunende op een mammografie, MRI meerwaarde heeft. Doel van de rol, maar radiologie komt steeds meer op de voorgrond te studie is om uit te zoeken of de toevoeging van MRI uit- staan. Er zijn veel in onderzoek geïnteresseerde radiologen eindelijk zal leiden tot een verbetering van de borstkanker- actief in Nederland die we, naast hun ondersteunende rol bij screening bij deze specifieke populatie. Tevens wordt ge- klinische onderzoeken naar borstkanker, kunnen enthousias- ëvalueerd of toevoeging van MRI kosteneffectief is. Een meren om studies te starten waarbij beeldvorming ‘leidend’ van mijn drijfveren als bestuurslid is om radiologen bewust is. De beeldvorming is overigens nooit los te zien van interne te maken van de mogelijkheden die de BOOG biedt om dit geneeskunde, heelkunde en pathologie. Waar ik naartoe soort onderzoek te ondersteunen.” Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 7 Werkgroep (neo)adjuvante behandeling neoadjuvante chemotherapie met TAC bij patiënten met HER2negatieve tumoren. De eerste patiënte is in februari 2014 in het LUMC geïncludeerd. Inmiddels zijn 6 centra geopend en zijn 9 patiënten geïncludeerd. Doelstelling Dr. Gabe Sonke, De werkgroep heeft de ambitie om tot een portfolio te komen voorzitter Werkgroep waarin voor de verschillende subtypen mammacarcinoom (neo)adjuvante in zowel adjuvante als neoadjuvante setting studies zijn ge- behandeling opend. Daarbij is voor de behandelend oncoloog niet de vraag óf er voor een patiënt een studie beschikbaar is, maar welke studie beschikbaar is. Studies hebben bij voorkeur Leden een sterk translationeel karakter met de mogelijkheid tot Gabe Sonke (vz), medisch oncoloog, AvL het analyseren van weefselbiopten voor identificatie van Maaike de Boer, medisch oncoloog, MUMC+ prognostische en voorspellende factoren. Tevens is er de Paula Elkhuizen, radiotherapeut, AvL wens om met het nemen van biopten tijdens neoadjuvante Judith Kroep, medisch oncoloog, LUMC behandeling vroege maten voor responsbepaling te ontwik- Maartje Los, medisch oncoloog, St Antonius Nieuwegein kelen. Ook zogenoemde window-studies bieden hiervoor Caroline Smorenburg, medisch oncoloog, AvL een goede mogelijkheid, waarin patiënten na afname van Arjen Witkamp, chirurg, UMCU tumorbiopten gedurende ongeveer twee weken voorafgaand Elise van Leeuwen-Stok, study manager, BOOG SC aan primaire chirurgie worden behandeld met een op onderzoek gerichte behandeling. Surrogaateindpunten zoals PEPI- Contactpersonen BOOG-bestuur: Agnes Jager en Maurice van der Sangen scores of Ki67-daling bepaald op het resectiemateriaal zijn van grote waarde om effectiviteit van de behandeling vast te stellen. Verschillende studies met neoadjuvante hormonale Samenstelling therapie en met CDK4/6-remmers liggen op de tekentafel. De samenstelling van de werkgroep (neo)adjuvante behan- Tijdens de Brainstorm meeting medio april zijn ook twee studie- deling is het afgelopen jaar onveranderd gebleven na de voorstellen specifiek gericht op de oudere patiënt voorgesteld: grote veranderingen in het jaar daarvoor. het ADVANCE-voorstel wil onderzoeken of adjuvante behandeling altijd noodzakelijk is bij mammasparende behandeling. Studies Het 70+-voorstel wil de haalbaarheid van adjuvante chemo- Het afgelopen jaar zijn drie studies succesvol afgerond, therapie bij HR-positieve oudere patiënten onderzoeken. Een te weten de TEAM-IIb-studie, de APHINITY-studie en de voorstel voor de (neo)adjuvante behandeling van oligometa- SafeHer-studie. De resultaten van deze studies worden vol stasen is ingediend bij Alpe d’HuZes. De OLYMPIA-studie, belangstelling tegemoet gezien. Inmiddels zijn twee nieuwe een internationale adjuvante BIG-studie met olaparib, is in de studies gestart. De TRAIN-2-studie onderzoekt in neoadju- opstartfase. Ook in de neo-OLYMPIA-studie was door vier vante setting bij patiënten met een HER2-positieve tumor centra in Nederland interesse getoond, maar de verdere ont- welk chemotherapieschema (met of zonder anthracyclines) wikkeling van het huidige design is door de BIG stopgezet op het beste kan worden gecombineerd met dubbele HER2- basis van resultaten uit andere studies die zijn gepresenteerd blokkade met trastuzumab en pertuzumab. De eerste patiënte tijdens ASCO 2014. De interesse in de POSITIVE trial, een is in december 2013 geïncludeerd in het Antoni van Leeuwen- fase-2-studie voor jonge vrouwen die zwanger willen worden hoek. Inmiddels zijn ruim 20 centra geopend en 68 patiënten en daarvoor twee jaar hormonale therapie willen onderbreken, geïncludeerd. De inclusie van de studie loopt daarmee vanaf wordt binnenkort geënquêteerd. het begin al voor op de geplande inclusiesnelheid. De DIRECT- De werkgroep nodigt alle BOOG-leden en andere geïnte- studie onderzoekt de veiligheid en effectiviteit van calorie- resseerden van harte uit om met nieuwe studievoorstellen restrictie door middel van laagcalorische voeding tijdens te komen. 8 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Open studies BOOG 2012-13 (dag 1 en 8). Alle patiënten krijgen vanaf de eerste kuur dubbele HER2-blokkade met trastuzumab en pertuzumab. Het primaire eindpunt is het percentage pathologisch com- TRAIN-2 plete remissie bij operatie. Secundaire eindpunten zijn (ziektevrije) langetermijnoverleving, toxiciteit en percentage borst- Optimizing neoadjuvant systemic treatment in HER2-positive breast cancer: the TRAIN-2 study sparende chirurgie. De optionele nevenstudie, met afname Opzet heeft van een van de twee behandelingen zoals gegeven in In deze open-label, multicentrumstudie wordt onderzocht deze studie. van extra tumorbiopten en een bloedmonster, beoogt biomarkers te vinden om een specifieke subgroep van HER2positieve tumoren te identificeren, die in het bijzonder voordeel welk chemotherapieschema, met of zonder anthracyclines, het best kan worden gecombineerd met dubbele HER2- Status blokkade met trastuzumab en pertuzumab in de neoadju- In december 2013 is de studie als eerste geïnitieerd in het vante behandeling van het stadium II en III HER2-positieve Antoni van Leeuwenhoek. Inmiddels is de studie al open mammacarcinoom. in 22 centra en uiteindelijk zullen meer dan 30 centra deel- Patiënten worden gerandomiseerd tussen: a) 3 x FE90C ge- nemen. Momenteel zijn 68 patiënten geïncludeerd en de volgd door 6 x driewekelijks carboplatine plus paclitaxel (dag streefinclusie bedraagt 440 patiënten. De verwachte looptijd 1 en 8) en b) 9 x driewekelijks carboplatine met paclitaxel van de studie is vier jaar. Inclusie loopt momenteel voor op de planning. De pertuzumab in deze studie wordt verstrekt en vergoed door Roche. Bestelling verloopt geautomatiseerd Tabel 1. Inclusie TRAIN-2-studie, peildatum 1 september 2014. via het randomisatiesysteem. Amstelland Ziekenhuis 0 Datamanagement Atrium Medisch Centrum 0 Dataregistratie verloopt door middel van een elektronisch Bronovo Ziekenhuis 3 Catharina Ziekenhuis 4 Deventer Ziekenhuis, loc. Geertruiden 2 Diaconessenhuis Meppel 0 Esperanz, Zaans Medisch Centrum 0 Haga Ziekenhuis, loc. Leyweg 1 Isala 12 Kennemer Gasthuis, loc. Zuid 3 80 Leids Universitair Medisch Centrum 1 70 Medisch Centrum Leeuwarden 1 NKI/AvL 22 Onze Lieve Vrouwe Gasthuis 1 Orbis Medisch Centrum 2 Reinier de Graaf Gasthuis 10 Spaarne Ziekenhuis 1 20 St. Elisabeth Ziekenhuis 0 10 VieCuri Medisch Centrum 0 0 Vlietland Ziekenhuis, loc. Schiedam 2 Ziekenhuis Rivierenland 3 Ziekenhuis St. Jansdal 0 CRF (eCRF). Inlogcodes voor het invullen van het eCRF worden verstrekt aan de datamanagers van de locaties en deze worden verstuurd na randomisatie van de eerste patiënt, inclusief een handleiding. Wilt u deelnemen aan deze studie, neem dan contact op met het BOOG Study Center of de studiecoördinator. Actueel Verwacht 60 50 40 30 dec. 2013 jan. 2014 feb. 2014 maart 2014 april 2014 mei 2014 juni 2014 juli 2014 aug. 2014 Figuur 1. Inclusie TRAIN-2-studie, verwacht versus actueel. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 9 Coördinatoren: dr. G.S. Sonke (hoofdonderzoeker) en mw. M.S. van Ramshorst (studiecoördinator), AvL Contact: Studiecoördinator M.S. van Ramshorst: [email protected], tel.: 020 512 61 69 Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65 BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 Tabel 2. Inclusie DIRECT-studie, peildatum 1 september 2014. Bronovo Ziekenhuis 0 Deventer Ziekenhuis 2 Leids Universitair Medisch Centrum 6 Medisch Centrum Alkmaar 0 LangeLand Ziekenhuis 1 VieCuri Medisch Centrum 0 patiënten geïncludeerd (augustus 2014). Momenteel nemen 14 ziekenhuizen deel, waarvan 6 centra (LUMC, LangeLand BOOG 2013-04 DIRECT Ziekenhuis, Deventer ziekenhuis, Viecuri, Bronovo en Medisch Centrum Alkmaar) reeds open zijn voor inclusie. Nieuwe ziekenhuizen zijn welkom. De geplande inclusietijd voor 250 DIetary REstriction as an adjunct to neoadjuvant ChemoTherapy for HER2negative breast cancer Opzet patiënten loopt tot eind 2016. Coördinatoren: J. Kroep en S. de Groot (LUMC) DIRECT is een prospectieve, gerandomiseerde, fase II/IIIstudie naar het effect van Chemolieve™ op de bijwerkingen en effectiviteit van neoadjuvante chemotherapie. Chemolieve is een speciaal ontworpen laagcalorisch dieet dat preklinisch gelijke effecten heeft laten zien als kortdurend Contact: S. de Groot: [email protected] Datacenter Heelkunde LUMC: [email protected], tel.: 071 526 35 00 vasten. De DIRECT-studie is een onderzoekersgeïnitieerdestudie waarvoor financiering is van Pink Ribbon en Amgen. Belangrijkste inclusiecriteria zijn WHO 0-2, leeftijd ≥ 18 jaar, HER2-negatieve borstkanker stadium II of III, adequate orgaanfunctie, BMI > 19 kg/m2 en afwezigheid van diabetes mellitus. Het primaire eindpunt voor het fase II-deel is de graad III/IV-toxiciteit (NCI CTC-AE v4.03) en voor het fase Studies in follow-up III-deel de pathologische complete respons (Miller en Payne). Secundaire eindpunten zijn graad I/II-toxiciteit, metabolische en inflammatoire respons op chemotherapie, kwaliteit van BOOG 2005-02 MATADOR leven en (ziektevrije) overleving. Translationeel onderzoek bestaat uit bloedonderzoek naar biomarkers als SNP’s, proteomics en cytokinen (nevenstudie) Microarray Analysis in breast cancer to Tailor Adjuvant Drugs Or Regimens en naar DNA-schade en voedingsstoffensignaleringsroutes in leukocyten. In de tumor zal worden gekeken naar Ki-67, Opzet tumor-stromaratio, immunologisch profiel, DNA-schade en Het doel van deze studie is te onderzoeken of het mogelijk voedingsstoffensignaleringroutes. is voorspellende moleculaire classifiers te ontwikkelen met gebruik van tumorvriesmateriaal van 600 patiënten die heb- Status ben geloot voor adjuvant 6 x AC dose dense of 6 x TAC, en De inclusie is in februari 2014 gestart en inmiddels zijn er 9 de bijbehorende follow-upgegevens. 10 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Status De inclusie is succesvol afgerond. Dank aan alle studieteams voor hun niet-aflatende inzet. Sinds 1 april 2013 is Annelot van Rossum als arts-onderzoeker aangesteld om de eerste analyses voor de MATADOR-studie samen met Mark Opdam te gaan verrichten. Inmiddels hebben 44 van Coördinator: E. Rutgers (AvL) Contact: J. Remmelzwaal (AvL): Tel.: 020 512 26 32 of [email protected] de benodigde 50 events bij de eerste 200 patiënten plaatsgevonden. De eerste RNAseq-experimenten zijn gestart. Tumormateriaal Klinische gegevens en bijbehorend tumormateriaal is nog niet BOOG 2006-01 DATA van alle patiënten ontvangen door het Antoni van Leeuwenhoek. Materiaal van twee centra ontbreekt nog. Graag uw aandacht hiervoor, aangezien de hoofdvraag van deze studie niet Different durations of Anastrozole after 2 to 3 years Tamoxifen as Adjuvant therapy te beantwoorden is als er geen weefsel (en tijdige gegevens) worden ingestuurd! Tevens wordt de onderzoekersvergoeding Opzet pas uitgekeerd als de gegevens en het materiaal ontvangen zijn. In deze studie zijn postmenopauzale vrouwen die reeds Het verzenden van vriesmateriaal wordt door het Antoni van twee tot drie jaar adjuvante behandeling met tamoxifen Leeuwenhoek gecoördineerd. Bij vragen over tumormateriaal hebben gehad gerandomiseerd tussen een vervolgbehan- graag contact opnemen met Mark Opdam, Annelot van deling van drie of zes jaar anastrozol. Primair eindpunt in de Rossum of Loes Pronk. studie is ziektevrije overleving. Inclusie van het benodigde aantal van 1.900 patiënten om de onderzoeksvraag te kunnen Coördinatoren: H.M. Oosterkamp (Medisch Centrum Haaglanden) en S.C. Linn (AvL) beantwoorden is behaald op 23 juli 2009. Visiteschema (behandeling en follow-up) Voor alle patiënten in de DATA-studie geldt dat jaarlijkse Contact: Studiecoördinatoren: M. Opdam en A. van Rossum Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65 follow-up tot minimaal 12 jaar na randomisatie moet plaatsvinden. Dit kan zowel door visites als door middel van telefonische consulten. Aandachtspunten BOOG 2005-03 MINDACT Patiënten in arm A (drie jaar anastrozol) komen pas na zes jaar in de follow-up. Tot die tijd komen deze net als patiënten in arm B (zes jaar anastrozol) tweemaal per jaar voor controle. Microarray In Node negative and 1-3 node positive disease may Avoid Chemotherapy Datamanagement De eindanalyse van de DATA-studie staat gepland voor het Status voorjaar van 2016. Het is belangrijk dat er geen achterstanden De inclusie is per 1 juli 2011 gesloten, waarbij Nederland de ontstaan met betrekking tot het invullen van de eCRF’s en topincludeerder was in Europa (2.076 van de 6.594 patiënten). het beantwoorden van de openstaande vragen. Vragen worden De analyse van de baseline-gegevens is tijdens ECCO/ESMO binnen het eCRF-systeem TRIAS verstuurd (zowel door de in Amsterdam gepresenteerd (september 2013). De eerste centrale datamanager als door de monitoren van Astra- finale analyse van het primaire eindpunt wordt naar ver- Zeneca). Denk ook aan het invullen van de bone health forms. wachting gepresenteerd in 2015. Hiervoor is het belangrijk om alle beschikbare gegevens voor die tijd in de database Serious adverse events (SAE) te hebben en alle openstaande vragen beantwoord. Voor de DATA-studie geldt dat SAE’s moeten worden gemeld Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 11 tot en met zes jaar na randomisatie (zowel van patiënten uit geïncludeerd. Na zeven jaar zijn daarmee de benodigde arm A als arm B). Indien u een SAE wilt melden, kunt u het 1.116 patiënten behaald. Een mooie prestatie, waarvoor formulier faxen naar AstraZeneca, fax: 079 363 22 02. dank aan allen die daaraan hebben bijgedragen! Door de lange inclusietijd is inmiddels ook het benodigde aan- Amendement tal events voor de interim-analyse bereikt. Op 4 juli 2014 heeft Binnenkort komt er een amendement op het protocol, omdat de Data Safety Monitoring Board over de resultaten vergaderd. er geen interim-analyse wordt uitgevoerd. Dit amendement Op grond van de preliminaire gegevens over de kans op recidief zal geen invloed hebben op de behandeling van de patiënten en sterfte in beide armen en de gegevens over toxiciteit van in de DATA-studie. de behandeling zijn er voor de DSMB geen redenen om de voorgenomen voortgang van de studie te wijzigen. Er zijn Trans-DATA wel zorgen over de achterstand in de follow-up (rond 15%, In uitbreiding op de klinische DATA-studie, is de trans-DATA- waarvan 23% meer dan een jaar). studie opgestart. In het Antoni van Leeuwenhoek is onderzoeker Annelot van Einddoelen van de trans-DATA-studie zijn: Rossum bij Sabine Linn begonnen. Zij zal de analyses van de 1. Onderzoeken of complexe DNA-methyleringspatronen TEAM-IIb-studie verrichten, samen met de statisticus. Binnen- geassocieerd zijn met luminal-A- of luminal-B-borst- kort wordt begonnen met het opvragen van de paraffineblok- kankersubtypen en op welke wijze signaleringscasca- ken van alle patiënten in samenwerking met het datacenter. den zijn veranderd bij deze subtypen. 2. Vaststellen of de mate van ER- en PgR-expressie af- Primaire en secundaire eindpunten hankelijk is van DNA-methyleringsprofielen. Het datacenter controleert de ontvangen CRF’s met betrekking 3. Het vinden van DNA-methyleringsmarkers, signalerings- tot de effectiviteitseindpunten aan de hand van broninfor- cascaden en niet-overerfbare somatische mutaties die matie. Het opsturen van de geanonimiseerde verslagen en/ geassocieerd zijn met optreden van recidief tijdens ad- of brieven lijkt soms op verzet te stuiten. Vriendelijk verzoek juvante anastrozol bij patiënten met hormoonreceptor- is om deze toch op te sturen vanwege monitoring op afstand, positief mammacarcinoom. conform protocol. In de studie zijn het ontstaan van botmetastasen, viscerale Coördinator: V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) metastasen, overige afstandsmetastasen, lokaal recidief, regionaal recidief en een nieuwe primaire tumor separate secundaire eindpunten. Volgens de aanwijzingen op het Contact: IKNL Trialbureau Nijmegen: [email protected], tel.: 024 361 68 37 CRF en in de instructies dienen die ook separaat te worden gemeld in verband met de mogelijk verschillende data van diagnostiek en behandeling. Ibandronaat en vitamine-D-suppletie BOOG 2006-04 TEAM IIb Sinds enige tijd zit er een sticker op het doosje met de ibandronaat-tabletten dat patiënten 800 IE vitamine-D-supplementen moeten gebruiken. Dit vergt toelichting aan de patiënt, Randomised, multicentre, prospective, phase III trial investigating the efficacy and safety of the addition of ibandronate to adjuvant hormonal therapy in postmenopausal women with hormone receptor-positive early breast cancer omdat dit volgens protocol 1.000 mg/dag moet zijn. In de patiënteninformatie staat uitgelegd: “Tijdens het gebruik van ibandronaat moet u zorgen dat u genoeg kalk (calcium, minimaal 1.000 mg per dag) en vitamine D binnenkrijgt. Het is daarvoor belangrijk dat u genoeg melkproducten neemt (4 consumpties per dag) en voldoende in het daglicht komt. Uw arts kan u verdere adviezen geven.” Dit blijft het advies bij Status Op 27 mei 2014 is de laatste patiënte in de TEAM-IIB-studie 12 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 deze studie. Vergoeding van ibandronaat samenwerking met het datacenter met het opvragen van Het studieteam wordt soms benaderd met vragen over de tumormateriaal (FFPE-blokken) van de IDEAL-patiënten. vergoeding van ibandronaat. Zoals ook staat vermeld in de patiënteninformatie, vergoedt de zorgverzekeraar dit medicijn. Vergoeding van letrozol Dit verloopt volgens de individuele polisvoorwaarden van de Indien kosten voor letrozol ten laste komen van het eigen risico patiënt en in een enkel geval komt het voor dat een patiënt van de patiënt, kunt u contact opnemen met het datacenter een declaratie ten laste van het eigen risico ontvangt, meestal voor de te nemen stappen om tot restitutie te komen. aan het begin van een declaratiejaar. Eventuele restitutie hiervan is mogelijk indien een patiënt tijdens het gehele Interim-analyse declaratiejaar geen verdere medische kosten heeft gemaakt. Het aantal events voor de formele interim-analyse is nog Nadere informatie kan worden verstrekt door het Datacenter niet bereikt. Aangezien de studiearmen de eerste 2,5 jaar Heelkunde. identiek zijn, gaat het om de events die na die periode optreden. Het is belangrijk om alle follow-up-informatie op tijd Coördinatoren: C.J.H. van der Velde (LUMC), S.C. Linn (AvL), J.W.R. Nortier, V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) en C. Seynaeve (Erasmus MC) Contact: Datacenter Heelkunde LUMC: [email protected], tel.: 071 526 35 00 in te sturen. Achterstallig onderhoud Met enige regelmaat ontvangt u ‘queries’ van ontbrekende of achterstallige gegevens. Om vele uren achterstallig onderhoud te voorkomen, vragen wij u regelmatig de CRFpagina’s en openstaande vragen bij te werken en naar het Datacenter Heelkunde van het LUMC op te sturen. Een aantal centra heeft het lokale datamanagement alsnog uitbesteed aan het IKNL. Dit tot tevredenheid van alle partijen. BOOG 2006-05 IDEAL Investigation on the Duration of Extended Adjuvant Letrozole treatment Status Na vijf jaar standaard hormonale therapie ontvangen patiën- Coördinatoren: C.J.H. van de Velde (LUMC), J.W.R. Nortier en E. Meershoek-Klein Kranenbarg (LUMC) Contact: Datacenter Heelkunde: [email protected], tel.: 071 526 35 00 ten in de IDEAL-studie een ‘verlengde’ behandeling met 2,5 versus vijf jaar letrozol. Alle patiënten die hadden geloot voor 2,5 jaar letrozol zijn klaar met hun behandeling. Het is wel zaak deze patiënten te blijven volgen, aangezien beide BOOG 2010-04 D-Care armen hetzelfde follow-upschema dienen te volgen ter voorkoming van bias, in totaal dus vijf jaar. Ook de patiënten die voortijdig zijn gestopt met de behandeling moeten worden gevolgd voor follow-up. Patiënten die deelnemen aan het leefgewoontenonderzoek ontvangen nog vervolgvragenlijsten. Een eerste presentatie A randomized, double-blind, placebocontrolled, multi-center phase 3 study of denosumab as adjuvant treatment for women with early-stage breast cancer at high risk of recurrence ‘Long term effects of extended adjuvant endocrine therapy on quality of life in breast cancer patients’ voor het ESSO- Opzet congres in Liverpool, is geaccepteerd voor een oral presentation D-Care is een studie voor patiënten met borstkanker in een op 29 oktober 2014 door Melissa Kool. vroeg stadium met een hoge kans op herhaling. Bij deze Arts-onderzoeker Erik Blok start in het najaar van 2014 in patiënten wordt de werking van denosumab onderzocht. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 13 Er wordt gekeken of de behandeling met denosumab als adjuvante therapie botuitzaaiingen of uitzaaiingen naar an- in patients with operable HER2-positive early breast cancer dere delen van het lichaam vermindert. Status Retentie Deze veiligheidsstudie naar de subcutane toediening van Om de primaire en secundaire eindpunten (respectievelijk Herceptin® is in Nederland in september 2012 van start ge- botmetastasevrije overleving en ziektevrije overleving) te gaan. Sinds begin 2013 is ervaring opgedaan met het Single kunnen evalueren, is het erg belangrijk dat de patiënten in Injection Device (SID). De inclusie werd in 2013 reeds afge- de studie volgens het protocol worden behandeld. rond. Wereldwijd werden 2.500 patiënten geïncludeerd, van Aandachtspunten voor retentie zijn: wie 81 in Nederland. Op dit moment komen veel patiënten • Houd patiënten waar mogelijk op studiemedicatie (IP); (aan het einde van hun) behandelperiode. Het is belangrijk • Blijf patiënten met metastasen buiten het bot ook met patiënten ook te blijven zien in de follow-upfase, volgens IP behandelen, totdat ze botmetastasen krijgen; protocol. • Verzoek de patiënt door te gaan met de onderzoeks- procedures wanneer de patiënt met IP stopt. Interim-analyse Het studieteam besteedt voortdurend aandacht aan het proces Interim-analyse van data cleaning. Het is dan ook zaak onderzoeksgegevens De eerste interim-analyse zal plaatsvinden wanneer: tijdig in te blijven voeren en openstaande vragen te beant- • ongeveer 367 patiënten botmetastasen hebben ont- woorden. In augustus heeft er een data cleaning plaatsge- wikkeld of zijn overleden; en vonden voor de derde interim-analyse. Alle deelnemende centra • ongeveer 461 patiënten een terugkeer van de ziekte hebben hard gewerkt om alle data schoon aan te leveren. Dank- hebben of zijn overleden. zij ieders inzet op locatie, is dit ook gelukt voor de deadline! We verwachten dat deze interim-analyse zal plaatsvinden vanaf het derde kwartaal van 2014. Beeldvorming Contact: E. Kolthof, Roche: [email protected] Het is erg belangrijk dat de scans (CT/MRI, botscan en mammogram) jaarlijks worden uitgevoerd volgens de in het protocol gespecificeerde tijdslijnen om een zo goed mogelijke beoordeling van het primaire eindpunt (botmetastase- BOOG 2011-01 APHINITY vrije overleving) te bewerkstelligen. Coördinatoren: H. Sleeboom (Haga Ziekenhuis) en S.C. Linn (AvL) Contact: Heleen Denecker, Amgen België: [email protected] A randomized multicenter, double-blind, placebo-controlled comparison of chemotherapy plus trastuzumab plus placebo versus chemotherapy plus trastuzumab plus pertuzumab as adjuvant therapy in patients with operable HER2-positive primary breast cancer Opzet BOOG 2012-02 SafeHer Deze registratiestudie wordt in samenwerking met de BIG en Roche uitgevoerd. De toegevoegde waarde van pertuzumab in de adjuvante behandeling van HER2+++ patiënten Phase III study to assess the safety of assisted- and self-administered subcutaneous trastuzumab as adjuvant therapy 14 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 wordt onderzocht. In deze studie heeft men de keuze uit anthracycline gebaseerde chemotherapie of niet-anthracycline gebaseerde chemotherapie. Verloop van de studie en veiligheid van adjuvante olaparib (PARP-remmer) ten op- De inclusie van de studie is in 2013 gestopt; 4.805 patiënten zichte van placebo wordt onderzocht bij vrouwen met een werden geïncludeerd, van wie 24 in Nederland. Het is nu hoogrisicomammacarcinoom en een bewezen BRCA1/2- belangrijk om patiënten na de behandelperiode, volgens pro- genmutatie die reeds zijn behandeld met (neo)adjuvante tocol 10 jaar, te blijven volgen in de follow-up. De deelnemende chemotherapie. Hoog risico is gedefinieerd als pTxN+ of centra spelen hierbij een belangrijke rol. pT2Nx-mammacarcinoom of non-pCR na neoadjuvante chemotherapie. Het doel is een significant verschil in ziektevrij Opschoning van onderzoeksgegevens interval aan te tonen met een hazardratio van 0,70, waarvoor Het studieteam besteedt voortdurend aandacht aan op- 1.320 patiënten zullen worden geïncludeerd. Zo’n 300 ver- schoning van de database. De CRA van Roche houdt deel- schillende centra wereldwijd participeren, waaronder 10-12 nemende centra hierover op de hoogte. centra in Nederland met een goede geografische spreiding. Het streven is om in Nederland minimaal 30 patiënten te includeren. Alleen patiënten met een bewezen BRCA-mutatie kunnen Coördinator: V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) participeren. De mutatiestatus kan in het kader van de studie worden getest ten tijde van de adjuvante chemotherapie. Patiënten worden gerandomiseerd tussen behandeling met Contact: olaparib of placebo gedurende 1 jaar met een follow-up van BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 10 jaar. Patiënten worden het eerste halfjaar maandelijks en het tweede halfjaar driemaandelijks op de polikliniek beoordeeld. Na dit jaar volgt jaarlijkse controle gedurende 10 jaar. Status Studies in opstart Deze studie is een samenwerking tussen BIG en Astra Zeneca met nationale ondersteuning vanuit de BOOG. Begin juni 2014 is het protocol ingediend bij de centrale METC van het LUMC en op 26 augustus 2014 centraal goedgekeurd, BOOG 2014-03 OLYMPIA waarna de deelnemende centra kunnen worden opgestart na goedkeuring van de Raad van Bestuur en initiatievisites. Van 8-10 september heeft de internationale onderzoekersbij- A randomised, double-blind, parallel group, placebo-controlled multi-centre phase III study to assess the efficacy and safety of olaparib versus placebo as adjuvant treatment in patients with germline BRCA1/2 mutations and high risk HER2negative primary breast cancer who have completed definitive local treatment and neoadjuvant or adjuvant chemotherapy eenkomst in Rome plaatsgevonden. Een enkel centrum kan nog worden toegevoegd. Coördinator: A. Jager (Erasmus MC): [email protected] Opzet PARP-remmers hebben een bewezen meerwaarde voor mammacarcinoompatiënten met een bewezen BRCA-mutatie. De precieze plaatsbepaling is nog niet duidelijk, waardoor PARP-remmers vooralsnog alleen in studieverband kunnen worden aangeboden. De OLYMPIA-studie is een fase III-studie waarin de effectiviteit Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 15 Werkgroep locoregionale behandeling Zeer recentelijk is ook de DCIS boost no boost-studie gesloten. Hiervoor geldt eveneens dat de onderzoeksgegevens nog moeten rijpen. De resultaten van de EORTC-AMAROSstudie alsmede van de EORTC-parasternale studie zijn afgelopen jaar op diverse (inter)nationale podia gepresenteerd en uitstekend ontvangen. Dr. Liesbeth Boersma, voorzitter Werkgroep locoregionale behandeling Nieuwe studies BOOG 2013-07 (mastectomie) en BOOG 2013-08 (lumpectomie) De BOOG 2013-07 betreft een studie om het achterwege laten van de behandeling van de oksel bij patiënten met positieve schildwachtklier(en) na ablatio te evalueren. Deze Leden studie voor ablatieve behandeling is recentelijk geopend. Er is Liesbeth Boersma (vz), radiotherapeut-oncoloog, een apart studieontwerp gemaakt voor patiënten die sparend MAASTRO clinic worden behandeld (BOOG 2013-08). Voor deze laatste studie is Luc Strobbe, chirurg-oncoloog, Canisius Wilhemina recentelijk financiering verkregen en de studie is ingediend Ziekenhuis voor centrale goedkeuring. Ruud Pijnappel, radioloog, UMCU Liesbeth Jansen, chirurg-oncoloog, UMCG Low grade DCIS: take it or leave it (BOOG 2014-04 Philip Poortmans, radiotherapeut-oncoloog, RadboudUMC LORD) Annette van der Velden, medisch oncoloog, Deze onderzoekslijn wordt gefinancierd door Pink Ribbon, Martini Ziekenhuis A Sister’s Hope en Alpe d’HuZes en bestaat uit twee retro- Jelle Wesseling, patholoog, AvL spectieve studies en een prospectieve, gerandomiseerde Elise van Leeuwen-Stok, study manager, BOOG SC studie. Een van deze studies heeft vooral tot doel te onderzoeken hoe vaak een low grade DCIS zich ontwikkelt tot Contactpersonen BOOG-bestuur: een invasief carcinoom. De andere studie heeft vooral tot Emiel Rutgers en John Maduro doel te onderzoeken of er een genetisch profiel te vinden is dat voorspelt of low grade DCIS zich zal ontwikkelen tot Algemeen een invasief carcinoom. Ondertussen is er afgelopen jaar De Werkgroep locoregionale behandeling mammacarcinoom gewerkt aan een protocol voor een prospectieve studie vergadert ongeveer 2-4 x per jaar, meestal telefonisch. De (LORD-studie), waarin bij deze patiëntengroep een wait and open studies worden heel kort besproken en alleen onder de see-beleid zal worden geëvalueerd. Het primaire eindpunt loep genomen als er problemen zijn. Deze studies worden van deze studie is ipsilateraal invasief mammacarcinoom. separaat in deze nieuwsbrief beschreven. De meeste tijd De opzet en het doel van de LORD-studie is internationaal wordt besteed aan studies in ontwikkeling/op de schrijftafel. zeer goed ontvangen en zal onder de hoede van de BOOG en de EORTC worden uitgevoerd. In Engeland onderzoekt men de haalbaarheid van een soortgelijke studie (LORIS-studie). Gesloten studies Tijdens de SABCS in december 2013 en de EBCC9 te Glasgow Eind 2011 is de Young Boost-studie gesloten. Er is een Pink in maart 2014 is er uitgebreid contact gelegd met de onder- Ribbon-subsidie verkregen die loopt van november 2012 tot zoekers. Het studiedesign zal op de SABCS 2014 als poster november 2015 om de cosmetiek te analyseren. Analyse worden gepresenteerd. van de lokale recidieven volgt mogelijk in 2015. In april 2013 Het idee is dat de studies parallel zullen opstarten en gege- is ook de SUPREMO-studie gesloten. De gegevens van deze vens verzamelen zodat data sharing en gemeenschappelijke studie moeten nog rijpen alvorens analyse kan plaatsvinden. analyse mogelijk is. Onderzoeksvoorstellen voor aanvullende 16 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 financiering van de studie zijn ingediend. Daarnaast wordt QUILT: Seroompreventie na ablatio +/- OKD getracht ondersteuning via derde partijen te verkrijgen. Verkrijgen van financiering is lastig. Er loopt een aanvraag Eind mei is een feasibility-enquête uitgestuurd om te inven- bij A Sister’s Hope. tariseren hoeveel centra interesse hebben en het aantal te includeren patiënten. Verder is een aantal inhoudelijke items geïnventariseerd om het project te kunnen optimaliseren. Dit grote internationale project (1.842 patiënten) zal naar Open studies verwachting starten in het tweede kwartaal van 2015 en 5,5 jaar inclusietijd nodig hebben. RAPCHEM- en SNAPCHEM-studies BOOG 2010-03 Radiotherapie-indicaties bij patiënten met mammacarcinoom RAPCHEM en positieve lymfeklieren in de oksel, die zijn behandeld met primaire systemische therapie (PST) gevolgd door borstchirur- Radiotherapy After Primary CHEMotherapy gie, geven veel onduidelijkheid. Deze bestaande onduidelijkheid kan zowel onder- als overbehandeling tot gevolg hebben. Opzet De RAPCHEM (Radiotherapy After Primary CHEMOtherapy) De RAPCHEM-studie is een prospectieve registratiestudie prospectieve cohortstudie loopt sinds januari 2011. In deze (door Nederlandse Kankerregistratie) bij patiënten met cT1- studie worden de tumor- en behandelkenmerken alsmede de 2cN1 (< 4 suspecte klieren op beeldvorming) mammacarci- uitkomst prospectief geregistreerd bij patiënten met een noom, die worden behandeld met primaire systemische the- cT1-2N1 (PA bewezen, maar drie of minder suspecte klieren rapie (PST) en chirurgie. op beeldvorming) mammacarcinoom die met neoadjuvante chemotherapie worden behandeld, waarbij er behandelricht- Status lijnen zijn gedefinieerd voor de post-operatieve radiotherapie, Tot nu toe zijn alle patiënten uit 2011 geregistreerd, een vooral gebaseerd op de klierstatus na chemotherapie. Om- groot deel van de patiënten uit 2012, en een deel van de dat vanaf medio 2013 de okselklierdissectie steeds vaker patiënten uit 2013; in totaal 442 patiënten. Zesenzestig achterwege wordt gelaten, is een amendement geschreven, procent van deze patiënten is behandeld volgens de gead- waarbij de behandelrichtlijnen voor de post-operatieve radio- viseerde behandelrichtlijn. Het is de verwachting dat dit therapie opnieuw zijn gedefinieerd. percentage, na aanscherpen van de lokale protocollen, zal Er is een voorstel ontwikkeld om de RAPCHEM-studie nog oplopen tot ongeveer 80%. De registratie ligt iets boven de vier jaar verder te continueren in de vorm van de SNAP- verwachte registratie per jaar. CHEM (SN After Primary CHEMotherapy)-studie. In deze prospectieve cohortstudie zijn de inclusie-criteria van de Amendement RAPCHEM-studie uitgebreid naar cN0, cN2m en cT3, en In juli 2013 is een amendement verschenen. In het protocol zullen verder dezelfde gegevens worden geregistreerd als werd de indicatie voor radiotherapie gebaseerd op de ypN- tijdens de RAPCHEM-studie. Daar waar de vraagstelling status (de pN-status na PST). Op grond van recente studies van de RAPCHEM-studie primair is gericht op het evalueren wordt een okselklierdissectie echter niet meer altijd verricht van de locoregionale controle bij de gekozen radiotherapie- en is de ypN-status dus niet altijd bekend. Er is daarom een richtlijnen, is de vraagstelling van de SNAPCHEM-studie amendement geschreven, waarin de behandelrichtlijnen vooral gericht op evaluatie van axillaire recidieven in relatie tot voor post-operatieve radiotherapie worden gegeven, voor de gekozen okselbehandeling. Hierbij wordt speciaal gelet verschillende situaties: op het verrichten van de SN-procedure voorafgaand of ná de 1) sentinel node (SN)-procedure voor de chemotherapie, peroperatieve systeemtherapie en de daaraan gekoppelde gevolgd door okselklierdissectie (OKD) na de chemo- consequenties voor de okselbehandeling. therapie in geval van positieve SN; Helaas is de KWF-CKS-subsidie afgewezen en wordt naar 2) SN-procedure voor de chemotherapie zonder OKD na nieuwe wegen voor financiering van voortzetting van deze registratie gezocht. 3) SN-procedure na de chemotherapie, zonder OKD, waar- de chemotherapie, in geval van positieve SN; Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 17 in er helemaal geen okselchirurgie wordt verricht na PST UMC Groningen en Antoni van Leeuwenhoek hebben onder- of een SN-procedure wordt verricht na PST. tussen ook toelating voor deelname gekregen. Van de inmid- De richtlijn is gebaseerd op de afspraken die door het Lan- dels 1.979 geïncludeerde patiënten komen 277 uit Nederland. delijk Platform voor de Radiotherapie zijn gemaakt met Met een derde van de recentelijk geïncludeerde patiënten betrekking tot okselbehandeling bij patiënten die primair blijven we op koers voor de toegezegde Nederlandse bijdrage worden behandeld met chirurgie. van 500 patiënten aan het totaal van 3.302 benodigde patiënten. Op 10 januari 2014 heeft een internationale onderzoekers- Coördinatoren: L.J. Boersma (MAASTRO clinic), A. Voogd (MUMC+), P. Elkhuizen (AvL), S.C. Linn (AvL), J. Wesseling (AvL), T. van Dalen (Diakonessenhuis Utrecht), L. Strobbe (CWZ) en P. Poortmans (RadboudUMC) bijeenkomst plaatsgevonden. De interim-analyse (uiteraard niet uitgesplitst voor behandelarm) toont resultaten voor tumorcontrole die geheel in lijn liggen met andere recent gepubliceerde resultaten voor borstsparende behandelingen. Acute en late toxiciteit is, zoals verwacht, laag. Er werden nog geen ernstige bijwerkingen gemeld. Nieuwe radiotherapiecentra kunnen nog steeds aansluiten! Contact: BOOG Study Center: info@boogstudycenter, tel.: 020 346 25 47 BOOG 2009-01 IRMA Breast cancer with low risk of local recurrence: partial and accelerated radiation with three-dimensional conformal radiotherapy (3D CRT) vs. standard radiotherapy after conserving surgery (phase III study) De coördinatie in Nederland wordt uitgevoerd door het BOOG Study Center. Wilt u nog deelnemen aan deze studie, neem dan contact op met het BOOG Study Center. Coördinatoren: P.M.P. Poortmans (RadboudUMC) en L.J. Boersma (MAASTRO clinic) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 BOOG 2013-07 Mastectomie Opzet Het betreft een van de internationale studies die op een gerandomiseerde fase III-wijze versnelde gedeeltelijke borstbestraling (APBI) vergelijkt met standaardbestraling van de gehele borst in het kader van de borstsparende behandeling bij patiënten met borstkanker en een laag risico op een lokaal The value of completion axillary treatment in sentinel node-positive breast cancer patients undergoing a mastectomy. A Dutch randomized controlled multicentre trial recidief. Bij de IRMA-studie wordt APBI uitwendig gegeven, 10 fracties van 3,85 Gy in vijf werkdagen. De eindpunten zijn, Opzet naast lokale controle en andere ziektespecifieke parameters, De BOOG 2013-07 betreft een gerandomiseerd onderzoek acute bijwerkingen en het cosmetische resultaat. naar het achterwege laten van aanvullende okselbehandeling bij patiënten met positieve schildwachtklier(en) die een Status mastectomie ondergaan. Voor dit onderzoek is financiering De studie startte in Italië in het voorjaar van 2007. Van buiten van KWF en Pink Ribbon beschikbaar gesteld. Italië nemen ook Haifa, Bellinzona en, sinds het najaar van 2010, meerdere Nederlandse ziekenhuizen deel: ARTI, dr. Status Bernard Verbeeten Instituut, MAASTRO clinic, Medisch Spec- In juni 2014 is de studie goedgekeurd door de METC, gevolgd trum Twente, Radiotherapeutisch Instituut Stedendriehoek, door de start en eerste inclusie in juli 2014 te Maastricht. 18 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 De studie zal landelijk worden uitgevoerd met deelname centra zijn in totaal 322 patiënten geïncludeerd; 20% van van naar verwachting 32 ziekenhuizen. Initiatievisites vinden de totale inclusie. vanaf september plaats. In totaal dienen 878 patiënten te De Quality of Life-substudie werd reeds in augustus 2013 worden geïncludeerd met een geplande inclusietijd van drie gesloten wegens voldoende inclusie. jaar, gevolgd door een follow-upperiode van 10 jaar met ana- Hoewel de studie nu is gesloten, blijven de follow- upformu- lyses na vijf en 10 jaar. lieren van belang om straks de antwoorden te krijgen. Graag daarvoor nog steeds aandacht. Afsluitend hebben deelnemende centra van de EORTC en de BOOG in een relatief korte tijd een enorme inspanning Coördinatoren: M.L. Smidt (MUMC+) en J.H.W. de Wilt (RadboudUMC) Contact: Studiecoördinator L.M. van Roozendaal (MUMC+): [email protected] IKNL: [email protected], tel.: 024 361 68 37 Studies in follow-up BOOG 2009-03 DCIS A randomized phase III study of radiation doses and fractionation schedules for ductal carcinoma in situ (DCIS) of the breast gedaan om deze studie naar een nog steeds actueel vraagstuk vroeger dan verwacht succesvol af te sluiten. De onderzoekers willen iedereen die hierbij betrokken is geweest, en niet in de laatste plaats de betrokken patiënten zelf, hiervoor hartelijk danken. Coördinator: A.H. Westenberg (ARTI) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 BOOG 2006-03 SUPREMO Selective Use of Postoperative Radio therapy aftEr MastecOmy Status Opzet De studie is sinds april 2013 gesloten voor inclusie. De studie In deze studie wordt bij patiënten met een hoogrisico-DCIS is nu in follow-up. Het is belangrijk dat patiënten jaarlijks in de waarde van een boost-bestraling (door middel van 16 Gy follow-up worden gehouden tot 10 jaar, met invullen van de in 8 fracties) op het tumorbed onderzocht. Het betreft hier CRF’s. De eerste interim-analyse is gepland na een minimum een internationaal onderzoek waarin grote borstkanker- follow-up van vijf jaar, dus in het derde kwartaal van 2018. onderzoeksgroepen, waaronder de BOOG, participeren. Status Aandachtspunten met betrekking tot datamanagement en/of monitoring De studie heeft in Nederland gelopen van januari 2010 tot In totaal zijn er 178 patiënten geïncludeerd in Nederland en juni 2014. Op 22 juni jl. werd de studie officieel gesloten 1.688 in de gehele studie internationaal. Denk bij recidief voor inclusie wegens het bereikte aantal, maar liefst twee of metastasen aan het opsturen van bloed en weefselblok jaar eerder dan verwacht. Inmiddels zijn wereldwijd 1.608 (indien beschikbaar) voor de nevenstudie Trans-SUPREMO. patiënten geïncludeerd, van wie 182 door de 10 deelnemen- De bloedmonsters worden door de koerier opgehaald; in de de BOOG-centra. In Europees verband werkt de BOOG samen follow-up alleen voor eventuele patiënten met een recidief. met de EORTC, waarvan de deelnemende radiotherapie- Er is een grote biobank met materiaal van deze patiënten centra lid zijn. Samen met Franse en Belgische radiotherapie- tot stand gekomen. Op 978/1.371 casussen (inclusief 1.256 Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 19 Trans-SUPREMO-patiënten) is een pathologie-audit verricht. een predictiemodel te ontwikkelen op basis waarvan de Voor Trans-SUPREMO zijn 1.366 blokjes ontvangen (van 1.256 cosmetiek kan worden voorspeld. patiënten), waarvan 1.117 gearchiveerd. Er zijn 998 Trans- 2. In 2014 is een project gestart om te onderzoeken of er SUPREMO-bloedmonsters ontvangen van 963 patiënten een statistisch significant verschil tussen beide groepen (corresponderende PA-blokjes 887). is één en vier jaar na de behandeling met betrekking tot het ontwikkelen van ribfracturen/ribpijn binnen het be- straalde gebied. Coördinatoren: N.S. Russell (AvL) en G. van Tienhoven (AMC) 3. Recentelijk werd een KWF-project gestart ten behoeve Contact: N.S. Russell: [email protected], tel.: 020 512 21 34 BOOG 2004-01 Young Boost Radiation dose intensity study in breast cancer in young women: a randomized phase III trial of additional dose to the tumor bed Opzet In deze studie wordt onderzocht of een hogere boost-dosis van het verwerken en analyseren van het tumormateriaal, met ondersteuning van een onderzoeksanalist. Een eerste analyse van de lokale controle in beide groepen samen laat zeer bemoedigende resultaten zien, met een zeer lage incidentie van lokale recidieven, zelfs in deze jonge patiëntengroep. Uiteraard is de follow-up nog veel te kort om hieruit definitieve conclusies te trekken. Voor de defi- nitieve analyse met betrekking tot de lokale controle zullen de gegevens nog enkele jaren moeten rijpen. Coördinatoren: L.J. Boersma (MAASTRO clinic), H. Bartelink, J.W. Leer en P.M.P. Poortmans (RadboudUMC) Contact: Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65 op het primaire tumorbed (26 Gy) in het kader van een borstsparende behandeling de kans op een lokaal recidief verkleint in vergelijking met een standaard-boost van 16 Gy. Naast de uitgebreide cosmetische evaluatie wordt onderzocht of genetische en/of eiwitprofielen kunnen worden ge- Studies in opstart vonden die correleren met de kans op een lokaal recidief, lymfekliermetastasen, afstandsmetastasen, overleving, stralengevoeligheid inclusief cosmetische resultaten en leeftijd. BOOG 2013-08 Lumpectomie Status Er is vers materiaal van de tumor en bloedmonsters van zo veel mogelijk deelnemende patiënten verzameld. Eind 2011 waren 2.422 patiënten geïncludeerd, zodat het benodigde aantal van 2.400 patiënten was behaald en de inclusie kon Clinically node negative breast cancer patients undergoing breast conserving therapy: sentinel lymph node procedure versus follow-up worden gestopt. Eind 2012 zijn de volgende projecten gestart ten behoeve van de analyse: Opzet 1. Met behulp van een Pink Ribbon-grant wordt de één- en De BOOG 2013-08 betreft gerandomiseerd onderzoek naar vierjaars cosmetische uitkomst geanalyseerd. Op dit het achterwege laten van de schildwachtklierprocedure bij moment zijn alle beschikbare foto’s geanalyseerd, inclu- patiënten die met borstsparende therapie worden behandeld. sief die uit Frankrijk. In 2014 is een start gemaakt om Financiering voor dit onderzoek is verkregen van KWF. 20 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Status In juli 2014 is de studie ingediend bij de centrale METC voor goedkeuring. Ook deze studie zal landelijk worden uitgevoerd. De start van de studie zal naar verwachting volgen in het najaar van 2014. In totaal dienen 1.644 patiënten te worden geïncludeerd. De geplande inclusietijd betreft twee jaar, gevolgd door een follow-upperiode van 10 jaar met analyses na vijf en 10 jaar. Ziekenhuizen die zich nog niet voor deelname hebben gemeld maar wel interesse hebben, kunnen voor meer informatie Coördinatoren: M.L. Smidt (MUMC+) en J.H.W. de Wilt (RadboudUMC) Contact: Studiecoördinator L.M. van Roozendaal (MUMC+): [email protected] IKNL: [email protected], tel.: 020 512 26 65 contact opnemen met studiecoördinator Lori van Roozendaal. Nieuw onderzoeksvoorstel aanmelden Voor het aanbieden van een nieuw studievoorstel kunt u als onderzoeker terecht bij het BOOG Study Center. Daar wordt gezorgd dat het voorstel zo snel mogelijk wordt bekeken en de gewenste route langs werkgroepen en BOOG-bestuur zal gaan. E-mail: [email protected]. Patiëntenadviesgroep In 2014 is het BOOG Study Center samen met BVN een patiëntenadviesgroep (PAG) gestart. De PAG geeft advies over de haalbaarheid en relevantie van een studie. Wilt u advies van de PAG, mail dan naar [email protected]. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 21 Overzicht van open BOOG-studies Uitgebreide studie-informatie is te vinden op www.boogstudycenter.nl onder ‘Studies - Studieoverzicht’ Open BOOG-studies BOOG-nummer Volledige studienaam Studiecoördinator NL Primaire eindpunten Verwachte inclusie Actuele inclusie 3.302 1.979 Open sinds Geplande sluiting 01-08-10 31-12-15 Locoregionale behandeling 2009-01 IRMA Breast cancer with low risk of local recurrence: partial and accelerated radiation with three-dimensional conformal radiotherapy (3DCRT) vs. standard radiotherapy after conserving surgery Ph. Poortmans 2010-03 RAPCHEM Radiotherapy After Primary CHEMotherapy for cT1-2pN+M0 breast cancer: a multicenter prospective cohort study L.J. Boersma 5 year locoregional recurrence rate 2013-07 Mastectomie The value of completion axillary treatment in sentinel node positive breast cancer patients undergoing a mastectomy M.L. Smidt Regional recurrence rate Local ipsilateral recurrence as first event free survival (NL 330) (NL 277) 710 442 01-01-11 01-01-16 1.114 1 19-06-14 01-07-17 Adjuvante behandeling 2012-03 TRAIN-2 Optimizing neoadjuvant systemic treatment in HER2-positive breast cancer (pertuzumab) 2013-04 DIRECT DIetary REstriction as an adjunct to neoadjuvant ChemoTherapy for HER2-negative breast cancer G.S. Sonke Pathologic complete response (pCR) rate at surgery 400 68 10-12-13 31-12-18 J.R. Kroep Ph II: percentage of patients with grade III/IV toxicity Ph III: percentage of pCR 250 9 13-2-1014 01-09-17 Progression-free survival (1st line) 420 282 11-11-10 31-12-15 Interaction test of sVEGFR2 vs. treatment vs. first line palliative chemotherapy and PFS Interaction test of BRCAlike status vs. treatment and PFS 304 4 11-10-13 31-10-18 Overall survival at 24 months 208 01-12-13 01-06-15 12-03-13 01-10-16 27-03-14 01-10-15 18-04-14 31-12-14 Gemetastaseerde ziekte 2010-02 Stop & Go An open randomized phase III study to compare 8 continuous cycles of chemotherapy with 8 cycles of intermittent (2 times 4 cycles) chemotherapy in first line treatment, in combination with bevacizumab, and second line treatment of patients with HER2/neu-negative, incurable, metastatic or unresectable locally advanced breast cancer 2013-01 Triple-B Biomarker discovery randomized phase IIb trial with carboplatin-cyclophosphamide versus paclitaxel with or without Bevacizumab as first-line treatment in advanced triple-negative Breast cancer F. Erdkamp M.M.E.M. Bos S.C. Linn H.M. Oosterkamp 2013-03 PERNETTA A randomized phase II trial of pertuzumab in combination with trastuzumab with or without chemotherapy, both followed by T-DM1 in case of progression, in patients with HER2-positive metastatic breast cancer 2013-05 BELLE-3 74 E. Boven (NL 0) A phase III randomized, double blind placebo controlled study of oral BKM120 in combination with fulvestrant, in the treatment of postmenopausal women with hormone receptor-positive HER2-negative locally advanced or metastatic breast cancer whose disease has progressed on or after aromatase and mTOR inhibitor treatment Novartis NL 2013-06 Biomarker Study Everolimus PI3K pathway analysis in tumor tissue and circulating DNA to obtain further insight in the efficacy of everolimus when combined with exemestane E. Boven 2014-01 MONALEESA-2 A randomized double-blind, placebocontrolled study of LEE011 in combination with letrozole for the treatment of postmenopausal women with hormone receptor positive, HER2-negative, advanced breast cancer who received no prior therapy for advanced disease 22 | 118 Progression-free survival 615 (NL 7) Insight in tumor characteristics in relation to progression-free survival and everolimus treatment 175 8 146 Novartis NL BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Progression-free survival 500 (NL 3) Open BOOG-studies BOOG-nummer Volledige studienaam Studiecoördinator NL Primaire eindpunten Verwachte inclusie Actuele inclusie Open sinds Geplande sluiting 01-09-05 31-12-14 01-10-13 01-10-16 Dataverzamelingstudies 2003-04 Pregnancy 2013-02 Pros Male BC Prospective and retrospective register study of the German Breast Group (GBG) for diagnosis and treatment of breast cancer in pregnancy M. Bontenbal Male Breast Cancer: prospective into perspective C.P. Schröder J.W.M. Martens C.J. van Asperen Outcome child 4 weeks after partus Clinical outcomes patient and disease characteristics, QoL and patterns of treatment offered to these patients 530 1.500 (NL 106) 200 43 Overzicht van geplande BOOG-studies Uitgebreide studie-informatie is te vinden op www.boogstudycenter.nl onder ‘Studies - Studieoverzicht’ BOOG-studies in voorbereiding en in opstart BOOG-nummer Volledige studienaam Studiecoördinator NL Primaire eindpunten Verwachte inclusie Actuele inclusie Geplande opening Geplande sluiting 2.086 n.v.t. 01-12-14 01-12-16 2.000 n.v.t. 01-06-15 01-06-20 01-11-14 n.n.b. 1-10-2014 n.n.b. 01-12-14 n.n.b. Locoregionale behandeling 2013-08 Lumpectomie 2014-04 LORD Clinically node negative breast cancer patients undergoing breast conserving therapy: follow-up versus sentinel lymph node biopsy M.L. Smidt LOw Risk Dcis trial – a randomized phase III, non-inferiority trial to determine the best strategy to approach low risk ductal carcinoma in situ of the breast J. Wesseling Regional recurrence (tumour recurrence in ipsilateral axillary, infraclavicular and supraclavicular lymph nodes) Ipsilateral invasive breast cancer free survival E. Rutgers Neoadjuvante behandeling 2014-03 OLYMPIA A randomised, double-blind, parallel group, placebo-controlled multi-centre phase III study to assess the efficacy and safety of olaparib versus placebo as adjuvant treatment in patients with germline BRCA1/2 mutations and high risk HER2-negative primary breast cancer who have completed definitive local treatment and neoadjuvant or adjuvant chemotherapy A. Jager Invasive disease free survival (IDFS) 5 1.320 (NL 0) Gemetastaseerde ziekte 2014-02 BRAVO A phase III, randomized, open label, multicenter, controlled trial of niraparib versus physician’s choice in previously-treated, HER2-negative, germline BRCA mutationpositive breast cancer patients A. Honkoop Progression-free survival (PFS) 12 306 (NL 0) Dataverzamelingstudies 2014-05 INFLAME Towards optimal treatment of inflammatory breast cancer patients C.P. Schröder Clinical outcomes, patient and disease characteristics and patterns of treatment; intervention part B 200 n.v.t. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 23 Interview Susan Veenhoff, directeur Pink Ribbon: “Fondsen voor wetenschappelijk onderzoek moeten zo efficiënt mogelijk worden ingezet” Susan Veenhoff Stichting Pink Ribbon financiert wetenschappelijk onderzoek en projecten op het gebied van behandeling, nazorg en langetermijneffecten van borstkanker met als doel de juiste behandeling en optimale begeleiding én een beter en langer leven voor iedere borstkankerpatiënt. Pink Ribbon heeft inmiddels ruim 150 onderzoeken en projecten gefinancierd, waaronder een structurele financiering van de BOOG en verschillende BOOG-studies. “De borstkankerzorg in Nederland is op een hoog niveau, Samenwerking mede dankzij wetenschappelijk onderzoek”, zegt Susan Inmiddels hebben Borstkankervereniging Nederland (BVN), Veenhoff, directeur van Pink Ribbon. “Het is belangrijk dat het de BOOG en Pink Ribbon een vruchtbare samenwerking. klinisch wetenschappelijke onderzoek goed wordt gecoördi- “We zijn begonnen met het gezamenlijke jaarlijkse patiënten- neerd, dat overlap in onderzoeken wordt voorkomen en dat congres over de laatste ontwikkelingen op het gebied van klinisch onderzoek wordt geïnitieerd op gebieden die nu nog borstkanker. Het congres is primair gericht op patiënten en onderbelicht zijn. Vandaar dat wij de BOOG ondersteunen met hun omgeving, maar is ook interessant voor zorgverleners, een structurele financiering. Voor financiering van weten- zoals mammacareverpleegkundigen. Gesterkt door het succes schappelijk onderzoek kunnen onderzoeksvoorstellen worden van dit congres organiseren we ook een jaarlijkse patiënten- ingediend.” special, waarin een niche-onderwerp wordt besproken, zoals dit jaar over triple-negatieve borstkanker. De collectieve kennis die we hebben over borstkanker willen we bundelen Voorlichting en fondsenwerving en uitdragen richting patiënten en het grote publiek. Op Pink Ribbon vraagt 365 dagen per jaar aandacht voor borst- deze manier vullen we elkaar goed aan.” kanker en staat daarbij erg dicht bij de patiënt. “Natuurlijk is er in oktober, de internationale borstkankermaand, veel aandacht voor borstkanker. Door middel van het Pink Ribbon Magazine, de website, Facebook, Twitter en onze mediacontacten blijven we echter het hele jaar door communiceren. Financiering van BOOG-studies door Pink Ribbon Ons doel is borstkanker bespreekbaar maken door voorlichting te geven aan het grote publiek. We vinden het belangrijk 2010-2012: BOOG 2009-04 Male Breast Cancer dat de laatste ontwikkelingen op het gebied van borstkanker ook bij patiënten en hun omgeving terechtkomen.” Om de 2013-2016: BOOG 2013-02 Male Breast Cancer: overlevingskansen van mensen met borstkanker te vergroten genereert Pink Ribbon ook fondsen voor klinisch weten- 2013-2016: BOOG 2013-04 DIRECT schappelijk onderzoek. “We werken bijvoorbeeld samen met 2014-2018: BOOG 2013-07 mastectomie grote winkelbedrijven en houden productacties, zoals de 2014-2018: BOOG 2014-04 LORD en translationeel verkoop van de Pink Ribbon-armband. Ook zijn er mensen die acties voor ons opzetten, omdat zij iemand kennen met borstkanker.” 24 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 (retrospectieve studie) prospective into perspective onderzoek laag-gradig DCIS Werkgroep gemetastaseerde borstkanker effectief zijn bij iedere patiënt, worden vanuit de BOOG investigator-initiated-studies opgezet om meer te leren over de mechanismen van effectiviteit en bijwerkingen. Werkwijze De werkgroep bestaat uit zeer actieve leden en vergadert Prof. dr. Epie Boven, regelmatig over nieuwe studievoorstellen. De BOOG is ver- voorzitter Werkgroep heugd dat Epie Boven na haar pensionering in april van dit gemetastaseerde jaar nog bereid is om deze werkgroep een jaar te trekken als borstkanker voorzitter. Voor elk klinisch onderzoeksprotocol blijft gelden dat deze moet voldoen aan een aantal criteria, alvorens BOOG-centra worden benaderd voor deelname: belang voor Leden de patiënt, vernieuwing, geen competitie met lopende proto- Epie Boven (vz), medisch oncoloog, VUmc collen, enzovoort. Een belangrijk aspect van aandacht vormt Miranda Ernst, chirurg, Alexander Monro Ziekenhuis de kwaliteitsverbetering van wetenschappelijk onderzoek bij Rhodé M. Bijlsma, medisch oncoloog, UMCU patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom. Onder- Inge Konings, medisch oncoloog, VUmc zoekers worden hierover aangesproken en op de onderzoe- Joan Heijns, medisch oncoloog, Amphia Ziekenhuis kersbijeenkomst staat dit punt standaard op de agenda. De Aafke H. Honkoop, medisch oncoloog, Isala werkgroep verheugt zich in het feit dat subsidiegevers, zoals Yvette van der Linden, radiotherapeut, LUMC Pink Ribbon en Alpe d’HuZes, meer projecten willen finan- Rianne Oosterkamp, medisch oncoloog, MC Haaglanden cieren voor onderzoek bij patiënten met gemetastaseerd Jeany Rademaker-Lakhai, study manager, BOOG SC mammacarcinoom. De werkgroep heeft het zich als taak gesteld in een vroege fase te worden betrokken bij de uit- Contactpersoon BOOG-bestuur: gewerkte studievoorstellen, wanneer patiënten vanuit BOOG- Elsken van der Wall centra zouden moeten worden benaderd voor deelname aan het beoogde onderzoek. De werkgroep heeft immers Doelstelling het totale overzicht van alle BOOG-studies in Nederland en De werkgroep heeft als doel om innovatieve medicamenten kan niet alleen suggesties doen voor inbedding in bestaande voor de behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom onderzoeksactiviteiten, maar ook voor verbetering van de in een vroeg stadium naar Nederland te halen. Hoewel de kwaliteit van de aanvraag. patiënt met gemetastaseerd mammacarcinoom meestal niet meer te genezen is, dienen de nieuwe kansen om de Hormonale therapie overleving te verlengen met behoud van kwaliteit van leven Voor patiënten met gemetastaseerde ziekte die nog in aan- optimaal te worden benut. Veel farmaceutische bedrijven merking komen voor hormonale therapie, wordt getracht ontwikkelen middelen gericht tegen specifieke subtypen van om naast de gebruikelijke medicatie andere middelen toe te borstkanker, vanwege het feit dat steeds meer kennis be- voegen om de effectiviteit te verbeteren. Dit geldt bijvoorbeeld schikbaar is van ontregelde ‘signaleringsroutes’ die kanker- voor patiënten die eerder baat hebben gehad bij letrozol of cellen aanzetten tot proliferatie. Kleinere patiëntenaantallen anastrozol. Zo is in de BOLERO-2-studie aangetoond dat toe- vanwege een minder vaak voorkomend subtype kanker waar- voeging van everolimus aan exemestaan verbetering opleverde voor een nieuw medicament wordt onderzocht op effectiviteit van de progressievrije overleving in vergelijking met exeme- maken het noodzakelijk om aan internationaal multicentrum- staan alleen (Baselga J, et al. N Engl J Med 2012;366:520-9). onderzoek deel te nemen. In dit kader staat de BOOG in- Vervolgens is everolimus beschikbaar gesteld in een expanded middels goed bekend en wordt de groep regelmatig benaderd access-programma (BALLET; BOOG 2012-01) waaraan 22 centra om te participeren in internationale studies met interessante met in totaal 75 patiënten hebben kunnen deelnemen. Evero- middelen. Dit betekent dat Nederlandse patiënten vroeg toe- limus wordt sinds januari 2013 vergoed. Combinatie van dit gang kunnen krijgen tot mogelijkheden om de behandeling middel met exemestaan betekent een extra behandeling voor te verbeteren. Aangezien nieuwe medicamenten niet altijd deze patiëntenpopulatie alvorens chemotherapie nodig is, Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 25 maar niet elke patiënt heeft hierbij baat. Het is verheugend woorden of een therapievrij interval na inductiechemotherapie dat de investigator-initiated Biomarker Study Everolimus (BOOG kan worden ingelast zonder dat het beloop van het ziekte- 2013-06) recentelijk van start is gegaan om meer onderzoek beeld nadelig wordt beïnvloed. te doen naar welke patiënten vooral in aanmerking komen voor behandeling met everolimus en exemestaan. HER2-positief mammacarcinoom In de Abiraterone-studie (BOOG 2011-01) is onderzocht of de Voor patiënten met gemetastaseerd HER2-positief mamma- combinatie van abiraterone met exemestaan betere effectivi- carcinoom is de HAT-studie (BOOG 2008-03), waarin werd ge- teit oplevert dan elk van de middelen alleen. Het benodigde randomiseerd tussen trastuzumab + bevacizumab + paclitaxel aantal patiënten is gehaald. Helaas bleek de combinatie niet en trastuzumab + bevacizumab → trastuzumab + bevacizu- superieur aan abiraterone alleen of exemestaan alleen. mab + paclitaxel als eerstelijnsbehandeling, recentelijk ge- De BELLE-3-studie (BOOG 2013-05) is opgezet voor patiënten sloten. De BOOG voert samen met SAKK (Zwitserland) en die al everolimus hebben gehad. Zij kunnen in aanmerking UNICANCER (Frankrijk) de PERNETTA-studie uit bij dezelfde komen voor fulvestrant al dan niet in combinatie met BKM120, patiëntencategorie (BOOG 2013-03). Als eerstelijnsbehan- een selectieve PI3K-remmer. De MONALEESA-2-studie (BOOG deling wordt gestart met de combinatie van trastuzumab en 2014-01) is bedoeld voor patiënten met gemetastaseerde pertuzumab waaraan al dan niet chemotherapie wordt toe- ziekte, die in de eerste lijn in aanmerking komen voor een aro- gevoegd. Bij progressie komen alle patiënten in aanmerking mataseremmer. Bij deelname zullen zij worden gerandomiseerd voor trastuzumab-DM1. Op deze manier is het mogelijk om tussen letrozol met placebo of letrozol in combinatie met de na te gaan of een chemotherapievrije start van de behande- CDK4/6-remmer LEE011. In Nederland is deze studie recentelijk ling door combinatie van twee HER2-remmers ook mogelijk geopend. Er zullen ongeveer 20 BOOG-centra deelnemen. is, waarbij kwaliteit van leven een belangrijk onderdeel vormt De BOOG 2010-05 SUBMIT-studie is op 24 februari 2012 van de onderzoeksvragen. geopend. Op 23 december 2013 waren slechts 10 patiënten geïncludeerd. Alle baseline-gegevens zijn verzameld; er zullen Triple-negatief mammacarcinoom geen follow-upgegevens meer worden verzameld. Het doel Patiënten met gemetastaseerd triple-negatief mammacar- van de SUBMIT-studie was te onderzoeken of up front-chirurgie cinoom maken deel uit van de HER2-negatieve patiënten- van de borstkankertumor in het geval van primair gemeta- populatie in studieprotocollen. Het is duidelijk geworden dat staseerde ziekte zorgt voor een verbetering van de overleving deze patiënten recht hebben op een behandelschema dat in vergelijking met initiële behandeling door middel van syste- meer is toegespitst op de tumorbiologie van dit subtype. mische therapie. In overleg met de hoofdonderzoekers is door Het doel van de Triple-B-studie (BOOG 2013-01) is om bij het BOOG-bestuur intensief gezocht naar mogelijkheden om deze patiënten behandelschema’s onderling te vergelijken de inclusie te vergroten en om aansluiting te zoeken bij het met betrekking tot de rol van bevacizumab enerzijds en de E 2108-protocol van dr. Seema Khan. De conclusie van dit aanwezigheid van homologe recombinatiedeficiëntie bij de overleg luidde dat ook met een verruiming van de inclusie- keuze van de cytostatica anderzijds. criteria en een substantiële uitbreiding van het aantal deelnemende centra de haalbaarheid van de SUBMIT-studie BRCA-genmutatie zeer onzeker zou blijven. Bovendien zijn afgelopen december Voor patiënten die drager zijn van een kiembaanmutatie in tijdens SABCS 2013 de voorlopige resultaten gepresenteerd BRCA1 of BRCA2 en gemetastaseerd mammacarcinoom van twee vergelijkbare gerandomiseerde studies uit India en hebben, zijn zogenoemde PARP-remmers in ontwikkeling. Turkije, die (binnen de totale groep) geen verschil in overleving Het tumorweefsel bij deze patiënten is verhoogd gevoelig lieten zien tussen de patiënten met en zonder chirurgische voor alkylerende middelen, omdat DNA-schade minder goed verwijdering van de primaire tumor. wordt hersteld vanwege homologe recombinatiedeficiëntie. Om toch DNA-schade te kunnen herstellen, is het DNA-repara- Chemotherapie tie-eiwit poly(ADP-ribose)polymerase (PARP) sterk geactiveerd. HER2-negatief mammacarcinoom In samenwerking met de Breast International Group (BIG) Patiënten die gemetastaseerd mammacarcinoom zonder wordt de BRAVO-studie opgestart. Patiënten die eerder wer- HER2-expressie hebben en in aanmerking komen voor chemo- den behandeld voor HER2-negatieve ziekte en genmutatie- therapie kunnen participeren in de Stop & Go-studie (BOOG drager zijn kunnen in aanmerking komen voor niraparib of 2010-02). Met deze studie hopen we de vraag te beant- best doctor’s choice. 26 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 wordt begonnen met paclitaxel/bevacizumab. In de tweede Open studies lijn is keuze tussen niet-gepegyleerd liposomaal doxorubicine of oraal capecitabine. BOOG 2010-02 Stop & Go Status De Stop & Go-studie heeft inmiddels twee derde van het An open randomized phase III study to compare 8 continuous cycles of chemotherapy with 8 cycles of intermittent (2 times 4 cycles) chemotherapy in first line treatment, in combination with bevacizumab, and second line treatment of patients with HER2/neu-negative, incurable, metastatic or unresectable locally advanced breast cancer aantal te includeren patiënten bereikt (282 van de 420; zie figuur 2). Daarom wordt er op dit moment een interim-analyse uitgevoerd. De rapportage en het advies van de DSMC hierover wordt eind september verwacht. Nieuwe centra die eind 2013 en in 2014 met de studie zijn gestart: Tergooi Ziekenhuizen, Kennemer Gasthuis en het Westfriesgasthuis. De volgende centra worden momenteel opgestart: Gelre Ziekenhuis locatie Zutphen, Antoni van Leeuwenhoek, BovenIJ Ziekenhuis en MC Haaglanden. Opzet Coördinatoren: F.L.G. Erdkamp (Orbis Medisch Centrum) en M.M.E.M. Bos (Reinier de Graaf Gasthuis) De Stop & Go-studie is een gerandomiseerd fase III-onderzoek naar de mogelijkheden van het fractioneel behandelen van mammacarcinoompatiënten met chemotherapie, zodat Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 langdurig achter elkaar behandelen met chemotherapie, met alle toxische gevolgen van dien, misschien niet meer nodig is. De studie bestaat uit twee lijnen. In de eerste lijn Amstelland Ziekenhuis 10 Bernhoven Ziekenhuis 10 Bronovo Ziekenhuis 1 13 Catharina Ziekenhuis 6 Deventer Ziekenhuis Diaconessenhuis Meppel 4 Elkerliek Ziekenhuis 4 Esperanz 10 1 Gemini Ziekenhuis 7 Groene Hart Ziekenhuis HAGA Ziekenhuis 6 Isala Klinieken 30 4 Jeroen Bosch Ziekenhuis Kennemer Gasthuis 3 3 Leids Universitair Medisch Centrum Maasstad Ziekenhuis 4 7 Maastricht Universitair Medisch Centrum 6 Martini Ziekenhuis Meander Medisch Centrum 2 16 Medisch Centrum Leeuwarden 4 Ommelander Ziekenhuis Groep Onze Lieve Vrouwe Gasthuis 5 Orbis Medisch Centrum 32 Refaja Ziekenhuis 1 Reinier de Graaf Gasthuis 31 0 Rijnland Ziekenhuis Rode Kruis Ziekenhuis 1 2 Spaarne Ziekenhuis 9 St Antonius Ziekenhuis St. Franciscus Gasthuis 4 Tergooi Ziekenhuis 1 2 Radboudumc VieCuri Medisch Centrum 4 16 Vlietland Ziekenhuis 10 Wilhelmina Ziekenhuis 4 Ziekenhuis de Tjongerschans Ziekenhuisgroep Twente 6 Zuwe Hofpoort Ziekenhuis 1 0 5 10 15 20 25 30 35 Figuur 2. Inclusie Stop & Go-studie, peildatum 1 september 2014. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 27 BOOG 2013-01 buizen voor nevenstudies. Triple-B De inclusie komt langzaam op gang (registratie 8, randomisatie 4). Inmiddels zijn de initiaties in andere ziekenhuizen Biomarker discovery randomized phase IIb trial with carboplatin-cyclophosphamide versus paclitaxel with or without bevacizumab as first-line treatment in advanced triple-negative breast cancer gestart; er zijn zeven centra open. We roepen op om bij alle gemetastaseerde triple-negatieve patiënten te denken aan de Triple-B-studie. Indien de initiatie nog niet in uw ziekenhuis is geweest, kunt u uw patiënt verwijzen naar een reeds opengesteld centrum. Zie voor deelnemende centra www.kankeronderzoek.info. Opzet Tijdens de eerste initiaties werd de levertijd van bevacizumab Hoewel gemetastaseerde triple-negatieve mammacarcino- in arm 1B (beschikbaar gesteld door Roche) als mogelijk men lastig te behandelen zijn, worden angiogeneseremmers knelpunt aangemerkt. Inmiddels is met behulp van Roche en middelen die dubbelstrengsbreuken in het DNA induceren een oplossing gevonden. Indien een patiënt kort na rando- (platinumderivaten/alkylerende middelen) als veelbelovend misatie (binnen drie werkdagen) start met de behandeling gezien. Voorspellende biomarkers ontbreken vooralsnog. De in arm 1B, kan bevacizumab ook per koerier worden gele- Triple-B-studie richt zich op het valideren van twee biomar- verd. Hiervoor zijn aparte aanvraagformulieren op de BOOG- kers: VEGFR2-plasmaspiegel en BRCA-like-tumorprofiel. Na website beschikbaar. bepaling van deze markers, wordt er gerandomiseerd tussen vier behandelingen in een 2 x 2 factorial design: cyclofosfamide/carboplatine (CC) met of zonder bevacizumab en paclitaxel met of zonder bevacizumab. Bevacizumab wordt als studiemedicatie verstrekt wanneer gecombineerd met carboplatine-cyclofosfamide. Overige biomarkers worden onderzocht in een aantal nevenstudies (waaronder de mutatiestatus van BRCA en hoeveelheid circulerend tumor-DNA). Coördinatoren: S.C. Linn (AvL) en H.M. Oosterkamp (MC Haaglanden) Contact: Studiecoördinator: A. van Rossum (AvL): [email protected], tel.: 020 512 61 87/20 04 Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65 Status In februari 2014 is het eerste amendement goedgekeurd. De belangrijkste punten zijn het splitsen van het informed consent-formulier (registratiedeel: formulier A; randomisatiedeel: formulier B) en drie in plaats van twee optionele bloed- Tabel 3. Inclusie Triple-B-studie, peildatum 1 september 2014. Open centra Deventer Ziekenhuis, loc. Geertruiden Ikazia Ziekenhuis Aantal patiënten recent open 1 Isala recent open Medisch Centrum Alkmaar recent open Medisch Centrum Haaglanden, loc. Antoniushove NKI/AvL Vlietland Ziekenhuis, loc. Schiedam 28 | recent open 3 recent open BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 BOOG 2013-05 BELLE-3 A phase III randomized, double blind placebo controlled study of oral BKM120 in combination with fulvestrant, in the treatment of postmenopausal women with hormone receptor-positive HER2negative locally advanced or metastatic breast cancer whose disease has progressed on or after aromatase and mTOR inhibitor treatment Opzet In dit onderzoek zal bij HR-positieve en HER2-negatieve, postmenopauzale borstkankerpatiënten worden onderzocht wat het effect is van de combinatietherapie van BKM120 Tabel 4. Inclusie BELLE-3-studie, peildatum 1 september 2014. Open centra Albert Schweitzer Ziekenhuis Aantal patiënten recent open Amphia Ziekenhuis recent open Deventer Ziekenhuis recent open Isala 2 recent open Maastricht Universitair Medisch Biomarker Study Everolimus recent open Reinier de Graaf Gasthuis Spaarne Ziekenhuis BOOG 2013-06 2 Centrum Orbis Medisch Centrum Contact: Novartis Oncology, Giovanni Frans, Trial Manager: [email protected], tel.: 026 378 24 04 1 Catharina Ziekenhuis Leids Universitair Medisch Centrum Coördinator: Ondersteuning researchcoördinatie, E. van Druten (RdGG): [email protected], tel.: 015 260 34 82 2 recent open PI3K pathway analysis in tumor tissue and circulating DNA to obtain further insight in the efficacy of everolimus when combined with exemestane (buparlisib) + fulvestrant na behandeling met everolimus. BKM120 heeft als doel de PI3K-pathway, waarbij deze path- Opzet way door BKM120 wordt geremd. Uit preliminaire onder- In de Biomarker Study Everolimus wordt met verschillende zoeken is gebleken dat het activeren van de PI3K-pathway technieken in tumorweefsel en bloed onderzocht of er bio- mogelijk een belangrijke rol kan spelen bij resistentie op de markers kunnen worden geïdentificeerd die voorspellen welke behandeling met fulvestrant. Bovendien is uit onderzoeken patiënten baat hebben bij de behandeling van everolimus gebleken dat het remmen van de PI3K-pathway gepaard en exemestaan. gaat met een hogere effectiviteit van fulvestrant. Patiënten bij wie de arts de intentie heeft om te starten met everolimus en exemestaan komen in aanmerking voor de Voortgang studie. De behandeling zelf is onderdeel van standaardzorg, BELLE-3 is een wereldwijde studie waaraan nu ongeveer hiervoor zijn geen extra eisen vanuit de studie. Extra zijn 420 patiënten (i.p.v. 615) gaan deelnemen. Aan de hand van slechts de vier buisjes bloed voor start van de behandeling, de eerste interim-analyse en de finale analyse is bepaald de analyses op het gearchiveerde formaline-gefixeerd en dat een reductie in het aantal patiënten naar 420 haalbaar is paraffine-ingebed (FFPE) materiaal van de primaire tumor en om de finale PFS-analyse uit te voeren. De inclusie is verlengd de (optionele) tumorbiopten voor start van de behandeling tot 15 mei 2015. In Nederland zullen 11 centra deelnemen; en na progressie. De volgende analyses worden uitgevoerd 10 centra zijn geïnitieerd. Wereldwijd zijn er tot heden 117 op het verzamelde materiaal: patiënten gerandomiseerd, waarvan 7 in Nederland. Vanwege AvL: de wereldwijde hoge (pre-)screen failures zijn in het eerste • Associatie tussen PI3K-activatiemarkers in verse tumor- kwartaal van dit jaar twee protocolamendementen geweest biopten en respons (kan een geactiveerde pathway een met als voornaamste wijzigingen aanpassing in de range betere of slechtere respons op therapie voorspellen?) laboratoriumwaarden en het stopzetten van het pre-screening- • PI3K-activatiemarkers in FFPE-materiaal afgenomen bij proces. Om ervoor te zorgen dat de centra zo goed mogelijk worden ondersteund, zijn de studiewerklijsten en andere Erasmus MC: studiegerelateerde documenten op de BOOG-website aan- • Bepaling van PIK3CA- en AKT-mutaties in vrij circulerend gepast. Voor vragen kunt u ook terecht bij Edith van Druten DNA. (researchverpleegkundige oncologie) in het Reinier de Graaf VUmc: Gasthuis. • Kwantitatieve (fosfo)-proteomics in nieuwe tumorbiopten de primaire diagnose. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 29 om proteïnen vast te stellen die de gevoeligheid van of resistentie tegen everolimus kunnen voorspellen. advanced breast cancer who received no prior therapy for advanced disease • Identificeren van eiwitexpressie in plasmablaasjes om voorspellende markers en targets te ontdekken. Opzet LUMC: Bij borstkanker treden genetische veranderingen op met Farmacogenetica (SNP) van de mTOR signaling pathway gere- hoge frequentie. Ze zijn nauw gerelateerd aan een slechte lateerd aan de werkzaamheid en bijwerkingen van everolimus. prognose. Een dergelijke amplificatie ontstaat met Cyclin D1, dat een cruciale rol speelt bij de regeling van de celcyclus. Inclusie Het bevordert de voortgang van de G1-S-fase na de complex- Naar verwachting worden 175 patiënten geïncludeerd voor vorming met CDK4/6 en fosforylering van het retinoblastoom- bloedafname en verzameling van FFPE-materiaal van de pri- eiwit. LEE011 is een zeer goed oplosbare, potente en selectieve maire tumor, 50 voor verse tumorbiopten voor start van de remmer van CDK4/6-kinase. LEE011 remt de CDK4/6-speci- behandeling en 30 voor verse tumorbiopten na progressie. fieke fosforylering van het retinoblastoomeiwit en stopt aldus De belangrijkste inclusiecriteria zijn: de voortgang van de celcyclus in de G1-fase. • Postmenopauzale vrouwen ≥ 18 jaar • Gemetastaseerd mamacarcinoom Status • HR-positief, HER2-negatief MONALEESA-2 is een wereldwijde studie waaraan 500 pa- • Eerder behandeld met anastrozol of letrozol tiënten zullen deelnemen. De inclusie loopt in principe tot 16 december 2014. Wereldwijd zullen ongeveer 313 centra Status deelnemen, waarvan ongeveer 23 centra in Nederland. Tot De studie is centraal goedgekeurd en open in het VUmc, heden zijn er wereldwijd 197 centra open (in Nederland zijn Orbis MC en VieCuri. De volgende centra zijn in verschillende 12 centra open) en 119 patiënten gerandomiseerd van wie fasen van voorbereiding: Atrium MC, Deventer ziekenhuis, drie in Nederland. Vanwege het grote aantal centra wereld- Erasmus MC, Isala, Kennemer Gasthuis, LUMC, Maxima MC, wijd en de korte inclusieperiode is een spoedige opstart AvL, Reinier de Graaf Groep en Spaarne Ziekenhuis. Er zijn cruciaal en alle medewerking van centra is hierbij nodig. inmiddels acht patiënten geïncludeerd. Het datamanagement Om ervoor te zorgen dat de centra zo goed mogelijk worden wordt verzorgd door de arts-onderzoeker. ondersteund, worden de studiewerklijsten en andere studie- Mocht u interesse hebben om deel te nemen, dan kunt u gerelateerde documenten op de BOOG-website geplaatst. contact opnemen met het BOOG Study Center. Voor vragen kunt u ook terecht bij de researchcoördinatoren. Tabel 5. Inclusie MONALEESA-2-studie, peildatum 9 september 2014. Hoofdonderzoeker: E. Boven (VUmc) Open centra Contact: Studiecoördinator D. Kruger (VUmc): [email protected] BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 BOOG 2014-01 MONALEESA-2 A randomized double-blind, placebocontrolled study of LEE011 in combination with letrozole for the treatment of postmenopausal women with hormone receptor-positive, HER2-negative, 30 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Aantal patiënten Deventer Ziekenhuis recent open Isala recent open LUMC recent open Maastricht Universitair Medisch Centrum recent open Medisch Centrum Alkmaar recent open NKI/AvL OLVG Orbis Medisch Centrum 2 recent open 1 Rijnstate Ziekenhuis recent open TweeSteden Ziekenhuis recent open Universitair Medisch Centrum Groningen recent open VU medisch centrum recent open sponsor en kunnen 15 BOOG-centra deelnemen aan de studie. Coördinator: Giovanni Frans, Trial Manager, Novartis Oncology: [email protected],tel.: 026 378 24 04 De centrale indiening is goedgekeurd. IKNL ondersteunt de lokale indiening en initiaties. Het VUmc is inmiddels open en Orbis MC wordt in oktober geïnitieerd. Ondersteuning researchcoördinatie: S. Brouwer (Rijnstate): [email protected], tel.: 088 005 62 01 M. Kuipers (ZGT): [email protected], tel.: 0546 69 37 82 BOOG 2013-03 Coördinator: E. Boven (VUmc) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 PERNETTA A randomized phase II trial of pertuzumab in combination with trastuzumab with or without chemotherapy, both followed by T-DM1 in case of progression, in patients with HER2-positive metastatic breast cancer Opzet De PERNETTA-studie is een internationale studie in samenwerking met SAKK (Zwitserland), UNICANCER (Frankrijk), de BOOG en Düsseldorf. Het onderzoek heeft tot doel de werkzaamheid en de verdraagbaarheid te onderzoeken van het geneesmiddel pertuzumab in combinatie met trastuzu- Studies in follow-up BOOG 2006-06 ATX Phase II randomized trial of combination therapy of paclitaxel and bevacizumab versus paclitaxel, capecitabine and bevacizumab as first-line treatment for locally recurrent or metastatic breast cancer patients with HER2/neunegative tumor mab, met of zonder aanvullende chemotherapie, gevolgd door trastuzumab-emtansine (T-DM1) als progressie optreedt. In Status het onderzoek wordt bekeken of het aanvankelijk ontbreken De ATX-studie is sinds december 2010 gesloten na de vlotte van chemotherapie met paclitaxel of vinorelbine in het ge- inclusie van 312 patiënten. In deze studie zijn vrouwen ge- noemde behandelplan een effectieve behandelingsstrategie randomiseerd tussen paclitaxel en bevacizumab zonder of vormt. Het primaire eindpunt van de studie is algehele over- met toevoeging van capecitabine als eerstelijnsbehandeling leving na 24 maanden. Secundaire eindpunten zijn onder voor HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom. Het andere progressievrije overleving van eerste- en tweedelijns- primaire eindpunt was progressievrije overleving. Secundaire behandeling en kwaliteit van leven. Er zullen 208 patiënten eindpunten waren objectief responspercentage, responsduur, worden uitgenodigd voor deelname. toxiciteit, totale overleving en translationele nevenstudies. Er werd gestratificeerd voor de hormoonreceptorstatus, de aan- Status wezigheid van meetbare laesies en alléén botmetastasen. De Zwitserse onderzoeksgroep SAKK is de hoofdsponsor De klinische resultaten zijn ingediend ter beoordeling voor en initiator van de studie. In Zwitserland is de studie in april publicatie. De resultaten van het translationele onderzoek 2013 centraal goedgekeurd en er zijn 14 Zwitserse centra naar circulerende plasma-eiwitten en farmacogenetica zijn open. In Frankrijk zijn 17 centra open, in Duitsland 1 en Neder- ingediend als abstracts voor het SABCS 2014. land 1. Internationaal zijn reeds 74 patiënten geïncludeerd. Het farmacogenetische onderzoek in samenwerking met het De Franse onderzoeksgroep UNICANCER is sponsor in de LUMC en het onderzoek naar circulerende plasma-eiwitten is Europese Unie. In Nederland is de BOOG de nationale afgerond. De gegevensanalyse wordt momenteel voortgezet. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 31 Coördinatoren: E. Boven (VUmc), A.H. Honkoop (Isala) en S.W. Lam (VUmc) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 dat een benadering met het starten van alleen monoklonale antilichamen, met als doel het starten van chemotherapie uit te stellen, veilig en effectief lijkt te zijn. Vooruitlopend op de definitieve resultaten van de HAT-studie geeft dit aanleiding om na te denken over nieuwe studies met een zelfde benadering, waarbij dan ook pertuzumab moet worden meegenomen, gezien de recente registratie van pertuzumab voor eerstelijnsbehandeling in combinatie met trastuzumab en docetaxel. De PERNETTA-studie, die recentelijk in Nederland is BOOG 2008-03 HAT geopend, is hiervan een mooi voorbeeld. Follow-up A randomized phase II study of conco-mitant trastuzumab, bevacizumab with paclitaxel (arm A) versus trastuzumab, bevacizumab, followed by the combination of trastuzumab, bevacizumab and paclitaxel at progression (arm B), as first-line treatment for metastatic breast cancer patients with HER2-neu overexpression Inclusie Na inclusie van de beoogde 84 patiënten is de HAT-studie sinds september 2013 gesloten voor inclusie. Centra met de grootste inclusieaantallen zijn het Amphia Ziekenhuis, Medisch Centrum Leeuwarden, HagaZiekenhuis, Erasmus Wellicht ten overvloede willen wij u erop wijzen dat de dataverzameling wordt voortgezet en dat de patiënten in deze studie vervolgd dienen te worden tot aan het moment van overlijden. Op SABCS 2014 zal het primaire eindpunt van de HAT-studie als poster worden gepresenteerd. Coördinator: S. Sleijfer (Erasmus MC) Studiecoördinator: J.C. Drooger (Erasmus MC) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 MC Kanker Instituut, Isala en het AvL. Resultaten Het primaire eindpunt voor deze studie is de ratio van progres- BOOG 2012-01 BALLET sievrije overleving na 1 jaar (PFR-1jr). Definitieve resultaten voor het primaire eindpunt zullen dan ook komend najaar Beyond ALL Endocrine Therapies bekend worden, mits alle gegevens tijdig zijn aangeleverd. Gesteld is dat de experimentele behandeling (arm A en/of Status arm B) die een PFR-1jr van ongeveer 40% geeft, als waardevol Alle Nederlandse monitoractiviteiten zijn afgerond en de open- genoeg moet worden beschouwd om verder te exploreren. staande vragen zijn opgelost. De wereldwijde Soft Database Er werd recentelijk een abstract ingestuurd voor de SABCS in Lock staat gepland op 3 oktober 2014. De studie heeft in december 2014. Op het moment van presentatie zullen de andere Europese landen langer gelopen dan in Nederland. definitieve resultaten met betrekking tot het primaire eindpunt Op 21 en 22 november 2014 vindt de European Breast Cancer bekend zijn. Vooruitlopend hierop kunnen we u, op basis van de Scientific Meeting plaats, waar de BALLET-gegevens worden huidige gegevens, melden dat voor beide armen het primaire gepresenteerd. De uitnodigingen worden binnenkort verstuurd. eindpunt is gehaald. Toxiciteit was acceptabel in beide armen. Prof. dr. E. Boven zal één van de sprekers zijn op deze meeting. Wel werd, zoals verwacht, significant minder toxiciteit gezien tijdens behandeling met alleen monoklonale antilichamen. Interpretatie Op basis van preliminaire resultaten kan dus worden gesteld 32 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Contact: Giovanni Frans, Trial Manager, Novartis Oncology: [email protected], tel.: 026 378 24 04 Werkgroep biomarkers ding in. Voorwaarde voor het uitvoeren van een nevenstudie is de aanwezigheid van voldoende financiële onderbouwing. Enkele studievoorstellen zijn aan de werkgroep voorgelegd en besproken. De Werkgroep biomarkers werkt aan het opstellen van een procedure om een (virtuele) biobank op te richten waarin tumorweefsel van alle patiënten in BOOG-studies wordt verzameld of geregistreerd voor toekomstig onderzoek. VanDr. Jelle Wesseling, uit de Werkgroep biomarkers is voorgesteld om de procedures voorzitter Werkgroep van de landelijke Parelsnoerrichtlijnen te hanteren voor de af- biomarkers name, bewerking en opslag van biomaterialen. De praktische uitwerking van deze richtlijnen kan worden opgenomen in de protocollen voor (nieuwe) BOOG-studies. De ontwikkelingen op het gebied van veranderende Europese privacyregelgeving Leden worden nauwgezet gevolgd, omdat de uitwerking hiervan Jelle Wesseling (vz), patholoog, AvL grote gevolgen kan hebben voor de wijze waarop translatio- Carolien van Deurzen, patholoog, Erasmuc MC neel onderzoek kan plaatsvinden. Paul van Diest, patholoog, UMCU Vanuit de Werkgroep biomarkers wordt gewerkt aan een voor- John Martens, moleculair bioloog, Erasmus MC stel om standaard proliferatiemetingen uit te voeren bij elke Christi van Asperen, klinisch geneticus, LUMC BOOG-studie. Proliferatiemetingen op basis van de RASTER- Sabine Linn, medisch oncoloog, AvL/UMCU en de MINDACT-studies vormen de basis voor deze analyse. Ruud Pijnappel, radioloog, UMCU Verwacht wordt dat eind 2014 hierover een uitspraak kan Jan Schellens, internist-oncoloog en klinisch worden gedaan. Enkele studies worden door de werkgroep zelf farmacoloog, AvL gecoördineerd. Dit betreft met name dataverzamelingstudies Madeleine Tilanus-Linthorst, arts mammadiagnostiek, zoals de Male Breast Cancer-studies (retro- en prospectief), de Erasmus MC Pregnancy-studie en de INFLAME-studie (naar inflamma- Adri Voogd, epidemioloog, Universiteit Maastricht toire borstkanker). De retrospectieve Male BC-studie is in 2010 Carolien Schröder, internist-oncoloog, UMCG gestart, de prospectieve Male BC-studie is in het najaar van Nizet Dijkstra, projectmedewerker, BOOG SC 2013 opengesteld. De registratie voor de Pregnancy-studie Contactpersoon BOOG-bestuur: aan de voorbereidingen voor de start van de studie. Voor de Ruud Pijnappel Male BC-studies en de INFLAME studie zijn subsidies van is gestart in 2007 en voor de INFLAME-studie wordt gewerkt respectievelijk Pink Ribbon en Alpe d’HuZes ontvangen. Voor Samenstelling en taken de Male BC-studies wordt internationaal samengewerkt met De Werkgroep biomarkers heeft enkele wijzigingen onder- de EORTC en voor de Pregnancy-studie met de GBG. gaan. Het voorzitterschap is overgedragen door Paul van Diest aan Jelle Wesseling. Carolien van Deurzen en Ruud Pijnappel Dutch Male Breast Cancer Consortium zijn toegetreden tot de werkgroep. Ruud Pijnappel maakt In het Dutch Male Breast Cancer Consortium (DMBCC) tevens deel uit van het bestuur van de BOOG en zal als zo- werken onderzoekers uit Nederland, die zich bezighouden danig ook de contactpersoon zijn van de werkgroep voor met onderzoek op het gebied van borstkanker bij mannen, het BOOG-bestuur. samen om elkaar te informeren en om het onderzoek op het De werkgroep richt zich op translationeel onderzoek met gebied van borstkanker bij mannen te stimuleren. Vanuit de betrekking tot borstkanker. Dit betekent dat voor nieuwe Werkgroep biomarkers zijn de hoofdonderzoekers van de BOOG-studies de nevenstudies worden beoordeeld of dat Male BC-studies betrokken bij het DMBCC. Inmiddels heb- nevenstudies worden voorgesteld en/of opgezet. De beoor- ben drie bijeenkomsten plaatsgevonden en zijn een missie, deling door de Werkgroep biomarkers houdt met name een gedragscode en werkwijze voor het DMBCC vastgesteld. toetsing op haalbaarheid en wetenschappelijke verantwoor- Vanuit het DMBCC is een verzoek gericht aan de pathologen Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 33 in Nederland die tumorblokjes hebben afgestaan in het kader gistreerd in 2007 en de studie is nog open. Inmiddels zijn van de retrospectieve Male BC-studie om toestemming te 649 patiënten geregistreerd (16 juli 2014). Hiervan zijn 111 geven om deze blokjes gedurende een langere periode (10 patiënten vanuit Nederland door de BOOG aangemeld. jaar) te mogen bewaren en beschikbaar te maken voor nieuw Voor aanmelding van nieuwe patiënten is het geven van onderzoek op het gebied van Male BC. Vanuit het DMBCC een informed consent een vereiste. zullen onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en getoetst Mocht u nog één of meer patiënten kunnen aanmelden voor aan geldende wet- en regelgeving. de studie, dan kunt u contact opnemen met de BOOG om De coördinerende activiteiten voor het DMBCC worden praktische informatie te ontvangen over de registratie en verricht door de BOOG. Inmiddels zijn onderzoekers uit het het CRF. Vanuit ieder ziekenhuis kunnen patiënten worden AvL, Erasmus MC, LUMC, MUMC, UMCG en UMCU be- aangemeld; een interne goedkeuringsprocedure is niet trokken bij het DMBCC. Andere onderzoekers op het terrein noodzakelijk voor deze registratiestudie. In alle gevallen is van borstkanker bij mannen (die willen participeren in het het voor registratie een vereiste om de eerste vier formulieren DMBCC) worden van harte uitgenodigd om contact op te van het CRF ingevuld aan te leveren. Gedurende en na afloop nemen met het DMBCC via het e-mailadres van de BOOG: van de follow-upperiode kunnen de overige formulieren wor- [email protected]. den opgestuurd. Vanuit de BOOG is een vergoeding (€ 200 per patiënt) beschikbaar voor het invullen van CRF’s. Het is ook mogelijk om patiënten retrospectief te includeren. Open studies BOOG 2003-04 Er hoeft dan geen informed consent te worden getekend, mits alle gegevens anoniem worden aangeleverd. GBG 29/Pregnancy Prospective and retrospective register study of the German Breast Group (GBG) for diagnosis and treatment of breast cancer in pregnancy Opzet De Pregnancy-studie is een observationele registratiestudie voor vrouwen bij wie tijdens de zwangerschap de diagnose Coördinator: M. Bontenbal (Erasmus MC) Contact: BOOG Study Center, N.H. Dijkstra: [email protected], tel.: 020 346 25 47 BOOG 2013-02 Male Breast Cancer prospectief borstkanker is gesteld. Deze studie is geïnitieerd door de GBG (German Breast Group). Patiënten uit Nederland kunnen via de BOOG worden aangemeld voor deze studie. In de studie Male Breast Cancer: prospective into perspective worden gegevens verzameld met betrekking tot de diagnostiek en behandeling van borstkanker tijdens de zwanger- Beschrijving schap en de uitkomst van moeder en kind. Het primaire eind- De prospectieve Male Breast Cancer-studie is in 2013 van punt van de studie is de uitkomst van het kind, vier weken start gegaan. In januari heeft de BOOG hiervoor een subsidie na de geboorte. Secundaire eindpunten zijn de uitkomst van ontvangen van Pink Ribbon en in oktober 2013 is de eerste de zwangerschap voor de moeder, het stadium en de biolo- patiënt geïncludeerd in deze prospectieve, observationele gische karakteristieken van de tumor, de therapie (behandeling studie bij mannen met borstkanker in Nederland. Met een en respons), sensitiviteit en specificiteit van diagnostische incidentie van ongeveer 100 diagnoses van Male BC in Neder- procedures, uitkomst van het kind na vijf jaar en de (ziekte- land per jaar betekent dit dat elk ziekenhuis gemiddeld één vrije) vijfjaarsoverleving van het mammacarcinoom. patiënt per jaar kan registreren. De studie beoogt een inclusie van 200 patiënten in een periode van drie jaar. Deelname Status van zo veel mogelijk, zo niet alle, centra is dus van groot De eerste Nederlandse patiënten voor de studie zijn gere- belang voor het welslagen van deze studie. De studie heeft 34 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 geen invloed op de behandeling van de patiënt. In 2014 is de onderzocht en opgeslagen. Aan de patiënten wordt gevraagd EORTC ook gestart met een vergelijkbare internationale studie (optioneel) of zij ook een buisje bloed extra willen afstaan met een duur van twee jaar. De studies zijn zodanig op elkaar voor toekomstig onderzoek. Voor deelname aan de studie is afgestemd dat data sharing met de EORTC van onderzoeks- een informed consent vereist. gegevens van Nederlandse patiënten mogelijk is. Niet-WMO Inclusiecriteria De METC van het UMC Groningen heeft beoordeeld dat de • Volwassen mannen studie niet valt onder medisch-wetenschappelijk onderzoek • Diagnose primair invasief mammacarcinoom met mensen zoals bedoeld in de WMO en heeft op basis (alle stadia toegestaan) hiervan besloten dat er geen positief WMO-oordeel nodig is • In staat zijn tot het lezen en begrijpen van Nederlandse om met het onderzoek te mogen starten. Dat betekent dat tekst en tot het geven van informed consent er geen onderzoeksverklaring en lokale haalbaarheidstoet- Het is van belang om de patiënt aan te melden voor de sing noodzakelijk is. studie vóórdat de behandeling is gestart, omdat op dit baseline-moment een vragenlijst over kwaliteit van leven Voortgang moet worden voorgelegd aan de patiënt. Inmiddels zijn 43 patiënten geïncludeerd in de studie en hebben ruim 60 centra zich aangemeld voor deelname aan Opzet de studie. Voor registratie van patiënten zijn alle benodigde Net als in de retrospectieve studie worden klinische gegevens documenten ook te vinden op de BOOG-website. betreffende tumorkarakteristieken, behandeling en uitkomst verzameld. Een belangrijk verschil met de retrospectieve Vergoedingen studie is dat in de prospectieve studie vragenlijsten worden Voor deze studie is een eenmalige opstartvergoeding en voorgelegd aan de deelnemende patiënten. Deze vragen- een onderzoekersfee per patiënt beschikbaar. Tevens is een lijsten betreffen (geslachtspecifieke) aspecten van kwaliteit vergoeding voor lokaal datamanagement, weefselverzameling van leven en worden vóór de behandeling, na één jaar en na of bloedafname gereserveerd. vijf jaar ingevuld. Een stukje tumorweefsel wordt centraal Albert Schweitzer Ziekenhuis 2 Atrium Medisch Centrum 3 Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis 3 2 2 Esperanz Gelderse Vallei 1 Haga Ziekenhuis Ikazia Ziekenhuis 3 2 Isala Klinieken 3 Jeroen Bosch Ziekenhuis Kennemer Gasthuis 2 Maasstad Ziekenhuis Martini Ziekenhuis 1 1 Maxima Medisch Centrum 1 Medisch Centrum Alkmaar 1 NKI/AvL Orbis Medisch Centrum 1 Reinier de Graaf Gasthuis 1 Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp 1 Rijnstate Ziekenhuis Spaarne Ziekenhuis 1 1 St. Franciscus Gasthuis 1 St. Jans Gasthuis 1 1 TerGooi Ziekenhuis Universitair Medisch Centrum Groningen 2 1 1 1 1 Radboudumc Universitair Medisch Centrum Utrecht VieCuri Medisch Centrum 0 1 2 3 4 Figuur 3. Inclusie Male Breast Cancer prospectief-studie, peildatum 1 september 2014. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 35 Oproep/overleg voor onderzoek zijn tevens geïncludeerd in de internationa- Mocht u zelf als lokale onderzoeker willen optreden voor deze le EORTC-studie, mits het een primaire en invasieve tumor studie of zich afvragen of uw patiënt in aanmerking komt betreft. Daarin zijn ruim 1.800 patiënten geïncludeerd, waar- voor deze studie, dan kunt u contact opnemen met het van 838 afkomstig zijn uit Nederland. In totaal is van 1.063 BOOG Study Center. patiënten uit Nederland tumorweefsel ontvangen en hierop is een centrale pathologische review uitgevoerd en zijn Coördinatoren: C.J. van Asperen (LUMC), C.P. Schröder (UMCG) en J.W.M. Martens (Erasmus MC) Contact: BOOG Study Center, N.H. Dijkstra: [email protected], tel.: 020 346 25 47 TMA’s gemaakt. Van 690 patiënten zijn CRF’s ingevuld retour ontvangen. Van een deel van deze patiënten is definitief geen status te vinden of te raadplegen. In 424 gevallen zijn zowel tumorweefsel als klinische gegevens compleet. Voor de retrospectieve studie zullen klinieken actief worden benaderd om alsnog de ontbrekende aanvullende klinische gegevens uit de klinieken te kunnen achterhalen, zodat de analysefase kan worden afgerond. Daaronder vallen ook nevenstudies op het gebied van de pathologie (Erasmus MC), de micro-omgeving van tumorcellen (UMCG) en de klinische genetica (LUMC). Een voorlopige analyse van de klinisch gene- Studies in follow-up Studies in follow-up BOOG 2009-04 Male Breast Cancer (retrospectieve studie) Clinical and biological characterization of Male Breast Cancer: an international retrospective EORTC, BIG and NABCG intergroup study Opzet tische resultaten uit dit cohort heeft geleid tot een abstract en presentatie op de ESHG 2014 (Van Asperen et al., Male BC in the Netherlands: uptake and outcome of BRCA testing). Tijdens de SABCS (december 2014) zullen de eerste resultaten van de EORTC-studie mondeling worden gepresenteerd. Coördinatoren: C.J. van Asperen (LUMC), C.P. Schröder (UMCG) en J.W.M. Martens (Erasmus MC) Contact: BOOG Study Center, N.H. Dijkstra: [email protected], tel.: 020 346 25 47 Borstkanker bij mannen is een zeldzame aandoening. De EORTC heeft het initiatief genomen voor een internationale, retrospectieve studie naar borstkanker bij mannen. Met een subsidie van Pink Ribbon is de BOOG in 2010 gestart met de retrospectieve Male Breast Cancer-studie om voor Nederland de klinische gegevens en tumorweefsel te kun- Studies in opstart nen verzamelen van alle mannen bij wie in de periode 19892009 de diagnose borstkanker is gesteld. Klinische gegevens zijn voor een deel verkregen van de Nederlandse BOOG 2014-05 INFLAME Kankerregistratie. Aanvullende klinische gegevens zijn opgevraagd in de klinieken. Alle gegevens worden verzameld in een hiervoor gecreëerde database. Tumorweefsel is met Towards optimal treatment of inflammatory breast cancer patients behulp van PALGA opgevraagd en wordt verzameld in een centraal laboratorium in het Erasmus MC. Opzet De INFLAME-studie heeft betrekking op inflammatoir mam- Voortgang macarcinoom (IBC). Dit is een zeldzame (< 1%) vorm van In totaal bestaat de Nederlandse studiepopulatie uit 1.487 borstkanker, die zich met name bij relatief jonge vrouwen mannen. Patiënten van wie tumorweefsel beschikbaar is voordoet. IBC lijkt op een infectie en onbekendheid hiermee 36 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 kan de diagnose vertragen. Dit draagt bij aan een ongunstiger subgroepen van borstkanker. Het project wordt gefinancierd beloop ten opzichte van andere vormen van borstkanker, zelfs door Alpe d’HuZes en KWF Kankerbestrijding. Het onder- bij vergelijkbare stadia. Er is dan ook grote behoefte aan zoeksprotocol is beoordeeld door de centrale METC van het een behandeling die specifiek is gericht op IBC om de prog- UMCG als niet-WMO-plichtig. nose te verbeteren. Hiervoor is bij een zeldzame ziekte zoals IBC een multicentrumaanpak noodzakelijk. De INFLAME-studie wordt door het UMCG, Erasmus MC en AvL samen met de BOOG gecoördineerd. Hierbij is het doel om een Nederlandse prospectieve IBC-registratie en biobank op te zetten als basis voor verbetering van IBCkennis en alertheid bij patiënten en professionals. Op basis van de verkregen moleculaire kennis wordt vervolgens een specifiek op IBC gerichte behandelstudie verricht. Op deze manier kan de INFLAME-studie mogelijk bijdragen aan een verbeterde prognose bij IBC en kan het als voorbeeld dienen Coördinatoren: C. Schröder (UMCG), J. Martens (Erasmus MC), G. Sonke (AvL) en J. Wesseling (AvL) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 voor toekomstig kankeronderzoek bij toenemend kleine Melden van SAE’s en SUSAR’s Onderzoekers zijn verplicht voor patiëntgebonden onderzoek met geneesmiddelen om SAE’s en SUSAR’s direct (binnen 24 uur na optreden of ontdekken) te melden bij het centrale trialbureau van de studie via de voor de desbetreffende studie verstrekte formulieren. Klankbordgroep ‘kostenbeheersing bij onderzoekers-geïnitieerde studies’ Ervaart u budgetgerelateerde problemen bij het opstarten van onderzoekersgeïnitieerde studies? Stuur een e-mail naar [email protected] t.a.v. Ellen Hienkens. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 37 Interview Janne de Jonge, lid patiëntenadviesgroep: “Een patiënt kijkt anders naar een studie dan een onderzoeker” Dit jaar heeft de BOOG in samenwerking met Borstkankervereniging Nederland (BVN) een patiëntenadviesgroep opgericht die is getraind om studievoorstellen, onderzoeksprotocollen en patiënteninformatie te beoordelen. Janne de Jonge is een van de 12 leden van de patiëntenadviesgroep. Zij wil met haar deelname bijdragen aan de verbetering van de borstkankerzorg. Janne de Jonge “Ik heb op 27-jarige leeftijd borstkanker gekregen”, vertelt De regio Noord (A), regio Midden (B) en regio Zuid (C). Inmiddels Jonge. “Dat is nu drie jaar geleden. Er gebeurt dan veel in korte heeft de subgroep regio Noord, waar De Jonge lid van is, tijd. Je moet keuzes maken en soms weet je niet eens dat er één studievoorstel beoordeeld. “We hebben alle informatie keuzes zijn. Pas achteraf besef je wat je hebt doorgemaakt. doorgenomen, besproken en gezamenlijk het beoordelings- Nu wil ik mijn bijdrage leveren aan het verbeteren van de formulier ingevuld. Dit formulier is naar de onderzoekers zorg door vanuit patiëntenperspectief te kijken naar borst- gestuurd en daarop hebben we weer uitgebreide feedback kankeronderzoek.” gekregen. Als patiënt denk je aan andere dingen dan een professional, bijvoorbeeld als het gaat om de belasting van een patiënt of de animo om mee te doen aan een bepaald Scholing onderzoek. En sommige dingen weten wij juist weer niet, In maart van dit jaar hebben twee scholingsdagen plaatsge- omdat wij niet bekend zijn met algemene onderzoeken. Het vonden ter voorbereiding op de adviesfunctie. Hierin kwamen is prettig om te zien dat onze suggesties serieus zijn be- onder andere de volgende onderwerpen aan bod: algemene keken en er ook wat mee wordt gedaan. Ik vind het heel terminologie, het ontstaan van borstkanker, anatomie, inci- interessant om te doen en te zien waar de onderzoekers dentie, verschillende vormen en fasen van behandeling, en mee bezig zijn.” informatie over BVN en de BOOG. “Ook werd uitgelegd wat klinisch en translationeel onderzoek is. Daarnaast werd een dag verzorgd door Stichting Tools, een organisatie die veel Persoonlijk ervaring heeft met het geven van trainingen op het gebied van Soms wordt het wel heel persoonlijk. “Als je hoort dat iemand patiëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek. Zij ver- met dezelfde soort borstkanker nu uitzaaiingen heeft en niet telden wat onze rol is, het belang ervan en hoe je te werk kunt meer beter wordt, komt dat heel dichtbij. Dat het dichtbij gaan. Vervolgens hebben we geoefend om aan de hand van komt vanuit het onderzoek zelf vind ik juist hoopgevend. De het beoordelingsformulier een studievoorstel te beoordelen.” onderzoekers doen er alles aan om de borstkankerzorg te verbeteren. Door onderzoeksvoorstellen en -protocollen voor te leggen aan patiënten kunnen er aandachtspunten naar voren Eerste beoordeling komen waar een onderzoeker misschien niet bij stilstaat. De De patiëntenadviesgroep is onderverdeeld in drie subgroepen: onderzoeken worden daardoor nog beter.” 38 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Verpleegkundig adviesgroep Manon Komen, Edith van Druten, voorzitter van de voorzitter a.i. van Verpleegkundig de Verpleegkundig adviesgroep adviesgroep Leden Activiteiten Manon Komen (vz), researchcoördinator oncologie, De verpleegkundig adviesgroep bestaat inmiddels uit 12 Medisch Centrum Alkmaar en promovendus LUMC leden die zich dit jaar enthousiast hebben ingezet voor de Erika ten Berge, researchcoördinator, Deventer Ziekenhuis BOOG. Zij hebben de studieprotocollen en patiënteninfor- Monique de Boer, researchverpleegkundige, OLVG matie beoordeeld en/of studiedocumenten ontwikkeld van de Saskia Brouwer, researchverpleegkundige, Rijnstate volgende studies: Train-2, DIRECT, Triple-B, PERNETTA en een Edith van Druten (vz a.i.), researchverpleegkundige, RdGG aantal algemene templates. Edith van Druten heeft verschillen- Hilde van Haaren-de Haan, researchcoördinator, de studiedocumenten ontwikkeld voor de BELLE-3-studie. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Twee researchverpleegkundigen, Monique Kuipers en Saskia AnneMarie Kuijs, researchverpleegkundige, Brouwer, doen hetzelfde voor de MONALEESA-2-studie. Ook Catharina Ziekenhuis ondersteunen zij de deelnemende centra met het opstarten Monique Kuipers, researchverpleegkundige, van de studie. De verpleegkundig adviesgroep heeft een bij- Ziekenhuisgroep Twente drage geleverd aan de Patiëntenadviesgroep. Erika ten Berge Inge Paas, researchverpleegkundige, Wilhelmina Ziekenhuis heeft een scholing gegeven aan de leden waarin zij haar er- Marja Portz, nurse practitioner, Orbis MC varing als researchcoördinator heeft gedeeld en uitleg heeft Tineke Rienks-Bosma, trialverpleegkundige, Medisch gegeven hoe studies kunnen worden beoordeeld. Een aantal Centrum Leeuwarden leden participeert ook in de Klankbordgroep. Patricia Sierink, trialcoördinator, Esperanz Contactpersoon: Samenstelling Suzanne Reitsma, projectmedewerker, BOOG SC Voorzitter Manon Komen is in verband met zwangerschapsverlof van juli t/m november 2014 afwezig. Haar rol wordt in deze maanden overgenomen door Edith van Druten. Taken We nemen dit jaar afscheid van Jan Ouwerkerk (LUMC) en Inge De verpleegkundig adviesgroep bestaat uit ervaren research- Eekhout (AvL). Hartelijk dank voor jullie inzet in de advies- verpleegkundigen die advies geven over onderzoeksvoor- groep. Daarnaast willen we de nieuwe leden verwelkomen stellen op logistieke en praktische aspecten om de uitvoer- die de adviesgroep hebben versterkt: Inge Paas, research- baarheid van de studies te vergroten. De adviesgroep is verpleegkundige in het Wilhelmina Ziekenhuis, Monique de hiervoor in een vroeg stadium van protocolontwikkeling Boer, researchverpleegkundige in het Onze Lieve Vrouwe betrokken. Daarnaast biedt de groep ondersteuning bij het Gasthuis en Hilde van Haaren-de Haan, researchcoördinator ontwikkelen en uniformeren van studieondersteunende in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. documenten. Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 39 Resultaten BOOG-studies BOOG 2006-02 OMEGA A randomized, open-label phase III study of first-line chemotherapy in elderly metastatic breast cancer patients, comparing intravenous pegylated liposomal doxorubicin with oral capecitabine; and the incorporation of a clinical geriatric assessment BOOG 2006-04 TEAM IIa Multicentre, prospective phase II trial investigating the efficacy of neoadjuvant hormonal therapy with exemestane for six months Resultaten De TEAM-IIa-studie onderzocht de effectiviteit van zes maan- Resultaten den neoadjuvante endocriene therapie met exemestaan. De OMEGA-studie is een prospectief gerandomiseerde studie Recentelijk is het manuscript over het primaire eindpunt van waarin liposomaal doxorubicine is vergeleken met capecita- de TEAM-IIa-studie gepubliceerd in het European Journal of bine als eerstelijnsbehandeling bij patiënten van 65 jaar of Cancer. De grootte van de tumoren was na zes maanden neo- ouder. De OMEGA-studie is in augustus 2011 voortijdig ge- adjuvante therapie met exemestaan significant kleiner dan sloten door leveringsproblemen van liposomaal doxorubici- na drie maanden. Hierdoor was borstsparende chirurgie bij ne en een trage inclusie. Vijfentwintig deelnemende zieken- meer patiënten mogelijk. Deze studie ondersteunt de uitkomst huizen includeerden in totaal 78 patiënten, van wie 54% 75 van de 13e St. Gallen International Breast Cancer Conference, jaar of ouder was en 22% een WHO-performance score waarin deskundigen stemden voor het doorgaan met neo- van 2 had. Bij alle patiënten werd een geriatrisch assess- adjuvante endocriene therapie tot maximale respons. ment verricht bij aanvang van de studie en na 12 en 24 weken behandeling met chemotherapie. Nevenstudies Liposomaal doxorubicine en capecitabine werden beide Op dit moment worden meerdere nevenstudies geanalyseerd goed verdragen en toonden vergelijkbare effectiviteit, ook en uitgevoerd. Een manuscript over exemestaan-specifieke bij minder fitte patiënten. Een artikel met onder andere de bijwerkingen en de associatie met respons is in voorbereiding. analyse van het primaire eindpunt is in februari 2014 verschenen in de Annals of Oncology. Samen met Johanneke Portielje als voorzitter van Gerionne wordt gewerkt aan een vervolgstudie naar palliatieve chemotherapie en de waarde van geriatrische assessments bij ouderen met gemetastaseerd mammacarcinoom. Coördinatoren: C. Smorenburg (AvL), H. Wymenga (MST), C. Seynaeve (Erasmus MC), J.W.R. Nortier en E. Maartense Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 Coördinatoren: S.C. Linn (AvL), C. van der Velde (LUMC), J.W.R. Nortier, V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) en C.M.J.C. Seynaeve (Erasmus MC) Contact: Datacenter LUMC: [email protected], tel.: 071 526 3500 BOOG 2007-01 ALTTO Adjuvant Lapatinib and/or Trastuzumab Treatment Optimisation study Resultaten Patiënten met HER2- positief primair mammacarcinoom zijn gerandomiseerd tussen één jaar trastuzumab versus één jaar 40 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 lapatinib versus trastuzumab gevolgd lapatinib versus één respons (pCR), gedefinieerd als afwezigheid van een inva- jaar trastuzumab + lapatinib. Na de interim-analyse in 2011 is sieve component in de borst. De studie bevat een aantal de arm met lapatinib alleen gesloten. De ziektevrije overleving (optionele) nevenstudies. In totaal zijn er 202 patiënten ge- is de primaire vraagstelling in deze studie. Secundaire vraag- ïncludeerd. stellingen zijn algehele overleving, tijd tot recidief of meta- Het percentage patiënten met een pCR was gelijk in beide stasen op afstand en het optreden van hersenmetastasen. armen (21% vs. 16%; oddsratio 1,44 (95%-betrouwbaar- De langverwachte resultaten van de fase III-ALTTO-studie heidsinterval 0,67-3,10)). De toxiciteit in beide armen was blijken geen extra voordeel op te leveren voor het toevoegen acceptabel. De cumulatieve dosis was lager in de AC-T-arm; van lapatinib aan trastuzumab in de adjuvante behandeling dit is kosteneffectiever. van HER2-positieve borstkanker. De resultaten werden door Zowel voor, halverwege als na de neoadjuvante chemo- Martine J. Piccart-Gebhart, MD, PhD, voorzitter van de Breast therapie werd beeldvorming door middel van echo en MRI International Group (BIG) in Brussel, gepresenteerd op verricht. De bevindingen van echografie en MRI zijn verge- ASCO 2014. leken met de histologische tumorgrootte na neoadjuvante Op dit moment van follow-up is er ook geen statistisch signi- chemotherapie. Deze resultaten worden op korte termijn ficant verschil in de totale overleving met duale (gelijktijdige) gepubliceerd. blokkade of sequentiële anti-HER2-behandeling versus alleen Een andere nevenstudie was het verrichten van een extra trastuzumab. sentinel node (SN)-procedure in de groep patiënten die voor Het was onverwacht dat het toevoegen van lapatinib geen ex- de start van de neoadjuvante chemotherapie bewezen lymfe- tra voordeel liet zien. In Neo-ALTTO (455 patiënten) resulteerde klier-positief waren aan de hand van een punctie, en na de duale HER2-blokkade in een verdubbeling van de pathologi- chemotherapie klinisch lymfeklier-negatief leken. Helaas was sche complete respons (51,3%) versus alleen trastuzumab het aantal patiënten in deze nevenstudie niet erg groot. Om (29,5%) of alleen lapatinib (24,7%) (SABCS 2013). deze reden worden de resultaten van de SN-studie gecombineerd met die van de NEO-ZOTAC en TEAM-IIa. Coördinator: J.R. Kroep (LUMC) Coördinator: V.C.G. Tjan Heijnen (MUMC+) Contact: BOOG Study Center: [email protected], tel.: 020 346 25 47 BOOG 2007-02 Contact: IKNL, locatie Nijmegen: [email protected], tel.: 024 361 68 37 INTENS Sequential vs. upfront intensified neoadjuvant chemotherapy in patients with large resectable and/or locally advanced breast cancer Resultaten Bij patiënten met een lokaal uitgebreid mammacarcinoom BOOG 2008-01 2-2-6 G-CSF Primary G-CSF prophylaxis during the first two cycles only or throughout all chemotherapy cycles in breast cancer patients at risk of febrile neutropenia (2-2-6 study) wordt zowel het adriamycine + cyclofosfamide + docetaxel (TAC)-schema toegepast, als het schema AC gevolgd door T. Resultaten In de INTENS-studie is geloot tussen deze twee behandel- De 2-2-6 G-CSF-studie is een multicentrum fase III-studie bij schema’s die neoadjuvant zijn gegeven. Het primaire eindpunt patiënten met een mammacarcinoom met een verhoogde van de studie is het percentage pathologische complete kans op febriele neutropenie (FN) tijdens de chemotherapie Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 41 (in adjuvante, neoadjuvante of palliatieve setting). Het doel van voor borstkankersterfte). de studie is de meest kosteneffectieve strategie te bepalen: Op dit moment zijn de resultaten van meerdere nevenstudies primaire G-CSF-profylaxe tijdens alle chemotherapiecycli versus geanalyseerd en ingediend voor publicatie. Het gaat om stu- alleen tijdens de eerste twee chemotherapiecycli (= experimen- dies naar circulerende tumorcellen, de waarde van MRI na tele groep) gerelateerd aan de incidentie van febriele neutro- neoadjuvante chemotherapie na borstkanker en de invloed van penie. Deze studie is gefinancierd door ZonMw en Sanofi. vitamine-D-niveau op de effectiviteit van de chemotherapie. De inclusie van patiënten is op 15 december 2009 vroegtijdig In samenwerking met alle andere groepen die ooit in een gestopt, omdat er meerdere gevallen van FN waren gemeld. gerandomiseerde studie de effectiviteit van toevoeging van Er zijn 60 SAE’s gemeld, waarvan 38 gevallen van FN. Het zoledroninezuur aan chemotherapie hebben onderzocht, is grootste deel van de FN-episodes traden op in de experimen- een meta-analyse gedaan. Hierover is een abstract ingediend tele groep. Het verschil was zodanig groot, dat non-inferiority voor het SABCS 2014. nooit meer kon worden aangetoond, ook niet als het aantal patiënten nog zou worden uitgebreid. De onderzoeksvraag is hiermee dus reeds beantwoord met minder patiënten. Indien primaire G-CSF-profylaxe is geïndiceerd, dan dient deze profylaxe gedurende de hele behandeling te worden voortgezet. Inmiddels zijn twee artikelen gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology. Coördinatoren: V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) en M.J.B. Aarts (MUMC+) Contact: IKNL Trialbureau, locatie Zuid: [email protected], tel.: 024 361 68 37 BOOG 2010-01 NEO-ZOTAC Coördinatoren: J.R. Kroep (LUMC) en A. Charehbili (LUMC) Contact: LUMC Datacenter Heelkunde: [email protected], tel.: 071 526 35 00 BOOG 2011-02 Abiraterone Randomized, open-label study of abiraterone acetate (JNJ-212082) plus prednisone with or without exemestane in postmenopausal women with ER+ metastatic breast cancer progressing after letrozole or anastrozole therapy Resultaten A phase III randomized trial with NEOadjuvant chemotherapy (TAC) with or without ZOledronic acid for patients with HER2-negative large resectable or locally advanced breast cancer Op 25 maart 2013 werd de inclusieperiode voor de Abiraterone-studie na 17 maanden afgerond. De sluitingsdatum voor het verzamelen van klinische gegevens werd vastgesteld op 20 september 2013 en de database werd op 25 oktober 2013 gesloten. De klinische en biomarkergegevens werden gepresenteerd op ASCO 2014. Resultaten In Nederland werd een totaal van 21 patiënten geïncludeerd, Het toevoegen van zoledroninezuur aan neoadjuvante TAC- verspreid over zes deelnemende centra. Het benodigde chemotherapie zorgde niet voor een betere pathologische aantal patiënten is hiermee gehaald. Momenteel zijn er respons in de totale NEO-ZOTAC-studiepopulatie. Bij post- geen Nederlandse patiënten meer op actieve behandeling menopauzale vrouwen was er een numeriek voordeel in de en is de verzameling van langetermijngegevens stopgezet. interventiegroep, maar door de aantallen in deze subgroep In deze studie is onderzocht of de combinatie van abiraterone niet statistisch significant. Uit de adjuvante setting is inmiddels met exemestaan betere effectiviteit oplevert dan elk van de bekend dat het toevoegen van bisfosfonaten aan systemische middelen alleen bij postmenopauzale patiënten met NSAI- therapie leidt tot een betere overleving (17% risicoreductie voorbehandelde ER+ gemetastaseerde borstkanker. Uitgangs- 42 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Tabel 6. Klinische en biomarkergegevens van de Abiraterone-studie. Uitkomst PFS, mediaan (maanden) E AA + P AA + P + E n=102 n=89 n=106 3,7 3,7 4,5 1,1 (0,82-1,60) 0,96 (0,70-1,32) 0,437 0,794 n=63 n=52 n=66 8 (13) 5 (10) 15 (23) 0,79 (0,26-2,18) 1.79 (0,82-3,93) 0,603 0,137 HR (95%-BI) p-waarde CBE, n (%) RR (95%-BI) p-waarde HR=hazardratio, HR < 1 favors AA + P of AA + P + E; RR=relatief risico, RR > 1 favors AA + P or AA + P + E. punt hiervan was dat activatie van de androgeenreceptor (AR) of AA + P + E vergeleken met E (zie Tabel 6). Toevoegen van en/of onvolledige remming van agonistische oestrogeen- prednison aan AA onderdrukte de AA-geassocieerde bij- synthese kan bijdragen aan resistentie tegen een sferoïdale werkingen door verhoogde mineraalcorticoïden. aromataseremmer (NSAI). De hypothese is dat gecombineerde remming van de AR met AA en de ER met exemestaan (E) van klinisch voordeel zou kunnen zijn. Helaas bleek de combinatie niet superieur aan abiraterone alleen of exemestaan alleen. Er is geen significant verschil Contact: Kris Beysen, Local Trial Manager, Janssen BeNeLux: [email protected], tel.: +32 479 984 758 gevonden in PFS of CBR tussen behandeling met AA + P Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 43 Recente publicaties BOOG 2001-02 AMAROS J.J. Braun, M. Los, J.G. Schrama, A.E. van Leeuwen-Stok, S.M. de Groot en C.H. Smorenburg Comparison of the sentinel node procedure between patients with multifocal and unifocal breast cancer in the EORTC 10981-22023 AMAROS Trial: identification rate and nodal outcome Breast 2014;23(1):81-7 BOOG 2006-04 TEAM-II M. Donker, M.E. Straver, G. van Tienhoven, C.J. van de Velde, Efficacy of six months neoadjuvant endocrine therapy R.E. Mansel, S. Litière, G. Werutsky, N.J. Duez, L. Orzalesi, in postmenopausal, hormone receptor-positive breast W.H. Bouma, H. van der Mijle, G.A. Nieuwenhuijzen, S.C. cancer patients - a phase II trial Veltkamp, H.A. Westenberg en E.J. Rutgers D.B.Y. Fontein, C.J.H. van de Velde, A. Charehbili, W.M. Eur J Cancer 2013;49(9):2093-100 Meershoek-Klein Kranenbarg, J.W.R. Nortier, J.R. Kroep, H. Putter, G.J. Liefers, S.C. Linn, Y. van Riet, G. Nieuwenhuijzen, B. de Valk, J.M. Meerumterwogt en G. Algie BOOG 2003-02 CALOR Eur J Cancer 2014;50(13):2190-200 Chemotherapy for isolated locoregional recurrence of breast cancer (CALOR): a randomised trial S. Aebi, S. Gelber, S.J. Anderson, I. Láng, A. Robidoux, M. BOOG 2006-06 ATX Martín, J.W.R. Nortier, A.H.G. Paterson, M.F. Rimawi, J.M. Paclitaxel and bevacizumab with or without Baena Cañada, B. Thürlimann, E. Murray, E.P. Mamounas, capecitabine as first-line treatment for HER2- C.E. Geyer, K.N. Price, A.S. Coates, R.D. Gelber, P. Rastogi, negative locally recurrent or metastatic breast cancer: N. Wolmark en I.L. Wapnir a multicentre, open-label, randomised phase 2 trial Lancet Oncol 2014;15(2):156-163 S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, A. Jager, A.J. ten Tije, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den Bosch, J.R. Kroep, J.J. Braun, H. van Tinteren en E. Boven, on behalf of the BOOG 2006-02 OMEGA Dutch Breast Cancer Research Group (BOOG) Eur J Cancer 2014 (conditionally accepted) A randomized phase III study comparing pegylated liposomal doxorubicin with capecitabine as first-line Plasma VEGF-A, angiopoietin-2 (ANG2) and chemotherapy in elderly patients with metastatic soluble(s)TIE2 in patients (pts) with HER2-negative breast cancer: results of the OMEGA study of the locally recurrent or metastatic breast cancer Dutch Breast Cancer Research Group BOOG (LR/MBC) treated with first-line bevacizumab (A) C.H. Smorenburg, S.M. de Groot, A.E. van Leeuwen-Stok, and paclitaxel (T) without or with capecitabine (X) M.E. Hamaker, A.N. Wymenga, H. de Graaf, F.E. de Jongh, S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, N.M. Nota, A. Jager, J.J. Braun, M. Los, E. Maartense, H. van Tinteren, J.W.R. A.W.T. van der Velden, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den Nortier en C. Seynaeve Bosch, J.R. Kroep, J.J. Braun, R.R. de Haas, C.H. Smorenburg, Ann Oncol 2014;25(3):599-605 H. de Graaf, J.E.A. Portielje, M. Los, D.D. Gooyer, H. van Tinteren en E. Boven Baseline comprehensive geriatric assessment is J Clin Oncol 2013;31(suppl):abstract 1072 associated with toxicity and survival in elderly metastatic breast cancer patients receiving single- Plasma VEGF-A, angiopoietin-2 (ANG2) and soluble(s) agent chemotherapy: results from the OMEGA study TIE2 in patients (pts) with HER2-negative locally of the Dutch Breast Cancer Trialists’ Group recurrent or metastatic breast cancer (LR/MBC) M.E. Hamaker, C. Seynaeve, A.N.M. Wymenga, H. van Tin- treated with first-line bevacizumab (A) and paclitaxel teren, J.W.R. Nortier, E. Maartense, H. de Graaf, F.E. de Jongh, (T) without or with capecitabine (X) 44 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, N.M. Nota, A. Jager, Cost effectiveness of primary pegfilgrastim A.W.T. van der Velden, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den prophylaxis in patients with breast cancer at risk Bosch, J.R. Kroep, J.J. Braun, R.R. de Haas, C.H. Smorenburg, of febrile neutropenia H. de Graaf J.E.A. Portielje, M. Los, D.D. Gooyer, H. van M.J. Aarts, J.P. Grutters, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W. Tinteren en E. Boven Dercksen, J.M. Stouthard, H.J. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van Warmerdam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs, V. Mattijssen, C.C. van der Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der Abstract ASCO 2013 BOOG 2005-03 MINDACT High concordance of protein (by IHC), gene (by FISH; Velden, M. Temizkan, E. Batman, E.W. Muller, S.M. van Gastel, M.A. Joore, G.F. Bormen en V.C. Tjan-Heijnen J Clin Oncol 2013;31(34):4283-9. HER2 only), and microarray readout (by TargetPrint) of ER, PgR, and HER2: results from the EORTC 10041/BIG Primary granulocyte colony-stimulating factor 03-04 MINDACT trial prophylaxis during the first two cycles only or G. Viale, L. Slaets, J. Bogaerts, E. Rutgers, L. van ’t Veer, throughout all chemotherapy cycles in patients M.J. Piccart-Gebhart, F.A. de Snoo, L. Stork-Sloots, L. Russo, with breast cancer at risk for febrile neutropenia P. Dell’Orto, J. van den Akker, A. Glas en F. Cardoso; TRANS- M.J. Aarts, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W. Dercksen, J.M. BIG Consortium & the MINDACT Investigators Stouthard, H.J. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van Warmer- Ann Oncol 2014;25(4):816-23 dam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs, V. Mattijssen, C.C. van der Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der Velden, M. Temizkan, E. Batman, E.W. Muller, S.M. van Gastel, G.F. Borm en V.C. Tjan-Heijnen BOOG 2007-02 INTENS J Clin Oncol 2013;31(34):4290-6 Doxorubicin/cyclophosphamide with concurrent versus sequential docetaxel as neoadjuvant treatment in patients with breast cancer BOOG 2009-04 Male Breast cancer B.E. Vriens, M.J. Aarts, B. de Vries, S.M. van Gastel, J. Characterization of male breast cancer: first results of Wals, T.J. Smilde, L.J. van Warmerdam, M. de Boer, D.J. van the EORTC10085/TBCRC/BIG/NABCG International Spronsen, G.F. Borm en V.C. Tjan-Heijnen; Breast Cancer Male BC Program Trialists’ Group of the Netherlands (BOOG) F. Cardoso, J. Bartlett, L. Slaets, C. van Deurzen, E. van Eur J Cancer 2013;49(15):3102-10 Leeuwen-Stok, P. Porter, B. Linderholm, I. Hedenfalk, C. Schröder, J. Martens, J. Bayani, C. van Asperen, M. Murray, C. Hudis, L. Middleton, J. Vermeij, S. Peeters, J. Fraser, M. BOOG 2008- 01 2-2-6 G-CSF Nowaczyk, I.T. Rubio, S. Aebi, C. Kelly, K. Ruddy, E. Winer, C. Nisson, L. Dal Lago, L. Korde, K. Benstead, D. van den Primary granulocyte colony-stimulating factor for Weyngaert, O. Bogler, Th. Goulioti, N. Dif, C. Messina, K. prophylaxis during the first two cycles only or Tryfonidis, J. Bogaerts en S. Giordano throughout all chemotherapy cycles in patients with Abstract SABCS 2014 breast cancer at risk for febrile neutropenia M.J. Aarts, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W. Dercksen, Male breast cancer in the Netherlands: uptake and J.M. Stouthard, J.W.R. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van outcome of BRCA testing. Results of study the Dutch Warmerdam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs, V. Mattijssen, Breast Cancer Research Group (BOOG 2009-04) in C.C. van der Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der Velden, M. Temizkan, collaboration with the EORTC 10085 study E. Batman, E.W. Muller, S.M. van Gastel, G.F. Borm en V.C. C.J. van Asperen, N. Dijkstra, P.J.M. van Hees, W.A.G. van Tjan-Heijnen, on behalf of the BOOG G-CSF study team Zelst-Stams, J.C. Oosterwijk, M.G.E. Ausems, R.A. Olden- J Clin Oncol 2013;31(34):4290-6 burg, M.A. Adank, E.W. Blom, M. Ruijs, T.A.M. van Os, Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD | 45 L.A.M. Janssen, C.H.M. van Deurzen, S. Roshani, J.W.M. Clinical and pathological response after neoadjuvant Martens en C.P. Schroder chemotherapy with or without zoledronic acid for Poster P12.085-S European Society Human Genetics patients with HER2-negative large resectable or stage (ESHG, 2014) II or III breast cancer A. Charehbili, S. van de Ven, G.J. Liefers, V.T.H.B.M. Smit, M.N. Wasser, E. Meershoek-Klein Kranenbarg, A.E. van BOOG 2010-01 NEO-ZOTAC Leeuwen-Stok, C.J.H. van de Velde, J.W.R. Nortier en J.R. Kroep Addition of zoledronic acid to neoadjuvant chemo- Oral presentation, abstract 1858, European Cancer therapy does not enhance tumor response in patients Congress 2013 with HER2-negative stage II/III breast cancer: the NEOZOTAC trial (BOOG 2010-01) NEO-ZOTAC: Efficacy of NEOadjuvant chemotherapy A. Charehbili, S. van de Ven, V.T. Smit, E. Meershoek-Klein (TAC) with or without ZOledronic acid for patients Kranenbarg, N.A. Hamdy, H. Putter, J.B. Heijns, L.J. van with HER2-negative large resectable or stage II or III Warmerdam, L. Kessels, M. Dercksen, M.J. Pepels, E. breast cancer (BC). A Dutch Breast Cancer Trialists’ Maartense, H.W. van Laarhoven, B. Vriens, M.N. Wasser, Groups (BOOG) study A.E. van Leeuwen-Stok, G.J. Liefers, C.J. van de Velde, J.W. A. Charehbili, S. van de Ven, G.J. Liefers, V.T.H.B.M. Smit, Nortier en J.R. Kroep H. Putter, J.B. Heijns, L.J. van Warmerdam, L. Kessels, M. Ann Oncol 2014; 25(5):998-1004 Dercksen, M.J. Pepels, E. Maartense, H. van Laarhoven, B. Vriens, M.N. Wasser, N.A.T. Hamdy, E.M. Meershoek-Klein Kranenbarg, A.E. van Leeuwen-Stok, C.J.H. van de Velde, J.W.R. Nortier en J.R. Kroep Abstract 1028, ASCO Annual Meeting 2013 46 | BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014 Sponsoren Colofon De BOOG is de sponsoren Amgen, Novartis en Roche, en BOOG in Beeld wordt verspreid onder de deelnemers van BOOG-studies en andere belangstellenden, met als doel de lezers optimaal te informeren over nieuwe en open studies met betrekking tot de behandeling van patiënten met borstkanker in Nederland. medesponsoren AbbVie, Agendia, AstraZeneca, Celgene, Eisai, Genomic Health, GlaxoSmithKline, Janssen-Cilag, Merck Sharp & Dohme, Pfizer en Teva zeer erkentelijk voor hun bijdragen ten behoeve van het NABON-BOOGsymposium en de SABCS-avond. De BOOG werkt ook met verschillende van deze farmaceutische bedrijven samen bij de uitvoering van een aantal studies. Bestuur Stichting BOOG Prof. dr. E. van der Wall, internist-oncoloog, voorzitter Prof. dr. E.J.Th. Rutgers, chirurg-oncoloog, secretaris Prof. dr. M.J. van de Vijver, patholoog, penningmeester tot 1-7-2014 Dr. J.H. Maduro, radiotherapeut-oncoloog, penningmeester per 1-7-2014 Dr. R.M. Pijnappel, radioloog, bestuurslid per 1-7-2014 Dr. M.J.C. van der Sangen, radiotherapeut-oncoloog, lid vanuit NABON-bestuur Dr. A. Jager, internist-oncoloog, bestuurslid Mr. drs. P.J. Baars, fiscaal jurist, financieel adviseur BOOG Study Center Dr. A.E. van Leeuwen-Stok, directeur Dr. J.M. Rademaker-Lakhai, clinical study manager Drs. E.H. Hienkens, clinical research service manager Drs. N.H. Dijkstra, projectmedewerker J.R. Kuilman, MSc, projectmedewerker S. Reitsma, MSc, projectmedewerker E. Diemeer, secretaresse tot 1-9-2014 M.L. Broekmans, MSc, administratief medewerker Voor meer informatie, aanmelding als lid of aanvraag van deze nieuwsbrief: Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG) Postbus 9236 1006 AE Amsterdam Tel.: 020 346 25 47 Fax: 020 346 25 97 E-mail: [email protected] Website: www.boogstudycenter.nl Eindredactie Drs. Martine de Wijs, TekstFocus KWF Vormgeving Artee Grafische Vormgeving Fotografie Lex Banning (foto Susan Veenhoff) Suzanne Reitsma (foto medewerkers BOOG Study Center, patiëntencongres, Nortier Lecture) De BOOG is KWF kankerbestrijding zeer erkentelijk voor de financiële ondersteuning van diverse studies en projecten. Disclaimer BOOG in Beeld is met grote zorg voor u samengesteld. Het is echter niet uitgesloten dat er type- of andere fouten over het hoofd zijn gezien. De richtlijnen, criteria en doseringen zoals geformuleerd in de oorspronkelijke protocollen en in de Behandelingsrichtlijnmammacarcinoom (www.oncoline.nl) zijn bindend. Belangrijke data Onderzoekersbijeenkomst Stop & Go, Triple-B, PERNETTA en Biomarker Study Everolimus BOOG plenaire vergadering BOOG-NABONavond SABCS BOOG plenaire vergadering NABON-BOOGsymposium