Neoadjuvante resultaten uit TEAM IIa, INTENS en NEOZOTAC

advertisement
Nieuwsbrief Jaargang 10 | September 2014
BORSTKANKER ONDERZOEK GROEP
Klankbordgroep
‘kostenbeheersing’ gestart
Patiënten geven advies
Neoadjuvante resultaten uit
TEAM IIa, INTENS en NEOZOTAC
Pink Ribbon
partner van de BOOG
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Nieuws
4
Interview met dr. Ruud Pijnappel
Nieuw BOOG-bestuurslid
7
Werkgroep (neo)adjuvante behandeling
- Open studies
- Studies in follow-up
- Studies in opstart
8
9
10
15
Stichting Pink Ribbon vraagt aandacht voor borstkanker.
Stichting Pink Ribbon financiert wetenschappelijk
onderzoek en projecten op het gebied van behandeling,
nazorg en langetermijneffecten van borstkanker met als
doel de juiste behandeling en optimale begeleiding én
een beter en langer leven voor iedere borstkankerpatiënt.
De Borstkanker Onderzoek Groep ontvangt gedurende
vier jaar (2012-2015) een structurele financiële ondersteuning voor het coördineren, initiëren en faciliteren van
wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast biedt Pink Ribbon
financiële ondersteuning aan diverse projecten, zoals
Werkgroep locoregionale behandeling
- Open studies
- Studies in follow-up
- Studies in opstart 16
Overzicht van open BOOG-studies
22
Overzicht van geplande BOOG-studies
23
Interview met Susan Veenhoff
Directeur Pink Ribbon
24
Werkgroep gemetastaseerde behandeling
- Open studies
- Studies in follow-up
25
Werkgroep biomarkers
- Open studies
- Studies in follow-up
- Studies in opstart
33
Interview met Janne de Jonge
Lid patiëntenadviesgroep
38
Verpleegkundig adviesgroep
39
Resultaten BOOG-studies
40
Recente publicaties
44
17
19
20
bijvoorbeeld een onderzoek naar borstkanker bij mannen.
Ook is er dit jaar samen met Borstkankervereniging
Nederland een patiëntenspecial georganiseerd rondom
triple-negatieve borstkanker.
27
31
34
36
36
Voorwoord
Geachte lezer,
Met deze uitgave van BOOG in Beeld informeren wij u over de actuele ontwikkelingen binnen de BOOG en de status van
de diverse BOOG-studies. Het is verheugend om te zien dat na de inclusie- en follow-upfase er in een groot aantal studies
reeds mooie resultaten zijn behaald!
BOOG-bestuurslid prof. dr. Marc van de Vijver, patholoog bij het AMC, heeft per 1 juli afscheid genomen van het BOOG-bestuur.
Hij is negen jaar actief geweest als bestuurslid met als aandachtsgebied de werkgroep Biomarkers en als penningmeester.
In deze jaren zijn er grote ontwikkelingen geweest, zoals het oprichten van de BOOG BV waarin alle studieactiviteiten zijn
ondergebracht. Dr. John Maduro heeft de taken van het penningmeesterschap overgenomen.
Het bestuur is verheugd met de toetreding van dr. Ruud Pijnappel, radioloog bij het UMC Utrecht. Hij zal binnen het bestuur
onder andere de portefeuille voor de werkgroep Biomarkers invullen en contacten daarvoor onderhouden, zie ook het interview
met hem op pagina 7. We verwelkomen hem van harte.
U heeft eind 2013 uw input kunnen geven op de strategie en activiteiten van de BOOG en diverse punten daaruit zijn opgepakt in (nieuwe) activiteiten binnen de BOOG. Zo ontvangt een deel van u deze BOOG in Beeld alleen in digitaal formaat
met handige hyperlinks naar extra informatie op onze website. Dank voor het meedenken!
Het in 2013 gestarte bestuurlijk overleg met andere multidisciplinaire (onderzoeks)groepen als DCCG, HOVON, SONCOS
en DICA is geïntensiveerd. Er wordt gezamenlijk opgetrokken en meegedacht bij onder andere de ontwikkeling van NKR+,
doelmatigheidsregisters en aangeschoven bij beleidsmatig overleg bij KWF om mee te denken over de financiering en infrastructuur voor het uitvoeren van klinisch en translationeel onderzoek.
Er is een Klankbordgroep ‘kostenbeheersing bij onderzoekersgeïnitieerde studies’ opgericht om budgetgerelateerde problemen
bij de uitvoering van onderzoekersgeïnitieerde studies aan te pakken, waarvoor ook de andere Nederlandse onderzoeksgroepen zijn uitgenodigd.
In opvolging van de EU directive uit 2001 is op 2 april 2014 de Europese verordening (European Regulation on Clinical
trials on Medicinal Products for Human Use) aangenomen. De verordening is ontworpen om het goedkeuringsproces voor
geneesmiddelenonderzoek in de Europese Unie te harmoniseren en te vereenvoudigen. Doel is het stimuleren van grensoverschrijdend geneesmiddelenonderzoek. De BOOG houdt de eventuele implicaties van deze verordening voor de Nederlandse wetgeving nauwlettend in de gaten en zal deze tijdig implementeren in de trialprocessen.
De BOOG is zeer actief in het kennisdelen. Op 17 april van dit jaar heeft het NABON-BOOG-symposium weer plaatsgevonden
met een grote opkomst van ruim 300 deelnemers en een goede evaluatie. Kleinschalige meetings zoals de Young investigators
meeting, waarin ervaren en startende promovendi tips & tricks met elkaar uitwisselden, en de GCP-opfriscursus op maat
worden hoog gewaardeerd. Patiëntensymposia zoals over triple-negatieve borstkanker op 19 juni jl. worden in nauwe samenwerking met Pink Ribbon en BVN georganiseerd.
Onderzoekers die geïnteresseerd zijn om te participeren in BOOG-studies zijn van harte welkom zich aan te melden en ook
om de plenaire BOOG-bijeenkomsten bij te wonen. De eerstvolgende bijeenkomst zal op dinsdag 28 oktober 2014 plaatsvinden in het Beatrixgebouw te Utrecht.
Uitgebreide informatie per studie treft u aan op onze website: www.boogstudycenter.nl onder het Studieoverzicht.
Veel leesplezier!
Met vriendelijke groet,
namens het voltallige BOOG-bestuur en BOOG Study Center,
dr. A.E. van Leeuwen-Stok, directeur
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
3
Nieuws
De medewerkers van het BOOG Study Center met v.l.n.r. Erica Diemeer, Jorine Kuilman, Elise van Leeuwen-Stok, Ellen Hienken,
Jeany Rademaker-Lakhai, Suzanne Reitsma, Nizet Dijkstra en Meia Broekmans
Nieuwe medewerkers BOOG Study Center
Patiëntenparticipatie
De pilot ‘Implementatie van patiëntenervaringskennis in
Jeany Rademaker-Lakhai
klinische en translationele studies voor borstkanker’, een
Jeany Rademaker-Lakhai is van oorsprong medisch bioloog.
samenwerkingsproject tussen de BOOG en Borstkanker-
Na haar studie heeft zij haar promotieonderzoek afgerond
vereniging Nederland (BVN), is begin 2014 officieel van start
op de afdeling Medische Oncologische Disciplines in het
gegaan. De doelstelling van dit project is het structureel im-
Antoni van Leeuwenhoek met als titel ‘Clinical pharmaco-
plementeren van een patiëntenadviesgroep. In januari is
logy of metal-based and marine-derived anticancer agents’.
deze patiëntenadviesgroep (PAG) samengesteld en na de
Afgelopen jaren was zij werkzaam als Clinical Research
twee scholingsdagen in maart is de PAG in mei van start
Associate bij Quintiles en als Medical Advisor Oncology bij
gegaan met advies geven op protocollen, synopsissen en
Merck en Excerpta Medica. Vervolgens is zij aan de slag ge-
patiënteninformatiebrieven. Zij geven hun adviezen door het
gaan als Trialmanager op de afdeling Kinderoncologie in het
invullen van een beoordelingsformulier, waarop ook ruimte
AMC. Jeany werkt sinds mei 2014 bij het BOOG Study Center
is voor de onderzoeker om te reageren op deze adviezen
als Clinical Study Manager. Zij zal zich onder meer gaan richten
(zie ook het interview met Janne de Jonge op pagina 42).
op de studies voor gemetastaseerd mammacarcinoom.
Zo willen we inzichtelijk maken wat er met de adviezen van
de PAG gebeurt.
Ellen Hienkens
De adviezen die tot nu toe zijn gegeven, zijn goed ontvangen
Na haar studie Medische Biologie heeft Ellen Hienkens ver-
door de onderzoekers. Het is de bedoeling voor alle nieuwe
schillende rollen vervuld binnen de farmaceutische industrie.
BOOG-studies advies te vragen bij de PAG en het verzoek is
In haar laatste rol als Manager Clinical Research Services bij
hiermee rekening te houden bij het aanbieden van nieuwe
Amgen was zij verantwoordelijk voor de ondersteuning van
studies. Graag benadrukken wij dat een lekensamenvatting
alle klinische studies (zoals METC-indieningen en het afslui-
zowel bij protocollen als bij studievoorstellen gewenst is.
ten van contracten met ziekenhuizen). Tevens heeft zij met
De evaluatie van dit project wordt gedaan door Stichting Tools
Nefarma samengewerkt aan de ontwikkeling van de model-
en het project zal in ieder geval lopen tot eind februari 2015.
contracten (STZ en NFU). Ellen is sinds 1 juni 2014 werkzaam
bij het BOOG Study Center als Clinical Research Services
Manager. Eén van haar belangrijkste taken is het starten en
coördineren van de klankbordgroep ‘Kostenbeheersing bij
onderzoekersgeïnitieerde studies’.
4
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Coördinator: Jorine Kuilman
Contact via [email protected] en
voor verdere informatie www.boogstudycenter.nl.
Patiëntenspecial Triple-negatieve borstkanker gesprek om te laten zien hoe zo’n gesprek kan verlopen.
Op 20 juni 2014 heeft in de Eenhoorn in Amersfoort de pa-
De dag is door de ruim 50 aanwezige deelnemers als positief
tiëntenspecial Triple-negatieve borstkanker (TNBC) plaats-
ervaren en gemiddeld beoordeeld met een 7,7. Aan de hand
gevonden. Deze middag, georganiseerd door BVN, de BOOG
van deze bijeenkomst is een kennisdocument over triple-
en Pink Ribbon, had als belangrijkste doel het verstrekken van
negatieve borstkanker voor patiënten gemaakt dat te lezen
informatie over TNBC en het presenteren van de nieuwste
is op http://pinkribbon.nl/over-borstkanker/patientenspecial-
wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied.
2014.html.
Patiëntencongres 2015
Naar aanleiding van het drukbezochte patiëntencongres van
19 juni 2013 wordt er op 16 januari 2015 een volgend patiëntencongres georganiseerd. Door het congres in januari te houden,
kunnen de nieuwste ontwikkelingen zoals gepresenteerd
op het San Antonio Breast Cancer Symposium (SABCS) in
december 2014 heet van de naald worden gepresenteerd.
Inge Konings, Rianne Oosterkamp en Monica Botter
Klankbordgroep
Binnen de BOOG ervaren we steeds vaker budgetgerelateerde problemen bij het opstarten van onderzoekersgeïnitieerde
De middag werd geopend door dagvoorzitter Inge Konings,
studies. Omdat de problematiek ingewikkeld en uitgebreid
medisch oncoloog bij het VU medisch centrum. Vervolgens
lijkt te zijn, is vanuit de BOOG de klankbordgroep ‘Kosten-
sprak Monica Botter over haar ervaringen als patiënt met TNBC
beheersing bij onderzoekersgeïnitieerde studies’ opgericht.
en was er ruimte voor het publiek om ervaringen uit te wis-
De BOOG wil met dit initiatief faciliterend zijn voor alle
selen. Hierna ging Inge Konings verder in op de achtergrond
BOOG-onderzoekers, overige onderzoeksgroepen en be-
van TNBC en de behandeling hiervan.
trokken ondersteunende specialismen, om zo samen tot
een beter onderzoeksklimaat te komen. Het doel van deze
klankbordgroep is om binnen zes maanden inzicht te krijgen
in oplossingen voor de budgetteringsproblematiek bij onderzoekersgeïnitieerde studies.
Dinsdag 8 juli 2014 heeft de eerste bijeenkomst plaatsgevonden. Een aantal BOOG-onderzoekers en researchmedewerkers
was hierbij aanwezig en we hebben de eerste knelpunten en
eventuele oplossingen in kaart kunnen brengen. Voorbeelden
van mogelijke oplossingen die werden aangedragen zijn: trialparticipatie opnemen in de DOT-systematiek, onderzoekersgeïnitieerde studies (meer) meenemen in het ziekenhuisbeleid,
ontwikkelen van standaardtarieven voor alle studiehandelingen,
inclusief handelingen van de ondersteunende specialismen
(apotheek, laboratorium, radiologie enz.).
Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog bij het Medisch
Acties in vervolg hierop zijn:
Centrum Haaglanden, presenteerde vervolgens de nieuw-
•
Inventarisatie door middel van een oncologie NL-brede
ste wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied. Als
enquête vanalle (budgetgerelateerde) knelpunten rond
afsluiting was er aandacht voor shared decision making. Ri-
onderzoekersgeïnitieerde studies (aug-sept).
anne Oosterkamp en Monica Botter gingen met elkaar in
•
Op 2 oktober wordt een bijeenkomst georganiseerd
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
5
voor BOOG-onderzoekers, andere onderzoeksgroepen,
afgevaardigden van zo veel mogelijk betrokken beroeps-
Oproep aanmelding kandidaten
J.W.R. Nortier lecture groepen (o.a. SONCOS, NVVP, NVZA en NVvR) met als
uitgangspunt de knelpunteninventarisatie.
•
Uiteindelijk zal er vanuit de klankbordgroep een advies
komen voor het oplossen van de problematiek rond de
Ter gelegenheid van het aftreden van prof. dr. J.W.R. Nortier als
onderzoekersgeïnitieerde studies.
voorzitter van de Borstkanker Onderzoek Groep is de J.W.R.
Wanneer u een knelpunt op dit gebied ervaart, vernemen we
Nortier lecture ingesteld. Jonge, getalenteerde onderzoekers
dat graag van u via een e-mail aan: [email protected].
krijgen de kans om een lecture te geven tijdens het NABONBOOG-symposium.
Winnaar J.W.R. Nortier lecture 2014
Dit jaar is de Nortier Lecture gewonnen door dr. Esther Lips
(NKI-AvL). Zij heeft op 17 april een lezing gehouden met de
titel: ‘Voorspelling van respons op neoadjuvante chemotherapie met moleculaire markers’.
Procedure
Deze onderzoeker zal door prof. Nortier persoonlijk worden geselecteerd op basis van excellent werk, blijkend uit zijn of haar
proefschrift of publicaties in het voorgaande jaar. Bij deze keuze
zal prof. Nortier worden geholpen door een driekoppige jury. De
kandidaat mag niet ouder zijn dan 35 jaar, kan een (pre)clinicus of
epidemioloog zijn en houdt zich bezig met wetenschappelijk
onderzoek op het gebied van borstkanker.
Kandidaten dienen door hun supervisor te worden voorgedragen
vóór 1 januari 2015. Dit kan door een aanbevelingsbrief met CV
en publicatielijst van de kandidaat te sturen naar:
BOOG Study Center, Postbus 9236, 1006 AE Amsterdam of per
e-mail: [email protected], o.v.v. kandidaat Nortier lecture.
Begin maart 2015 zal de winnende kandidaat hierover worden
ingelicht. De kandidaat dient in de gelegenheid te zijn om tijdens
het NABON-BOOG-symposium in april 2015 de lezing te verzorgen. Naast de eer van het geven van deze lezing krijgt de
winnaar een certificaat uitgereikt en het bijbehorende beeldje
met inscriptie.
Uitreiking van de J.W.R. Nortier lecture 2014 door
prof. dr. Hans Nortier aan dr. Esther Lips.
6
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Interview
Nieuw BOOG-bestuurslid dr. Ruud Pijnappel:
“De behandeling van
borstkanker is teamwork”
Beeldvorming speelt een belangrijke rol bij de diagnostiek, behandeling en
monitoring van borstkanker. Aanleiding voor de BOOG om radioloog dr. Ruud
Pijnappel uit het UMC Utrecht te benaderen om toe te treden tot het bestuur.
“Ik vind het een eer dat ik hiervoor ben gevraagd en hoop met mijn inbreng nog
meer aandacht te krijgen voor radiologie in klinische studies naar borstkanker.”
Dr. Ruud Pijnappel
De keuze van de BOOG om een radioloog toe te voegen
zou willen, is dat in het beginstadium van een studie naar
aan het bestuur ligt in het verlengde van de rol van de radio-
beeldvorming bij borstkanker door radiologen contact wordt
loog in het multidisciplinaire team rond de behandeling van
gelegd met de BOOG. De BOOG kan dan meedenken over
borstkanker. “In bijna elk onderzoek naar borstkanker wordt
zowel de studieopzet, de haalbaarheid in Nederland als de
immers in meerdere of mindere mate gebruikgemaakt
financiering van de studie.”
van beeldvorming, of het nu gaat om primaire of gemetastaseerde borstkanker”, zegt Pijnappel. “Beeldvorming is vaak
richtinggevend voor het continueren of veranderen van de
Drijfveer
therapie. De rol van beeldvorming bij borstkanker is zowel
Een studie naar de meerwaarde van MRI bij vrouwen met
in de initiële fase als tijdens de behandeling en follow-up
dicht borstklierweefsel zou volgens Pijnappel goed kunnen
van eminent belang.”
passen binnen de BOOG. “Een dergelijke studie wordt
nu in meerdere centra uitgevoerd bij vrouwen bij wie het
screeningsmammogram in het kader van het Bevolkings-
Radiologie bij borstkanker
onderzoek op Borstkanker geen afwijkingen laat zien. De
Pijnappel vindt de BOOG een belangrijke organisatie, waarbij
hypothese van de studie is dat bij dicht klierweefsel, waar-
de inbreng van een radioloog van toegevoegde waarde kan
van bekend is dat afwijkingen soms moeilijker zichtbaar zijn
zijn. “Vroeger zaten radiologen altijd in een ondersteunende
op een mammografie, MRI meerwaarde heeft. Doel van de
rol, maar radiologie komt steeds meer op de voorgrond te
studie is om uit te zoeken of de toevoeging van MRI uit-
staan. Er zijn veel in onderzoek geïnteresseerde radiologen
eindelijk zal leiden tot een verbetering van de borstkanker-
actief in Nederland die we, naast hun ondersteunende rol bij
screening bij deze specifieke populatie. Tevens wordt ge-
klinische onderzoeken naar borstkanker, kunnen enthousias-
ëvalueerd of toevoeging van MRI kosteneffectief is. Een
meren om studies te starten waarbij beeldvorming ‘leidend’
van mijn drijfveren als bestuurslid is om radiologen bewust
is. De beeldvorming is overigens nooit los te zien van interne
te maken van de mogelijkheden die de BOOG biedt om dit
geneeskunde, heelkunde en pathologie. Waar ik naartoe
soort onderzoek te ondersteunen.”
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
7
Werkgroep
(neo)adjuvante behandeling
neoadjuvante chemotherapie met TAC bij patiënten met HER2negatieve tumoren. De eerste patiënte is in februari 2014 in het
LUMC geïncludeerd. Inmiddels zijn 6 centra geopend en zijn
9 patiënten geïncludeerd.
Doelstelling
Dr. Gabe Sonke,
De werkgroep heeft de ambitie om tot een portfolio te komen
voorzitter Werkgroep
waarin voor de verschillende subtypen mammacarcinoom
(neo)adjuvante
in zowel adjuvante als neoadjuvante setting studies zijn ge-
behandeling
opend. Daarbij is voor de behandelend oncoloog niet de
vraag óf er voor een patiënt een studie beschikbaar is, maar
welke studie beschikbaar is. Studies hebben bij voorkeur
Leden
een sterk translationeel karakter met de mogelijkheid tot
Gabe Sonke (vz), medisch oncoloog, AvL
het analyseren van weefselbiopten voor identificatie van
Maaike de Boer, medisch oncoloog, MUMC+
prognostische en voorspellende factoren. Tevens is er de
Paula Elkhuizen, radiotherapeut, AvL
wens om met het nemen van biopten tijdens neoadjuvante
Judith Kroep, medisch oncoloog, LUMC
behandeling vroege maten voor responsbepaling te ontwik-
Maartje Los, medisch oncoloog, St Antonius Nieuwegein
kelen. Ook zogenoemde window-studies bieden hiervoor
Caroline Smorenburg, medisch oncoloog, AvL
een goede mogelijkheid, waarin patiënten na afname van
Arjen Witkamp, chirurg, UMCU
tumorbiopten gedurende ongeveer twee weken voorafgaand
Elise van Leeuwen-Stok, study manager, BOOG SC
aan primaire chirurgie worden behandeld met een op onderzoek gerichte behandeling. Surrogaateindpunten zoals PEPI-
Contactpersonen BOOG-bestuur:
Agnes Jager en Maurice van der Sangen
scores of Ki67-daling bepaald op het resectiemateriaal zijn
van grote waarde om effectiviteit van de behandeling vast te
stellen. Verschillende studies met neoadjuvante hormonale
Samenstelling
therapie en met CDK4/6-remmers liggen op de tekentafel.
De samenstelling van de werkgroep (neo)adjuvante behan-
Tijdens de Brainstorm meeting medio april zijn ook twee studie-
deling is het afgelopen jaar onveranderd gebleven na de
voorstellen specifiek gericht op de oudere patiënt voorgesteld:
grote veranderingen in het jaar daarvoor.
het ADVANCE-voorstel wil onderzoeken of adjuvante behandeling altijd noodzakelijk is bij mammasparende behandeling.
Studies
Het 70+-voorstel wil de haalbaarheid van adjuvante chemo-
Het afgelopen jaar zijn drie studies succesvol afgerond,
therapie bij HR-positieve oudere patiënten onderzoeken. Een
te weten de TEAM-IIb-studie, de APHINITY-studie en de
voorstel voor de (neo)adjuvante behandeling van oligometa-
SafeHer-studie. De resultaten van deze studies worden vol
stasen is ingediend bij Alpe d’HuZes. De OLYMPIA-studie,
belangstelling tegemoet gezien. Inmiddels zijn twee nieuwe
een internationale adjuvante BIG-studie met olaparib, is in de
studies gestart. De TRAIN-2-studie onderzoekt in neoadju-
opstartfase. Ook in de neo-OLYMPIA-studie was door vier
vante setting bij patiënten met een HER2-positieve tumor
centra in Nederland interesse getoond, maar de verdere ont-
welk chemotherapieschema (met of zonder anthracyclines)
wikkeling van het huidige design is door de BIG stopgezet op
het beste kan worden gecombineerd met dubbele HER2-
basis van resultaten uit andere studies die zijn gepresenteerd
blokkade met trastuzumab en pertuzumab. De eerste patiënte
tijdens ASCO 2014. De interesse in de POSITIVE trial, een
is in december 2013 geïncludeerd in het Antoni van Leeuwen-
fase-2-studie voor jonge vrouwen die zwanger willen worden
hoek. Inmiddels zijn ruim 20 centra geopend en 68 patiënten
en daarvoor twee jaar hormonale therapie willen onderbreken,
geïncludeerd. De inclusie van de studie loopt daarmee vanaf
wordt binnenkort geënquêteerd.
het begin al voor op de geplande inclusiesnelheid. De DIRECT-
De werkgroep nodigt alle BOOG-leden en andere geïnte-
studie onderzoekt de veiligheid en effectiviteit van calorie-
resseerden van harte uit om met nieuwe studievoorstellen
restrictie door middel van laagcalorische voeding tijdens
te komen.
8
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Open studies
BOOG 2012-13
(dag 1 en 8). Alle patiënten krijgen vanaf de eerste kuur
dubbele HER2-blokkade met trastuzumab en pertuzumab.
Het primaire eindpunt is het percentage pathologisch com-
TRAIN-2
plete remissie bij operatie. Secundaire eindpunten zijn (ziektevrije) langetermijnoverleving, toxiciteit en percentage borst-
Optimizing neoadjuvant systemic
treatment in HER2-positive breast
cancer: the TRAIN-2 study
sparende chirurgie. De optionele nevenstudie, met afname
Opzet
heeft van een van de twee behandelingen zoals gegeven in
In deze open-label, multicentrumstudie wordt onderzocht
deze studie.
van extra tumorbiopten en een bloedmonster, beoogt biomarkers te vinden om een specifieke subgroep van HER2positieve tumoren te identificeren, die in het bijzonder voordeel
welk chemotherapieschema, met of zonder anthracyclines,
het best kan worden gecombineerd met dubbele HER2-
Status
blokkade met trastuzumab en pertuzumab in de neoadju-
In december 2013 is de studie als eerste geïnitieerd in het
vante behandeling van het stadium II en III HER2-positieve
Antoni van Leeuwenhoek. Inmiddels is de studie al open
mammacarcinoom.
in 22 centra en uiteindelijk zullen meer dan 30 centra deel-
Patiënten worden gerandomiseerd tussen: a) 3 x FE90C ge-
nemen. Momenteel zijn 68 patiënten geïncludeerd en de
volgd door 6 x driewekelijks carboplatine plus paclitaxel (dag
streefinclusie bedraagt 440 patiënten. De verwachte looptijd
1 en 8) en b) 9 x driewekelijks carboplatine met paclitaxel
van de studie is vier jaar. Inclusie loopt momenteel voor op
de planning. De pertuzumab in deze studie wordt verstrekt
en vergoed door Roche. Bestelling verloopt geautomatiseerd
Tabel 1. Inclusie TRAIN-2-studie, peildatum
1 september 2014.
via het randomisatiesysteem.
Amstelland Ziekenhuis
0
Datamanagement
Atrium Medisch Centrum
0
Dataregistratie verloopt door middel van een elektronisch
Bronovo Ziekenhuis
3
Catharina Ziekenhuis
4
Deventer Ziekenhuis, loc. Geertruiden
2
Diaconessenhuis Meppel
0
Esperanz, Zaans Medisch Centrum
0
Haga Ziekenhuis, loc. Leyweg
1
Isala
12
Kennemer Gasthuis, loc. Zuid
3
80
Leids Universitair Medisch Centrum
1
70
Medisch Centrum Leeuwarden
1
NKI/AvL
22
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
1
Orbis Medisch Centrum
2
Reinier de Graaf Gasthuis
10
Spaarne Ziekenhuis
1
20
St. Elisabeth Ziekenhuis
0
10
VieCuri Medisch Centrum
0
0
Vlietland Ziekenhuis, loc. Schiedam
2
Ziekenhuis Rivierenland
3
Ziekenhuis St. Jansdal
0
CRF (eCRF). Inlogcodes voor het invullen van het eCRF
worden verstrekt aan de datamanagers van de locaties en
deze worden verstuurd na randomisatie van de eerste patiënt,
inclusief een handleiding.
Wilt u deelnemen aan deze studie, neem dan contact op
met het BOOG Study Center of de studiecoördinator.
Actueel
Verwacht
60
50
40
30
dec.
2013
jan.
2014
feb.
2014
maart
2014
april
2014
mei
2014
juni
2014
juli
2014
aug.
2014
Figuur 1. Inclusie TRAIN-2-studie, verwacht versus actueel.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
9
Coördinatoren:
dr. G.S. Sonke (hoofdonderzoeker) en
mw. M.S. van Ramshorst (studiecoördinator), AvL
Contact:
Studiecoördinator M.S. van Ramshorst:
[email protected], tel.: 020 512 61 69
Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65
BOOG Study Center: [email protected],
tel.: 020 346 25 47
Tabel 2. Inclusie DIRECT-studie, peildatum
1 september 2014.
Bronovo Ziekenhuis
0
Deventer Ziekenhuis
2
Leids Universitair Medisch Centrum
6
Medisch Centrum Alkmaar
0
LangeLand Ziekenhuis
1
VieCuri Medisch Centrum
0
patiënten geïncludeerd (augustus 2014). Momenteel nemen
14 ziekenhuizen deel, waarvan 6 centra (LUMC, LangeLand
BOOG 2013-04
DIRECT
Ziekenhuis, Deventer ziekenhuis, Viecuri, Bronovo en Medisch
Centrum Alkmaar) reeds open zijn voor inclusie. Nieuwe
ziekenhuizen zijn welkom. De geplande inclusietijd voor 250
DIetary REstriction as an adjunct to
neoadjuvant ChemoTherapy for HER2negative breast cancer
Opzet
patiënten loopt tot eind 2016.
Coördinatoren:
J. Kroep en S. de Groot (LUMC)
DIRECT is een prospectieve, gerandomiseerde, fase II/IIIstudie naar het effect van Chemolieve™ op de bijwerkingen
en effectiviteit van neoadjuvante chemotherapie. Chemolieve is een speciaal ontworpen laagcalorisch dieet dat preklinisch gelijke effecten heeft laten zien als kortdurend
Contact:
S. de Groot: [email protected]
Datacenter Heelkunde LUMC:
[email protected], tel.: 071 526 35 00
vasten. De DIRECT-studie is een onderzoekersgeïnitieerdestudie waarvoor financiering is van Pink Ribbon en Amgen.
Belangrijkste inclusiecriteria zijn WHO 0-2, leeftijd ≥ 18 jaar,
HER2-negatieve borstkanker stadium II of III, adequate
orgaanfunctie, BMI > 19 kg/m2 en afwezigheid van diabetes
mellitus. Het primaire eindpunt voor het fase II-deel is de
graad III/IV-toxiciteit (NCI CTC-AE v4.03) en voor het fase
Studies in follow-up
III-deel de pathologische complete respons (Miller en Payne).
Secundaire eindpunten zijn graad I/II-toxiciteit, metabolische
en inflammatoire respons op chemotherapie, kwaliteit van
BOOG 2005-02
MATADOR
leven en (ziektevrije) overleving.
Translationeel onderzoek bestaat uit bloedonderzoek naar
biomarkers als SNP’s, proteomics en cytokinen (nevenstudie)
Microarray Analysis in breast cancer to
Tailor Adjuvant Drugs Or Regimens
en naar DNA-schade en voedingsstoffensignaleringsroutes
in leukocyten. In de tumor zal worden gekeken naar Ki-67,
Opzet
tumor-stromaratio, immunologisch profiel, DNA-schade en
Het doel van deze studie is te onderzoeken of het mogelijk
voedingsstoffensignaleringroutes.
is voorspellende moleculaire classifiers te ontwikkelen met
gebruik van tumorvriesmateriaal van 600 patiënten die heb-
Status
ben geloot voor adjuvant 6 x AC dose dense of 6 x TAC, en
De inclusie is in februari 2014 gestart en inmiddels zijn er 9
de bijbehorende follow-upgegevens.
10
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Status
De inclusie is succesvol afgerond. Dank aan alle studieteams voor hun niet-aflatende inzet. Sinds 1 april 2013 is
Annelot van Rossum als arts-onderzoeker aangesteld om
de eerste analyses voor de MATADOR-studie samen met
Mark Opdam te gaan verrichten. Inmiddels hebben 44 van
Coördinator:
E. Rutgers (AvL)
Contact:
J. Remmelzwaal (AvL):
Tel.: 020 512 26 32 of [email protected]
de benodigde 50 events bij de eerste 200 patiënten plaatsgevonden. De eerste RNAseq-experimenten zijn gestart.
Tumormateriaal
Klinische gegevens en bijbehorend tumormateriaal is nog niet
BOOG 2006-01
DATA
van alle patiënten ontvangen door het Antoni van Leeuwenhoek. Materiaal van twee centra ontbreekt nog. Graag uw aandacht hiervoor, aangezien de hoofdvraag van deze studie niet
Different durations of Anastrozole after 2
to 3 years Tamoxifen as Adjuvant therapy
te beantwoorden is als er geen weefsel (en tijdige gegevens)
worden ingestuurd! Tevens wordt de onderzoekersvergoeding
Opzet
pas uitgekeerd als de gegevens en het materiaal ontvangen zijn.
In deze studie zijn postmenopauzale vrouwen die reeds
Het verzenden van vriesmateriaal wordt door het Antoni van
twee tot drie jaar adjuvante behandeling met tamoxifen
Leeuwenhoek gecoördineerd. Bij vragen over tumormateriaal
hebben gehad gerandomiseerd tussen een vervolgbehan-
graag contact opnemen met Mark Opdam, Annelot van
deling van drie of zes jaar anastrozol. Primair eindpunt in de
Rossum of Loes Pronk.
studie is ziektevrije overleving. Inclusie van het benodigde
aantal van 1.900 patiënten om de onderzoeksvraag te kunnen
Coördinatoren:
H.M. Oosterkamp (Medisch
Centrum Haaglanden) en S.C. Linn (AvL)
beantwoorden is behaald op 23 juli 2009.
Visiteschema (behandeling en follow-up)
Voor alle patiënten in de DATA-studie geldt dat jaarlijkse
Contact:
Studiecoördinatoren: M. Opdam en A. van Rossum
Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65
follow-up tot minimaal 12 jaar na randomisatie moet plaatsvinden. Dit kan zowel door visites als door middel van telefonische consulten.
Aandachtspunten
BOOG 2005-03
MINDACT
Patiënten in arm A (drie jaar anastrozol) komen pas na zes
jaar in de follow-up. Tot die tijd komen deze net als patiënten
in arm B (zes jaar anastrozol) tweemaal per jaar voor controle.
Microarray In Node negative and 1-3 node
positive disease may Avoid Chemotherapy
Datamanagement
De eindanalyse van de DATA-studie staat gepland voor het
Status
voorjaar van 2016. Het is belangrijk dat er geen achterstanden
De inclusie is per 1 juli 2011 gesloten, waarbij Nederland de
ontstaan met betrekking tot het invullen van de eCRF’s en
topincludeerder was in Europa (2.076 van de 6.594 patiënten).
het beantwoorden van de openstaande vragen. Vragen worden
De analyse van de baseline-gegevens is tijdens ECCO/ESMO
binnen het eCRF-systeem TRIAS verstuurd (zowel door de
in Amsterdam gepresenteerd (september 2013). De eerste
centrale datamanager als door de monitoren van Astra-
finale analyse van het primaire eindpunt wordt naar ver-
Zeneca). Denk ook aan het invullen van de bone health forms.
wachting gepresenteerd in 2015. Hiervoor is het belangrijk
om alle beschikbare gegevens voor die tijd in de database
Serious adverse events (SAE)
te hebben en alle openstaande vragen beantwoord.
Voor de DATA-studie geldt dat SAE’s moeten worden gemeld
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
11
tot en met zes jaar na randomisatie (zowel van patiënten uit
geïncludeerd. Na zeven jaar zijn daarmee de benodigde
arm A als arm B). Indien u een SAE wilt melden, kunt u het
1.116 patiënten behaald. Een mooie prestatie, waarvoor
formulier faxen naar AstraZeneca, fax: 079 363 22 02.
dank aan allen die daaraan hebben bijgedragen!
Door de lange inclusietijd is inmiddels ook het benodigde aan-
Amendement
tal events voor de interim-analyse bereikt. Op 4 juli 2014 heeft
Binnenkort komt er een amendement op het protocol, omdat
de Data Safety Monitoring Board over de resultaten vergaderd.
er geen interim-analyse wordt uitgevoerd. Dit amendement
Op grond van de preliminaire gegevens over de kans op recidief
zal geen invloed hebben op de behandeling van de patiënten
en sterfte in beide armen en de gegevens over toxiciteit van
in de DATA-studie.
de behandeling zijn er voor de DSMB geen redenen om de
voorgenomen voortgang van de studie te wijzigen. Er zijn
Trans-DATA
wel zorgen over de achterstand in de follow-up (rond 15%,
In uitbreiding op de klinische DATA-studie, is de trans-DATA-
waarvan 23% meer dan een jaar).
studie opgestart.
In het Antoni van Leeuwenhoek is onderzoeker Annelot van
Einddoelen van de trans-DATA-studie zijn:
Rossum bij Sabine Linn begonnen. Zij zal de analyses van de
1.
Onderzoeken of complexe DNA-methyleringspatronen
TEAM-IIb-studie verrichten, samen met de statisticus. Binnen-
geassocieerd zijn met luminal-A- of luminal-B-borst-
kort wordt begonnen met het opvragen van de paraffineblok-
kankersubtypen en op welke wijze signaleringscasca-
ken van alle patiënten in samenwerking met het datacenter.
den zijn veranderd bij deze subtypen.
2. Vaststellen of de mate van ER- en PgR-expressie af-
Primaire en secundaire eindpunten
hankelijk is van DNA-methyleringsprofielen.
Het datacenter controleert de ontvangen CRF’s met betrekking
3.
Het vinden van DNA-methyleringsmarkers, signalerings-
tot de effectiviteitseindpunten aan de hand van broninfor-
cascaden en niet-overerfbare somatische mutaties die
matie. Het opsturen van de geanonimiseerde verslagen en/
geassocieerd zijn met optreden van recidief tijdens ad-
of brieven lijkt soms op verzet te stuiten. Vriendelijk verzoek
juvante anastrozol bij patiënten met hormoonreceptor-
is om deze toch op te sturen vanwege monitoring op afstand,
positief mammacarcinoom.
conform protocol.
In de studie zijn het ontstaan van botmetastasen, viscerale
Coördinator:
V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+)
metastasen, overige afstandsmetastasen, lokaal recidief,
regionaal recidief en een nieuwe primaire tumor separate
secundaire eindpunten. Volgens de aanwijzingen op het
Contact:
IKNL Trialbureau Nijmegen:
[email protected], tel.: 024 361 68 37
CRF en in de instructies dienen die ook separaat te worden
gemeld in verband met de mogelijk verschillende data van
diagnostiek en behandeling.
Ibandronaat en vitamine-D-suppletie
BOOG 2006-04
TEAM IIb
Sinds enige tijd zit er een sticker op het doosje met de ibandronaat-tabletten dat patiënten 800 IE vitamine-D-supplementen moeten gebruiken. Dit vergt toelichting aan de patiënt,
Randomised, multicentre, prospective,
phase III trial investigating the efficacy
and safety of the addition of ibandronate
to adjuvant hormonal therapy in postmenopausal women with hormone
receptor-positive early breast cancer
omdat dit volgens protocol 1.000 mg/dag moet zijn. In de
patiënteninformatie staat uitgelegd: “Tijdens het gebruik van
ibandronaat moet u zorgen dat u genoeg kalk (calcium, minimaal 1.000 mg per dag) en vitamine D binnenkrijgt. Het is
daarvoor belangrijk dat u genoeg melkproducten neemt (4
consumpties per dag) en voldoende in het daglicht komt. Uw
arts kan u verdere adviezen geven.” Dit blijft het advies bij
Status
Op 27 mei 2014 is de laatste patiënte in de TEAM-IIB-studie
12
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
deze studie.
Vergoeding van ibandronaat
samenwerking met het datacenter met het opvragen van
Het studieteam wordt soms benaderd met vragen over de
tumormateriaal (FFPE-blokken) van de IDEAL-patiënten.
vergoeding van ibandronaat. Zoals ook staat vermeld in de
patiënteninformatie, vergoedt de zorgverzekeraar dit medicijn.
Vergoeding van letrozol
Dit verloopt volgens de individuele polisvoorwaarden van de
Indien kosten voor letrozol ten laste komen van het eigen risico
patiënt en in een enkel geval komt het voor dat een patiënt
van de patiënt, kunt u contact opnemen met het datacenter
een declaratie ten laste van het eigen risico ontvangt, meestal
voor de te nemen stappen om tot restitutie te komen.
aan het begin van een declaratiejaar. Eventuele restitutie
hiervan is mogelijk indien een patiënt tijdens het gehele
Interim-analyse
declaratiejaar geen verdere medische kosten heeft gemaakt.
Het aantal events voor de formele interim-analyse is nog
Nadere informatie kan worden verstrekt door het Datacenter
niet bereikt. Aangezien de studiearmen de eerste 2,5 jaar
Heelkunde.
identiek zijn, gaat het om de events die na die periode optreden. Het is belangrijk om alle follow-up-informatie op tijd
Coördinatoren:
C.J.H. van der Velde (LUMC), S.C. Linn (AvL),
J.W.R. Nortier, V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+)
en C. Seynaeve (Erasmus MC)
Contact:
Datacenter Heelkunde LUMC:
[email protected], tel.: 071 526 35 00
in te sturen.
Achterstallig onderhoud
Met enige regelmaat ontvangt u ‘queries’ van ontbrekende
of achterstallige gegevens. Om vele uren achterstallig onderhoud te voorkomen, vragen wij u regelmatig de CRFpagina’s en openstaande vragen bij te werken en naar het
Datacenter Heelkunde van het LUMC op te sturen. Een
aantal centra heeft het lokale datamanagement alsnog uitbesteed aan het IKNL. Dit tot tevredenheid van alle partijen.
BOOG 2006-05
IDEAL
Investigation on the Duration of
Extended Adjuvant Letrozole treatment
Status
Na vijf jaar standaard hormonale therapie ontvangen patiën-
Coördinatoren:
C.J.H. van de Velde (LUMC), J.W.R. Nortier en
E. Meershoek-Klein Kranenbarg (LUMC)
Contact:
Datacenter Heelkunde:
[email protected], tel.: 071 526 35 00
ten in de IDEAL-studie een ‘verlengde’ behandeling met 2,5
versus vijf jaar letrozol. Alle patiënten die hadden geloot
voor 2,5 jaar letrozol zijn klaar met hun behandeling. Het is
wel zaak deze patiënten te blijven volgen, aangezien beide
BOOG 2010-04
D-Care
armen hetzelfde follow-upschema dienen te volgen ter voorkoming van bias, in totaal dus vijf jaar. Ook de patiënten die
voortijdig zijn gestopt met de behandeling moeten worden
gevolgd voor follow-up.
Patiënten die deelnemen aan het leefgewoontenonderzoek
ontvangen nog vervolgvragenlijsten. Een eerste presentatie
A randomized, double-blind, placebocontrolled, multi-center phase 3 study
of denosumab as adjuvant treatment for
women with early-stage breast cancer at
high risk of recurrence
‘Long term effects of extended adjuvant endocrine therapy
on quality of life in breast cancer patients’ voor het ESSO-
Opzet
congres in Liverpool, is geaccepteerd voor een oral presentation
D-Care is een studie voor patiënten met borstkanker in een
op 29 oktober 2014 door Melissa Kool.
vroeg stadium met een hoge kans op herhaling. Bij deze
Arts-onderzoeker Erik Blok start in het najaar van 2014 in
patiënten wordt de werking van denosumab onderzocht.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
13
Er wordt gekeken of de behandeling met denosumab als
adjuvante therapie botuitzaaiingen of uitzaaiingen naar an-
in patients with operable HER2-positive
early breast cancer
dere delen van het lichaam vermindert.
Status
Retentie
Deze veiligheidsstudie naar de subcutane toediening van
Om de primaire en secundaire eindpunten (respectievelijk
Herceptin® is in Nederland in september 2012 van start ge-
botmetastasevrije overleving en ziektevrije overleving) te
gaan. Sinds begin 2013 is ervaring opgedaan met het Single
kunnen evalueren, is het erg belangrijk dat de patiënten in
Injection Device (SID). De inclusie werd in 2013 reeds afge-
de studie volgens het protocol worden behandeld.
rond. Wereldwijd werden 2.500 patiënten geïncludeerd, van
Aandachtspunten voor retentie zijn:
wie 81 in Nederland. Op dit moment komen veel patiënten
•
Houd patiënten waar mogelijk op studiemedicatie (IP);
(aan het einde van hun) behandelperiode. Het is belangrijk
•
Blijf patiënten met metastasen buiten het bot ook met
patiënten ook te blijven zien in de follow-upfase, volgens
IP behandelen, totdat ze botmetastasen krijgen;
protocol.
•
Verzoek de patiënt door te gaan met de onderzoeks-
procedures wanneer de patiënt met IP stopt.
Interim-analyse
Het studieteam besteedt voortdurend aandacht aan het proces
Interim-analyse
van data cleaning. Het is dan ook zaak onderzoeksgegevens
De eerste interim-analyse zal plaatsvinden wanneer:
tijdig in te blijven voeren en openstaande vragen te beant-
•
ongeveer 367 patiënten botmetastasen hebben ont-
woorden. In augustus heeft er een data cleaning plaatsge-
wikkeld of zijn overleden; en
vonden voor de derde interim-analyse. Alle deelnemende centra
•
ongeveer 461 patiënten een terugkeer van de ziekte
hebben hard gewerkt om alle data schoon aan te leveren. Dank-
hebben of zijn overleden.
zij ieders inzet op locatie, is dit ook gelukt voor de deadline!
We verwachten dat deze interim-analyse zal plaatsvinden
vanaf het derde kwartaal van 2014.
Beeldvorming
Contact:
E. Kolthof, Roche: [email protected]
Het is erg belangrijk dat de scans (CT/MRI, botscan en
mammogram) jaarlijks worden uitgevoerd volgens de in het
protocol gespecificeerde tijdslijnen om een zo goed mogelijke beoordeling van het primaire eindpunt (botmetastase-
BOOG 2011-01
APHINITY
vrije overleving) te bewerkstelligen.
Coördinatoren:
H. Sleeboom (Haga Ziekenhuis) en S.C. Linn (AvL)
Contact:
Heleen Denecker, Amgen België: [email protected]
A randomized multicenter, double-blind,
placebo-controlled comparison of
chemotherapy plus trastuzumab plus
placebo versus chemotherapy plus
trastuzumab plus pertuzumab as adjuvant therapy in patients with operable
HER2-positive primary breast cancer
Opzet
BOOG 2012-02
SafeHer
Deze registratiestudie wordt in samenwerking met de BIG
en Roche uitgevoerd. De toegevoegde waarde van pertuzumab in de adjuvante behandeling van HER2+++ patiënten
Phase III study to assess the safety of
assisted- and self-administered subcutaneous trastuzumab as adjuvant therapy
14
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
wordt onderzocht. In deze studie heeft men de keuze uit
anthracycline gebaseerde chemotherapie of niet-anthracycline gebaseerde chemotherapie.
Verloop van de studie
en veiligheid van adjuvante olaparib (PARP-remmer) ten op-
De inclusie van de studie is in 2013 gestopt; 4.805 patiënten
zichte van placebo wordt onderzocht bij vrouwen met een
werden geïncludeerd, van wie 24 in Nederland. Het is nu
hoogrisicomammacarcinoom en een bewezen BRCA1/2-
belangrijk om patiënten na de behandelperiode, volgens pro-
genmutatie die reeds zijn behandeld met (neo)adjuvante
tocol 10 jaar, te blijven volgen in de follow-up. De deelnemende
chemotherapie. Hoog risico is gedefinieerd als pTxN+ of
centra spelen hierbij een belangrijke rol.
pT2Nx-mammacarcinoom of non-pCR na neoadjuvante chemotherapie. Het doel is een significant verschil in ziektevrij
Opschoning van onderzoeksgegevens
interval aan te tonen met een hazardratio van 0,70, waarvoor
Het studieteam besteedt voortdurend aandacht aan op-
1.320 patiënten zullen worden geïncludeerd. Zo’n 300 ver-
schoning van de database. De CRA van Roche houdt deel-
schillende centra wereldwijd participeren, waaronder 10-12
nemende centra hierover op de hoogte.
centra in Nederland met een goede geografische spreiding. Het
streven is om in Nederland minimaal 30 patiënten te includeren.
Alleen patiënten met een bewezen BRCA-mutatie kunnen
Coördinator:
V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+)
participeren. De mutatiestatus kan in het kader van de studie
worden getest ten tijde van de adjuvante chemotherapie.
Patiënten worden gerandomiseerd tussen behandeling met
Contact:
olaparib of placebo gedurende 1 jaar met een follow-up van
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
10 jaar. Patiënten worden het eerste halfjaar maandelijks en
het tweede halfjaar driemaandelijks op de polikliniek beoordeeld. Na dit jaar volgt jaarlijkse controle gedurende 10 jaar.
Status
Studies in opstart
Deze studie is een samenwerking tussen BIG en Astra
Zeneca met nationale ondersteuning vanuit de BOOG. Begin
juni 2014 is het protocol ingediend bij de centrale METC van
het LUMC en op 26 augustus 2014 centraal goedgekeurd,
BOOG 2014-03
OLYMPIA
waarna de deelnemende centra kunnen worden opgestart na
goedkeuring van de Raad van Bestuur en initiatievisites. Van
8-10 september heeft de internationale onderzoekersbij-
A randomised, double-blind, parallel
group, placebo-controlled multi-centre
phase III study to assess the efficacy and
safety of olaparib versus placebo as adjuvant treatment in patients with germline
BRCA1/2 mutations and high risk HER2negative primary breast cancer who have
completed definitive local treatment and
neoadjuvant or adjuvant chemotherapy
eenkomst in Rome plaatsgevonden.
Een enkel centrum kan nog worden toegevoegd.
Coördinator:
A. Jager (Erasmus MC): [email protected]
Opzet
PARP-remmers hebben een bewezen meerwaarde voor
mammacarcinoompatiënten met een bewezen BRCA-mutatie.
De precieze plaatsbepaling is nog niet duidelijk, waardoor
PARP-remmers vooralsnog alleen in studieverband kunnen
worden aangeboden.
De OLYMPIA-studie is een fase III-studie waarin de effectiviteit
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
15
Werkgroep
locoregionale behandeling
Zeer recentelijk is ook de DCIS boost no boost-studie gesloten.
Hiervoor geldt eveneens dat de onderzoeksgegevens nog
moeten rijpen. De resultaten van de EORTC-AMAROSstudie alsmede van de EORTC-parasternale studie zijn afgelopen jaar op diverse (inter)nationale podia gepresenteerd
en uitstekend ontvangen.
Dr. Liesbeth
Boersma,
voorzitter Werkgroep
locoregionale
behandeling
Nieuwe studies
BOOG 2013-07 (mastectomie) en BOOG 2013-08
(lumpectomie)
De BOOG 2013-07 betreft een studie om het achterwege
laten van de behandeling van de oksel bij patiënten met
positieve schildwachtklier(en) na ablatio te evalueren. Deze
Leden
studie voor ablatieve behandeling is recentelijk geopend. Er is
Liesbeth Boersma (vz), radiotherapeut-oncoloog,
een apart studieontwerp gemaakt voor patiënten die sparend
MAASTRO clinic
worden behandeld (BOOG 2013-08). Voor deze laatste studie is
Luc Strobbe, chirurg-oncoloog, Canisius Wilhemina
recentelijk financiering verkregen en de studie is ingediend
Ziekenhuis
voor centrale goedkeuring.
Ruud Pijnappel, radioloog, UMCU
Liesbeth Jansen, chirurg-oncoloog, UMCG
Low grade DCIS: take it or leave it (BOOG 2014-04
Philip Poortmans, radiotherapeut-oncoloog, RadboudUMC
LORD)
Annette van der Velden, medisch oncoloog,
Deze onderzoekslijn wordt gefinancierd door Pink Ribbon,
Martini Ziekenhuis
A Sister’s Hope en Alpe d’HuZes en bestaat uit twee retro-
Jelle Wesseling, patholoog, AvL
spectieve studies en een prospectieve, gerandomiseerde
Elise van Leeuwen-Stok, study manager, BOOG SC
studie. Een van deze studies heeft vooral tot doel te onderzoeken hoe vaak een low grade DCIS zich ontwikkelt tot
Contactpersonen BOOG-bestuur:
een invasief carcinoom. De andere studie heeft vooral tot
Emiel Rutgers en John Maduro
doel te onderzoeken of er een genetisch profiel te vinden is
dat voorspelt of low grade DCIS zich zal ontwikkelen tot
Algemeen
een invasief carcinoom. Ondertussen is er afgelopen jaar
De Werkgroep locoregionale behandeling mammacarcinoom
gewerkt aan een protocol voor een prospectieve studie
vergadert ongeveer 2-4 x per jaar, meestal telefonisch. De
(LORD-studie), waarin bij deze patiëntengroep een wait and
open studies worden heel kort besproken en alleen onder de
see-beleid zal worden geëvalueerd. Het primaire eindpunt
loep genomen als er problemen zijn. Deze studies worden
van deze studie is ipsilateraal invasief mammacarcinoom.
separaat in deze nieuwsbrief beschreven. De meeste tijd
De opzet en het doel van de LORD-studie is internationaal
wordt besteed aan studies in ontwikkeling/op de schrijftafel.
zeer goed ontvangen en zal onder de hoede van de BOOG en
de EORTC worden uitgevoerd. In Engeland onderzoekt men
de haalbaarheid van een soortgelijke studie (LORIS-studie).
Gesloten studies
Tijdens de SABCS in december 2013 en de EBCC9 te Glasgow
Eind 2011 is de Young Boost-studie gesloten. Er is een Pink
in maart 2014 is er uitgebreid contact gelegd met de onder-
Ribbon-subsidie verkregen die loopt van november 2012 tot
zoekers. Het studiedesign zal op de SABCS 2014 als poster
november 2015 om de cosmetiek te analyseren. Analyse
worden gepresenteerd.
van de lokale recidieven volgt mogelijk in 2015. In april 2013
Het idee is dat de studies parallel zullen opstarten en gege-
is ook de SUPREMO-studie gesloten. De gegevens van deze
vens verzamelen zodat data sharing en gemeenschappelijke
studie moeten nog rijpen alvorens analyse kan plaatsvinden.
analyse mogelijk is. Onderzoeksvoorstellen voor aanvullende
16
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
financiering van de studie zijn ingediend. Daarnaast wordt
QUILT: Seroompreventie na ablatio +/- OKD
getracht ondersteuning via derde partijen te verkrijgen.
Verkrijgen van financiering is lastig. Er loopt een aanvraag
Eind mei is een feasibility-enquête uitgestuurd om te inven-
bij A Sister’s Hope.
tariseren hoeveel centra interesse hebben en het aantal te
includeren patiënten. Verder is een aantal inhoudelijke items
geïnventariseerd om het project te kunnen optimaliseren.
Dit grote internationale project (1.842 patiënten) zal naar
Open studies
verwachting starten in het tweede kwartaal van 2015 en 5,5
jaar inclusietijd nodig hebben.
RAPCHEM- en SNAPCHEM-studies
BOOG 2010-03
Radiotherapie-indicaties bij patiënten met mammacarcinoom
RAPCHEM
en positieve lymfeklieren in de oksel, die zijn behandeld met
primaire systemische therapie (PST) gevolgd door borstchirur-
Radiotherapy After Primary CHEMotherapy
gie, geven veel onduidelijkheid. Deze bestaande onduidelijkheid kan zowel onder- als overbehandeling tot gevolg hebben.
Opzet
De RAPCHEM (Radiotherapy After Primary CHEMOtherapy)
De RAPCHEM-studie is een prospectieve registratiestudie
prospectieve cohortstudie loopt sinds januari 2011. In deze
(door Nederlandse Kankerregistratie) bij patiënten met cT1-
studie worden de tumor- en behandelkenmerken alsmede de
2cN1 (< 4 suspecte klieren op beeldvorming) mammacarci-
uitkomst prospectief geregistreerd bij patiënten met een
noom, die worden behandeld met primaire systemische the-
cT1-2N1 (PA bewezen, maar drie of minder suspecte klieren
rapie (PST) en chirurgie.
op beeldvorming) mammacarcinoom die met neoadjuvante
chemotherapie worden behandeld, waarbij er behandelricht-
Status
lijnen zijn gedefinieerd voor de post-operatieve radiotherapie,
Tot nu toe zijn alle patiënten uit 2011 geregistreerd, een
vooral gebaseerd op de klierstatus na chemotherapie. Om-
groot deel van de patiënten uit 2012, en een deel van de
dat vanaf medio 2013 de okselklierdissectie steeds vaker
patiënten uit 2013; in totaal 442 patiënten. Zesenzestig
achterwege wordt gelaten, is een amendement geschreven,
procent van deze patiënten is behandeld volgens de gead-
waarbij de behandelrichtlijnen voor de post-operatieve radio-
viseerde behandelrichtlijn. Het is de verwachting dat dit
therapie opnieuw zijn gedefinieerd.
percentage, na aanscherpen van de lokale protocollen, zal
Er is een voorstel ontwikkeld om de RAPCHEM-studie nog
oplopen tot ongeveer 80%. De registratie ligt iets boven de
vier jaar verder te continueren in de vorm van de SNAP-
verwachte registratie per jaar.
CHEM (SN After Primary CHEMotherapy)-studie. In deze
prospectieve cohortstudie zijn de inclusie-criteria van de
Amendement
RAPCHEM-studie uitgebreid naar cN0, cN2m en cT3, en
In juli 2013 is een amendement verschenen. In het protocol
zullen verder dezelfde gegevens worden geregistreerd als
werd de indicatie voor radiotherapie gebaseerd op de ypN-
tijdens de RAPCHEM-studie. Daar waar de vraagstelling
status (de pN-status na PST). Op grond van recente studies
van de RAPCHEM-studie primair is gericht op het evalueren
wordt een okselklierdissectie echter niet meer altijd verricht
van de locoregionale controle bij de gekozen radiotherapie-
en is de ypN-status dus niet altijd bekend. Er is daarom een
richtlijnen, is de vraagstelling van de SNAPCHEM-studie
amendement geschreven, waarin de behandelrichtlijnen
vooral gericht op evaluatie van axillaire recidieven in relatie tot
voor post-operatieve radiotherapie worden gegeven, voor
de gekozen okselbehandeling. Hierbij wordt speciaal gelet
verschillende situaties:
op het verrichten van de SN-procedure voorafgaand of ná de
1) sentinel node (SN)-procedure voor de chemotherapie,
peroperatieve systeemtherapie en de daaraan gekoppelde
gevolgd door okselklierdissectie (OKD) na de chemo-
consequenties voor de okselbehandeling.
therapie in geval van positieve SN;
Helaas is de KWF-CKS-subsidie afgewezen en wordt naar
2) SN-procedure voor de chemotherapie zonder OKD na
nieuwe wegen voor financiering van voortzetting van deze
registratie gezocht.
3) SN-procedure na de chemotherapie, zonder OKD, waar-
de chemotherapie, in geval van positieve SN;
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
17
in er helemaal geen okselchirurgie wordt verricht na PST
UMC Groningen en Antoni van Leeuwenhoek hebben onder-
of een SN-procedure wordt verricht na PST.
tussen ook toelating voor deelname gekregen. Van de inmid-
De richtlijn is gebaseerd op de afspraken die door het Lan-
dels 1.979 geïncludeerde patiënten komen 277 uit Nederland.
delijk Platform voor de Radiotherapie zijn gemaakt met
Met een derde van de recentelijk geïncludeerde patiënten
betrekking tot okselbehandeling bij patiënten die primair
blijven we op koers voor de toegezegde Nederlandse bijdrage
worden behandeld met chirurgie.
van 500 patiënten aan het totaal van 3.302 benodigde patiënten.
Op 10 januari 2014 heeft een internationale onderzoekers-
Coördinatoren:
L.J. Boersma (MAASTRO clinic),
A. Voogd (MUMC+), P. Elkhuizen (AvL), S.C. Linn
(AvL), J. Wesseling (AvL), T. van Dalen (Diakonessenhuis Utrecht), L. Strobbe (CWZ) en P. Poortmans
(RadboudUMC)
bijeenkomst plaatsgevonden. De interim-analyse (uiteraard
niet uitgesplitst voor behandelarm) toont resultaten voor
tumorcontrole die geheel in lijn liggen met andere recent
gepubliceerde resultaten voor borstsparende behandelingen.
Acute en late toxiciteit is, zoals verwacht, laag. Er werden
nog geen ernstige bijwerkingen gemeld.
Nieuwe radiotherapiecentra kunnen nog steeds aansluiten!
Contact:
BOOG Study Center:
info@boogstudycenter, tel.: 020 346 25 47
BOOG 2009-01
IRMA
Breast cancer with low risk of local
recurrence: partial and accelerated
radiation with three-dimensional conformal radiotherapy (3D CRT) vs. standard
radiotherapy after conserving surgery
(phase III study)
De coördinatie in Nederland wordt uitgevoerd door het BOOG
Study Center. Wilt u nog deelnemen aan deze studie, neem
dan contact op met het BOOG Study Center.
Coördinatoren:
P.M.P. Poortmans (RadboudUMC)
en L.J. Boersma (MAASTRO clinic)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
BOOG 2013-07
Mastectomie
Opzet
Het betreft een van de internationale studies die op een
gerandomiseerde fase III-wijze versnelde gedeeltelijke borstbestraling (APBI) vergelijkt met standaardbestraling van de
gehele borst in het kader van de borstsparende behandeling
bij patiënten met borstkanker en een laag risico op een lokaal
The value of completion axillary
treatment in sentinel node-positive
breast cancer patients undergoing a
mastectomy. A Dutch randomized
controlled multicentre trial
recidief. Bij de IRMA-studie wordt APBI uitwendig gegeven,
10 fracties van 3,85 Gy in vijf werkdagen. De eindpunten zijn,
Opzet
naast lokale controle en andere ziektespecifieke parameters,
De BOOG 2013-07 betreft een gerandomiseerd onderzoek
acute bijwerkingen en het cosmetische resultaat.
naar het achterwege laten van aanvullende okselbehandeling bij patiënten met positieve schildwachtklier(en) die een
Status
mastectomie ondergaan. Voor dit onderzoek is financiering
De studie startte in Italië in het voorjaar van 2007. Van buiten
van KWF en Pink Ribbon beschikbaar gesteld.
Italië nemen ook Haifa, Bellinzona en, sinds het najaar van
2010, meerdere Nederlandse ziekenhuizen deel: ARTI, dr.
Status
Bernard Verbeeten Instituut, MAASTRO clinic, Medisch Spec-
In juni 2014 is de studie goedgekeurd door de METC, gevolgd
trum Twente, Radiotherapeutisch Instituut Stedendriehoek,
door de start en eerste inclusie in juli 2014 te Maastricht.
18
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
De studie zal landelijk worden uitgevoerd met deelname
centra zijn in totaal 322 patiënten geïncludeerd; 20% van
van naar verwachting 32 ziekenhuizen. Initiatievisites vinden
de totale inclusie.
vanaf september plaats. In totaal dienen 878 patiënten te
De Quality of Life-substudie werd reeds in augustus 2013
worden geïncludeerd met een geplande inclusietijd van drie
gesloten wegens voldoende inclusie.
jaar, gevolgd door een follow-upperiode van 10 jaar met ana-
Hoewel de studie nu is gesloten, blijven de follow- upformu-
lyses na vijf en 10 jaar.
lieren van belang om straks de antwoorden te krijgen. Graag
daarvoor nog steeds aandacht.
Afsluitend hebben deelnemende centra van de EORTC en
de BOOG in een relatief korte tijd een enorme inspanning
Coördinatoren:
M.L. Smidt (MUMC+) en
J.H.W. de Wilt (RadboudUMC)
Contact:
Studiecoördinator L.M. van Roozendaal (MUMC+):
[email protected]
IKNL: [email protected], tel.: 024 361 68 37
Studies in follow-up
BOOG 2009-03
DCIS
A randomized phase III study of
radiation doses and fractionation
schedules for ductal carcinoma in situ
(DCIS) of the breast
gedaan om deze studie naar een nog steeds actueel vraagstuk vroeger dan verwacht succesvol af te sluiten. De onderzoekers willen iedereen die hierbij betrokken is geweest,
en niet in de laatste plaats de betrokken patiënten zelf, hiervoor hartelijk danken.
Coördinator:
A.H. Westenberg (ARTI)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
BOOG 2006-03
SUPREMO
Selective Use of Postoperative Radio
therapy aftEr MastecOmy
Status
Opzet
De studie is sinds april 2013 gesloten voor inclusie. De studie
In deze studie wordt bij patiënten met een hoogrisico-DCIS
is nu in follow-up. Het is belangrijk dat patiënten jaarlijks in
de waarde van een boost-bestraling (door middel van 16 Gy
follow-up worden gehouden tot 10 jaar, met invullen van de
in 8 fracties) op het tumorbed onderzocht. Het betreft hier
CRF’s. De eerste interim-analyse is gepland na een minimum
een internationaal onderzoek waarin grote borstkanker-
follow-up van vijf jaar, dus in het derde kwartaal van 2018.
onderzoeksgroepen, waaronder de BOOG, participeren.
Status
Aandachtspunten met betrekking tot
datamanagement en/of monitoring
De studie heeft in Nederland gelopen van januari 2010 tot
In totaal zijn er 178 patiënten geïncludeerd in Nederland en
juni 2014. Op 22 juni jl. werd de studie officieel gesloten
1.688 in de gehele studie internationaal. Denk bij recidief
voor inclusie wegens het bereikte aantal, maar liefst twee
of metastasen aan het opsturen van bloed en weefselblok
jaar eerder dan verwacht. Inmiddels zijn wereldwijd 1.608
(indien beschikbaar) voor de nevenstudie Trans-SUPREMO.
patiënten geïncludeerd, van wie 182 door de 10 deelnemen-
De bloedmonsters worden door de koerier opgehaald; in de
de BOOG-centra. In Europees verband werkt de BOOG samen
follow-up alleen voor eventuele patiënten met een recidief.
met de EORTC, waarvan de deelnemende radiotherapie-
Er is een grote biobank met materiaal van deze patiënten
centra lid zijn. Samen met Franse en Belgische radiotherapie-
tot stand gekomen. Op 978/1.371 casussen (inclusief 1.256
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
19
Trans-SUPREMO-patiënten) is een pathologie-audit verricht.
een predictiemodel te ontwikkelen op basis waarvan de
Voor Trans-SUPREMO zijn 1.366 blokjes ontvangen (van 1.256
cosmetiek kan worden voorspeld.
patiënten), waarvan 1.117 gearchiveerd. Er zijn 998 Trans-
2. In 2014 is een project gestart om te onderzoeken of er
SUPREMO-bloedmonsters ontvangen van 963 patiënten
een statistisch significant verschil tussen beide groepen
(corresponderende PA-blokjes 887).
is één en vier jaar na de behandeling met betrekking tot
het ontwikkelen van ribfracturen/ribpijn binnen het be-
straalde gebied.
Coördinatoren:
N.S. Russell (AvL) en
G. van Tienhoven (AMC)
3. Recentelijk werd een KWF-project gestart ten behoeve
Contact:
N.S. Russell:
[email protected], tel.: 020 512 21 34
BOOG 2004-01
Young Boost
Radiation dose intensity study in breast
cancer in young women: a randomized
phase III trial of additional dose to the
tumor bed
Opzet
In deze studie wordt onderzocht of een hogere boost-dosis
van het verwerken en analyseren van het tumormateriaal,
met ondersteuning van een onderzoeksanalist. Een eerste
analyse van de lokale controle in beide groepen samen
laat zeer bemoedigende resultaten zien, met een zeer
lage incidentie van lokale recidieven, zelfs in deze jonge
patiëntengroep. Uiteraard is de follow-up nog veel te kort
om hieruit definitieve conclusies te trekken. Voor de defi-
nitieve analyse met betrekking tot de lokale controle zullen
de gegevens nog enkele jaren moeten rijpen.
Coördinatoren:
L.J. Boersma (MAASTRO clinic),
H. Bartelink, J.W. Leer en P.M.P. Poortmans
(RadboudUMC)
Contact:
Trialbureau AvL:
[email protected], tel.: 020 512 26 65
op het primaire tumorbed (26 Gy) in het kader van een
borstsparende behandeling de kans op een lokaal recidief
verkleint in vergelijking met een standaard-boost van 16 Gy.
Naast de uitgebreide cosmetische evaluatie wordt onderzocht of genetische en/of eiwitprofielen kunnen worden ge-
Studies in opstart
vonden die correleren met de kans op een lokaal recidief,
lymfekliermetastasen, afstandsmetastasen, overleving, stralengevoeligheid inclusief cosmetische resultaten en leeftijd.
BOOG 2013-08
Lumpectomie
Status
Er is vers materiaal van de tumor en bloedmonsters van zo
veel mogelijk deelnemende patiënten verzameld. Eind 2011
waren 2.422 patiënten geïncludeerd, zodat het benodigde
aantal van 2.400 patiënten was behaald en de inclusie kon
Clinically node negative breast cancer
patients undergoing breast conserving
therapy: sentinel lymph node procedure
versus follow-up
worden gestopt. Eind 2012 zijn de volgende projecten gestart ten behoeve van de analyse:
Opzet
1. Met behulp van een Pink Ribbon-grant wordt de één- en
De BOOG 2013-08 betreft gerandomiseerd onderzoek naar
vierjaars cosmetische uitkomst geanalyseerd. Op dit
het achterwege laten van de schildwachtklierprocedure bij
moment zijn alle beschikbare foto’s geanalyseerd, inclu-
patiënten die met borstsparende therapie worden behandeld.
sief die uit Frankrijk. In 2014 is een start gemaakt om
Financiering voor dit onderzoek is verkregen van KWF.
20
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Status
In juli 2014 is de studie ingediend bij de centrale METC voor
goedkeuring. Ook deze studie zal landelijk worden uitgevoerd. De start van de studie zal naar verwachting volgen in
het najaar van 2014. In totaal dienen 1.644 patiënten te worden
geïncludeerd. De geplande inclusietijd betreft twee jaar, gevolgd door een follow-upperiode van 10 jaar met analyses
na vijf en 10 jaar.
Ziekenhuizen die zich nog niet voor deelname hebben gemeld
maar wel interesse hebben, kunnen voor meer informatie
Coördinatoren:
M.L. Smidt (MUMC+) en
J.H.W. de Wilt (RadboudUMC)
Contact:
Studiecoördinator L.M. van Roozendaal (MUMC+):
[email protected]
IKNL: [email protected], tel.: 020 512 26 65
contact opnemen met studiecoördinator Lori van Roozendaal.
Nieuw onderzoeksvoorstel aanmelden
Voor het aanbieden van een nieuw studievoorstel kunt u als onderzoeker terecht bij het BOOG Study Center.
Daar wordt gezorgd dat het voorstel zo snel mogelijk wordt bekeken en de gewenste route langs werkgroepen
en BOOG-bestuur zal gaan.
E-mail: [email protected].
Patiëntenadviesgroep
In 2014 is het BOOG Study Center samen met BVN een patiëntenadviesgroep (PAG) gestart. De PAG geeft advies
over de haalbaarheid en relevantie
van een studie.
Wilt u advies van de PAG, mail dan naar [email protected].
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
21
Overzicht van open BOOG-studies
Uitgebreide studie-informatie is te vinden op www.boogstudycenter.nl onder ‘Studies - Studieoverzicht’
Open BOOG-studies
BOOG-nummer
Volledige studienaam
Studiecoördinator NL
Primaire eindpunten
Verwachte
inclusie
Actuele
inclusie
3.302
1.979
Open sinds
Geplande
sluiting
01-08-10
31-12-15
Locoregionale behandeling
2009-01
IRMA
Breast cancer with low risk of local
recurrence: partial and accelerated radiation
with three-dimensional conformal radiotherapy (3DCRT) vs. standard radiotherapy after
conserving surgery
Ph. Poortmans
2010-03
RAPCHEM
Radiotherapy After Primary CHEMotherapy
for cT1-2pN+M0 breast cancer: a multicenter
prospective cohort study
L.J. Boersma
5 year locoregional
recurrence rate
2013-07
Mastectomie
The value of completion axillary treatment in
sentinel node positive breast cancer patients
undergoing a mastectomy
M.L. Smidt
Regional recurrence rate
Local ipsilateral recurrence
as first event free survival
(NL 330)
(NL 277)
710
442
01-01-11
01-01-16
1.114
1
19-06-14
01-07-17
Adjuvante behandeling
2012-03
TRAIN-2
Optimizing neoadjuvant systemic treatment
in HER2-positive breast cancer (pertuzumab)
2013-04
DIRECT
DIetary REstriction as an adjunct to
neoadjuvant ChemoTherapy
for HER2-negative breast cancer
G.S. Sonke
Pathologic complete
response (pCR) rate at
surgery
400
68
10-12-13
31-12-18
J.R. Kroep
Ph II: percentage of patients
with grade III/IV toxicity
Ph III: percentage of pCR
250
9
13-2-1014
01-09-17
Progression-free survival
(1st line)
420
282
11-11-10
31-12-15
Interaction test of sVEGFR2
vs. treatment vs. first line
palliative chemotherapy
and PFS
Interaction test of BRCAlike status vs. treatment
and PFS
304
4
11-10-13
31-10-18
Overall survival at 24
months
208
01-12-13
01-06-15
12-03-13
01-10-16
27-03-14
01-10-15
18-04-14
31-12-14
Gemetastaseerde ziekte
2010-02
Stop & Go
An open randomized phase III study
to compare 8 continuous cycles of
chemotherapy with 8 cycles of intermittent
(2 times 4 cycles) chemotherapy in first line
treatment, in combination with bevacizumab,
and second line treatment of patients with
HER2/neu-negative, incurable, metastatic or
unresectable locally advanced breast cancer
2013-01
Triple-B
Biomarker discovery randomized phase IIb
trial with carboplatin-cyclophosphamide
versus paclitaxel with or without
Bevacizumab as first-line treatment in
advanced triple-negative Breast cancer
F. Erdkamp
M.M.E.M. Bos
S.C. Linn
H.M. Oosterkamp
2013-03
PERNETTA
A randomized phase II trial of pertuzumab
in combination with trastuzumab with or
without chemotherapy, both followed by
T-DM1 in case of progression, in patients
with HER2-positive metastatic breast cancer
2013-05
BELLE-3
74
E. Boven
(NL 0)
A phase III randomized, double blind placebo
controlled study of oral BKM120 in
combination with fulvestrant, in the
treatment of postmenopausal women with
hormone receptor-positive HER2-negative
locally advanced or metastatic breast cancer
whose disease has progressed on or after
aromatase and mTOR inhibitor treatment
Novartis NL
2013-06
Biomarker Study
Everolimus
PI3K pathway analysis in tumor tissue and
circulating DNA to obtain further insight in
the efficacy of everolimus when combined
with exemestane
E. Boven
2014-01
MONALEESA-2
A randomized double-blind, placebocontrolled study of LEE011 in combination
with letrozole for the treatment of
postmenopausal women with hormone
receptor positive, HER2-negative, advanced
breast cancer who received no prior therapy
for advanced disease
22
|
118
Progression-free survival
615
(NL 7)
Insight in tumor characteristics in relation to
progression-free survival
and everolimus treatment
175
8
146
Novartis NL
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Progression-free survival
500
(NL 3)
Open BOOG-studies
BOOG-nummer
Volledige studienaam
Studiecoördinator NL
Primaire eindpunten
Verwachte
inclusie
Actuele
inclusie
Open sinds
Geplande
sluiting
01-09-05
31-12-14
01-10-13
01-10-16
Dataverzamelingstudies
2003-04
Pregnancy
2013-02
Pros Male BC
Prospective and retrospective register
study of the German Breast Group (GBG)
for diagnosis and treatment of breast cancer
in pregnancy
M. Bontenbal
Male Breast Cancer: prospective into
perspective
C.P. Schröder
J.W.M. Martens
C.J. van Asperen
Outcome child 4 weeks
after partus
Clinical outcomes patient
and disease characteristics,
QoL and patterns of treatment offered to these
patients
530
1.500
(NL 106)
200
43
Overzicht van geplande BOOG-studies
Uitgebreide studie-informatie is te vinden op www.boogstudycenter.nl onder ‘Studies - Studieoverzicht’
BOOG-studies in voorbereiding en in opstart
BOOG-nummer
Volledige studienaam
Studiecoördinator NL
Primaire
eindpunten
Verwachte
inclusie
Actuele
inclusie
Geplande
opening
Geplande
sluiting
2.086
n.v.t.
01-12-14
01-12-16
2.000
n.v.t.
01-06-15
01-06-20
01-11-14
n.n.b.
1-10-2014
n.n.b.
01-12-14
n.n.b.
Locoregionale behandeling
2013-08
Lumpectomie
2014-04
LORD
Clinically node negative breast cancer
patients undergoing breast conserving
therapy: follow-up versus sentinel lymph
node biopsy
M.L. Smidt
LOw Risk Dcis trial – a randomized phase
III, non-inferiority trial to determine the
best strategy to approach low risk ductal
carcinoma in situ of the breast
J. Wesseling
Regional recurrence
(tumour recurrence
in ipsilateral axillary,
infraclavicular and
supraclavicular lymph
nodes)
Ipsilateral invasive breast
cancer free survival
E. Rutgers
Neoadjuvante behandeling
2014-03
OLYMPIA
A randomised, double-blind, parallel group,
placebo-controlled multi-centre phase III
study to assess the efficacy and safety of
olaparib versus placebo as adjuvant treatment
in patients with germline BRCA1/2 mutations
and high risk HER2-negative primary breast
cancer who have completed definitive local
treatment and neoadjuvant or adjuvant
chemotherapy
A. Jager
Invasive disease free
survival (IDFS)
5
1.320
(NL 0)
Gemetastaseerde ziekte
2014-02
BRAVO
A phase III, randomized, open label,
multicenter, controlled trial of niraparib versus
physician’s choice in previously-treated,
HER2-negative, germline BRCA mutationpositive breast cancer patients
A. Honkoop
Progression-free survival
(PFS)
12
306
(NL 0)
Dataverzamelingstudies
2014-05
INFLAME
Towards optimal treatment of inflammatory
breast cancer patients
C.P. Schröder
Clinical outcomes, patient
and disease characteristics
and patterns of treatment;
intervention part B
200
n.v.t.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
23
Interview
Susan Veenhoff, directeur Pink Ribbon:
“Fondsen voor wetenschappelijk onderzoek
moeten zo efficiënt
mogelijk worden ingezet”
Susan Veenhoff
Stichting Pink Ribbon financiert wetenschappelijk onderzoek en projecten op het gebied van behandeling, nazorg
en langetermijneffecten van borstkanker met als doel de juiste behandeling en optimale begeleiding én een beter
en langer leven voor iedere borstkankerpatiënt. Pink Ribbon heeft inmiddels ruim 150 onderzoeken en projecten
gefinancierd, waaronder een structurele financiering van de BOOG en verschillende BOOG-studies.
“De borstkankerzorg in Nederland is op een hoog niveau,
Samenwerking
mede dankzij wetenschappelijk onderzoek”, zegt Susan
Inmiddels hebben Borstkankervereniging Nederland (BVN),
Veenhoff, directeur van Pink Ribbon. “Het is belangrijk dat het
de BOOG en Pink Ribbon een vruchtbare samenwerking.
klinisch wetenschappelijke onderzoek goed wordt gecoördi-
“We zijn begonnen met het gezamenlijke jaarlijkse patiënten-
neerd, dat overlap in onderzoeken wordt voorkomen en dat
congres over de laatste ontwikkelingen op het gebied van
klinisch onderzoek wordt geïnitieerd op gebieden die nu nog
borstkanker. Het congres is primair gericht op patiënten en
onderbelicht zijn. Vandaar dat wij de BOOG ondersteunen met
hun omgeving, maar is ook interessant voor zorgverleners,
een structurele financiering. Voor financiering van weten-
zoals mammacareverpleegkundigen. Gesterkt door het succes
schappelijk onderzoek kunnen onderzoeksvoorstellen worden
van dit congres organiseren we ook een jaarlijkse patiënten-
ingediend.”
special, waarin een niche-onderwerp wordt besproken, zoals dit jaar over triple-negatieve borstkanker. De collectieve
kennis die we hebben over borstkanker willen we bundelen
Voorlichting en fondsenwerving
en uitdragen richting patiënten en het grote publiek. Op
Pink Ribbon vraagt 365 dagen per jaar aandacht voor borst-
deze manier vullen we elkaar goed aan.”
kanker en staat daarbij erg dicht bij de patiënt. “Natuurlijk is
er in oktober, de internationale borstkankermaand, veel aandacht voor borstkanker. Door middel van het Pink Ribbon
Magazine, de website, Facebook, Twitter en onze mediacontacten blijven we echter het hele jaar door communiceren.
Financiering van BOOG-studies door
Pink Ribbon
Ons doel is borstkanker bespreekbaar maken door voorlichting te geven aan het grote publiek. We vinden het belangrijk
2010-2012: BOOG 2009-04 Male Breast Cancer
dat de laatste ontwikkelingen op het gebied van borstkanker
ook bij patiënten en hun omgeving terechtkomen.” Om de
2013-2016: BOOG 2013-02 Male Breast Cancer:
overlevingskansen van mensen met borstkanker te vergroten
genereert Pink Ribbon ook fondsen voor klinisch weten-
2013-2016: BOOG 2013-04 DIRECT
schappelijk onderzoek. “We werken bijvoorbeeld samen met
2014-2018: BOOG 2013-07 mastectomie
grote winkelbedrijven en houden productacties, zoals de
2014-2018: BOOG 2014-04 LORD en translationeel
verkoop van de Pink Ribbon-armband. Ook zijn er mensen
die acties voor ons opzetten, omdat zij iemand kennen met
borstkanker.”
24
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
(retrospectieve studie)
prospective into perspective
onderzoek laag-gradig DCIS
Werkgroep
gemetastaseerde borstkanker
effectief zijn bij iedere patiënt, worden vanuit de BOOG investigator-initiated-studies opgezet om meer te leren over
de mechanismen van effectiviteit en bijwerkingen.
Werkwijze
De werkgroep bestaat uit zeer actieve leden en vergadert
Prof. dr. Epie Boven,
regelmatig over nieuwe studievoorstellen. De BOOG is ver-
voorzitter Werkgroep
heugd dat Epie Boven na haar pensionering in april van dit
gemetastaseerde
jaar nog bereid is om deze werkgroep een jaar te trekken als
borstkanker
voorzitter. Voor elk klinisch onderzoeksprotocol blijft gelden
dat deze moet voldoen aan een aantal criteria, alvorens
BOOG-centra worden benaderd voor deelname: belang voor
Leden
de patiënt, vernieuwing, geen competitie met lopende proto-
Epie Boven (vz), medisch oncoloog, VUmc
collen, enzovoort. Een belangrijk aspect van aandacht vormt
Miranda Ernst, chirurg, Alexander Monro Ziekenhuis
de kwaliteitsverbetering van wetenschappelijk onderzoek bij
Rhodé M. Bijlsma, medisch oncoloog, UMCU
patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom. Onder-
Inge Konings, medisch oncoloog, VUmc
zoekers worden hierover aangesproken en op de onderzoe-
Joan Heijns, medisch oncoloog, Amphia Ziekenhuis
kersbijeenkomst staat dit punt standaard op de agenda. De
Aafke H. Honkoop, medisch oncoloog, Isala
werkgroep verheugt zich in het feit dat subsidiegevers, zoals
Yvette van der Linden, radiotherapeut, LUMC
Pink Ribbon en Alpe d’HuZes, meer projecten willen finan-
Rianne Oosterkamp, medisch oncoloog, MC Haaglanden
cieren voor onderzoek bij patiënten met gemetastaseerd
Jeany Rademaker-Lakhai, study manager, BOOG SC
mammacarcinoom. De werkgroep heeft het zich als taak
gesteld in een vroege fase te worden betrokken bij de uit-
Contactpersoon BOOG-bestuur:
gewerkte studievoorstellen, wanneer patiënten vanuit BOOG-
Elsken van der Wall
centra zouden moeten worden benaderd voor deelname
aan het beoogde onderzoek. De werkgroep heeft immers
Doelstelling
het totale overzicht van alle BOOG-studies in Nederland en
De werkgroep heeft als doel om innovatieve medicamenten
kan niet alleen suggesties doen voor inbedding in bestaande
voor de behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom
onderzoeksactiviteiten, maar ook voor verbetering van de
in een vroeg stadium naar Nederland te halen. Hoewel de
kwaliteit van de aanvraag.
patiënt met gemetastaseerd mammacarcinoom meestal
niet meer te genezen is, dienen de nieuwe kansen om de
Hormonale therapie
overleving te verlengen met behoud van kwaliteit van leven
Voor patiënten met gemetastaseerde ziekte die nog in aan-
optimaal te worden benut. Veel farmaceutische bedrijven
merking komen voor hormonale therapie, wordt getracht
ontwikkelen middelen gericht tegen specifieke subtypen van
om naast de gebruikelijke medicatie andere middelen toe te
borstkanker, vanwege het feit dat steeds meer kennis be-
voegen om de effectiviteit te verbeteren. Dit geldt bijvoorbeeld
schikbaar is van ontregelde ‘signaleringsroutes’ die kanker-
voor patiënten die eerder baat hebben gehad bij letrozol of
cellen aanzetten tot proliferatie. Kleinere patiëntenaantallen
anastrozol. Zo is in de BOLERO-2-studie aangetoond dat toe-
vanwege een minder vaak voorkomend subtype kanker waar-
voeging van everolimus aan exemestaan verbetering opleverde
voor een nieuw medicament wordt onderzocht op effectiviteit
van de progressievrije overleving in vergelijking met exeme-
maken het noodzakelijk om aan internationaal multicentrum-
staan alleen (Baselga J, et al. N Engl J Med 2012;366:520-9).
onderzoek deel te nemen. In dit kader staat de BOOG in-
Vervolgens is everolimus beschikbaar gesteld in een expanded
middels goed bekend en wordt de groep regelmatig benaderd
access-programma (BALLET; BOOG 2012-01) waaraan 22 centra
om te participeren in internationale studies met interessante
met in totaal 75 patiënten hebben kunnen deelnemen. Evero-
middelen. Dit betekent dat Nederlandse patiënten vroeg toe-
limus wordt sinds januari 2013 vergoed. Combinatie van dit
gang kunnen krijgen tot mogelijkheden om de behandeling
middel met exemestaan betekent een extra behandeling voor
te verbeteren. Aangezien nieuwe medicamenten niet altijd
deze patiëntenpopulatie alvorens chemotherapie nodig is,
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
25
maar niet elke patiënt heeft hierbij baat. Het is verheugend
woorden of een therapievrij interval na inductiechemotherapie
dat de investigator-initiated Biomarker Study Everolimus (BOOG
kan worden ingelast zonder dat het beloop van het ziekte-
2013-06) recentelijk van start is gegaan om meer onderzoek
beeld nadelig wordt beïnvloed.
te doen naar welke patiënten vooral in aanmerking komen
voor behandeling met everolimus en exemestaan.
HER2-positief mammacarcinoom
In de Abiraterone-studie (BOOG 2011-01) is onderzocht of de
Voor patiënten met gemetastaseerd HER2-positief mamma-
combinatie van abiraterone met exemestaan betere effectivi-
carcinoom is de HAT-studie (BOOG 2008-03), waarin werd ge-
teit oplevert dan elk van de middelen alleen. Het benodigde
randomiseerd tussen trastuzumab + bevacizumab + paclitaxel
aantal patiënten is gehaald. Helaas bleek de combinatie niet
en trastuzumab + bevacizumab → trastuzumab + bevacizu-
superieur aan abiraterone alleen of exemestaan alleen.
mab + paclitaxel als eerstelijnsbehandeling, recentelijk ge-
De BELLE-3-studie (BOOG 2013-05) is opgezet voor patiënten
sloten. De BOOG voert samen met SAKK (Zwitserland) en
die al everolimus hebben gehad. Zij kunnen in aanmerking
UNICANCER (Frankrijk) de PERNETTA-studie uit bij dezelfde
komen voor fulvestrant al dan niet in combinatie met BKM120,
patiëntencategorie (BOOG 2013-03). Als eerstelijnsbehan-
een selectieve PI3K-remmer. De MONALEESA-2-studie (BOOG
deling wordt gestart met de combinatie van trastuzumab en
2014-01) is bedoeld voor patiënten met gemetastaseerde
pertuzumab waaraan al dan niet chemotherapie wordt toe-
ziekte, die in de eerste lijn in aanmerking komen voor een aro-
gevoegd. Bij progressie komen alle patiënten in aanmerking
mataseremmer. Bij deelname zullen zij worden gerandomiseerd
voor trastuzumab-DM1. Op deze manier is het mogelijk om
tussen letrozol met placebo of letrozol in combinatie met de
na te gaan of een chemotherapievrije start van de behande-
CDK4/6-remmer LEE011. In Nederland is deze studie recentelijk
ling door combinatie van twee HER2-remmers ook mogelijk
geopend. Er zullen ongeveer 20 BOOG-centra deelnemen.
is, waarbij kwaliteit van leven een belangrijk onderdeel vormt
De BOOG 2010-05 SUBMIT-studie is op 24 februari 2012
van de onderzoeksvragen.
geopend. Op 23 december 2013 waren slechts 10 patiënten
geïncludeerd. Alle baseline-gegevens zijn verzameld; er zullen
Triple-negatief mammacarcinoom
geen follow-upgegevens meer worden verzameld. Het doel
Patiënten met gemetastaseerd triple-negatief mammacar-
van de SUBMIT-studie was te onderzoeken of up front-chirurgie
cinoom maken deel uit van de HER2-negatieve patiënten-
van de borstkankertumor in het geval van primair gemeta-
populatie in studieprotocollen. Het is duidelijk geworden dat
staseerde ziekte zorgt voor een verbetering van de overleving
deze patiënten recht hebben op een behandelschema dat
in vergelijking met initiële behandeling door middel van syste-
meer is toegespitst op de tumorbiologie van dit subtype.
mische therapie. In overleg met de hoofdonderzoekers is door
Het doel van de Triple-B-studie (BOOG 2013-01) is om bij
het BOOG-bestuur intensief gezocht naar mogelijkheden om
deze patiënten behandelschema’s onderling te vergelijken
de inclusie te vergroten en om aansluiting te zoeken bij het
met betrekking tot de rol van bevacizumab enerzijds en de
E 2108-protocol van dr. Seema Khan. De conclusie van dit
aanwezigheid van homologe recombinatiedeficiëntie bij de
overleg luidde dat ook met een verruiming van de inclusie-
keuze van de cytostatica anderzijds.
criteria en een substantiële uitbreiding van het aantal deelnemende centra de haalbaarheid van de SUBMIT-studie
BRCA-genmutatie
zeer onzeker zou blijven. Bovendien zijn afgelopen december
Voor patiënten die drager zijn van een kiembaanmutatie in
tijdens SABCS 2013 de voorlopige resultaten gepresenteerd
BRCA1 of BRCA2 en gemetastaseerd mammacarcinoom
van twee vergelijkbare gerandomiseerde studies uit India en
hebben, zijn zogenoemde PARP-remmers in ontwikkeling.
Turkije, die (binnen de totale groep) geen verschil in overleving
Het tumorweefsel bij deze patiënten is verhoogd gevoelig
lieten zien tussen de patiënten met en zonder chirurgische
voor alkylerende middelen, omdat DNA-schade minder goed
verwijdering van de primaire tumor.
wordt hersteld vanwege homologe recombinatiedeficiëntie.
Om toch DNA-schade te kunnen herstellen, is het DNA-repara-
Chemotherapie
tie-eiwit poly(ADP-ribose)polymerase (PARP) sterk geactiveerd.
HER2-negatief mammacarcinoom
In samenwerking met de Breast International Group (BIG)
Patiënten die gemetastaseerd mammacarcinoom zonder
wordt de BRAVO-studie opgestart. Patiënten die eerder wer-
HER2-expressie hebben en in aanmerking komen voor chemo-
den behandeld voor HER2-negatieve ziekte en genmutatie-
therapie kunnen participeren in de Stop & Go-studie (BOOG
drager zijn kunnen in aanmerking komen voor niraparib of
2010-02). Met deze studie hopen we de vraag te beant-
best doctor’s choice.
26
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
wordt begonnen met paclitaxel/bevacizumab. In de tweede
Open studies
lijn is keuze tussen niet-gepegyleerd liposomaal doxorubicine
of oraal capecitabine.
BOOG 2010-02
Stop & Go
Status
De Stop & Go-studie heeft inmiddels twee derde van het
An open randomized phase III study to
compare 8 continuous cycles of chemotherapy with 8 cycles of intermittent
(2 times 4 cycles) chemotherapy in first
line treatment, in combination with
bevacizumab, and second line treatment
of patients with HER2/neu-negative,
incurable, metastatic or unresectable
locally advanced breast cancer
aantal te includeren patiënten bereikt (282 van de 420; zie
figuur 2). Daarom wordt er op dit moment een interim-analyse
uitgevoerd. De rapportage en het advies van de DSMC hierover wordt eind september verwacht.
Nieuwe centra die eind 2013 en in 2014 met de studie zijn
gestart: Tergooi Ziekenhuizen, Kennemer Gasthuis en het
Westfriesgasthuis. De volgende centra worden momenteel
opgestart: Gelre Ziekenhuis locatie Zutphen, Antoni van
Leeuwenhoek, BovenIJ Ziekenhuis en MC Haaglanden.
Opzet
Coördinatoren:
F.L.G. Erdkamp (Orbis Medisch Centrum) en
M.M.E.M. Bos (Reinier de Graaf Gasthuis)
De Stop & Go-studie is een gerandomiseerd fase III-onderzoek naar de mogelijkheden van het fractioneel behandelen
van mammacarcinoompatiënten met chemotherapie, zodat
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
langdurig achter elkaar behandelen met chemotherapie,
met alle toxische gevolgen van dien, misschien niet meer
nodig is. De studie bestaat uit twee lijnen. In de eerste lijn
Amstelland Ziekenhuis
10
Bernhoven Ziekenhuis
10
Bronovo Ziekenhuis
1
13
Catharina Ziekenhuis
6
Deventer Ziekenhuis
Diaconessenhuis Meppel
4
Elkerliek Ziekenhuis
4
Esperanz
10
1
Gemini Ziekenhuis
7
Groene Hart Ziekenhuis
HAGA Ziekenhuis
6
Isala Klinieken
30
4
Jeroen Bosch Ziekenhuis
Kennemer Gasthuis
3
3
Leids Universitair Medisch Centrum
Maasstad Ziekenhuis
4
7
Maastricht Universitair Medisch Centrum
6
Martini Ziekenhuis
Meander Medisch Centrum
2
16
Medisch Centrum Leeuwarden
4
Ommelander Ziekenhuis Groep
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
5
Orbis Medisch Centrum
32
Refaja Ziekenhuis
1
Reinier de Graaf Gasthuis
31
0
Rijnland Ziekenhuis
Rode Kruis Ziekenhuis
1
2
Spaarne Ziekenhuis
9
St Antonius Ziekenhuis
St. Franciscus Gasthuis
4
Tergooi Ziekenhuis
1
2
Radboudumc
VieCuri Medisch Centrum
4
16
Vlietland Ziekenhuis
10
Wilhelmina Ziekenhuis
4
Ziekenhuis de Tjongerschans
Ziekenhuisgroep Twente
6
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
1
0
5
10
15
20
25
30
35
Figuur 2. Inclusie Stop & Go-studie, peildatum 1 september 2014.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
27
BOOG 2013-01
buizen voor nevenstudies.
Triple-B
De inclusie komt langzaam op gang (registratie 8, randomisatie 4). Inmiddels zijn de initiaties in andere ziekenhuizen
Biomarker discovery randomized phase
IIb trial with carboplatin-cyclophosphamide versus paclitaxel with or without
bevacizumab as first-line treatment in
advanced triple-negative breast cancer
gestart; er zijn zeven centra open. We roepen op om bij alle
gemetastaseerde triple-negatieve patiënten te denken aan
de Triple-B-studie. Indien de initiatie nog niet in uw ziekenhuis is geweest, kunt u uw patiënt verwijzen naar een
reeds opengesteld centrum. Zie voor deelnemende centra
www.kankeronderzoek.info.
Opzet
Tijdens de eerste initiaties werd de levertijd van bevacizumab
Hoewel gemetastaseerde triple-negatieve mammacarcino-
in arm 1B (beschikbaar gesteld door Roche) als mogelijk
men lastig te behandelen zijn, worden angiogeneseremmers
knelpunt aangemerkt. Inmiddels is met behulp van Roche
en middelen die dubbelstrengsbreuken in het DNA induceren
een oplossing gevonden. Indien een patiënt kort na rando-
(platinumderivaten/alkylerende middelen) als veelbelovend
misatie (binnen drie werkdagen) start met de behandeling
gezien. Voorspellende biomarkers ontbreken vooralsnog. De
in arm 1B, kan bevacizumab ook per koerier worden gele-
Triple-B-studie richt zich op het valideren van twee biomar-
verd. Hiervoor zijn aparte aanvraagformulieren op de BOOG-
kers: VEGFR2-plasmaspiegel en BRCA-like-tumorprofiel. Na
website beschikbaar.
bepaling van deze markers, wordt er gerandomiseerd tussen vier behandelingen in een 2 x 2 factorial design: cyclofosfamide/carboplatine (CC) met of zonder bevacizumab en
paclitaxel met of zonder bevacizumab. Bevacizumab wordt
als studiemedicatie verstrekt wanneer gecombineerd met
carboplatine-cyclofosfamide. Overige biomarkers worden onderzocht in een aantal nevenstudies (waaronder de mutatiestatus van BRCA en hoeveelheid circulerend tumor-DNA).
Coördinatoren:
S.C. Linn (AvL) en H.M. Oosterkamp (MC Haaglanden)
Contact:
Studiecoördinator: A. van Rossum (AvL):
[email protected], tel.: 020 512 61 87/20 04
Trialbureau AvL: [email protected], tel.: 020 512 26 65
Status
In februari 2014 is het eerste amendement goedgekeurd.
De belangrijkste punten zijn het splitsen van het informed
consent-formulier (registratiedeel: formulier A; randomisatiedeel: formulier B) en drie in plaats van twee optionele bloed-
Tabel 3. Inclusie Triple-B-studie, peildatum
1 september 2014.
Open centra
Deventer Ziekenhuis, loc. Geertruiden
Ikazia Ziekenhuis
Aantal patiënten
recent open
1
Isala
recent open
Medisch Centrum Alkmaar
recent open
Medisch Centrum Haaglanden,
loc. Antoniushove
NKI/AvL
Vlietland Ziekenhuis, loc. Schiedam
28
|
recent open
3
recent open
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
BOOG 2013-05
BELLE-3
A phase III randomized, double blind
placebo controlled study of oral BKM120
in combination with fulvestrant, in the
treatment of postmenopausal women
with hormone receptor-positive HER2negative locally advanced or metastatic
breast cancer whose disease has
progressed on or after aromatase and
mTOR inhibitor treatment
Opzet
In dit onderzoek zal bij HR-positieve en HER2-negatieve,
postmenopauzale borstkankerpatiënten worden onderzocht
wat het effect is van de combinatietherapie van BKM120
Tabel 4. Inclusie BELLE-3-studie, peildatum
1 september 2014.
Open centra
Albert Schweitzer Ziekenhuis
Aantal patiënten
recent open
Amphia Ziekenhuis
recent open
Deventer Ziekenhuis
recent open
Isala
2
recent open
Maastricht Universitair Medisch
Biomarker Study Everolimus
recent open
Reinier de Graaf Gasthuis
Spaarne Ziekenhuis
BOOG 2013-06
2
Centrum
Orbis Medisch Centrum
Contact:
Novartis Oncology, Giovanni Frans, Trial Manager:
[email protected], tel.: 026 378 24 04
1
Catharina Ziekenhuis
Leids Universitair Medisch Centrum
Coördinator:
Ondersteuning researchcoördinatie,
E. van Druten (RdGG):
[email protected], tel.: 015 260 34 82
2
recent open
PI3K pathway analysis in tumor tissue
and circulating DNA to obtain further
insight in the efficacy of everolimus
when combined with exemestane
(buparlisib) + fulvestrant na behandeling met everolimus.
BKM120 heeft als doel de PI3K-pathway, waarbij deze path-
Opzet
way door BKM120 wordt geremd. Uit preliminaire onder-
In de Biomarker Study Everolimus wordt met verschillende
zoeken is gebleken dat het activeren van de PI3K-pathway
technieken in tumorweefsel en bloed onderzocht of er bio-
mogelijk een belangrijke rol kan spelen bij resistentie op de
markers kunnen worden geïdentificeerd die voorspellen welke
behandeling met fulvestrant. Bovendien is uit onderzoeken
patiënten baat hebben bij de behandeling van everolimus
gebleken dat het remmen van de PI3K-pathway gepaard
en exemestaan.
gaat met een hogere effectiviteit van fulvestrant.
Patiënten bij wie de arts de intentie heeft om te starten met
everolimus en exemestaan komen in aanmerking voor de
Voortgang
studie. De behandeling zelf is onderdeel van standaardzorg,
BELLE-3 is een wereldwijde studie waaraan nu ongeveer
hiervoor zijn geen extra eisen vanuit de studie. Extra zijn
420 patiënten (i.p.v. 615) gaan deelnemen. Aan de hand van
slechts de vier buisjes bloed voor start van de behandeling,
de eerste interim-analyse en de finale analyse is bepaald
de analyses op het gearchiveerde formaline-gefixeerd en
dat een reductie in het aantal patiënten naar 420 haalbaar is
paraffine-ingebed (FFPE) materiaal van de primaire tumor en
om de finale PFS-analyse uit te voeren. De inclusie is verlengd
de (optionele) tumorbiopten voor start van de behandeling
tot 15 mei 2015. In Nederland zullen 11 centra deelnemen;
en na progressie. De volgende analyses worden uitgevoerd
10 centra zijn geïnitieerd. Wereldwijd zijn er tot heden 117
op het verzamelde materiaal:
patiënten gerandomiseerd, waarvan 7 in Nederland. Vanwege
AvL:
de wereldwijde hoge (pre-)screen failures zijn in het eerste
• Associatie tussen PI3K-activatiemarkers in verse tumor-
kwartaal van dit jaar twee protocolamendementen geweest
biopten en respons (kan een geactiveerde pathway een
met als voornaamste wijzigingen aanpassing in de range
betere of slechtere respons op therapie voorspellen?)
laboratoriumwaarden en het stopzetten van het pre-screening-
• PI3K-activatiemarkers in FFPE-materiaal afgenomen bij
proces. Om ervoor te zorgen dat de centra zo goed mogelijk
worden ondersteund, zijn de studiewerklijsten en andere
Erasmus MC:
studiegerelateerde documenten op de BOOG-website aan-
• Bepaling van PIK3CA- en AKT-mutaties in vrij circulerend
gepast. Voor vragen kunt u ook terecht bij Edith van Druten
DNA.
(researchverpleegkundige oncologie) in het Reinier de Graaf
VUmc:
Gasthuis.
• Kwantitatieve (fosfo)-proteomics in nieuwe tumorbiopten
de primaire diagnose.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
29
om proteïnen vast te stellen die de gevoeligheid van of
resistentie tegen everolimus kunnen voorspellen.
advanced breast cancer who received
no prior therapy for advanced disease
• Identificeren van eiwitexpressie in plasmablaasjes om
voorspellende markers en targets te ontdekken.
Opzet
LUMC:
Bij borstkanker treden genetische veranderingen op met
Farmacogenetica (SNP) van de mTOR signaling pathway gere-
hoge frequentie. Ze zijn nauw gerelateerd aan een slechte
lateerd aan de werkzaamheid en bijwerkingen van everolimus.
prognose. Een dergelijke amplificatie ontstaat met Cyclin
D1, dat een cruciale rol speelt bij de regeling van de celcyclus.
Inclusie
Het bevordert de voortgang van de G1-S-fase na de complex-
Naar verwachting worden 175 patiënten geïncludeerd voor
vorming met CDK4/6 en fosforylering van het retinoblastoom-
bloedafname en verzameling van FFPE-materiaal van de pri-
eiwit. LEE011 is een zeer goed oplosbare, potente en selectieve
maire tumor, 50 voor verse tumorbiopten voor start van de
remmer van CDK4/6-kinase. LEE011 remt de CDK4/6-speci-
behandeling en 30 voor verse tumorbiopten na progressie.
fieke fosforylering van het retinoblastoomeiwit en stopt aldus
De belangrijkste inclusiecriteria zijn:
de voortgang van de celcyclus in de G1-fase.
• Postmenopauzale vrouwen ≥ 18 jaar
• Gemetastaseerd mamacarcinoom
Status
• HR-positief, HER2-negatief
MONALEESA-2 is een wereldwijde studie waaraan 500 pa-
• Eerder behandeld met anastrozol of letrozol
tiënten zullen deelnemen. De inclusie loopt in principe tot
16 december 2014. Wereldwijd zullen ongeveer 313 centra
Status
deelnemen, waarvan ongeveer 23 centra in Nederland. Tot
De studie is centraal goedgekeurd en open in het VUmc,
heden zijn er wereldwijd 197 centra open (in Nederland zijn
Orbis MC en VieCuri. De volgende centra zijn in verschillende
12 centra open) en 119 patiënten gerandomiseerd van wie
fasen van voorbereiding: Atrium MC, Deventer ziekenhuis,
drie in Nederland. Vanwege het grote aantal centra wereld-
Erasmus MC, Isala, Kennemer Gasthuis, LUMC, Maxima MC,
wijd en de korte inclusieperiode is een spoedige opstart
AvL, Reinier de Graaf Groep en Spaarne Ziekenhuis. Er zijn
cruciaal en alle medewerking van centra is hierbij nodig.
inmiddels acht patiënten geïncludeerd. Het datamanagement
Om ervoor te zorgen dat de centra zo goed mogelijk worden
wordt verzorgd door de arts-onderzoeker.
ondersteund, worden de studiewerklijsten en andere studie-
Mocht u interesse hebben om deel te nemen, dan kunt u
gerelateerde documenten op de BOOG-website geplaatst.
contact opnemen met het BOOG Study Center.
Voor vragen kunt u ook terecht bij de researchcoördinatoren.
Tabel 5. Inclusie MONALEESA-2-studie, peildatum
9 september 2014.
Hoofdonderzoeker:
E. Boven (VUmc)
Open centra
Contact:
Studiecoördinator D. Kruger (VUmc): [email protected]
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
BOOG 2014-01
MONALEESA-2
A randomized double-blind, placebocontrolled study of LEE011 in combination with letrozole for the treatment of
postmenopausal women with hormone
receptor-positive, HER2-negative,
30
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Aantal patiënten
Deventer Ziekenhuis
recent open
Isala
recent open
LUMC
recent open
Maastricht Universitair Medisch Centrum
recent open
Medisch Centrum Alkmaar
recent open
NKI/AvL
OLVG
Orbis Medisch Centrum
2
recent open
1
Rijnstate Ziekenhuis
recent open
TweeSteden Ziekenhuis
recent open
Universitair Medisch Centrum Groningen
recent open
VU medisch centrum
recent open
sponsor en kunnen 15 BOOG-centra deelnemen aan de studie.
Coördinator:
Giovanni Frans, Trial Manager, Novartis Oncology:
[email protected],tel.: 026 378 24 04
De centrale indiening is goedgekeurd. IKNL ondersteunt de
lokale indiening en initiaties. Het VUmc is inmiddels open
en Orbis MC wordt in oktober geïnitieerd.
Ondersteuning researchcoördinatie:
S. Brouwer (Rijnstate):
[email protected], tel.: 088 005 62 01
M. Kuipers (ZGT):
[email protected], tel.: 0546 69 37 82
BOOG 2013-03
Coördinator:
E. Boven (VUmc)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
PERNETTA
A randomized phase II trial of pertuzumab in combination with trastuzumab
with or without chemotherapy, both
followed by T-DM1 in case of progression, in patients with HER2-positive
metastatic breast cancer
Opzet
De PERNETTA-studie is een internationale studie in samenwerking met SAKK (Zwitserland), UNICANCER (Frankrijk),
de BOOG en Düsseldorf. Het onderzoek heeft tot doel de
werkzaamheid en de verdraagbaarheid te onderzoeken van
het geneesmiddel pertuzumab in combinatie met trastuzu-
Studies in follow-up
BOOG 2006-06
ATX
Phase II randomized trial of combination
therapy of paclitaxel and bevacizumab
versus paclitaxel, capecitabine and
bevacizumab as first-line treatment for
locally recurrent or metastatic breast
cancer patients with HER2/neunegative tumor
mab, met of zonder aanvullende chemotherapie, gevolgd door
trastuzumab-emtansine (T-DM1) als progressie optreedt. In
Status
het onderzoek wordt bekeken of het aanvankelijk ontbreken
De ATX-studie is sinds december 2010 gesloten na de vlotte
van chemotherapie met paclitaxel of vinorelbine in het ge-
inclusie van 312 patiënten. In deze studie zijn vrouwen ge-
noemde behandelplan een effectieve behandelingsstrategie
randomiseerd tussen paclitaxel en bevacizumab zonder of
vormt. Het primaire eindpunt van de studie is algehele over-
met toevoeging van capecitabine als eerstelijnsbehandeling
leving na 24 maanden. Secundaire eindpunten zijn onder
voor HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom. Het
andere progressievrije overleving van eerste- en tweedelijns-
primaire eindpunt was progressievrije overleving. Secundaire
behandeling en kwaliteit van leven. Er zullen 208 patiënten
eindpunten waren objectief responspercentage, responsduur,
worden uitgenodigd voor deelname.
toxiciteit, totale overleving en translationele nevenstudies. Er
werd gestratificeerd voor de hormoonreceptorstatus, de aan-
Status
wezigheid van meetbare laesies en alléén botmetastasen.
De Zwitserse onderzoeksgroep SAKK is de hoofdsponsor
De klinische resultaten zijn ingediend ter beoordeling voor
en initiator van de studie. In Zwitserland is de studie in april
publicatie. De resultaten van het translationele onderzoek
2013 centraal goedgekeurd en er zijn 14 Zwitserse centra
naar circulerende plasma-eiwitten en farmacogenetica zijn
open. In Frankrijk zijn 17 centra open, in Duitsland 1 en Neder-
ingediend als abstracts voor het SABCS 2014.
land 1. Internationaal zijn reeds 74 patiënten geïncludeerd.
Het farmacogenetische onderzoek in samenwerking met het
De Franse onderzoeksgroep UNICANCER is sponsor in de
LUMC en het onderzoek naar circulerende plasma-eiwitten is
Europese Unie. In Nederland is de BOOG de nationale
afgerond. De gegevensanalyse wordt momenteel voortgezet.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
31
Coördinatoren:
E. Boven (VUmc), A.H. Honkoop (Isala) en
S.W. Lam (VUmc)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
dat een benadering met het starten van alleen monoklonale
antilichamen, met als doel het starten van chemotherapie
uit te stellen, veilig en effectief lijkt te zijn. Vooruitlopend op de
definitieve resultaten van de HAT-studie geeft dit aanleiding om
na te denken over nieuwe studies met een zelfde benadering,
waarbij dan ook pertuzumab moet worden meegenomen,
gezien de recente registratie van pertuzumab voor eerstelijnsbehandeling in combinatie met trastuzumab en docetaxel. De PERNETTA-studie, die recentelijk in Nederland is
BOOG 2008-03
HAT
geopend, is hiervan een mooi voorbeeld.
Follow-up
A randomized phase II study of conco-mitant trastuzumab, bevacizumab with paclitaxel (arm A) versus trastuzumab, bevacizumab, followed by the combination of
trastuzumab, bevacizumab and paclitaxel
at progression (arm B), as first-line treatment for metastatic breast cancer patients with HER2-neu overexpression
Inclusie
Na inclusie van de beoogde 84 patiënten is de HAT-studie
sinds september 2013 gesloten voor inclusie. Centra met
de grootste inclusieaantallen zijn het Amphia Ziekenhuis,
Medisch Centrum Leeuwarden, HagaZiekenhuis, Erasmus
Wellicht ten overvloede willen wij u erop wijzen dat de dataverzameling wordt voortgezet en dat de patiënten in deze studie
vervolgd dienen te worden tot aan het moment van overlijden.
Op SABCS 2014 zal het primaire eindpunt van de HAT-studie
als poster worden gepresenteerd.
Coördinator:
S. Sleijfer (Erasmus MC)
Studiecoördinator:
J.C. Drooger (Erasmus MC)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
MC Kanker Instituut, Isala en het AvL.
Resultaten
Het primaire eindpunt voor deze studie is de ratio van progres-
BOOG 2012-01
BALLET
sievrije overleving na 1 jaar (PFR-1jr). Definitieve resultaten
voor het primaire eindpunt zullen dan ook komend najaar
Beyond ALL Endocrine Therapies
bekend worden, mits alle gegevens tijdig zijn aangeleverd.
Gesteld is dat de experimentele behandeling (arm A en/of
Status
arm B) die een PFR-1jr van ongeveer 40% geeft, als waardevol
Alle Nederlandse monitoractiviteiten zijn afgerond en de open-
genoeg moet worden beschouwd om verder te exploreren.
staande vragen zijn opgelost. De wereldwijde Soft Database
Er werd recentelijk een abstract ingestuurd voor de SABCS in
Lock staat gepland op 3 oktober 2014. De studie heeft in
december 2014. Op het moment van presentatie zullen de
andere Europese landen langer gelopen dan in Nederland.
definitieve resultaten met betrekking tot het primaire eindpunt
Op 21 en 22 november 2014 vindt de European Breast Cancer
bekend zijn. Vooruitlopend hierop kunnen we u, op basis van de
Scientific Meeting plaats, waar de BALLET-gegevens worden
huidige gegevens, melden dat voor beide armen het primaire
gepresenteerd. De uitnodigingen worden binnenkort verstuurd.
eindpunt is gehaald. Toxiciteit was acceptabel in beide armen.
Prof. dr. E. Boven zal één van de sprekers zijn op deze meeting.
Wel werd, zoals verwacht, significant minder toxiciteit gezien
tijdens behandeling met alleen monoklonale antilichamen.
Interpretatie
Op basis van preliminaire resultaten kan dus worden gesteld
32
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Contact:
Giovanni Frans, Trial Manager, Novartis Oncology:
[email protected], tel.: 026 378 24 04
Werkgroep
biomarkers
ding in. Voorwaarde voor het uitvoeren van een nevenstudie
is de aanwezigheid van voldoende financiële onderbouwing.
Enkele studievoorstellen zijn aan de werkgroep voorgelegd
en besproken.
De Werkgroep biomarkers werkt aan het opstellen van een
procedure om een (virtuele) biobank op te richten waarin
tumorweefsel van alle patiënten in BOOG-studies wordt
verzameld of geregistreerd voor toekomstig onderzoek. VanDr. Jelle Wesseling,
uit de Werkgroep biomarkers is voorgesteld om de procedures
voorzitter Werkgroep
van de landelijke Parelsnoerrichtlijnen te hanteren voor de af-
biomarkers
name, bewerking en opslag van biomaterialen. De praktische
uitwerking van deze richtlijnen kan worden opgenomen in de
protocollen voor (nieuwe) BOOG-studies. De ontwikkelingen
op het gebied van veranderende Europese privacyregelgeving
Leden
worden nauwgezet gevolgd, omdat de uitwerking hiervan
Jelle Wesseling (vz), patholoog, AvL
grote gevolgen kan hebben voor de wijze waarop translatio-
Carolien van Deurzen, patholoog, Erasmuc MC
neel onderzoek kan plaatsvinden.
Paul van Diest, patholoog, UMCU
Vanuit de Werkgroep biomarkers wordt gewerkt aan een voor-
John Martens, moleculair bioloog, Erasmus MC
stel om standaard proliferatiemetingen uit te voeren bij elke
Christi van Asperen, klinisch geneticus, LUMC
BOOG-studie. Proliferatiemetingen op basis van de RASTER-
Sabine Linn, medisch oncoloog, AvL/UMCU
en de MINDACT-studies vormen de basis voor deze analyse.
Ruud Pijnappel, radioloog, UMCU
Verwacht wordt dat eind 2014 hierover een uitspraak kan
Jan Schellens, internist-oncoloog en klinisch
worden gedaan. Enkele studies worden door de werkgroep zelf
farmacoloog, AvL
gecoördineerd. Dit betreft met name dataverzamelingstudies
Madeleine Tilanus-Linthorst, arts mammadiagnostiek,
zoals de Male Breast Cancer-studies (retro- en prospectief), de
Erasmus MC
Pregnancy-studie en de INFLAME-studie (naar inflamma-
Adri Voogd, epidemioloog, Universiteit Maastricht
toire borstkanker). De retrospectieve Male BC-studie is in 2010
Carolien Schröder, internist-oncoloog, UMCG
gestart, de prospectieve Male BC-studie is in het najaar van
Nizet Dijkstra, projectmedewerker, BOOG SC
2013 opengesteld. De registratie voor de Pregnancy-studie
Contactpersoon BOOG-bestuur:
aan de voorbereidingen voor de start van de studie. Voor de
Ruud Pijnappel
Male BC-studies en de INFLAME studie zijn subsidies van
is gestart in 2007 en voor de INFLAME-studie wordt gewerkt
respectievelijk Pink Ribbon en Alpe d’HuZes ontvangen. Voor
Samenstelling en taken
de Male BC-studies wordt internationaal samengewerkt met
De Werkgroep biomarkers heeft enkele wijzigingen onder-
de EORTC en voor de Pregnancy-studie met de GBG.
gaan. Het voorzitterschap is overgedragen door Paul van Diest
aan Jelle Wesseling. Carolien van Deurzen en Ruud Pijnappel
Dutch Male Breast Cancer Consortium
zijn toegetreden tot de werkgroep. Ruud Pijnappel maakt
In het Dutch Male Breast Cancer Consortium (DMBCC)
tevens deel uit van het bestuur van de BOOG en zal als zo-
werken onderzoekers uit Nederland, die zich bezighouden
danig ook de contactpersoon zijn van de werkgroep voor
met onderzoek op het gebied van borstkanker bij mannen,
het BOOG-bestuur.
samen om elkaar te informeren en om het onderzoek op het
De werkgroep richt zich op translationeel onderzoek met
gebied van borstkanker bij mannen te stimuleren. Vanuit de
betrekking tot borstkanker. Dit betekent dat voor nieuwe
Werkgroep biomarkers zijn de hoofdonderzoekers van de
BOOG-studies de nevenstudies worden beoordeeld of dat
Male BC-studies betrokken bij het DMBCC. Inmiddels heb-
nevenstudies worden voorgesteld en/of opgezet. De beoor-
ben drie bijeenkomsten plaatsgevonden en zijn een missie,
deling door de Werkgroep biomarkers houdt met name een
gedragscode en werkwijze voor het DMBCC vastgesteld.
toetsing op haalbaarheid en wetenschappelijke verantwoor-
Vanuit het DMBCC is een verzoek gericht aan de pathologen
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
33
in Nederland die tumorblokjes hebben afgestaan in het kader
gistreerd in 2007 en de studie is nog open. Inmiddels zijn
van de retrospectieve Male BC-studie om toestemming te
649 patiënten geregistreerd (16 juli 2014). Hiervan zijn 111
geven om deze blokjes gedurende een langere periode (10
patiënten vanuit Nederland door de BOOG aangemeld.
jaar) te mogen bewaren en beschikbaar te maken voor nieuw
Voor aanmelding van nieuwe patiënten is het geven van
onderzoek op het gebied van Male BC. Vanuit het DMBCC
een informed consent een vereiste.
zullen onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en getoetst
Mocht u nog één of meer patiënten kunnen aanmelden voor
aan geldende wet- en regelgeving.
de studie, dan kunt u contact opnemen met de BOOG om
De coördinerende activiteiten voor het DMBCC worden
praktische informatie te ontvangen over de registratie en
verricht door de BOOG. Inmiddels zijn onderzoekers uit het
het CRF. Vanuit ieder ziekenhuis kunnen patiënten worden
AvL, Erasmus MC, LUMC, MUMC, UMCG en UMCU be-
aangemeld; een interne goedkeuringsprocedure is niet
trokken bij het DMBCC. Andere onderzoekers op het terrein
noodzakelijk voor deze registratiestudie. In alle gevallen is
van borstkanker bij mannen (die willen participeren in het
het voor registratie een vereiste om de eerste vier formulieren
DMBCC) worden van harte uitgenodigd om contact op te
van het CRF ingevuld aan te leveren. Gedurende en na afloop
nemen met het DMBCC via het e-mailadres van de BOOG:
van de follow-upperiode kunnen de overige formulieren wor-
[email protected].
den opgestuurd. Vanuit de BOOG is een vergoeding (€ 200
per patiënt) beschikbaar voor het invullen van CRF’s. Het is
ook mogelijk om patiënten retrospectief te includeren.
Open studies
BOOG 2003-04
Er hoeft dan geen informed consent te worden getekend,
mits alle gegevens anoniem worden aangeleverd.
GBG 29/Pregnancy
Prospective and retrospective register
study of the German Breast Group (GBG)
for diagnosis and treatment of breast
cancer in pregnancy
Opzet
De Pregnancy-studie is een observationele registratiestudie
voor vrouwen bij wie tijdens de zwangerschap de diagnose
Coördinator:
M. Bontenbal (Erasmus MC)
Contact:
BOOG Study Center, N.H. Dijkstra:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
BOOG 2013-02 Male Breast Cancer
prospectief
borstkanker is gesteld. Deze studie is geïnitieerd door de GBG
(German Breast Group). Patiënten uit Nederland kunnen via
de BOOG worden aangemeld voor deze studie. In de studie
Male Breast Cancer: prospective into
perspective
worden gegevens verzameld met betrekking tot de diagnostiek en behandeling van borstkanker tijdens de zwanger-
Beschrijving
schap en de uitkomst van moeder en kind. Het primaire eind-
De prospectieve Male Breast Cancer-studie is in 2013 van
punt van de studie is de uitkomst van het kind, vier weken
start gegaan. In januari heeft de BOOG hiervoor een subsidie
na de geboorte. Secundaire eindpunten zijn de uitkomst van
ontvangen van Pink Ribbon en in oktober 2013 is de eerste
de zwangerschap voor de moeder, het stadium en de biolo-
patiënt geïncludeerd in deze prospectieve, observationele
gische karakteristieken van de tumor, de therapie (behandeling
studie bij mannen met borstkanker in Nederland. Met een
en respons), sensitiviteit en specificiteit van diagnostische
incidentie van ongeveer 100 diagnoses van Male BC in Neder-
procedures, uitkomst van het kind na vijf jaar en de (ziekte-
land per jaar betekent dit dat elk ziekenhuis gemiddeld één
vrije) vijfjaarsoverleving van het mammacarcinoom.
patiënt per jaar kan registreren. De studie beoogt een inclusie van 200 patiënten in een periode van drie jaar. Deelname
Status
van zo veel mogelijk, zo niet alle, centra is dus van groot
De eerste Nederlandse patiënten voor de studie zijn gere-
belang voor het welslagen van deze studie. De studie heeft
34
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
geen invloed op de behandeling van de patiënt. In 2014 is de
onderzocht en opgeslagen. Aan de patiënten wordt gevraagd
EORTC ook gestart met een vergelijkbare internationale studie
(optioneel) of zij ook een buisje bloed extra willen afstaan
met een duur van twee jaar. De studies zijn zodanig op elkaar
voor toekomstig onderzoek. Voor deelname aan de studie is
afgestemd dat data sharing met de EORTC van onderzoeks-
een informed consent vereist.
gegevens van Nederlandse patiënten mogelijk is.
Niet-WMO
Inclusiecriteria
De METC van het UMC Groningen heeft beoordeeld dat de
•
Volwassen mannen
studie niet valt onder medisch-wetenschappelijk onderzoek
•
Diagnose primair invasief mammacarcinoom
met mensen zoals bedoeld in de WMO en heeft op basis
(alle stadia toegestaan)
hiervan besloten dat er geen positief WMO-oordeel nodig is
•
In staat zijn tot het lezen en begrijpen van Nederlandse
om met het onderzoek te mogen starten. Dat betekent dat
tekst en tot het geven van informed consent
er geen onderzoeksverklaring en lokale haalbaarheidstoet-
Het is van belang om de patiënt aan te melden voor de
sing noodzakelijk is.
studie vóórdat de behandeling is gestart, omdat op dit
baseline-moment een vragenlijst over kwaliteit van leven
Voortgang
moet worden voorgelegd aan de patiënt.
Inmiddels zijn 43 patiënten geïncludeerd in de studie en
hebben ruim 60 centra zich aangemeld voor deelname aan
Opzet
de studie. Voor registratie van patiënten zijn alle benodigde
Net als in de retrospectieve studie worden klinische gegevens
documenten ook te vinden op de BOOG-website.
betreffende tumorkarakteristieken, behandeling en uitkomst
verzameld. Een belangrijk verschil met de retrospectieve
Vergoedingen
studie is dat in de prospectieve studie vragenlijsten worden
Voor deze studie is een eenmalige opstartvergoeding en
voorgelegd aan de deelnemende patiënten. Deze vragen-
een onderzoekersfee per patiënt beschikbaar. Tevens is een
lijsten betreffen (geslachtspecifieke) aspecten van kwaliteit
vergoeding voor lokaal datamanagement, weefselverzameling
van leven en worden vóór de behandeling, na één jaar en na
of bloedafname gereserveerd.
vijf jaar ingevuld. Een stukje tumorweefsel wordt centraal
Albert Schweitzer Ziekenhuis
2
Atrium Medisch Centrum
3
Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis
3
2
2
Esperanz
Gelderse Vallei
1
Haga Ziekenhuis
Ikazia Ziekenhuis
3
2
Isala Klinieken
3
Jeroen Bosch Ziekenhuis
Kennemer Gasthuis
2
Maasstad Ziekenhuis
Martini Ziekenhuis
1
1
Maxima Medisch Centrum
1
Medisch Centrum Alkmaar
1
NKI/AvL
Orbis Medisch Centrum
1
Reinier de Graaf Gasthuis
1
Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp
1
Rijnstate Ziekenhuis
Spaarne Ziekenhuis
1
1
St. Franciscus Gasthuis
1
St. Jans Gasthuis
1
1
TerGooi Ziekenhuis
Universitair Medisch Centrum Groningen
2
1
1
1
1
Radboudumc
Universitair Medisch Centrum Utrecht
VieCuri Medisch Centrum
0
1
2
3
4
Figuur 3. Inclusie Male Breast Cancer prospectief-studie, peildatum 1 september 2014.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
35
Oproep/overleg
voor onderzoek zijn tevens geïncludeerd in de internationa-
Mocht u zelf als lokale onderzoeker willen optreden voor deze
le EORTC-studie, mits het een primaire en invasieve tumor
studie of zich afvragen of uw patiënt in aanmerking komt
betreft. Daarin zijn ruim 1.800 patiënten geïncludeerd, waar-
voor deze studie, dan kunt u contact opnemen met het
van 838 afkomstig zijn uit Nederland. In totaal is van 1.063
BOOG Study Center.
patiënten uit Nederland tumorweefsel ontvangen en hierop
is een centrale pathologische review uitgevoerd en zijn
Coördinatoren:
C.J. van Asperen (LUMC),
C.P. Schröder (UMCG) en J.W.M. Martens (Erasmus MC)
Contact:
BOOG Study Center, N.H. Dijkstra:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
TMA’s gemaakt. Van 690 patiënten zijn CRF’s ingevuld retour ontvangen. Van een deel van deze patiënten is definitief geen status te vinden of te raadplegen. In 424 gevallen
zijn zowel tumorweefsel als klinische gegevens compleet.
Voor de retrospectieve studie zullen klinieken actief worden
benaderd om alsnog de ontbrekende aanvullende klinische
gegevens uit de klinieken te kunnen achterhalen, zodat de
analysefase kan worden afgerond. Daaronder vallen ook nevenstudies op het gebied van de pathologie (Erasmus MC),
de micro-omgeving van tumorcellen (UMCG) en de klinische
genetica (LUMC). Een voorlopige analyse van de klinisch gene-
Studies in follow-up
Studies
in follow-up
BOOG 2009-04
Male Breast Cancer
(retrospectieve studie)
Clinical and biological characterization
of Male Breast Cancer: an international
retrospective EORTC, BIG and NABCG
intergroup study
Opzet
tische resultaten uit dit cohort heeft geleid tot een abstract
en presentatie op de ESHG 2014 (Van Asperen et al., Male BC
in the Netherlands: uptake and outcome of BRCA testing).
Tijdens de SABCS (december 2014) zullen de eerste resultaten
van de EORTC-studie mondeling worden gepresenteerd.
Coördinatoren:
C.J. van Asperen (LUMC),
C.P. Schröder (UMCG) en J.W.M. Martens (Erasmus MC)
Contact:
BOOG Study Center, N.H. Dijkstra:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
Borstkanker bij mannen is een zeldzame aandoening. De
EORTC heeft het initiatief genomen voor een internationale, retrospectieve studie naar borstkanker bij mannen. Met
een subsidie van Pink Ribbon is de BOOG in 2010 gestart
met de retrospectieve Male Breast Cancer-studie om voor
Nederland de klinische gegevens en tumorweefsel te kun-
Studies in opstart
nen verzamelen van alle mannen bij wie in de periode 19892009 de diagnose borstkanker is gesteld. Klinische gegevens zijn voor een deel verkregen van de Nederlandse
BOOG 2014-05
INFLAME
Kankerregistratie. Aanvullende klinische gegevens zijn opgevraagd in de klinieken. Alle gegevens worden verzameld
in een hiervoor gecreëerde database. Tumorweefsel is met
Towards optimal treatment of
inflammatory breast cancer patients
behulp van PALGA opgevraagd en wordt verzameld in een
centraal laboratorium in het Erasmus MC.
Opzet
De INFLAME-studie heeft betrekking op inflammatoir mam-
Voortgang
macarcinoom (IBC). Dit is een zeldzame (< 1%) vorm van
In totaal bestaat de Nederlandse studiepopulatie uit 1.487
borstkanker, die zich met name bij relatief jonge vrouwen
mannen. Patiënten van wie tumorweefsel beschikbaar is
voordoet. IBC lijkt op een infectie en onbekendheid hiermee
36
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
kan de diagnose vertragen. Dit draagt bij aan een ongunstiger
subgroepen van borstkanker. Het project wordt gefinancierd
beloop ten opzichte van andere vormen van borstkanker, zelfs
door Alpe d’HuZes en KWF Kankerbestrijding. Het onder-
bij vergelijkbare stadia. Er is dan ook grote behoefte aan
zoeksprotocol is beoordeeld door de centrale METC van het
een behandeling die specifiek is gericht op IBC om de prog-
UMCG als niet-WMO-plichtig.
nose te verbeteren. Hiervoor is bij een zeldzame ziekte zoals
IBC een multicentrumaanpak noodzakelijk.
De INFLAME-studie wordt door het UMCG, Erasmus MC
en AvL samen met de BOOG gecoördineerd. Hierbij is het
doel om een Nederlandse prospectieve IBC-registratie en
biobank op te zetten als basis voor verbetering van IBCkennis en alertheid bij patiënten en professionals. Op basis
van de verkregen moleculaire kennis wordt vervolgens een
specifiek op IBC gerichte behandelstudie verricht. Op deze
manier kan de INFLAME-studie mogelijk bijdragen aan een
verbeterde prognose bij IBC en kan het als voorbeeld dienen
Coördinatoren:
C. Schröder (UMCG), J. Martens (Erasmus MC),
G. Sonke (AvL) en J. Wesseling (AvL)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
voor toekomstig kankeronderzoek bij toenemend kleine
Melden van SAE’s en SUSAR’s
Onderzoekers zijn verplicht voor patiëntgebonden onderzoek met geneesmiddelen om SAE’s en SUSAR’s direct
(binnen 24 uur na optreden of ontdekken) te melden bij het centrale trialbureau van de studie via de voor de
desbetreffende studie verstrekte formulieren.
Klankbordgroep ‘kostenbeheersing bij onderzoekers-geïnitieerde studies’
Ervaart u budgetgerelateerde problemen bij het opstarten van onderzoekersgeïnitieerde studies?
Stuur een e-mail naar [email protected] t.a.v. Ellen Hienkens.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
37
Interview
Janne de Jonge, lid patiëntenadviesgroep:
“Een patiënt kijkt anders
naar een studie dan een
onderzoeker”
Dit jaar heeft de BOOG in samenwerking met Borstkankervereniging Nederland
(BVN) een patiëntenadviesgroep opgericht die is getraind om studievoorstellen,
onderzoeksprotocollen en patiënteninformatie te beoordelen. Janne de Jonge is
een van de 12 leden van de patiëntenadviesgroep. Zij wil met haar deelname
bijdragen aan de verbetering van de borstkankerzorg.
Janne de Jonge
“Ik heb op 27-jarige leeftijd borstkanker gekregen”, vertelt De
regio Noord (A), regio Midden (B) en regio Zuid (C). Inmiddels
Jonge. “Dat is nu drie jaar geleden. Er gebeurt dan veel in korte
heeft de subgroep regio Noord, waar De Jonge lid van is,
tijd. Je moet keuzes maken en soms weet je niet eens dat er
één studievoorstel beoordeeld. “We hebben alle informatie
keuzes zijn. Pas achteraf besef je wat je hebt doorgemaakt.
doorgenomen, besproken en gezamenlijk het beoordelings-
Nu wil ik mijn bijdrage leveren aan het verbeteren van de
formulier ingevuld. Dit formulier is naar de onderzoekers
zorg door vanuit patiëntenperspectief te kijken naar borst-
gestuurd en daarop hebben we weer uitgebreide feedback
kankeronderzoek.”
gekregen. Als patiënt denk je aan andere dingen dan een
professional, bijvoorbeeld als het gaat om de belasting van
een patiënt of de animo om mee te doen aan een bepaald
Scholing
onderzoek. En sommige dingen weten wij juist weer niet,
In maart van dit jaar hebben twee scholingsdagen plaatsge-
omdat wij niet bekend zijn met algemene onderzoeken. Het
vonden ter voorbereiding op de adviesfunctie. Hierin kwamen
is prettig om te zien dat onze suggesties serieus zijn be-
onder andere de volgende onderwerpen aan bod: algemene
keken en er ook wat mee wordt gedaan. Ik vind het heel
terminologie, het ontstaan van borstkanker, anatomie, inci-
interessant om te doen en te zien waar de onderzoekers
dentie, verschillende vormen en fasen van behandeling, en
mee bezig zijn.”
informatie over BVN en de BOOG. “Ook werd uitgelegd wat
klinisch en translationeel onderzoek is. Daarnaast werd een
dag verzorgd door Stichting Tools, een organisatie die veel
Persoonlijk
ervaring heeft met het geven van trainingen op het gebied van
Soms wordt het wel heel persoonlijk. “Als je hoort dat iemand
patiëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek. Zij ver-
met dezelfde soort borstkanker nu uitzaaiingen heeft en niet
telden wat onze rol is, het belang ervan en hoe je te werk kunt
meer beter wordt, komt dat heel dichtbij. Dat het dichtbij
gaan. Vervolgens hebben we geoefend om aan de hand van
komt vanuit het onderzoek zelf vind ik juist hoopgevend. De
het beoordelingsformulier een studievoorstel te beoordelen.”
onderzoekers doen er alles aan om de borstkankerzorg te
verbeteren. Door onderzoeksvoorstellen en -protocollen voor
te leggen aan patiënten kunnen er aandachtspunten naar voren
Eerste beoordeling
komen waar een onderzoeker misschien niet bij stilstaat. De
De patiëntenadviesgroep is onderverdeeld in drie subgroepen:
onderzoeken worden daardoor nog beter.”
38
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Verpleegkundig adviesgroep
Manon Komen,
Edith van Druten,
voorzitter van de
voorzitter a.i. van
Verpleegkundig
de Verpleegkundig
adviesgroep
adviesgroep
Leden
Activiteiten
Manon Komen (vz), researchcoördinator oncologie,
De verpleegkundig adviesgroep bestaat inmiddels uit 12
Medisch Centrum Alkmaar en promovendus LUMC
leden die zich dit jaar enthousiast hebben ingezet voor de
Erika ten Berge, researchcoördinator, Deventer Ziekenhuis
BOOG. Zij hebben de studieprotocollen en patiënteninfor-
Monique de Boer, researchverpleegkundige, OLVG
matie beoordeeld en/of studiedocumenten ontwikkeld van de
Saskia Brouwer, researchverpleegkundige, Rijnstate
volgende studies: Train-2, DIRECT, Triple-B, PERNETTA en een
Edith van Druten (vz a.i.), researchverpleegkundige, RdGG
aantal algemene templates. Edith van Druten heeft verschillen-
Hilde van Haaren-de Haan, researchcoördinator,
de studiedocumenten ontwikkeld voor de BELLE-3-studie.
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Twee researchverpleegkundigen, Monique Kuipers en Saskia
AnneMarie Kuijs, researchverpleegkundige,
Brouwer, doen hetzelfde voor de MONALEESA-2-studie. Ook
Catharina Ziekenhuis
ondersteunen zij de deelnemende centra met het opstarten
Monique Kuipers, researchverpleegkundige,
van de studie. De verpleegkundig adviesgroep heeft een bij-
Ziekenhuisgroep Twente
drage geleverd aan de Patiëntenadviesgroep. Erika ten Berge
Inge Paas, researchverpleegkundige, Wilhelmina Ziekenhuis
heeft een scholing gegeven aan de leden waarin zij haar er-
Marja Portz, nurse practitioner, Orbis MC
varing als researchcoördinator heeft gedeeld en uitleg heeft
Tineke Rienks-Bosma, trialverpleegkundige, Medisch
gegeven hoe studies kunnen worden beoordeeld. Een aantal
Centrum Leeuwarden
leden participeert ook in de Klankbordgroep.
Patricia Sierink, trialcoördinator, Esperanz
Contactpersoon:
Samenstelling
Suzanne Reitsma, projectmedewerker, BOOG SC
Voorzitter Manon Komen is in verband met zwangerschapsverlof van juli t/m november 2014 afwezig. Haar rol wordt in
deze maanden overgenomen door Edith van Druten.
Taken
We nemen dit jaar afscheid van Jan Ouwerkerk (LUMC) en Inge
De verpleegkundig adviesgroep bestaat uit ervaren research-
Eekhout (AvL). Hartelijk dank voor jullie inzet in de advies-
verpleegkundigen die advies geven over onderzoeksvoor-
groep. Daarnaast willen we de nieuwe leden verwelkomen
stellen op logistieke en praktische aspecten om de uitvoer-
die de adviesgroep hebben versterkt: Inge Paas, research-
baarheid van de studies te vergroten. De adviesgroep is
verpleegkundige in het Wilhelmina Ziekenhuis, Monique de
hiervoor in een vroeg stadium van protocolontwikkeling
Boer, researchverpleegkundige in het Onze Lieve Vrouwe
betrokken. Daarnaast biedt de groep ondersteuning bij het
Gasthuis en Hilde van Haaren-de Haan, researchcoördinator
ontwikkelen en uniformeren van studieondersteunende
in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis.
documenten.
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
39
Resultaten BOOG-studies
BOOG 2006-02
OMEGA
A randomized, open-label phase III study
of first-line chemotherapy in elderly metastatic breast cancer patients, comparing
intravenous pegylated liposomal doxorubicin with oral capecitabine; and the incorporation of a clinical geriatric assessment
BOOG 2006-04
TEAM IIa
Multicentre, prospective phase II trial
investigating the efficacy of neoadjuvant
hormonal therapy with exemestane for
six months
Resultaten
De TEAM-IIa-studie onderzocht de effectiviteit van zes maan-
Resultaten
den neoadjuvante endocriene therapie met exemestaan.
De OMEGA-studie is een prospectief gerandomiseerde studie
Recentelijk is het manuscript over het primaire eindpunt van
waarin liposomaal doxorubicine is vergeleken met capecita-
de TEAM-IIa-studie gepubliceerd in het European Journal of
bine als eerstelijnsbehandeling bij patiënten van 65 jaar of
Cancer. De grootte van de tumoren was na zes maanden neo-
ouder. De OMEGA-studie is in augustus 2011 voortijdig ge-
adjuvante therapie met exemestaan significant kleiner dan
sloten door leveringsproblemen van liposomaal doxorubici-
na drie maanden. Hierdoor was borstsparende chirurgie bij
ne en een trage inclusie. Vijfentwintig deelnemende zieken-
meer patiënten mogelijk. Deze studie ondersteunt de uitkomst
huizen includeerden in totaal 78 patiënten, van wie 54% 75
van de 13e St. Gallen International Breast Cancer Conference,
jaar of ouder was en 22% een WHO-performance score
waarin deskundigen stemden voor het doorgaan met neo-
van 2 had. Bij alle patiënten werd een geriatrisch assess-
adjuvante endocriene therapie tot maximale respons.
ment verricht bij aanvang van de studie en na 12 en 24 weken behandeling met chemotherapie.
Nevenstudies
Liposomaal doxorubicine en capecitabine werden beide
Op dit moment worden meerdere nevenstudies geanalyseerd
goed verdragen en toonden vergelijkbare effectiviteit, ook
en uitgevoerd. Een manuscript over exemestaan-specifieke
bij minder fitte patiënten. Een artikel met onder andere de
bijwerkingen en de associatie met respons is in voorbereiding.
analyse van het primaire eindpunt is in februari 2014 verschenen in de Annals of Oncology.
Samen met Johanneke Portielje als voorzitter van Gerionne
wordt gewerkt aan een vervolgstudie naar palliatieve chemotherapie en de waarde van geriatrische assessments bij
ouderen met gemetastaseerd mammacarcinoom.
Coördinatoren:
C. Smorenburg (AvL), H. Wymenga (MST),
C. Seynaeve (Erasmus MC), J.W.R. Nortier en
E. Maartense
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
Coördinatoren:
S.C. Linn (AvL), C. van der Velde (LUMC), J.W.R.
Nortier, V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) en C.M.J.C.
Seynaeve (Erasmus MC)
Contact:
Datacenter LUMC:
[email protected], tel.: 071 526 3500
BOOG 2007-01
ALTTO
Adjuvant Lapatinib and/or Trastuzumab
Treatment Optimisation study
Resultaten
Patiënten met HER2- positief primair mammacarcinoom zijn
gerandomiseerd tussen één jaar trastuzumab versus één jaar
40
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
lapatinib versus trastuzumab gevolgd lapatinib versus één
respons (pCR), gedefinieerd als afwezigheid van een inva-
jaar trastuzumab + lapatinib. Na de interim-analyse in 2011 is
sieve component in de borst. De studie bevat een aantal
de arm met lapatinib alleen gesloten. De ziektevrije overleving
(optionele) nevenstudies. In totaal zijn er 202 patiënten ge-
is de primaire vraagstelling in deze studie. Secundaire vraag-
ïncludeerd.
stellingen zijn algehele overleving, tijd tot recidief of meta-
Het percentage patiënten met een pCR was gelijk in beide
stasen op afstand en het optreden van hersenmetastasen.
armen (21% vs. 16%; oddsratio 1,44 (95%-betrouwbaar-
De langverwachte resultaten van de fase III-ALTTO-studie
heidsinterval 0,67-3,10)). De toxiciteit in beide armen was
blijken geen extra voordeel op te leveren voor het toevoegen
acceptabel. De cumulatieve dosis was lager in de AC-T-arm;
van lapatinib aan trastuzumab in de adjuvante behandeling
dit is kosteneffectiever.
van HER2-positieve borstkanker. De resultaten werden door
Zowel voor, halverwege als na de neoadjuvante chemo-
Martine J. Piccart-Gebhart, MD, PhD, voorzitter van de Breast
therapie werd beeldvorming door middel van echo en MRI
International Group (BIG) in Brussel, gepresenteerd op
verricht. De bevindingen van echografie en MRI zijn verge-
ASCO 2014.
leken met de histologische tumorgrootte na neoadjuvante
Op dit moment van follow-up is er ook geen statistisch signi-
chemotherapie. Deze resultaten worden op korte termijn
ficant verschil in de totale overleving met duale (gelijktijdige)
gepubliceerd.
blokkade of sequentiële anti-HER2-behandeling versus alleen
Een andere nevenstudie was het verrichten van een extra
trastuzumab.
sentinel node (SN)-procedure in de groep patiënten die voor
Het was onverwacht dat het toevoegen van lapatinib geen ex-
de start van de neoadjuvante chemotherapie bewezen lymfe-
tra voordeel liet zien. In Neo-ALTTO (455 patiënten) resulteerde
klier-positief waren aan de hand van een punctie, en na de
duale HER2-blokkade in een verdubbeling van de pathologi-
chemotherapie klinisch lymfeklier-negatief leken. Helaas was
sche complete respons (51,3%) versus alleen trastuzumab
het aantal patiënten in deze nevenstudie niet erg groot. Om
(29,5%) of alleen lapatinib (24,7%) (SABCS 2013).
deze reden worden de resultaten van de SN-studie gecombineerd met die van de NEO-ZOTAC en TEAM-IIa.
Coördinator:
J.R. Kroep (LUMC)
Coördinator:
V.C.G. Tjan Heijnen (MUMC+)
Contact:
BOOG Study Center:
[email protected], tel.: 020 346 25 47
BOOG 2007-02
Contact:
IKNL, locatie Nijmegen:
[email protected], tel.: 024 361 68 37
INTENS
Sequential vs. upfront intensified neoadjuvant chemotherapy in patients with
large resectable and/or locally advanced
breast cancer
Resultaten
Bij patiënten met een lokaal uitgebreid mammacarcinoom
BOOG 2008-01
2-2-6 G-CSF
Primary G-CSF prophylaxis during the
first two cycles only or throughout all
chemotherapy cycles in breast cancer
patients at risk of febrile neutropenia
(2-2-6 study)
wordt zowel het adriamycine + cyclofosfamide + docetaxel
(TAC)-schema toegepast, als het schema AC gevolgd door T.
Resultaten
In de INTENS-studie is geloot tussen deze twee behandel-
De 2-2-6 G-CSF-studie is een multicentrum fase III-studie bij
schema’s die neoadjuvant zijn gegeven. Het primaire eindpunt
patiënten met een mammacarcinoom met een verhoogde
van de studie is het percentage pathologische complete
kans op febriele neutropenie (FN) tijdens de chemotherapie
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
41
(in adjuvante, neoadjuvante of palliatieve setting). Het doel van
voor borstkankersterfte).
de studie is de meest kosteneffectieve strategie te bepalen:
Op dit moment zijn de resultaten van meerdere nevenstudies
primaire G-CSF-profylaxe tijdens alle chemotherapiecycli versus
geanalyseerd en ingediend voor publicatie. Het gaat om stu-
alleen tijdens de eerste twee chemotherapiecycli (= experimen-
dies naar circulerende tumorcellen, de waarde van MRI na
tele groep) gerelateerd aan de incidentie van febriele neutro-
neoadjuvante chemotherapie na borstkanker en de invloed van
penie. Deze studie is gefinancierd door ZonMw en Sanofi.
vitamine-D-niveau op de effectiviteit van de chemotherapie.
De inclusie van patiënten is op 15 december 2009 vroegtijdig
In samenwerking met alle andere groepen die ooit in een
gestopt, omdat er meerdere gevallen van FN waren gemeld.
gerandomiseerde studie de effectiviteit van toevoeging van
Er zijn 60 SAE’s gemeld, waarvan 38 gevallen van FN. Het
zoledroninezuur aan chemotherapie hebben onderzocht, is
grootste deel van de FN-episodes traden op in de experimen-
een meta-analyse gedaan. Hierover is een abstract ingediend
tele groep. Het verschil was zodanig groot, dat non-inferiority
voor het SABCS 2014.
nooit meer kon worden aangetoond, ook niet als het aantal
patiënten nog zou worden uitgebreid. De onderzoeksvraag
is hiermee dus reeds beantwoord met minder patiënten.
Indien primaire G-CSF-profylaxe is geïndiceerd, dan dient
deze profylaxe gedurende de hele behandeling te worden
voortgezet. Inmiddels zijn twee artikelen gepubliceerd in
het Journal of Clinical Oncology.
Coördinatoren:
V.C.G. Tjan-Heijnen (MUMC+) en
M.J.B. Aarts (MUMC+)
Contact:
IKNL Trialbureau, locatie Zuid:
[email protected], tel.: 024 361 68 37
BOOG 2010-01
NEO-ZOTAC
Coördinatoren:
J.R. Kroep (LUMC) en
A. Charehbili (LUMC)
Contact:
LUMC Datacenter Heelkunde:
[email protected], tel.: 071 526 35 00
BOOG 2011-02
Abiraterone
Randomized, open-label study of
abiraterone acetate (JNJ-212082) plus
prednisone with or without exemestane
in postmenopausal women with ER+
metastatic breast cancer progressing
after letrozole or anastrozole therapy
Resultaten
A phase III randomized trial with NEOadjuvant chemotherapy (TAC) with or
without ZOledronic acid for patients
with HER2-negative large resectable
or locally advanced breast cancer
Op 25 maart 2013 werd de inclusieperiode voor de Abiraterone-studie na 17 maanden afgerond. De sluitingsdatum voor
het verzamelen van klinische gegevens werd vastgesteld op
20 september 2013 en de database werd op 25 oktober
2013 gesloten. De klinische en biomarkergegevens werden
gepresenteerd op ASCO 2014.
Resultaten
In Nederland werd een totaal van 21 patiënten geïncludeerd,
Het toevoegen van zoledroninezuur aan neoadjuvante TAC-
verspreid over zes deelnemende centra. Het benodigde
chemotherapie zorgde niet voor een betere pathologische
aantal patiënten is hiermee gehaald. Momenteel zijn er
respons in de totale NEO-ZOTAC-studiepopulatie. Bij post-
geen Nederlandse patiënten meer op actieve behandeling
menopauzale vrouwen was er een numeriek voordeel in de
en is de verzameling van langetermijngegevens stopgezet.
interventiegroep, maar door de aantallen in deze subgroep
In deze studie is onderzocht of de combinatie van abiraterone
niet statistisch significant. Uit de adjuvante setting is inmiddels
met exemestaan betere effectiviteit oplevert dan elk van de
bekend dat het toevoegen van bisfosfonaten aan systemische
middelen alleen bij postmenopauzale patiënten met NSAI-
therapie leidt tot een betere overleving (17% risicoreductie
voorbehandelde ER+ gemetastaseerde borstkanker. Uitgangs-
42
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Tabel 6. Klinische en biomarkergegevens van de Abiraterone-studie.
Uitkomst
PFS, mediaan (maanden)
E
AA + P
AA + P + E
n=102
n=89
n=106
3,7
3,7
4,5
1,1 (0,82-1,60)
0,96 (0,70-1,32)
0,437
0,794
n=63
n=52
n=66
8 (13)
5 (10)
15 (23)
0,79 (0,26-2,18)
1.79 (0,82-3,93)
0,603
0,137
HR (95%-BI)
p-waarde
CBE, n (%)
RR (95%-BI)
p-waarde
HR=hazardratio, HR < 1 favors AA + P of AA + P + E; RR=relatief risico, RR > 1 favors AA + P or AA + P + E.
punt hiervan was dat activatie van de androgeenreceptor (AR)
of AA + P + E vergeleken met E (zie Tabel 6). Toevoegen van
en/of onvolledige remming van agonistische oestrogeen-
prednison aan AA onderdrukte de AA-geassocieerde bij-
synthese kan bijdragen aan resistentie tegen een sferoïdale
werkingen door verhoogde mineraalcorticoïden.
aromataseremmer (NSAI). De hypothese is dat gecombineerde remming van de AR met AA en de ER met exemestaan (E) van klinisch voordeel zou kunnen zijn.
Helaas bleek de combinatie niet superieur aan abiraterone
alleen of exemestaan alleen. Er is geen significant verschil
Contact:
Kris Beysen, Local Trial Manager, Janssen BeNeLux:
[email protected], tel.: +32 479 984 758
gevonden in PFS of CBR tussen behandeling met AA + P
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
43
Recente publicaties
BOOG 2001-02 AMAROS
J.J. Braun, M. Los, J.G. Schrama, A.E. van Leeuwen-Stok,
S.M. de Groot en C.H. Smorenburg
Comparison of the sentinel node procedure between
patients with multifocal and unifocal breast cancer in
the EORTC 10981-22023 AMAROS Trial: identification
rate and nodal outcome
Breast 2014;23(1):81-7
BOOG 2006-04 TEAM-II
M. Donker, M.E. Straver, G. van Tienhoven, C.J. van de Velde,
Efficacy of six months neoadjuvant endocrine therapy
R.E. Mansel, S. Litière, G. Werutsky, N.J. Duez, L. Orzalesi,
in postmenopausal, hormone receptor-positive breast
W.H. Bouma, H. van der Mijle, G.A. Nieuwenhuijzen, S.C.
cancer patients - a phase II trial
Veltkamp, H.A. Westenberg en E.J. Rutgers
D.B.Y. Fontein, C.J.H. van de Velde, A. Charehbili, W.M.
Eur J Cancer 2013;49(9):2093-100
Meershoek-Klein Kranenbarg, J.W.R. Nortier, J.R. Kroep, H.
Putter, G.J. Liefers, S.C. Linn, Y. van Riet, G. Nieuwenhuijzen,
B. de Valk, J.M. Meerumterwogt en G. Algie
BOOG 2003-02 CALOR
Eur J Cancer 2014;50(13):2190-200
Chemotherapy for isolated locoregional recurrence of
breast cancer (CALOR): a randomised trial
S. Aebi, S. Gelber, S.J. Anderson, I. Láng, A. Robidoux, M.
BOOG 2006-06 ATX
Martín, J.W.R. Nortier, A.H.G. Paterson, M.F. Rimawi, J.M.
Paclitaxel and bevacizumab with or without
Baena Cañada, B. Thürlimann, E. Murray, E.P. Mamounas,
capecitabine as first-line treatment for HER2-
C.E. Geyer, K.N. Price, A.S. Coates, R.D. Gelber, P. Rastogi,
negative locally recurrent or metastatic breast cancer:
N. Wolmark en I.L. Wapnir
a multicentre, open-label, randomised phase 2 trial
Lancet Oncol 2014;15(2):156-163
S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, A. Jager, A.J. ten
Tije, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den Bosch, J.R. Kroep,
J.J. Braun, H. van Tinteren en E. Boven, on behalf of the
BOOG 2006-02 OMEGA
Dutch Breast Cancer Research Group (BOOG)
Eur J Cancer 2014 (conditionally accepted)
A randomized phase III study comparing pegylated
liposomal doxorubicin with capecitabine as first-line
Plasma VEGF-A, angiopoietin-2 (ANG2) and
chemotherapy in elderly patients with metastatic
soluble(s)TIE2 in patients (pts) with HER2-negative
breast cancer: results of the OMEGA study of the
locally recurrent or metastatic breast cancer
Dutch Breast Cancer Research Group BOOG
(LR/MBC) treated with first-line bevacizumab (A)
C.H. Smorenburg, S.M. de Groot, A.E. van Leeuwen-Stok,
and paclitaxel (T) without or with capecitabine (X)
M.E. Hamaker, A.N. Wymenga, H. de Graaf, F.E. de Jongh,
S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, N.M. Nota, A. Jager,
J.J. Braun, M. Los, E. Maartense, H. van Tinteren, J.W.R.
A.W.T. van der Velden, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den
Nortier en C. Seynaeve
Bosch, J.R. Kroep, J.J. Braun, R.R. de Haas, C.H. Smorenburg,
Ann Oncol 2014;25(3):599-605
H. de Graaf, J.E.A. Portielje, M. Los, D.D. Gooyer, H. van
Tinteren en E. Boven
Baseline comprehensive geriatric assessment is
J Clin Oncol 2013;31(suppl):abstract 1072
associated with toxicity and survival in elderly
metastatic breast cancer patients receiving single-
Plasma VEGF-A, angiopoietin-2 (ANG2) and soluble(s)
agent chemotherapy: results from the OMEGA study
TIE2 in patients (pts) with HER2-negative locally
of the Dutch Breast Cancer Trialists’ Group
recurrent or metastatic breast cancer (LR/MBC)
M.E. Hamaker, C. Seynaeve, A.N.M. Wymenga, H. van Tin-
treated with first-line bevacizumab (A) and paclitaxel
teren, J.W.R. Nortier, E. Maartense, H. de Graaf, F.E. de Jongh,
(T) without or with capecitabine (X)
44
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
S.W. Lam, S.M. de Groot, A.H. Honkoop, N.M. Nota, A. Jager,
Cost effectiveness of primary pegfilgrastim
A.W.T. van der Velden, M.M.E.M. Bos, S.C. Linn, J. van den
prophylaxis in patients with breast cancer at risk
Bosch, J.R. Kroep, J.J. Braun, R.R. de Haas, C.H. Smorenburg,
of febrile neutropenia
H. de Graaf J.E.A. Portielje, M. Los, D.D. Gooyer, H. van
M.J. Aarts, J.P. Grutters, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W.
Tinteren en E. Boven
Dercksen, J.M. Stouthard, H.J. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van Warmerdam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs,
V. Mattijssen, C.C. van der Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der
Abstract ASCO 2013
BOOG 2005-03 MINDACT
High concordance of protein (by IHC), gene (by FISH;
Velden, M. Temizkan, E. Batman, E.W. Muller, S.M. van
Gastel, M.A. Joore, G.F. Bormen en V.C. Tjan-Heijnen
J Clin Oncol 2013;31(34):4283-9.
HER2 only), and microarray readout (by TargetPrint) of
ER, PgR, and HER2: results from the EORTC 10041/BIG
Primary granulocyte colony-stimulating factor
03-04 MINDACT trial
prophylaxis during the first two cycles only or
G. Viale, L. Slaets, J. Bogaerts, E. Rutgers, L. van ’t Veer,
throughout all chemotherapy cycles in patients
M.J. Piccart-Gebhart, F.A. de Snoo, L. Stork-Sloots, L. Russo,
with breast cancer at risk for febrile neutropenia
P. Dell’Orto, J. van den Akker, A. Glas en F. Cardoso; TRANS-
M.J. Aarts, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W. Dercksen, J.M.
BIG Consortium & the MINDACT Investigators
Stouthard, H.J. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van Warmer-
Ann Oncol 2014;25(4):816-23
dam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs, V. Mattijssen, C.C. van der
Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der Velden, M. Temizkan, E. Batman,
E.W. Muller, S.M. van Gastel, G.F. Borm en V.C. Tjan-Heijnen
BOOG 2007-02 INTENS
J Clin Oncol 2013;31(34):4290-6
Doxorubicin/cyclophosphamide with concurrent
versus sequential docetaxel as neoadjuvant treatment
in patients with breast cancer
BOOG 2009-04 Male Breast cancer
B.E. Vriens, M.J. Aarts, B. de Vries, S.M. van Gastel, J.
Characterization of male breast cancer: first results of
Wals, T.J. Smilde, L.J. van Warmerdam, M. de Boer, D.J. van
the EORTC10085/TBCRC/BIG/NABCG International
Spronsen, G.F. Borm en V.C. Tjan-Heijnen; Breast Cancer
Male BC Program
Trialists’ Group of the Netherlands (BOOG)
F. Cardoso, J. Bartlett, L. Slaets, C. van Deurzen, E. van
Eur J Cancer 2013;49(15):3102-10
Leeuwen-Stok, P. Porter, B. Linderholm, I. Hedenfalk, C.
Schröder, J. Martens, J. Bayani, C. van Asperen, M. Murray,
C. Hudis, L. Middleton, J. Vermeij, S. Peeters, J. Fraser, M.
BOOG 2008- 01 2-2-6 G-CSF
Nowaczyk, I.T. Rubio, S. Aebi, C. Kelly, K. Ruddy, E. Winer,
C. Nisson, L. Dal Lago, L. Korde, K. Benstead, D. van den
Primary granulocyte colony-stimulating factor for
Weyngaert, O. Bogler, Th. Goulioti, N. Dif, C. Messina, K.
prophylaxis during the first two cycles only or
Tryfonidis, J. Bogaerts en S. Giordano
throughout all chemotherapy cycles in patients with
Abstract SABCS 2014
breast cancer at risk for febrile neutropenia
M.J. Aarts, F.P. Peters, C.M. Mandigers, M.W. Dercksen,
Male breast cancer in the Netherlands: uptake and
J.M. Stouthard, J.W.R. Nortier, H.W. van Laarhoven, L.J. van
outcome of BRCA testing. Results of study the Dutch
Warmerdam, A.J. van de Wouw, E.M. Jacobs, V. Mattijssen,
Breast Cancer Research Group (BOOG 2009-04) in
C.C. van der Rijt, T.J. Smilde, A.W. van der Velden, M. Temizkan,
collaboration with the EORTC 10085 study
E. Batman, E.W. Muller, S.M. van Gastel, G.F. Borm en V.C.
C.J. van Asperen, N. Dijkstra, P.J.M. van Hees, W.A.G. van
Tjan-Heijnen, on behalf of the BOOG G-CSF study team
Zelst-Stams, J.C. Oosterwijk, M.G.E. Ausems, R.A. Olden-
J Clin Oncol 2013;31(34):4290-6
burg, M.A. Adank, E.W. Blom, M. Ruijs, T.A.M. van Os,
Jaargang 10, september 2014 BOOG IN BEELD
|
45
L.A.M. Janssen, C.H.M. van Deurzen, S. Roshani, J.W.M.
Clinical and pathological response after neoadjuvant
Martens en C.P. Schroder
chemotherapy with or without zoledronic acid for
Poster P12.085-S European Society Human Genetics
patients with HER2-negative large resectable or stage
(ESHG, 2014)
II or III breast cancer
A. Charehbili, S. van de Ven, G.J. Liefers, V.T.H.B.M. Smit,
M.N. Wasser, E. Meershoek-Klein Kranenbarg, A.E. van
BOOG 2010-01 NEO-ZOTAC
Leeuwen-Stok, C.J.H. van de Velde, J.W.R. Nortier en J.R.
Kroep
Addition of zoledronic acid to neoadjuvant chemo-
Oral presentation, abstract 1858, European Cancer
therapy does not enhance tumor response in patients
Congress 2013
with HER2-negative stage II/III breast cancer: the
NEOZOTAC trial (BOOG 2010-01)
NEO-ZOTAC: Efficacy of NEOadjuvant chemotherapy
A. Charehbili, S. van de Ven, V.T. Smit, E. Meershoek-Klein
(TAC) with or without ZOledronic acid for patients
Kranenbarg, N.A. Hamdy, H. Putter, J.B. Heijns, L.J. van
with HER2-negative large resectable or stage II or III
Warmerdam, L. Kessels, M. Dercksen, M.J. Pepels, E.
breast cancer (BC). A Dutch Breast Cancer Trialists’
Maartense, H.W. van Laarhoven, B. Vriens, M.N. Wasser,
Groups (BOOG) study
A.E. van Leeuwen-Stok, G.J. Liefers, C.J. van de Velde, J.W.
A. Charehbili, S. van de Ven, G.J. Liefers, V.T.H.B.M. Smit,
Nortier en J.R. Kroep
H. Putter, J.B. Heijns, L.J. van Warmerdam, L. Kessels, M.
Ann Oncol 2014; 25(5):998-1004
Dercksen, M.J. Pepels, E. Maartense, H. van Laarhoven, B.
Vriens, M.N. Wasser, N.A.T. Hamdy, E.M. Meershoek-Klein
Kranenbarg, A.E. van Leeuwen-Stok, C.J.H. van de Velde,
J.W.R. Nortier en J.R. Kroep
Abstract 1028, ASCO Annual Meeting 2013
46
|
BOOG IN BEELD Jaargang 10, september 2014
Sponsoren
Colofon
De BOOG is de sponsoren Amgen, Novartis en Roche, en
BOOG in Beeld wordt verspreid onder de deelnemers van
BOOG-studies en andere belangstellenden, met als doel de
lezers optimaal te informeren over nieuwe en open studies met
betrekking tot de behandeling van patiënten met borstkanker
in Nederland.
medesponsoren AbbVie, Agendia, AstraZeneca, Celgene,
Eisai, Genomic Health, GlaxoSmithKline, Janssen-Cilag,
Merck Sharp & Dohme, Pfizer en Teva zeer erkentelijk
voor hun bijdragen ten behoeve van het NABON-BOOGsymposium en de SABCS-avond. De BOOG werkt ook
met verschillende van deze farmaceutische bedrijven
samen bij de uitvoering van een aantal studies.
Bestuur Stichting BOOG
Prof. dr. E. van der Wall, internist-oncoloog, voorzitter
Prof. dr. E.J.Th. Rutgers, chirurg-oncoloog, secretaris
Prof. dr. M.J. van de Vijver, patholoog,
penningmeester tot 1-7-2014
Dr. J.H. Maduro, radiotherapeut-oncoloog,
penningmeester per 1-7-2014
Dr. R.M. Pijnappel, radioloog, bestuurslid per 1-7-2014
Dr. M.J.C. van der Sangen, radiotherapeut-oncoloog,
lid vanuit NABON-bestuur
Dr. A. Jager, internist-oncoloog, bestuurslid
Mr. drs. P.J. Baars, fiscaal jurist, financieel adviseur
BOOG Study Center
Dr. A.E. van Leeuwen-Stok, directeur
Dr. J.M. Rademaker-Lakhai, clinical study manager
Drs. E.H. Hienkens, clinical research service manager
Drs. N.H. Dijkstra, projectmedewerker
J.R. Kuilman, MSc, projectmedewerker
S. Reitsma, MSc, projectmedewerker
E. Diemeer, secretaresse tot 1-9-2014
M.L. Broekmans, MSc, administratief medewerker
Voor meer informatie, aanmelding als lid of
aanvraag van deze nieuwsbrief:
Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG)
Postbus 9236
1006 AE Amsterdam
Tel.: 020 346 25 47
Fax: 020 346 25 97
E-mail: [email protected]
Website: www.boogstudycenter.nl
Eindredactie
Drs. Martine de Wijs, TekstFocus
KWF
Vormgeving
Artee Grafische Vormgeving
Fotografie
Lex Banning (foto Susan Veenhoff)
Suzanne Reitsma (foto medewerkers BOOG Study Center,
patiëntencongres, Nortier Lecture)
De BOOG is KWF kankerbestrijding
zeer erkentelijk voor de financiële
ondersteuning van diverse
studies en projecten.
Disclaimer
BOOG in Beeld is met grote zorg voor u samengesteld.
Het is echter niet uitgesloten dat er type- of andere fouten
over het hoofd zijn gezien.
De richtlijnen, criteria en doseringen zoals geformuleerd in
de oorspronkelijke protocollen en in de Behandelingsrichtlijnmammacarcinoom (www.oncoline.nl) zijn bindend.
Belangrijke data
Onderzoekersbijeenkomst
Stop & Go, Triple-B,
PERNETTA en Biomarker
Study Everolimus
BOOG plenaire
vergadering
BOOG-NABONavond SABCS
BOOG plenaire
vergadering
NABON-BOOGsymposium
Download