DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGSPORT De - L.Arc

advertisement
DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGSPORT
De pijl en boog is waarschijnlijk een der oudste wapens, die de mensheid kent ( de enige plaats waar de pijl en
boog onbekend is gebleven is Australië ). Reeds in de prehistorie gebruikte de mens dit wapen om zich te
verdedigen tegen zijn vijandige omgeving en om ervoor te zorgen dat hij zich kon
verzekeren van voedsel.
Omdat meestal hout werd gebruikt voor het vervaardigen van pijlen en bogen en dit materiaal na een paar
eeuwen reeds vergaan kan zijn, kunnen we net gebruik van de boog door de prehistorische mens slechts
terugvinden op de rotogravures en rotsschilderingen zoals die te vinden zijn in Zuid –Frankrijk en Spanje. Alleen
de vuurstenen pijlpunten getuigen ons-van het bestaan en gebruik van pijl en boog.
Onder de bogen die gedurende net grootste gedeelte van de middeleeuwen in Europa werden gebruikt kunnen
we twee typen onderscheiden.
1. De korte boog ( 90 — 100 cm )
2. De longbow ( 160 — 170 cm )
De longbow werd uitsluitend door voetsoldaten gebruikt omdat deze verder schoot dan de korte.
Met invoering van de vuurwapens verdween eerst de kruisboog en pas eeuwen later de handboog als
oorlogswapen.
HANDBOOGSPORT
Vanaf de tijd dat de vuurwapens hun intrede deden is het schieten met de hand- en kruisboog een
aangelegenheid geworden van de schuttersgilden, die vooral in de 16e eeuw tot grote bloei kwamen. In de late
middeleeuwen ontstonden dan ook op net platteland schutterijen, waarbij men zich al gaandeweg meer ging
toeleggen op sportbeoefening dan op wapenbeoefening.
De handboogsport als moderne wedstrijdsport ontwikkelde zich voor het eerst sterk in England. Tegen net einde
van de 18e eeuw werden daar al wedstrijden gehouden.
ONTWIKKELING SPORTMATERIAAL
Met de ontwikkeling van de sport heeft die van het materiaal de laatste dertig jaar gelijke tred gehouden. Als men
de historische en prehistorische bogen buiten beschouwing laat, ziet men de volgende ontwikkeling.
ENGELSE LONGBOW
Gemaakt van ahorn-, Turks eiken en vooral elzenhout. Lengte ongeveer 2 meter.
LATBOOG
Gemaakt van gelaagd hout en is niet voorzien van een vizier. Een nadeel van deze boog is dat hij door
temperatuurverschillen vrij snel kan breken.
SEEFAB
Gemaakt van staal. Deze boog heeft een grote trekkracht maar is daarentegen ook erg stug
GLASFIBERBOOG
Deze bestaat uit met glasvezel versterkte kunststof, wat als voordeel heeft dat hij nagenoeg onbreekbaar is en
niet gevoelig voor temperatuurswisselingen.
COMPOSITIEBOOG
Deze boog wordt op dit moment het meeste gebruikt. De boog bestaat uit een geheel of drie delen ( de bovenste
werp arm, het middenstuk en de onderste werp arm ). De werparmen zijn vaak samengesteld (compositie) uit
hout of keramiek met glasfiber, vaak aangevuld met carbon. Deze componenten Worden bij hoge temperatuur en
druk met elkaar verlijmd. Het middenstuk is meestal van een lichtmetaal of van hout. De boog kan verder worden
uitgerust met stabilisatoren en een vizier.
DE OLYMPISCHE BOOG
De boog levert de energie die noodzakelijk is voor de voortstuwing van de pijl. Deze energie wordt door de
fysieke inspanning van de sporter, wanneer hij de boog uittrekt, opgeslagen in de boog. De opgeslagen
(potentiële) energie wordt door het loslaten van de pees omgezet in bewegende (kinetische) energie die de pijl
voortstuwt. De mate van overdracht van energie, de boog efficiëntie, hangt af van een aantal factoren:
- Het type boog
- Het trekgewicht van de boog
- Het materiaal van de werkende delen van de boog
- De lengte van de boog
- Het materiaal van de pees
- De massa van de pijlen
Het type boog
a
b
c
d
e
rechte boog
deflex boog
reflex boog
duoflex boog
recurve boog
Het trekgewicht van de boog
Het trekgewicht van de boog, is net gewicht dat overwonnen moet worden om de boog uitgetrokken te krijgen op
de treklengte die door de fabrikant is opgegeven. Dat het trekgewicht een belangrijke factor is in de mate van
overdracht van energie is duidelijk. Hoe hoger net gewicht dat nodig is om de boog uitgetrokken te krijgen, des te
meer energie in de boog wordt opgeslagen. Deze extra energie wordt weer aangewend voor de voortstuwing van
de pijl, die daardoor een grotere snelheid krijgt.
Het materiaal van de boog
Er worden verschillende materialen gebruikt om de boog te fabriceren.
Glasvezel
Met kunststof versterkte glasvezel
voordeel: bestand tegen weersinvloeden
nadeel: optreden van vibraties die het groeperen ven pijlen bijna onmogelijk maakt.
Staal
voordeel: grote trekkracht
nadeel: uiterst stug en roestvorming
Composiet
Hout/glasvezel meest gebruikte combinatie
Hout/koolstofvezel
carbonlatten
voordeel: licht en toch sterk snelheidsvoordeel van de pijl
Keramiek/koolstofvezel syntatic foam-carbon werparmen zijn nog lichter en sneller
De lengte van de boog
De lengte van de boog heeft ook grote invloed op de overdracht van energie. Bij hetzelfde trekgewicht en
dezelfde treklengte zal een korte boog over het algemeen sneller zijn dan een lange boog. Dit komt doordat de
werparmen een kortere weg afleggen om weer in de ruststand te komen. Daarbij komt een geringer
materiaalverbruik en dus minder massa, waardoor ook Q meer snelheid verkregen wordt.
Het materiaal van de pees
Het materiaal van de pees moet licht zijn en bestand tegen grote krachten die erop worden uitgeoefend.
De massa van de pijlen
Ook de massa (qewicht) van de pijlen bepaalt de efficiëntie van de boog. Hoe hoger het gewicht van de pijl, des
te trager werkt de boog en omgekeerd, hoe lager het gewicht van de pijl des te sneller werkt de boog.
Gebruikte materialen
- hout
- fiberglas
- aluminium
- glasvezel-carbon
- aluminium –glasvezel – carbon
De Olympische ( recurve ) boog
DE WERKING VAN EEN COMPOUNDBOOG
Bij het uittrekken van de compoundboog zijn twee z.g. lastarmen werkzaam. De ene lastarm is de afstand tussen
het draaipunt en de plaats waar de pees het wiel verlaat (pees-lastarm a). De andere lastarm is de afstand
tussen het draaipunt van het wiel en de plaats waar de kabel het eerste contact maakt met het wiel (kabellastarm b).
In rust is de kabel-lastarm groter dan de peeslastarm. Het gevolg van de formule "kracht= last x arm" is dat er
meer trekkracht (last) op de pees staat dan op de kabels.
Bij het begin van de uittrek zal de trekkracht snel toenemen en maximaal zijn als de kabel-lastarm samenvalt met
de lijn van maximale hefboomwerking.
In formule
B = 2A
Tk = Trekkracht kabel
Tp = Trekkracht pees
kracht = last x arm
Tp x A = Tk x B
hieruit volgt =>
Tp = Tk X 2A/A
=>
Tp = 2 Tk
Hieruit volgt dat de trekkracht op de pees op dat moment 2x zo groot is als de trekkracht op de kabels.
Na dit punt zal de kabel-lastarm korter worden en de pees-lastarm langer.
Als voorbeeld nemen we het moment waarbij de kabel-lastarm en de pees-lastarm even groot zijn.
In formule
A=B
Tp X A = Tk x B
hieruit volgt =>
Tp = Tk
Hieruit volgt dat ook de trekkracht op de pees op dat moment gelijk is aan de trekkracht op de kabels. Dus de
trekkracht op de pees is afgenomen.
Het belangrijkste punt van de werking van de compoundboog is het moment dat de pees-lastarm samenvalt met
de lijn van de maximale hefboomwerkinq.
In formule
A = 2B
Tp x A = Tk X B
hieruit volgt =>
Tp = Tk X B/2B
=>
Tp = ½ Tk
De trekkracht op de pees is nu tot de helft teruggebracht.
Bij het verder uittrekken van de boog zal de peeslastarm snel korter worden totdat de pees geheel van het wiel is
afgerold.
Dit heeft een sterkere toename van de trekkracht tot gevolg. In dit geval zal de pees rechtstreeks trekken aan het
bevestigingspunt van de pees aan het wiel waardoor de boog zich als een rechte boog gaat gedragen en het
totale trekgewicht van de werparmen op de pees inwerkt.
Aan de compoundboog trekt men dus zwaar op het moment dat men met de trekarm het minste kracht kan
zetten en het lichts op het moment dat men het meeste kracht kan zetten.
HET RENDEMENT VAN DE BOOG
Een boog is een instrument waar we potentiële (in de toekomst bruikbare) energie in op kunnen slaan.
Deze potentiële energie kan door vrijgeven van de pees omgezet worden in kinetische (beweging) energie.
Nu is het niet zo dat alle energie die in de boog wordt opgeslagen wordt gebruikt voor de voortstuwing van de pijl.
Met andere woorden er is nogal wat energieverlies. De factoren van invloed zijn o.a.:
- De luchtweerstand van de pees
- Het nokpunt (klemmende nok)
- De massa van de pijl
- De massa van de stabilisatie
- De vorm van de werparmen (een sterke recurve zal meer snelheid geven, maar ook meer energieverlies)
- De massa van de pees
- De peeshoogte
Er bestaat een direct verband tussen de snelheid van de pijl en de mate van energieverlies in de boog. Om dit
duidelijk te maken nemen we de pees hoogte als voorbeeld. Als we de pees op de boog aanbrengen moeten de
werparmen worden gebogen. Hiervoor is kracht (energie) nodig. Deze kracht komt pas weer vrij als we de boog
ontspannen, of als de pees breekt. Deze energie is niet bruikbaar om de pijl snelheid te geven.
De afstand die de pees wordt uitgetrokken tot aan het ankerpunt (kin van de schutter) geeft de bruikbare
hoeveelheid energieopslag. Hoe hoger de peeshoogte des te korter de afstand tot het ankerpunt. Dus wordt er
ook minder energie opgeslagen. We kunnen dus stellen dat hoe meer energie er nodig is om de boog te spannen
(hogere peeshoogte) des te minder energie er overblijft om te gebruiken voor de voortstuwing van de pijl.
energie overgedragen op de pijl
Rendement = —————————————————— x 100%
energie opgeslagen in de boog
Wat het rendement van de boog is hangt af van net type boog.
longbow rendement
90 - 92 %
recurve rendement
80 – 86 %
compound rendement 72 - 75 %
Een compoundboog heeft procentueel gezien meer energieverlies, maar hij is toch veel sneller dan een recurve
of longbow, omdat we in een compoundboog veel meer energie kunnen opslaan.
WEDSTRIJDVORMEN
Men Kan verschillende wedstrijdstrijdvormen onderverdelen in:
- Doelschieten
- Veldschieten
- Cloutschieten
- Flightschieten
DOELSCHIETEN
- Indoor:
- 3 pijl systeem Hierbij schiet men op 18 mtr een totaal van 30 pijlen.
- 1 pijl systeem Hierbij schiet men op 25 mtr een totaal van 25 pijlen.
Beide kunnen in teamverband alsook individueel geschoten worden.
- Outdoor
- Hierbij schiet men op 90, 70, 50 en 30 meter en op iedere afstand 36 pijlen.
VELDSCHIETEN
- Hierbij wordt er op een uitgezette parcours in het bos geschoten op 12 bekende afstanden en 12 onbekende
afstanden. Dit wordt gedaan volgens het 3 pijl systeem. De doelen kunnen bestaan uit blazoenen van
verschillende grootte en of uit z.g. 3d doelen ( uit kunststof nagemaakte dieren ).
CLOUDSCHIETEN
- De cloudronde bestaat uit 36 pijlen geschoten op plat op de grond liggende cirkels. De afstanden zijn voor
heren 165 mtr en voor dames 125 mtr.
FLIGHT SCHIETEN
- Hierbij schiet men slechts 6 pijlen en het de bedoeling om deze zo ver mogelijk van de schietlijn te laten landen.
Download