Leerlijnen ICT Doelstellingen Technische vaardigheden: Leerlingen ontwikkelen basisvaardigheden die nodig zijn om efficiënt gebruik te maken van een computer. Kinderen leren zelfstandig verslagen, spreekbeurten of werkstukjes maken op de computer. Basishandelingen computergebruik: Groep 1 en 2 (programma’s Paint en Kladblok). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. muisgebruik: met de linkermuisknop dingen/voorwerpen aanwijzen. muisgebruik: dubbelklikken; om een programma te starten m.b.v. een snelkoppeling op het beeldscherm. muisgebruik: slepen; plaatjes verslepen van de ene plek naar de andere plek. muisgebruik: met de linkermuisknop dingen/voorwerp activeren met een klik. kunnen tekenen, schrijven en kleuren in Paint. cijfers en letters typen in Kladblok (toetsenverkenning). opstarten en afsluiten van een computer. opstarten en afsluiten van een computerprogramma. benoemen onderdelen computer; beeldscherm, toetsenbord, muis. Groep 3 (programma’s Paint en WordPad) 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. gebruik leren maken van het toetsenbord; bijv. backspaceknop, enterknop spatiebalk, shifttoets. WordPad openen en sluiten. woordjes en zinnen kunnen typen in WordPad. in WordPad een oud document openen. opslaan en afdrukken in WordPad. een tekening, gemaakt in Paint kopiëren en plakken in WordPad en er aan verder werken. een bestand openen en sluiten. map op naam kunnen openen en sluiten. Groep 4 Programma’s: (Microsoft Word; Internet Explorer) Methode voor de leerkracht: werkboekje: “Digitaal rijbewijs” 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 benoemen werkbalken van Word. typen van tekst in Word en opslaan op eigen diskette. schuifbalk kunnen gebruiken; dat je blad naar boven en beneden gaar. lettertype kunnen veranderen. invoegen illustratie. invoegen plaatje uit bestand. WordArt gebruiken. opmaak plaatje; knippen/plakken, bijsnijden. inloggen op netwerk. opstarten Internet Explorer na inloggen. surfen op het internet d.m.v. klik op hyperlinks. Navigeren met de knoppen vooruit en terug. geopende vensters die zichtbaar in taakbalk staan activeren en sluiten. Groep 5 Programma’s: Word. Methode: Werkboekje “ Digitaal rijbewijs voor kinderen”. 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 in Word typen en opslaan op de server i.p.v.bewaren op eigen diskette. werkboekje “Digitaal rijbewijs voor kinderen” zelfstandig doorlopen. weten hoe er verbinding met Internet gemaakt wordt. (techniek en theorie). hoe bouw je een computer (techniek en theorie). inloggen met een eigen naam en algemeen wachtwoord. (krul) opslaan in eigen map op de server woorden en getallen alfabetiseren. snel corrigeren met snelmenu. zoeken op kennisnet. zoeken in Educat. zoeken op informatieve cd-roms. Groep 6 Programma’s: Word. Methode: Netwijs werkboekjes: Word en Internet. 42 43 44 45 46 47 48 49 en 54 55 56 57 58 59 60 61 benoemen van werkbalken in Word (benoemen welke pictogrammen. omgaan met de spelling en grammaticacontrole. tabellen maken in Word. tekenen in Word. opsommingtekens en nummering. bijzondere figuurtjes en lettertjes gebruiken (ALT-toets). plaatjes kunnen halen van internet. het leren omgaan en begrijpen van begrippen als; geheugen, diskette, cd-rom, harde schijf, software. krijgen eigen e-mail adres en leren hoe ze een e-mail versturen via Webmail weten het verschil tussen een brief en een e-mail. weten wat Smiley’s zijn en er enkele kunnen maken. het verschil weten tussen lokaal netwerk en Internet. weten wat een URL is en hoe deze is opgebouwd en zoeken op gevoel. zoeken op Internet met verzamelpagina’s zoeken met zoekmachines. zoeken op Internet op rubriek. 62 Typecursus aanbieden (vrijwillig) 63 Aanleren en werken met PowerPoint bij spreekbeurten Groep 7 Programma’s : Word, PowerPoint Methode: Netwijs werkboekjes: Word 64 in Word een pagina opslaan als HTML bestand voor het maken van een eenvoudige website. 65 Een HTML bestand openen in Word. 66 scannen van plaatjes in werkstuk e.d. 67 Internetpagina’s opslaan en afdrukken. 68 favorieten opslaan, indelen en verwijderen. 69 inhoudsopgave kunnen maken bij een werkstuk en paginanummering kunnen maken. 70 e-mailen versturen met attachement. 71 weten welke rol de computer in de samenleving speelt . 72 hyperlinks kunnen maken in een tekst (verwijzingen naar een ander deel of blz van het document.). 73 Aanleren en werken met PowerPoint bij spreekbeurten 74 Typecursus aanbieden (vrijwillig) 75 Websites maken via kennisnet. Groep 8 Programma’s: Word, Excel en PowerPoint Methode: Netwijswerkboekjes: Excel 76 PowerPoint gebruiken bij Spreekbeurten. 77 weten waar Excel voor is en wat je ermee kunt doen. Zoeken naar praktische toepassingen uitgaande van bijvoorbeeld lessen uit de methodes 78 in Excel cellen benoemen. 79 in Excel tekst en getallenplaatsen. 80 kan rij, kolom en cellen selecteren, weghalen of toevoegen, smaller of breder maken. 81 in Excel cellen kopiëren. 82 in Excel randen om cellen zetten. 83 cellen plaatsen en opmaken. 84 in Excel formules maken. 85 kopteksten en voetteksten plaatsen in Word en Excel. 86 verschillende grafieken maken (cirkel, kolom, lijn grafiek). 87 Weten wat een legenda is en deze kunnen veranderen. 88 Werking van de digitale camera. 89 foto’s gemaakt met de camera bekijken op de tv. 90 plaatjes bewerken invoegen op voor een website. 91 sneltoets gebruik, <ctrl>C, <ctrl>V etc. 92 in Excel grafiek maken. 93 hyperlinks voor het koppelen van websites 94 kan een eenvoudige database maken. 95 Typecursus aanbieden, eventueel afronden met diploma. 96 Websites maken (via Kennisnet)