Op Tyne Cot Cemetery… = te vertalen in het Engels

advertisement
Het Front in Vlaanderen
Nieuwpoort
Sluizencomplex De Ganzenpoot en het Albert I-Monument | Nieuwpoort
Vanop de Langebrug in Nieuwpoort heeft u een prachtig
overzicht over de beroemde ‘Ganzenpoot’, waar drie scheepvaartkanalen en drie afwateringskanalen
samenkomen.
Van hieruit werd de Belgische frontsector via de afwateringskanalen
onder water gezet.
De vannen of uitlaatsluizen maken mogelijk dat de lage polders zich kunnen ontdoen van het overtollige water,
terwijl de sluizen het waterpeil van de kanalen ten behoeve van de scheepvaart regelen. De deuren van de
vannen zijn bij vloed gesloten, bij eb worden ze geopend om het overtollige water naar zee te loodsen. De
eigenlijke sluizen worden gebruikt voor het versassen van schepen.
Toezichter van de Noordwatering, Karel Cogge, uit Veurne, kende het hydraulische net van vaartjes, beekjes
en afvoerkanaaltjes die via de Nieuwpoortse sluizen hun water met de IJzer uitwisselen en schipper Hendrik
Geeraert uit Nieuwpoort wist hoe en waar met het materiaal om te gaan. Het water stijgt, loopt buiten zijn
oevers en zet de vlakte blank. De Duitsers moeten zich terugtrekken. Dit deel van het front blijft
gestabiliseerd tot het eindoffensief in 1918.
Naast de IJzer staat het Koning Albert I-monument, ingehuldigd in 1938 op initiatief van oudstrijdersverenigingen. Het is een ontwerp van Julien de Ridder. De beeldhouwer is Karel Aubroeck.
Bovenop het monument geniet u van een panorama over de IJzervlakte en de stad Nieuwpoort met de
vissershaven, de nieuwe jachthaven en de IJzermonding tot aan zee.
Oriëntatietafels wijzen een aantal belangrijke plaatsen aan.
De 1ste zondag van augustus wordt hier de ‘Nationale Hulde aan Koning Albert I en de helden van de IJzer’
gehouden. Rond het Koning Albert I-monument zijn ook een Brits, een Frans gedenkteken en het
IJzergedenkteken opgericht.
Frontzate
Hier liep de oude spoorlijn van Diksmuide naar Nieuwpoort, ook bekend als ‘Lijn 74’. Vanaf 1983 is deze
verlaten en ondertussen opgebroken spoorweg als wandel- en fietsroute en ruiterpad opengesteld.
Tijdens de oorlog is ‘de Frontzate’ een belangrijke verdedigingslinie en vervulde ‘Lijn 74’ een belangrijke
strategische rol. Tijdens de onderwaterzetting van de IJzervlakte dient de spoorwegberm als waterkering.
Langs de spoorlijn worden kleine bunkers gebouwd. Deze bakstenen schuilplaatsen zijn ingegraven in de
spoorwegbermen. Een 70-tal bunkers tussen Pervijze en Nieuwpoort blijven de stille getuigen.
Ramskapelle
De frontlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog is een catastrofe voor het bouwkundig patrimonium. Eind 1918 was
dit polderdorp een grote puinhoop. Begin jaren ’20 wordt het dorp heropgebouwd.
Net over de ongebruikte spoorweg is aan de gevel van het eerste huis een gedenkplaat van het 14 de
linieregiment aangebracht. Bij de herovering van het dorp in oktober 1914 verliest het regiment meer dan 100
man. Het oude station wordt gebruikt als observatiepost. Nadat het in 1918 verlaten wordt, is er niets
veranderd. Alleen de originele zandzakjes zijn vervangen door betonnen exemplaren.
Andere sites in Nieuwpoort:
1
Het sluizencomplex 'De Ganzepoot', uit 1876-78, aangelegd ter hoogte van Nieuwpoort-Stad. Heeft zowel een
functie in de waterbeheersing van de polders als in de scheepvaart. Door middel van uitlaatbuizen (vannen)
kan het overtollige drainagewater van de polders bij eb via de havengeul in zee geloosd worden, terwijl de
sluizen het waterpeil van de kanalen ten behoeve van het scheepvaartverkeer regelen. De bouw van dit
kunstwerk was een noodzaak omwille van de getijdewerking. Deze schommeling blijft thans beperkt tot de
havengeul; meer landinwaarts oefent de mens controle uit. De "Ganzepoot" is de scheiding tussen beide.
Van zuid naar noord: het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (Veurnevaart met -sas en overlaat), de VeurneAmbachtvaart (Noordvaart met overlaat), de IJzer (Iepersas met overlaat), de Kreek van Nieuwendamme
(Springsas), kanaal Nieuwpoort-Plassendale (Gravensas), het Nieuw Bedelf (Overlaat van Vladslo-Ambacht).
"De Ganzepoot" is de volkse benaming voor het sluizencomplex van Nieuwpoort en verwijst naar de vorm van
het geheel. De Ganzenpoot met zijn talrijke sluizen en waterlopen speelde een kapitale rol bij de
onderwaterzetting van de IJzervlakte aan het begin van WOI. Verschillende grote en kleine gedenktekens in de
omgeving herinneren hier aan. Over het precieze verloop van die onderwaterzetting is reeds veel
geschreven. In elk geval openden kapitein Fernand Umé, enkele andere militairen en schipper Hendrik
Geeraert, op voorstel van de toezichter van de Noordwatering van Veurne, Karel Cogge, in de nacht van 29 op
30 oktober de afwateringssluis van de Noordvaart. Door dit enkele nachten te herhalen, steeg het water
tussen de IJzer en de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide.
De IJzerslag was ten einde. Het was nu zaak om de inundatie in stand te houden. De sluizen dienden goed
onderhouden te worden, wat voor een groot deel van de oorlog gebeurde door een speciale genie-eenheid,
‘Sapeurs-Pontonniers’ genaamd.
Het Koning Albertmonument werd opgericht op initiatief en met steun van de oudstrijdersverenigingen van de
Eerste Wereldoorlog. De boorden van de IJzer werden als plaats hiervoor gekozen om de grote rol die de
stroom tijdens deze oorlog speelde. Het gedenkteken dateert uit 1938 en is een ontwerp van Julien de Ridder.
De beeldhouwer is Karel Aubroeck. Het monument is cirkelvormig en heeft een diameter van 30m. Twintig
zuilen van baksteen uit de IJzervallei dragen een ringbalk van 100m omtrek, boven een kruisvormig terras
van 2500m². Boven op de ringbalk is een wandelgang met oriëntatietafels, die een prachtig uitzicht over de
IJzervlakte biedt. Het ruiterstandbeeld is 4 meter hoog en staat op een voetstuk van 4 meter.
Opgetrokken uit baksteen van groot formaat, vervaardigd uit klei gedolven langs de IJzer. In talrijke stenen zit
nog metalen glazuur afkomstig van “schrapnel”- en granaatscherven. Op de binnenzijde zijn twee gedichten in
gulden letters gehouwen. De Nederlandse tekst is van August van Cauwelaert, de Franse van Maurice
Gauchez.
Onthuld op 24 juli 1938 in aanwezigheid van H.M. Koningin Elisabeth, Koning Leopold III, Prins
Karel, Prins Boudewijn en Prinses Josephine-Charlotte en Mgr. Lamiroy Bisschop van Brugge.
Hendrik Geeraertmonument. (Nieuwpoort WOI) op stedelijke kerkhof
Gedenkteken uit witte natuursteen. Op de sokkel van de zuil: in reliëf 'Aan onze Helden', in het midden de
portretbuste van Hendrik Geeraert in vlakreliëf. Het reliëf is gevat in een bronzen omlijsting, waarop de
volgende tekst is aangebracht: 'H. Geeraert de Held der Overstrooming'.
2
Katte- of Oude Veurnevaartsas. (Nieuwpoort WOI)
'In de nacht van 26 op 27 oktober 1914 werden met dit sas de eerste pogingen ondernomen om de IJzervlakte
gecontroleerd onder water te zetten. Karel Cogge uit Veurne, kapitein Thijs en enkele militairen voerden dit
uit. Het gebied tussen de IJzer en de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide was door het leger op aanwijzen
van Karel Cogge daarvoor afgebakend. De watertoevoer bleek te gering. De opmars van het Duitse leger werd
uiteindelijk gestuit toen de aanvoer van water dan toch vanaf 29 oktober beter slaagde via een kortere weg
van de Noordvaart (Veurne Ambacht) door de bijdrage van Hendrik Geeraert uit Nieuwpoort, kapitein Umé en
enkele militairen'.
Gedenkplaat Hendrik Geeraert. (Nieuwpoort WOI)
Deze gedenkplaat is aangebracht in de voorgevel van P. Deswartelaan 3. Hendrik Geeraert (Nieuwpoort, 1863
- Brugge, 1925) was zijn vader opgevolgd als binnenschipper. Sedert 21 oktober 1914 was hij als vrijwilliger bij
de Genie van de 2de Legerafdeling, die dienst zou doen bij de 'Dienst voor de Onderwaterzetting'. Op die dag
opende hij samen met enkele militairen de sluizen van de Oude IJzer en overstroomde de Kreek van
Nieuwendamme van de IJzer tot St.-Joris. Het eerste voorstel van Cogge, om via de Noordvaart de
IJzervlakte onder water te zetten werd verboden door de militaire overheid. Vandaar poogde Karel Cogge op
26-28 oktober een bijkomende overstroming te realiseren via het Kattesas (no 13) die echter niet afdoende
was. In de nacht van 29 op 30 oktober, weer op voorstel van Cogge, stond de militaire overheid dan toch toe
om via de Noordvaart te proberen. Ook Geeraert stond dan weer de militairen bij voor de geslaagde poging
tot inundatie via het openzetten van de afwateringssluis van de Noordvaart.In december 1914 kreeg Geeraert
hiervoor een Franse onderscheiding. Geeraert bleef de rest van de oorlog deel uitmaken van de speciale
geniecompagnie die de waterwerken onderhield ('Sapeurs-Pontonniers'). In december 1918 werd hij bedacht
met de titel 'eresluiswachter'. Pas op zijn sterfbed in het St. Julianusgesticht te Brugge werd hij benoemd tot
Ridder in de Leopoldsorde en tot “Legendarisch figuur van het Veldleger 1914-1918”. Hij werd onder massale
belangstelling ten grave gedragen. 25 jaar na zijn dood werd hij afgebeeld op een bankbiljet van 1000 BEF.
Verder had hij nog andere medailles en 7 frontstrepen. Er zijn in Nieuwpoort verschillende verwijzingen naar
Geeraert. Er is de straatnaam “Geeraertplein”, de portretbuste van Geeraert boven café "de sluiswachter", P.
Deswartelaan 9, een gedenkplaat in de De Swartelaan en een gedenkzuil op de stedelijke begraafplaats.
Het IJzergedenkteken. (Nieuwpoort WOI)
Gelegen op het plein tussen de Veurne-sluis en de Ieper-sluis, in het verlengde van de Brugse Steenweg,
omgeven door het sluizencomplex “De Ganzenpoot. Het IJzergedenkteken van kunstenaar Pieter Braecke
(geboren in Nieuwpoort 1858) moest in het eeuwfeestjaar 1930 België voorstellen: op de top staat een vrouw
op drie symbolische vuurmonden; zij is gehuld in een kapmantel, houdt het hoofd afgewend, daarbij een Svormige beweging makend; in de handen houdt ze met een beschermend gebaar de Belgische kroon. Deze
'Victoire' werd in de volksmond 'Victorine' genoemd, terwijl het andere monument van Braecke, bij de O.L.V.kerk 'Treze Blèters' werd genoemd. De 4 figuren tegen het voetstuk verbeelden 'de weerstand': een blinde,
een gewonde, een zieke en een weerbare soldaat. Zij rijzen als het ware op uit de gebeeldhouwde
korenhalmen. Op het voetstuk komen meerdere 'V'-tekens voor. Deze verwijzen, volgens de toenmalige pers,
naar het woord 'Vaderlandertje', de bijnaam voor de zandzakjes en zakjes aarde die in de voorste linies als
3
borstwering werden gebruikt. Oorspronkelijk was er in de kroon, die door de centrale figuur wordt gedragen,
een elektrische lamp aangebracht die van het beeld een baken wilde maken.
Gedenkteken Nieuwpoortse oorlogsslachtoffers van beide oorlogen.(Nieuwpoort WOI)
Gelegen op de hoek van de O.L.Vrouwstraat en de Willem De Roolaan, vlakbij de O.L.V.-kerk van Nieuwpoort.
Op de voorgrond staat een kruis met een helm op. Op het kruis '1914 1918'; op de marmeren kruisjes staan de
namen van de slachtoffers in uitgehouwen rode letters;
Brits gedenkteken. (Nieuwpoort WOI)
- Westendelaan (vóór het Koning Albertmonument).
Dit gedenkteken werd opgericht op initiatief van de 'Commonwealth War Graves Commission' (C.W.G.C.).
Op een reusachtig driehoekig platform met drie treden staat een zware rechthoekige, geprofileerde zuil,
bovenaan met verbrede boord op een veelhoekige sokkel. Het is omgeven door drie rustende leeuwen, de kop
versierd met een hoofdtooisel uit het oude Egypte. Deze drie leeuwen rusten op de hoeken van een in steen
gehouwen basis.
Op de zuil: bovenaan op de voorkant in reliëf een lauwerkrans met linten, '1914-1918', 'Here are recorded the
names of 566 British officers and men who have no known grave they fell in the defence of Antwerp in
October 1914 and later operations on the Belgian coast',
Dierendonck-of Oostvaartsas. (Nieuwpoort WOI)
Op de Oostvaart, tussen Veurnevaart en Slijkvaart, ligt het Sas van Dierendonck.
De twee watersystemen, de bevaarbare en deze voor afwatering zijn volledig van elkaar gescheiden.
Nochtans, zowat 1000 meter van de sluizen is er een verbinding tussen de Veurnevaart en de Noordvaart die
daar meestal Slijkvaart genoemd wordt, bij middel van een sasje, het Sas van de Oostvaart of Sas van
Dierendonck. Het sasje laat toe kleine boten te schutten en gaf de bootjes die in de polders op de sloten
vaarden toegang tot de bevaarbare kanalen. Het Sas van de Oostvaart kon ook een rol spelen als inundatiesas
voor de vesting Nieuwpoort. Het militaire gebruik van strategische inundaties is immers een steeds
weerkerend verschijnsel in maritiem Vlaanderen.
Zo ook eind oktober 1914, om de Duitse troepen te beletten verder op te rukken naar het Zuiden werd het deel
van de IJzervlakte ten Noorden van de spoorweg Nieuwpoort-Diksmuide geïnundeerd met zeewater via de
schuivenaan de overlaat van de Noordvaart.
Frontzate Station Ramskapelle. (Ramskapelle WOI)
Het voormalig stationsgebouw van Ramskapelle is gelegen langs de voormalige spoorwegbedding Diksmuide –
Nieuwpoort, ter hoogte van de kruising met de Hemmestraat.
4
Het stationsgebouw van Ramskapelle werd tijdens de Eerste Wereldoorlog versterkt en uitgebouwd tot een
mitrailleurs- en observatiepost. Vanaf de opening op de tweede verdieping hadden verkenners een uitstekend
vergezicht over de onderwater gezette Ijzervlakte.
56 Belgisch militaire begraafplaats Ramskapelle. (Ramskapelle WOI)
Gelegen langs de Ramskapellestraat, op ca. 500m ten N van het dorp, in vlak gebied. Langs de begraafplaats
passeert de fietsroute 'Frontzate' op de voormalige spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide, op ca. 3km ten
W van de IJzer.
De Belgische militaire begraafplaats van Ramskapelle heeft een halfcirkelvormige plattegrond. Van de 634
doden konden er 402 niet meer geïdentificeerd worden. De veldgraven uit het onderwater gezette gebied en
militaire graven op gemeentelijke begraafplaatsen uit de sectoren Nieuwpoort en Ramskapelle werden
verzameld op deze verzamelbegraafplaats.
Frontzate geconsolideerde bunkers. (Ramskapelle- Frontzate WOI)
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de IJzervlakte onder water werd gezet, was de spoorwegberm de grens
van het ondergelopen gebied. Het Belgische leger trok zich achter de spoorlijn terug en legde er
schuilplaatsen aan. De meeste werden vervaardigd uit baksteen en zijn grotendeels ingegraven in de
spoorwegberm. In de loop van de oorlog werden er enkele vervangen door betonnen bunkers. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers nog een aantal mitrailleurposten langs de spoorwegbedding.
Britse militaire begraafplaats 'Ramscappelle Road Military Cemetery'. (St Joris WOI)
de Britse militaire begraafplaats 'Ramscappelle Road Military Cemetery' is ontstaan naar aanleiding van de
Britse bezetting van de sector Nieuwpoort in juli -november 1917 en is dus een Britse militaire begraafplaats
met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen aan de Brugse Steenweg in Sint-Joris. De
begraafplaats wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Er worden 843 doden
herdacht, waarvan iets meer dan 300 niet geïdentificeerd (803 Britten, 7 Australiërs, 2 Canadezen, 1 ZuidAfrikaan, 2 Duitsers, speciale gedenktekens voor onbekenden).
5
Download