TTA operatie gescheurde kruisband Een gescheurde kruisband is bij de hond een veel voorkomende oorzaak van kreupelheid in de achterpoot. Deze kreupelheid ontstaat plotseling. De oorzaak is meestal een verkeerde beweging of een te wilde stoeipartij. Gescheurde kruisbanden kunnen bij alle rassen voorkomen. Sommige rassen, zoals de Boxer en de Rottweiler, zijn er echter gevoeliger voor. Oorzaak De kruisbanden zijn twee banden die in de knie kruislings tussen het scheenbeen en het dijbeen gespannen zitten. Ze dienen om deze botten stabiel te houden ten opzichte van elkaar. Het is meestal de voorste kruisband die scheurt. Als deze band kapot is wordt de knie instabiel. Het dijbeen en het scheenbeen kunnen nu over elkaar schuiven waardoor de meniscus, die tussen deze botten ligt, ook kan scheuren. Diagnose Om vast te stellen of een dier een gescheurde kruisband heeft is een zorgvuldig onderzoek nodig. Hierbij letten we vooral op de mate van de speling in de knie. Hiernaast vinden we vaak vocht in de knie en kan deze pijnlijk zijn bij het buigen en het strekken. Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren is enige ervaring nodig. Soms kan een aanvullend onderzoek, zoals een röntgenfoto, nodig zijn. Behandeling Indien de kruisband geheel gescheurd is zal een operatie noodzakelijk zijn. Hiervoor zijn meerdere technieken ontwikkeld. In het verleden werd voornamelijk geprobeerd de kruisband te vervangen. Nadeel daarvan is dat er op den duur toch arthrose optreedt. Tevens komt het bij een deel van de patiënten voor, dat de kunstkruisband terug losraakt. Het herstel van de hond bij deze techniek duurt minstens enkele maanden. Een nieuwe techniek is de TTA. Deze operatie heeft een groot aantal voordelen ten opzichte van de vroegere technieken. Na de operatie lopen de dieren al heel snel goed. Complicaties na de operatie worden veel minder vaak gezien en arthrose treedt maar bij een enkele patiënt op. De kosten van deze nieuwe techniek zijn vanwege de materiaalkosten zeker hoger maar geven dan ook veel betere resultaten. Meer dan 95% van de patiënten loopt na een aantal maanden volledig normaal. Principe TTA (tuberositas tibiae advancement) Eerst wordt het kniegewricht geopend. Vervolgens worden de kruisbandrafels verwijderd en de knie nagekeken op verdere beschadigingen. Daarbij wordt ook de meniscus nagekeken. Dan wordt het kniegewricht weer gesloten. Vervolgens wordt een forse botknobbel van het scheenbeen (tuberositas tibiae) losgezaagd en met een titanium kooi naar voor geplaatst. Dit botdeel wordt op zijn plek gehouden door een titanium plaat. Door het verplaatsen van dit botdeel, wordt de dikke, sterke band van de knieschijf gebruikt om de kruisbandfunctie over te nemen. Voor de hond is het even wennen aan de nieuwe situatie. Foto’s van de knie net na operatie. Post-operatief Na de operatie willen we een aantal keer controleren hoe de revalidatie gaat. Door plotse beweging of overbelasting kan er een complicatie optreden. We controleren in ieder geval volgens een vast schema: - 2 dagen na operatie: wondcontrole en controle op wondzwelling. - 10 dagen na operatie: hechtingen verwijderen en controle gebruik van de poot - 6 weken na operatie: controle gebruik van de poot en controle röntgen Bij twijfel moet u uiteraard sneller komen. Bijvoorbeeld bij terug acuut manken (aan de geopereerde poot of aan de andere), of als de wond er niet goed uitziet. Na 6 weken is het botfragment vastgegroeid. Revalidatieschema Na de operatie is lijnrust van groot belang! - Week 1: houd de beweging beperkt tot buiten plassen en poepen - Week 2: 3-5 wandelingen per dag van maximaal 3 minuten - Week 3: ..…………………………………..maximaal 5 minuten - Week 4: ..…………………………………..maximaal 7 minuten - Week 5: ..…………………………………..maximaal 10 minuten - Vanaf week 6: rustig opbouwen naar langere wandelingen, de snelheid hierin is afhankelijk van de hond! Na 6 weken tot 6 maanden (dit is sterk afhankelijk per geval!) zal volledige belasting, eventueel zonder aanlijning, mogelijk worden. Overige revalidatie-oefeningen zijn: - Zwemmen: dit kan zodra de hechtingen zijn verwijderd (in de winter, bv in een hondenzwembad, en/of bij beter weer buiten). Dit moet dus in ‘dieper’ water! - Hindernislopen: bv over, in een rij geplaatste, lage balkjes (+/- 10cm hoog). De balkjes mogen niet te laag zijn want dan ziet de hond ze niet, maar ze moeten laag genoeg blijven zodat uw hond eroverheen stapt ipv eroverheen springt! Bv doorheen lage struikjes (de buik mag er niet inhangen). Hierdoor worden de poten hoger opgetild en bewuster teruggezet. - Stand-pas-wissel: laat de hond rustig aan de lijn meelopen, zonder aan de lijn te laten trekken, en wissel steeds lopen en stoppen af. - Zit-staan-wissel: Een goed afgericht hond laten zitten en weer staan. - Balansoefening: Met behulp van een grote bal (skippy-bal). De hond met de voorpoten op de bal plaatsen en zelf aan de andere kant gaan zitten. Hierdoor staat de hond op beide achterpoten en kun je door te schommelen het gewicht van de hond verplaatsen en zijn geopereerde poot laten belasten.