Neo-Piagetiaanse theorie Stadia in de cognitieve ontwikkeling Waar

advertisement
Dynamische systeemtheorie
van ontwikkeling
M.C. Escher, Drawing hands (lithography, 1948)
1Dynamische systemen:
definitie en kenmerken
dynamische systeemtheorie
2
Dynamisch systeem: definitie 1
• “een dynamisch systeem is een manier om
te beschrijven hoe een toestand zich
ontwikkelt tot een andere toestand in de
loop van de tijd”
• xt+1 = f (xt)
• Wat betekent dit en wat is hier nu zo
bijzonder aan?
dynamische systeemtheorie
3
Systeemdenken
voorbeeld
van een ontwikkelingspsycho•Een
DST
is een benadering:
een algemene kijk
logische
bevinding
op processen
•Kinderen die voorafgaand aan de intrede in de
•basisschool
Het kan veel
op alle
klassieke
vrienden
hebben in hun sociale netwerk
•Hebben
minder last van stress
tijdens de
overgang naar
verklaringsmodellen
worden
toegepast
de basisschool
Bij sommige kinderen uit de groep is het
•Gevonden
in longitudinaal onderzoek
• Veelandersom
ontwikkelingsonderzoek
volgt een
•Bij 32 kinderen
lineaire logica
•Samenhang is statistisch significant
Hoe komt het dat het bij sommige kinderen zo
Awerkt
beïnvloedt
B
en bij andere
kinderen anders?
•
• Het aspect tijd wordt eruitgehaald
Wat is het mechanisme?
• Er wordt gegeneraliseerd over groepen
dynamische systeemtheorie
4
Dag 1
Dag 2
vriendjes
vriendjes
Dag 3
•“een dynamisch systeem is een manier om
stress
stress
te beschrijven
hoe één toestand zich
ontwikkelt tot een andere toestand in de
Wat voor mechanisme zit er in die pijlen?
loop van de tijd”
•xt+1 = f (xt)
Dag 1 2
3
4
5
6
7
8
9 ............................
• een iteratief of recursief proces
Schoolintrede
dynamische systeemtheorie
5
Dynamisch systeem: definitie 2
• Een systeem
• Is een verzameling componenten
• Die met elkaar verbonden zijn
• Een dynamisch systeem
• Is een verzameling veranderlijke componenten
• Die elkaar beinvloeden
• Een belangrijk kenmerk is zelf-organisatie
dynamische systeemtheorie
6
Zelf-organisatie
Chomsky en theorie van aangeboren
kenmerken:
• structuur ontstaat niet vanzelf
• Als een structuur niet kan worden aangeleerd
dan moet hij aangeboren zijn
• Dynamische systeemtheorie:
• Zelf-organisatie is een centraal kenmerk van de
levende natuur
• Structuur ontstaat vanzelf, onder gepaste
omstandigheden
• De klassieke illustratie: the Game-of-Life
dynamische systeemtheorie
7
The Game of Life: een voorbeeld
van zelf-organisatie
Een structuur van cellen
Die “dood” of “levend” zijn
Een levende cel met 2 of 3 levende buren overleeft,
anders gaat hij dood
Een dode cel die precies 3 levende buren heeft komt tot
Life
leven
gebruikte programma’s: Life32 en Mirek’s Cellebration (zie internet)
dynamische systeemtheorie
Mirek
8
Voorbeelden uit de gedragsbiologie
• Gedrag van groepen organismen
• “scholen” vissen, vliegende vogels
• Gedrag verklaren op basis van heel
eenvoudige regels binnen elk individu
•
•
•
•
Beweeg je in de richting van je naaste buren
Vermijd botsingen met je naaste buren
Vermijd obstakels
Ga ergens naartoe
• Voorbeelden van complex groepsgedrag
• Zie ook de sociale psychologie
CoolSchool.exe
dynamische systeemtheorie
9
Voorbeelden uit de
ontwikkelingspsychologie
• Veranderen van (ongewenst) gedrag: de
leetheorie
• Stadiagewijze ontwikkeling: Piaget en de
neo-Piagetiaanse theorie
• Ontwikkeling door sociale interactie:
Vygotsky en de sociaal culturele theorie
• Is basale kennis aangeboren? Een
antwoord vanuit de theorie van Thelen en
Smith
dynamische systeemtheorie
10
2Voorbeeld 1
Leertheorie
dynamische systeemtheorie
11
Leertheorie en gedragsmodificatie
• Reductie van ongewenst gedrag
• Agressief gedrag, pesten in de klas
• Door middel van
• Straffen en andere aversie stimuli die het gedrag
onderdrukken
• Door het bekrachtigen van gewenst gedrag en het tot
stand brengen van gedragsalternatieven
• simulatie: open model of behavior
modification.xls (zie website www.vangeert.nl)
dynamische systeemtheorie
12
Ongewenst en agressief
gedrag in de klas: een
dynamisch model
Aversiveness of
punishment
reduces
increases
Undesirable
behavior
reduces
Determines
level of
Attractiveness of
undesirable
behavior
punishment
reduces
reduces
Reinforcement of
desirable behavior
dynamische systeemtheorie
simulation
13
Waarom is dit een dynamisch
systeem?
• Bestaat uit componenten die elkaar in de
tijd beinvloeden
• Is gebaseerd op een iteratief proces
• De gedragspatronen zijn zelf-organiserend
• De effecten zijn niet-lineair
• Kleine verandering in een variabele brengt een
kwalitatieve verandering in het patroon teweeg
dynamische systeemtheorie
14
3Voorbeeld 2: Stadiagewijze
ontwikkeling in de
(neo)Piagetiaanse theorie
dynamische systeemtheorie
15
Netwerken van componenten en
stadia-gewijze groei
• Neo-Piagetiaanse modellen van cognitieve
groei
• een “stadium”
• is een specifiek patroon van handelen en
denken
• De componenten in een
ontwikkelingsproces vormen een netwerk
van relaties
dynamische systeemtheorie
16
Voorbeeld: Fischer’s model
• Neo-Piagetiaanse theorie
• Stadia in de cognitieve ontwikkeling
• Waar komen die vandaan?
• Nativisme: genetisch geprogrammeerd
• DST: door zelforganisatie
dynamische systeemtheorie
17
Conservatie
• Vermogen om behoud van
kwantiteit,maasa, oppervlakte onder
bepaalde transformaties te begrijpen
• Is het een stadium-overgang zoals Piaget
beweert, of leren kinderen dit geleidelijk?
• Hoe zit het met individuele kinderen?
dynamische systeemtheorie
18
Conservatie ontwikkeling (± 5 jr)
9
9
9
8
8
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
0
0
0
8
7
6
5
4
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
11
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2
1
0
1
9
9
8
8
8
7
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
1
0
0
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
9
8
9
9
8
7
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Horizontal = measurement time
Vertical
= score
dynamische systeemtheorie
19
Conservatie: leeftijds- en
gecalibreerd gemiddelde
8
gemiddelde sscore
7
6
5
4
3
2
1
0
1
3
5
7
9
11
13
15
17
meetpunt
gecalibreerd gemiddelde
dynamische systeemtheorie
gemiddelde op leeftijd
20
Pauline:1, 2-3 en 4+ W zinnen
35
30
20
15
10
5
36
35
34
32
31
30
29
26
.5
27
.5
25
24
21
.5
22
.5
20
19
16
.5
17
.5
-5
15
0
14
frequency
25
age
W1
W23
W4plus
W1 17.4%
dynamische systeemtheorie
W23 17.4
W4plus 17.4%
21
30
16
25
14
20
12
10
15
8
10
6
5
4
0
36
35
34
32
31
30
29
26
.5
27
.5
25
24
21
.5
22
.5
20
19
16
.5
17
.5
-5
2
15
14
frequency
Pauline:1, 2-3 en 4+ W zinnen
0
age
W1 17.4%
W23 17.4
W4plus 17.4%
dynamische systeemtheorie
observed
Perc 0.95
22
1-woord zin
Holofrase
principe
2&3-woord
zinnen
Combinatorisch ondersteunt
principe
4&meer-woord
zinnen
Syntactisch
principe
beconcurreert
simulation
dynamische systeemtheorie
23
Dynamic Model and Data of Pauline
number of utterances (total = 60)
1
0.8
0.6
0.4
0.2
0
14
19
24
29
34
-0.2
age in months
W1 model
W23 model
W4+ model
dynamische systeemtheorie
W1
W23
W4+
24
4Voorbeeld 3: ontwikkeling
door sociale interactie
(Vygotsky)
dynamische systeemtheorie
25
Vygotsky’s model van ontwikkeling
• Ontwikkeling vindt plaats in interactie tussen volwassene en
kind
• Volwassene stelt een doel dat vooruitloopt op het huidige
ontwikkelingsniveau van het kind
• Volwassene helpt het kind dingen te doen die het huidige
ontwikkelingsniveau van het kind overstijgen
• Kind leert die dingen vervolgens zelfstandig te doen
• Naarmate het kind zich ontwikkelt worden de doelen
verhoogd
• Als de afstand tussen kind en doel te groot is, is er geen
vooruitgang (“het gaat boven mijn pet”)
• Kinderen verschillen in de mate waarin ze kunnen leren
• simulatie: open leren en instruerenmodel.ppt (zie website
www.vangeert.nl)
simulation
dynamische systeemtheorie
26
Een model van sociaal gedrag
• Gedrag is bepaald door belangen of concerns
• “samen” belang en “alleen belang”
• Concerns worden gerealiseerd door gedrag
• Samen dingen doen, iets alleen doen
• Emoties
• zijn de uitdrukking van de mate waarin concerns worden
gerealiseerd
• Maken de concerns sterker of zwakker
• Gedrag is sociaal
dynamische systeemtheorie
27
belangen
gedragingen
Een dynamisch
model van sociale
interactie
emoties
simulation
dynamische systeemtheorie
28
dynamische systeemtheorie
29
Emotionele expressie
model
data
dynamische systeemtheorie
30
interactie
model
data
dynamische systeemtheorie
31
5Voorbeeld 4: aangeboren
kenmerken? (Thelen en
Smith)
dynamische systeemtheorie
32
Thelen en Smith’s handelingsbenadering
• Psychologische kenmerken bestaan slechts
in de interactie tussen organisme en
omgeving
• Ontwikkelingstheorie: wat zijn de concrete
en oorzakelijke processen die leiden van A
naar B?
• “iets is aangeboren”, “het zit in de genen” zijn
geen verklaringen
dynamische systeemtheorie
33
Internal
properties
Internal
properties
Internal
properties
action
action
context
properties
context
properties
selection
action
selection
Context
properties
Ontwikkeling: een sequentie van organismeomgeving “loops”
dynamische systeemtheorie
34
6Samenvatting
dynamische systeemtheorie
35
Samenvatting
• DST = een algemene benadering
• Benadrukt het tijds- en proceskarakter
• Welke mechanismen verklaren de
processen
• Wederkerigheid van invloeden
• Nadruk op processen die plaatsvinden
bij individuen
• In interactie met hun omgeving
• Groepsvergelijking niet primair
dynamische systeemtheorie
36
7Voorbeeld tentamenvragen
dynamische systeemtheorie
37
Het “game of life” model...
• Is een model van biologische ontwikkeling
• Is een model van het proces van
zelforganisatie
• Is een ontwikkelingsmodel van de
Is een model
van het proces van
menselijke
levensloop
zelforganisatie
• Is een model van ontwikkelingstaken
dynamische systeemtheorie
38
Volgens de DST betekent
zelforganisatie dat
•Orde
en structuur vanzelf
ontstaan
• 1.
De ontwikkeling
wordt bepaald
door de
door de werking van iteratieve,
psychodynamica
lokale mechanismen
• 2. Orde en structuur vanzelf ontstaan door
de werking van iteratieve, lokale
mechanismen
• Groeimodellen de ontwikkeling sturen
• De persoon zelf zijn of haar ontwikkeling
stuurt
dynamische systeemtheorie
39
Download