Document

advertisement
Richtlijn Pleegzorg
Mariska de Baat (NJi) en Marieke van Wesel (De Rading)
12 juni 2015
Vijf uitgangsvragen
1)
2)
3)
4)
5)
Hoe kan de ontwikkeling van een pleegkind optimaal worden
gevolgd en gestimuleerd?
Wat is nodig om een goed en tijdig besluit te nemen over het
perspectief van het pleegkind?
Hoe kan de stabiliteit van een plaatsing worden vergroot en een
breakdown worden voorkomen?
Wat moet er in de voorbereiding en tijdens de plaatsing worden
gedaan om de veiligheid van het pleegkind te waarborgen?
Hoe bevorderen de pleegzorgbegeleider en de gezinsvoogd een
goede samenwerking tussen alle betrokkenen bij de
pleegzorgplaatsing?
Beschermende factoren ontwikkeling
•
•
•
•
•
•
•
Snel besluit over opvoedingsperspectief
Een stabiele plaatsing
Autoritatieve opvoedingsstijl
Voldoende steun uit sociale omgeving
Veilige gehechtheid (pleegouder-kind)
Veiligheid
Ouders verdragen en accepteren plaatsing
Risicofactoren ontwikkeling
•
•
•
•
•
•
•
•
Uitstellen opvoedingsbesluit
Voortijdige beëindiging en verplaatsing
Pleegouders die veel belasting ervaren
Negatieve opvoedingsstrategieën
Onveilige gehechtheidsrelatie (pleegouder-kind)
Mishandeling en misbruik in pleeggezin
Als het niet goed gaat met ouders
Conflicten tussen ouders en pleegouders
Hoofdstuk 1:
ontwikkeling van het kind volgen en
stimuleren
Kernaanbevelingen H1
• Breng ontwikkeling pleegkind in beeld: bij start
plaatsing (na een maand), bij 0-3 jaar ieder half jaar,
ouder dan 3 jaar ieder jaar, of vaker bij zorgen over de
ontwikkeling.
• Kijk zowel naar adequate ontwikkeling als problemen.
Bespreek de ontwikkeling in het zorgteam.
• Zet effectieve interventies in als pleegkinderen
specifieke problemen hebben waarvoor hulp nodig is.
Hoofdstuk 2:
Beslissen over het perspectief van het
pleegkind
Kernaanbevelingen H2
• In zorgteam binnen een maand: plan van aanpak (doelen en
randvoorwaarden terugkeer naar huis en afspraken over intensieve
begeleiding van ouders).
• Zet in het plan een termijn waarbinnen het opvoedingsbesluit zal
worden genomen (maximaal 6-12 maanden). Maak vanaf dag 1
tempo om deze termijn te halen!
• Neem het besluit over het opvoedingsperspectief voor het
pleegkind op systematische wijze: doorloop met behulp van een
instrument of model (beoordelingsboog of pedagogisch
beslissingsmodel) een aantal stappen en/of criteria.
Perspectief verhelderen in
hulpverleningsvariant
• Communicatie pleegouders: tijdelijk met
mogelijkheid tot langdurig
• Werk vanaf de start aan verhelderen
perspectief
• Leg met ouders vast welke veranderingen
nodig zijn voor hereniging + werkwijze
• Intensieve hulp om beoogde veranderingen te
realiseren
Opvoedingsbesluit
• Maak afspraak over termijn: 6 - 12 maanden
• Bespreek criteria in het zorgteam (o.a. resultaten
op de beoogde doelen)
• Neem besluit op systematische wijze
• Besluit opvoedingsvariant na: half jaar intensieve
hulp thuis, half jaar intensieve hulp uit huis,
gewenste veranderingen (thuis of in ontwikkeling
kind) niet bereikt
Nazorg
• Terug naar huis:
– Stel vast welke nazorg nodig is voor positieve hereniging.
– Geef pleegouders nazorg bij afscheid pleegkind en
ondersteun contact tussen kind en pleegouders.
• Opvoedingsvariant:
– Begeleid ouders bij verliesverwerking en invulling nieuwe
ouderrol.
– Werk toe naar voogdijbesluit. Leg vast dat pleegouders
blijven meewerken aan contact ouder – kind.
Hoofdstuk 3:
Stabiliteit van de plaatsing bevorderen
en breakdown voorkomen
Kernaanbevelingen H3
• Beperk overplaatsingen tot een minimum.
• Wees alert op risico’s die kunnen bijdragen aan een
breakdown, zoals: toename van het probleemgedrag
van het pleegkind, afname van adequaat
opvoedersgedrag van pleegouders en een verstoorde
relatie tussen ouders en pleegouders.
• Zet tijdig aanvullende begeleiding in om het
opvoedersgedrag van pleegouders te versterken en het
probleemgedrag van het pleegkind te verminderen.
Ondersteuning pleegouders
• Ondersteun pleegouders bij: interpreteren van
leeftijdsadequaat/afwijkend gedrag en
effectieve opvoedingsstrategieën.
• Zet bij niet-optimale match extra
ondersteuning in om kans op succes te
vergroten.
Ondersteuning relatie ouders en
pleegouders
• Begeleid ouders bij verdragen en
langzamerhand accepteren van plaatsing
• Begeleid ouders en pleegouders in hun
samenwerking.
Ondersteuning kinderen met ernstige
problemen
• Zet specifieke interventies in bij ernstige
kindproblemen
• Kind ouder dan 10 jaar + ernstige
gedragsproblemen + veel overplaatsingen:
intensieve begeleiding óf
gezinshuis/leefgroep.
Hoofdstuk 4:
Kindermishandeling in het pleeggezin
voorkomen en aanpakken
Kernaanbevelingen H4
• Besteed in de voorbereiding en begeleiding van
pleegouders structureel aandacht aan veiligheid.
• Wees alert op risicofactoren voor
kindermishandeling, zoals stress bij pleegouders.
• Bespreek zorgen over veiligheid met ouders en
pleegkind, pleegouders en het multidisciplinaire
team en stel een veiligheidsplan op.
Preventie
• Screen pleeggezinnen conform het kwaliteitskader en het
protocol netwerkpleegzorg. Hanteer de normen ook bij te
weinig pleeggezinnen.
• Besteed zowel in voorbereiding als begeleiding(splan)
aandacht aan veiligheid.
• Informeer pleegouders over achtergrond kind en bereid
hen hierop voor (bijv. d.m.v. training).
• Laat pleegouders met pleegkinderen huisregels opstellen.
• Praat minimaal drie keer per jaar apart met het kind en
zorg dat er iemand is die een vertrouwensband heeft met
het kind.
Signaleren en handelen
• Wees alert op risicofactoren voor
kindermishandeling, zoals stress bij pleegouders.
Signaleer deze risico’s en maak ze bespreekbaar
met pleegouders en ouders.
• Bespreek zorgen over veiligheid met ouders en
pleegkind, pleegouders en het multidisciplinaire
team en stel een veiligheidsplan op.
• Zet, wanneer sprake is van kindermishandeling,
diagnostiek en een passend hulpaanbod in.
Hoofdstuk 5:
Samenwerken met ouders, pleegkind,
pleegouders en professionals
Kernaanbevelingen H5 (1)
• Stel een zorgteam samen waarin ouders en pleegkind
(vanaf twaalf jaar), pleegouders, belangrijke personen uit
het netwerk en professionals rondom het gezin
participeren.
• Maak in het zorgteam duidelijke afspraken over de doelen
van de plaatsing, en over de rollen, taken en grenzen van
alle betrokkenen. Zorg ook voor een gedeelde planning.
• Besteed in het zorgteam structureel aandacht aan de
samenwerking tussen ouders en pleegouders en tussen de
pleegzorgbegeleider en de (gezins-)voogd.
Kernaanbevelingen H5 (2)
• Ouders zijn en blijven de ouders van hun kind.
Respecteer hun positie en werk met hen samen.
• Vergroot de stabiliteit van de plaatsing door te
werken aan het verdragen en langzamerhand
accepteren van de plaatsing door ouders.
• Maak duidelijk wat het perspectief is, streef naar
gedeelde besluitvorming en bied ondersteuning
bij de invulling van de nieuwe ouderrol.
Zorgteam
Samenwerking met ouders en hulp
• Vertel ouders duidelijk wat de reden is voor de
pleegzorgplaatsing en wees eerlijk over de doelen en
de termijn waarop deze bereikt moeten zijn voor
hereniging.
• Bied ouders in de hulpverleningsvariant tijdig
intensieve hulp, gericht op het versterken van hun
ouderrol. Bied ouders in de opvoedingsvariant hulp bij
verliesverwerking en invulling nieuwe ouderrol.
• Maak in iedere casus een afgewogen beslissing over de
frequentie en vorm van het contact tussen pleegkind
en ouders.
Samenwerking ouders-pleegouders
• Ondersteun ouders en pleegouders bij het
vormgeven van hun samenwerkingsrelatie.
• Ondersteun pleegouders bij het omgaan met
probleemgedrag van het pleegkind als dat na
bezoek aan de ouders terugkeert in het
pleeggezin.
Samenwerking plaatser
• Draag als pleegzorgbegeleider en (gezins-)voogd
zorg voor een goede samenwerking onderling.
• Zorg als plaatser voor stabiliteit in het contact
tussen ouders en (gezins-)voogd. Zorg bij
wisseling voor een warme overdracht waarbij de
oude en de nieuwe (gezins-)voogd een
gezamenlijk gesprek met het zorgteam hebben.
Richtlijn Pleegzorg in praktijk
• hoe werk je in de praktijk met de richtlijn?
• Wat levert het je op?
VRAGEN?
Contact
Richtlijn Pleegzorg
Projectteam:
Mariska de Baat
Peter van den Bergh
Marjan de Lange
Anneke van As
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
030 – 2306 556
Download